Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020147380 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Shanna Sollie met als adres Binnenpad 6A te 2040 Berendrecht - Zandvliet - Lillo (Antwerpen) |
Ligging van het project: | Binnenpad 6A te 2040 Berendrecht - Zanvliet - Lillo (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: |
|
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden van een eengezinswoning: voorzien van een aanbouw op de gelijkvloerse verdieping van 5m (totale bouwdiepte 17m) |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 11/03/2016: vergunning (20153054) voor het bouwen van een halfopen eengezinswoning in houtskelet met fietsenberging;
- 02/10/2015: vergunning (20151866) voor het verbouwen van een eengezinswoning;
- 07/11/2014: verkavelingsvergunning (201479) voor het wijzigen van lot 1 naar 2 loten, lot 1a en 1b.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie: eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Gewenste toestand
- functie en bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting: er wordt een septische put voorzien van 2.000 liter en een regenwaterput van 5.000 liter.
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van een eengezinswoning: voorzien van een aanbouw van 5 m op de gelijkvloerse verdieping tot op een totale bouwdiepte 17 m.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
stadsbeheer/ vastgoed/ ontwikkeling/ bouwprojecten | 25 november 2020 | Geen advies ontvangen bij het opmaken van dit verslag |
stadsbeheer/ vastgoed/ ontwikkeling/ bouwprojecten | 6 januari 2021 | Geen advies ontvangen bij het opmaken van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt in de verkaveling BD/1993/W/PL/43/V(1), goedgekeurd op 7 november 2014, meer bepaald in lot(en) 1b.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verkavelingsvergunning op volgende punten:
- 2.1.C. Bouwvolume:
dakvensters dienen op minimaal 1 m afstand van de scheidsmuren geplaatst te worden, één van deze dakvenster is ingetekend op slechts 0,80 m van de perceelgrens;
- 2.1.D. Verschijningsvorm:
materialen gevels: alle gevels dienen in gevelbaksteen, sierbepleistering in lichte kleur, of baksteen geverfd in lichte kleur uitgevoerd te worden. Gevels kunnen ook voor maximaal 25% van de totale geveloppervlakte afgewerkt worden in metaal. De gevels van de uitbouw worden echter volledig voorzien in zink.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
de aanbouw heeft een oppervlakte van meer dan 20 m². Het is verplicht om nieuwe daken van vergunningsplichtige constructies aan te leggen als een groendak indien de oppervlakte ten minste 20 m² bedraagt.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in Binnenpad.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
Voorliggende aanvraag wenst het hoofdvolume van de eengezinswoning op het gelijkvloers uit te breiden met een nieuwe uitbouw. Deze nieuwe uitbouw heeft een hoogte van circa 3,4 m, een lengte van circa 5,2 m en een breedte van circa 6 m. Hierdoor wordt de gelijkvloerse bouwdiepte van circa 12 m uitgebreid tot 17 m. De voorgestelde bouwdiepte past binnen de verkavelingsvoorschriften en is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. Na de uitbreiding blijft er voldoende ruimte over op het gelijkvloers om een kwalitatieve tuinzone te behouden.
Het is conform artikel 38 van de bouwcode verplicht om nieuwe daken van vergunningsplichtige constructies aan te leggen als een groendak indien de oppervlakte ten minste 20 m² bedraagt. De nieuwe aanbouw heeft een oppervlakte van circa 31,5 m² waarbij het dak niet als groendak wordt aangelegd. Het aangevraagde wijkt hierdoor af van artikel 38 van de bouwcode. Als voorwaarde wordt opgelegd om het dak van de nieuwe uitbouw als groendak aan te leggen.
Er wordt opgemerkt dat het inplantingsplan van de bestaande toestand ontbreekt waardoor het terras en de overdekte constructie boven het terras niet werden opgetekend. Deze ruimte wordt nu ingenomen door de nieuwe aanbouw en er wordt in de nieuwe situatie geen terras opgetekend. Er kunnen geen andere wijzigingen op het perceel vergund worden.
Visueel-vormelijke elementen
In de rechter zijgevel wordt achteraan het gelijkvloers een nieuwe raamopening gecreëerd. Deze nieuwe raamopening verhoogt het wooncomfort van de achterliggende ruimte door bijkomende lichtinval.
De gevels van de aanbouw worden voorzien in zink met een staande naad en het buitenschrijnwerk in zwartkleurig aluminium. Dit is strijdig met de verkavelingsvoorschriften die stellen dat alle gevels in gevelbaksteen, sierbepleistering in lichte kleur, of baksteen geverfd in lichte kleur dienen uitgevoerd te worden. Gevels kunnen voor maximaal 25% afgewerkt worden in metaal. De gevels van de nieuwe uitbouw zijn niet zichtbaar vanop de straat waardoor de afwijking aanvaard kan worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het voorzien van een septische put van 2.000 liter en een regenwaterput van 5.000 liter wordt gunstig geadviseerd.
Verder wordt opgemerkt dat niet alle dakvensters in de nieuwe uitbouw op meer dan 1 m van de linker scheidingsmuur werden voorzien, zoals voorgeschreven in artikel 2.1.D. van de verkavelingsvergunning. Het dakvenster boven de badkamer is ingetekend op circa 80 cm van de perceelsgrens. Als voorwaarde wordt opgelegd om het dakvenster op een afstand van minimum 1 m van de perceelsgrens te voorzien.
Tot slot wordt de linker scheimuur niet opgehoogd met een opstand van minimaal 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzend dakvlak conform artikel 34 van de bouwcode. Omwille van brandoverslag kan van deze bepaling niet afgeweken worden en moet deze afstand overbrugd worden door een niet-brandbaar materiaal.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. het plat dak van de uitbouw als groen dak aan te leggen conform artikel 38 van de bouwcode;
2. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed tussen het groendak en de scheidingswand;
3. het dakvenster boven de badkamer in de uitbouw op een afstand van minimum 1 m van de perceelsgrens te voorzien conform artikel 2.1.D. van de verkavelingsvergunning;
4. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 3 november 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 25 november 2020 |
Start 1e openbaar onderzoek | 4 december 2020 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 2 januari 2021 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 16 februari 2021 |
Start laatste openbaar onderzoek | 14 januari 2021 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 12 februari 2021 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 9 mei 2021 |
Verslag GOA | 24 februari 2021 |
naam GOA | Katrine Leemans |
Administratieve lus
Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
De aanplakking van het vorig openbaar onderzoek is te laat gebeurd.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn, werden opnieuw uitgevoerd, om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
4 december 2020 | 2 januari 2021 | 0 | 0 | 0 | 0 |
14 januari 2021 | 12 februari 2021 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. het plat dak van de uitbouw als groen dak aan te leggen conform artikel 38 van de bouwcode;
2. het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 m ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed tussen het groendak en de scheidingswand;
3. het dakvenster boven de badkamer in de uitbouw op een afstand van minimum 1 m van de perceelsgrens te voorzien conform artikel 2.1.D. van de verkavelingsvergunning;
4. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.