Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020173140 |
Gegevens van de aanvrager: | Antwerpen met als adres Grote Markt 1 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Dambruggestraat ZN - Muizenstraat ZN te 2060 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 5 sectie E nr. 0 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | heraanleggen van een straat |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Huidige toestand
- Muizenstraat ingericht, als een enkelrichtingsstraat richting De Coninckplein, met betonstraatstenen;
- 15 parkeerplaatsen aan de oneven straatkant;
Gewenste toestand
- Muizenstraat ingericht, als een enkelrichtingsstraat richting De Coninckplein, met asfalt;
- 9 parkeerplaatsen en bushalte aan de oneven straatkant;
- 3 nieuwe bomen in de straat en 6 nieuwe bomen ter hoogte van het verkeersplateau Dambruggestraat.
Inhoud van de aanvraag
- heraanleggen van de Muizenstraat en het verkeersplateau ter hoogte van de Dambruggestraat;
- vergroenen van de omgeving door het planten van 9 nieuwe bomen;
- aanleggen van een volwaardige bushalte en verhoogde brede voetpaden;
- voorzien van nieuwe verlichting;
- voorzien van een mindervalideplaats ter hoogte van het plein;
- uitvoeren van de rijweg en asfalt in functie van het comfort voor de fietser.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 26 januari 2021 | 22 februari 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE) | 26 januari 2021 | 5 februari 2021 | Geen bezwaar |
Vlaamse Vervoermaatschappij - De Lijn | 26 januari 2021 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen | 26 januari 2021 | 29 januari 2021 |
stadsontwikkeling/ publieke ruimte | 26 januari 2021 | 18 februari 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 7 zone voor publiek domein - (pu).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer op volgend punt:
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De geplande werken situeren zich grotendeels binnen het openbaar domein . De functie openbaar domein blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag voorziet de heraanleg van de Muizenstraat omdat de wegenis in slechte staat is en de straat een ontbrekende schakel is in het fietsroutenetwerk. Het ontwerp integreert zich op een aanvaardbare wijze in de omgeving en draagt bij tot een verbetering ervan.
De aanvraag kan positief geadviseerd worden.
Bodemreliëf
In de Muizenstraat wordt de riolering niet vernieuwd. De parkeervakken worden aangelegd in kasseien met open voegen, waardoor er water zal kunnen infiltreren. Er komen grote groenvakken op het kruispunt: hier zal veel water kunnen infiltreren. De afwatering zal maximaal naar de plant- en parkeervakken gebeuren.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Bij de heraanleg van straten staan veiligheid, comfort en aandacht voor alle deelnemers aan het verkeer centraal. Hiertoe wordt het openbaar domein gebruiksvriendelijk ingericht voor alle gebruikers, mobiel of minder mobiel, met inachtname van het STOP-principe.
De Muizenstraat wordt een straat die meer comfort zal bieden aan voetgangers en fietsers dan vandaag. De voetpaden worden voldoende breed en de rijweg zal door het gebruik van asfalt veel gemakkelijker toegankelijk zijn voor fietsers. Door ruimte te maken voor bomen zal de straat aanzienlijk vergroenen. Het compact maken van het kruispunt zal de leesbaarheid en oversteekbaarheid vergroten. Ook op het kruispunt zal er plaats zijn voor meer groen.
De bus krijgt een volwaardige halte vlakbij het De Coninckplein, wat een groot voordeel zal zijn in combinatie met de tram op het plein en de mogelijkheden tot overstappen.
Het ontwerp resulteert in een parkeerbalans van 15 plaatsen in de bestaande toestand naar 9 plaatsen in de nieuwe toestand. Er blijft 1 mindervalideplaats behouden. De parkeerplaatsvermindering is het gevolg van het implementeren van afgebakende parkeervakken met uitstulpingen aan de hoeken, een nieuwe halte voor de bus, de aanplanting van bomen en het behouden van het horecaterras.
In de bestaande toestand staan er geen bomen. In de nieuwe toestand worden er 3 nieuwe bomen van 2e grootte in de straat voorzien, 6 nieuwe bomen van 2e grootte op het kruispunt (Sorbus intermedia ‘Brouwers’). Op het kruispunt komen ook 3 grote plantvakken met bomen van 1e grootte A en eerste grootte B (Quercus petraea, wintereik, en Alnus x Spaethii, Japanse Kaukasische els). Van deze drie bomen kan er één toekomstboom van 1e grootte A (Tilia cordata, winterlinde) worden, al zal bij uitvoering aan de hand van sonderingen bepaald moeten worden of de vrije ondergrondse ruimte volstaat voor het plaatsen van voldoende ondergrondse voorzieningen. Alle bomen krijgen ondergrondse ruimte in de vorm van bomengranulaat.
In het kader van deze vergunningsaanvraag werd advies gevraagd aan de stedelijke dienst publieke ruimte. Dit advies laat zich als volgt lezen:
“De bushalte verdwijnt wellicht in de toekomst. Deze ruimte kan nadien aangepast worden als voetpaduitstulping waarop extra straatmeubilair geplaatst kan worden.”
Er dient opgemerkt dat de aanvraag stijdig is met Artikel 5 van de verordening voetgangersverkeer. Zo bedraagt de helling naar het plateau voorzien voor de bushalte 8,48 %. Niveauverschillen van 25 cm tot 50 cm moeten voorzien zijn van een helling kleiner of gelijk aan 8%. Dit wordt opgelegd in voorwaarde.
De aanvraag voldoet aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruikersgenot. De geplande werken zijn mits naleven van de voorwaarden niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening
Visueel-vormelijke elementen
De voetpaden worden gematerialiseerd in betonstraatstenen 0.22 x 0.22 x 0.08, kleur grijs.
De rijweg wordt voorzien in asfalt. De parkeervakken bestaan uit straatkeien met waterdoorlatende voeg en het verkeersplateau wordt voorzien van betonstraatstenen 0.22 x 0.11 x 0.08. Er wordt nieuwe verlichting voorzien. De materialisatie sluit aan bij de verhardingen in de omgeving en past zich bijgevolg visueel in de omgeving in.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. indien de bushalte verdwijnt deze ruimte aan te passen als voetpaduitstulping waarop extra straatmeubilair geplaatst kan worden;
3. de helling naar het plateau voorzien voor de bushalte te voorzien van een helling kleiner of gelijk aan 8% conform artikel 5 van de verordening voetgangersverkeer.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 28 december 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 26 januari 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 27 maart 2021 |
Verslag GOA | 8 maart 2021 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. indien de bushalte verdwijnt deze ruimte aan te passen als voetpaduitstulping waarop extra straatmeubilair geplaatst kan worden;
3. de helling naar het plateau voorzien voor de bushalte te voorzien van een helling kleiner of gelijk aan 8% conform artikel 5 van de verordening voetgangersverkeer.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.