Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020158811 |
Gegevens van de aanvrager: | Iman Dekeulener met als adres Den dijk 22 te 2920 Kalmthout |
Ligging van het project: | Laar 223-227 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 34 sectie E nr. 123Y4 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | vellen van 2 bomen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 07/11/2014: vergunning (20141889) voor het bouwen van 24 appartementen, verdeeld over 4 gebouwen op het terrein.
Vergunde/geacht vergunde & huidige toestand
- 4 woongebouwen, verspreid over het terrein, in een aangelegde tuin, met daarin een aantal hoogstammige bomen; 2 hiervan zijn dood.
Gewenste toestand
- conform vergunde en huidige toestand maar mits het vellen van 2 eiken en de heraanplant van 2 nieuwe bomen.
Inhoud van de aanvraag
- vellen van 2 bomen in groengebied en de heraanplant van 2 gelijkaardige bomen.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer | 11 december 2020 | 15 december 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Vlaams gewest, Agentschap Natuur en Bos | 11 december 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen | 11 december 2020 | 14 december 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een groengebied. De groengebieden zijn bestemd voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu. In de groengebieden geldt een principieel bouwverbod. In principe worden enkel de werken toegelaten die gericht zijn op of verenigbaar zijn met het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een groengebied. De groengebieden zijn bestemd voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu. In de groengebieden geldt een principieel bouwverbod. In principe worden enkel de werken toegelaten die gericht zijn op of verenigbaar zijn met het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijk milieu.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het gewestplan op volgend punt:
- groengebieden zijn bestemd voor het behoud, de bescherming en het herstel van het natuurlijke milieu. Er worden in deze echter 2 bomen geveld.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
met het oog op het bewaren van bestaande waardevolle natuurlijke of landschappelijke elementen moet de inplanting van de vergunningsplichtige werken zo worden bepaald dat de aanwezige waardevolle landschappelijke en ecologische elementen maximaal behouden kunnen blijven. Er dient in deze dan ook een heraanplanting te worden voorzien.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Er werd in de aanvraag een afwijking geconstateerd op de bepalingen van zowel het gewestplan als de Antwerpse bouwcode. In beide gevallen wordt gesteld dat alle werken en handelingen dienen gericht te zijn op het behoud. Voor deze afwijking werd een openbaar onderzoek verricht. Beide bomen blijken dood te zijn. Na het inwinnen van het advies van stadsbeheer/afdeling groen en begraafplaatsen (zie onderstaand advies) werd dit bevestigd en mogen de bomen worden geveld.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De zone achteraan op het terrein, grenzend aan de oprit van de autosnelweg, kenmerkt zich door een bosrijke omgeving, met daarin een groot aantal hoogstammige en oudere bomen.
Visueel-vormelijke elementen
De bomen in kwestie zijn deels mede beeldbepalend voor het aanwezige bosgeheel en maken er een karakteristiek deel van uit. Desalniettemin gaat hun beeld momenteel op in het geheel en is er meer dan voldoende plaats om nieuwe bomen aan te planten.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De bedrijfseenheid stadsbeheer/afdeling groen en begraafplaatsen adviseert met volgende afweging:
De groendienst geeft omwille van volgende reden een gunstig advies:
- de boom is dood.
- de boom heeft een zeer slechte conditie en heeft daardoor geen grote toekomstverwachting meer.
De boom/bomen moeten vervangen worden:
- doordat er een groot verlies is van groenvolume, wil stad Antwerpen een heraanplanting van 2 inheemse bomen van eerste grootte A. De heraanplanting van deze bomen moet niet op dezelfde locatie gebeuren en mag ergens anders op het domein voorzien worden maar moet gepland worden vóór het volgende groeiseizoen. De plantmaat moet minstens 14/16 cm zijn. Meer informatie over boomsoorten kan u vinden op www.bomenwijzer.be . Het voorstel van de eigenaar om beuk (Fagus Sylvatica) of eik (Quercus robur of Quercus petraea) aan te planten wordt gunstig geëvalueerd.
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt worden het advies en de voorwaarden van de groendienst integraal gevolgd. De aanvraag wordt gunstig beoordeeld. Er zullen voorwaarden worden gekoppeld aan de vergunning.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien deze aanvraag betrekking heeft op het vellen van bomen.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. heraanplant van twee inheemse bomen van eerste grootte A met een minimale plantmaat van 14/16 cm ergens op het eigen terrein op minstens twee meter van iedere perceelsgrens ten laatste uitgevoerd voor het eerstvolgende groeiseizoen volgend op de kap.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 25 november 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 11 december 2020 |
Start openbaar onderzoek | 4 januari 2021 |
Einde openbaar onderzoek | 2 februari 2021 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 26 maart 2021 |
Verslag GOA | 4 maart 2021 |
naam GOA | Brenda Dierckx |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
4 januari 2021 | 2 februari 2021 | 1 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
Er werd binnen de looptermijn van het openbaar onderzoek 1 digitaal bezwaarschrift ingediend, dat zich als volgt laat samenvatten:
1. Inbreuk privacy: door het vellen van deze bomen zal er inkijk ontstaan vanuit de appartementen naar de aanpalende woningen toe.
Beoordeling:
Het betreft slechts het rooien van 2 bomen, geheel achteraan op het terrein (in het groengebied), waarbij het grootste deel van het bosgeheel aldaar behouden blijft en de afstand tot de meest nabijgelegen tuinen meer dan 50 m bedraagt. Er is bovendien sprake van een zeer schuin zicht waardoor er nagenoeg geen inkijk kan ontstaan.
Het bezwaar is ongegrond.
2. Gezondheidstoestand bomen: de bomen ter hoogte van de scheiding met de aanpalende woningen maken deel uit van een achterliggende bosdeel en creëren samen met de nieuw aangeplante reeks bomen een natuurlijke scheiding. Deze werd destijds mee aangekocht door de aanpalende eigenaars en bij controle van de bomen bleken deze allen kerngezond te zijn. Het rooien is dus gebaseerd op foutieve informatie.
Beoordeling:
Hoogstwaarschijnlijk betreft het een foute lezing van het dossier aangezien dit niet het rooien van bomen op het voorste deel van het terrein betreft maar wel geheel achteraan, in de volgens het gewestplan vastgelegde zone “groengebied”. Deze laatste is minimaal 50 à 60 m verwijderd van de in het bezwaarschrift aangeduide en vermelde exemplaren. Bovendien blijkt uit het advies van de stedelijke groendienst dat 1 van beide bomen wel degelijk al dood is en de overlevingskansen van het andere exemplaar nagenoeg onbestaande zijn.
Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. heraanplant van twee inheemse bomen van eerste grootte A met een minimale plantmaat van 14/16 cm ergens op het eigen terrein op minstens twee meter van iedere perceelsgrens ten laatste uitgevoerd voor het eerstvolgende groeiseizoen volgend op de kap.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.