2021_CBS_02007 - Gemeentelijke fiscaliteit - Belastingreglement 2021-2024 exploitatievergunningen taxidiensten en/of diensten voor verhuur voertuigen met bestuurder - Aanpassing. Intrekking - Goedkeuring

Artikel 170, §4 van de Grondwet: uitdrukkelijke bevoegdheid van de gemeenteraad voor het invoeren van belastingen.

De artikelen 40, §3 en 41, 14° van het Decreet over het lokaal bestuur: exclusieve bevoegdheid van de gemeenteraad om de gemeentelijke belastingen vast te stellen.

Conform de overgangsbepaling in het taxidecreet 2019 kunnen de taxidiensten die reeds een vergunning hebben verkregen onder het taxidecreet 2001, hun diensten blijven exploiteren gedurende de resterende looptijd van de lopende vergunning en zullen zij gedurende die periode worden beschouwd als straattaxi onder het taxidecreet 2019. De bepalingen omtrent de tarieven uit het taxidecreet 2001 blijven ook van toepassing. 

In artikel 3 van het belastingreglement werd het tarief voor de exploitatievergunning van een taxidienst en het tarief voor de exploitatievergunning van een taxidienst en een vergunning voor de exploitatie van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder voor éénzelfde voertuig verwijderd aangezien er in de stad Antwerpen geen lopende exploitatievergunningen zijn voor  taxidiensten die geen gebruik maken van een standplaats op de openbare weg.

Het tarief voor de exploitatievergunning van een taxidienst die gebruik maakt van een standplaats op de openbare weg wordt gelijkgesteld met het tarief voor de exploitatievergunning van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder, namelijk 250,00 EUR per jaar per voertuig vermeld in de akte van de vergunning. Dit bedrag wordt jaarlijks aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. Door deze aanpassing is het tarief meer in lijn met het taxidecreet 2019. Het tarief voor de exploitatievergunning van een taxidienst die gebruik maakt van een standplaats op de openbare weg en een vergunning voor de exploitatie van een dienst voor het verhuren van voertuigen met bestuurder voor éénzelfde voertuig wordt 500,00 EUR, namelijk de som van beide tarieven. Dit tarief wordt eveneens jaarlijks aangepast volgens de schommelingen van het indexcijfer van de consumptieprijzen. 

In artikel 5 wordt er voorzien in een vrijstelling van de belasting om te vermijden dat een exploitant in een bepaald aanslagjaar zowel de belasting voor de exploitatievergunning is verschuldigd als de retributie voor de vergunning individueel bezoldigd personenvervoer. De vergunning die vervalt in het aanslagjaar is vrijgesteld van de belasting indien er een vergunning voor de exploitatie van een dienst voor individueel bezoldigd personenvervoer wordt aangevraagd én afgeleverd in hetzelfde aanslagjaar.

Dit belastingreglement vervangt vanaf 1 januari 2021 het voorgaande belastingreglement op de exploitatievergunningen van taxidiensten en/of diensten voor het verhuren van voertuigen met bestuurder dat voor de laatste keer goedgekeurd door de gemeenteraad van 28 september 2020 (jaarnummer 507).

De vergunningen, op basis van het taxidecreet 2001, voor taxidiensten en/of diensten voor verhuur van voertuigen met bestuurder vervallen ten laatste in aanslagjaar 2024. Dit belastingreglement wordt bijgevolg opgeheven op 31 december 2024.

De omzendbrief KB/ABB 2019/2 van 15 februari 2019 betreffende de gemeentefiscaliteit.
Het decreet van 22 december 2017 over het lokaal bestuur.
Het decreet van 13 december 2013 houdende de Vlaamse Codex Fiscaliteit.
Het decreet van 30 mei 2008 betreffende de vestiging, de invordering en de geschillenprocedure van provincie- en gemeentebelastingen en latere wijzingen.
Het decreet van 22 december 1995 houdende bepalingen tot begeleiding van de begroting 1996.

Op 25 januari 2021 keurde de gemeenteraad het belastingreglement op de exploitatievergunning van taxidiensten en/of diensten voor verhuur van voertuigen met bestuurder voor de aanslagjaren 2021-2025 (jaarnummer 44) goed. Op basis van artikel 330 van het Decreet Lokaal Bestuur werd het reglement op 26 januari 2021 bekendgemaakt op de webtoepassing van de stad en op dezelfde dag werd ook de toezichthoudende overheid op de hoogte gebracht van deze bekendmaking. 

Op 23 februari 2021 heeft de gouverneur van de provincie Antwerpen haar besluit houdende de vernietiging van het gemeenteraadsbesluit met jaarnummer 44 ter kennis gebracht bij het college. 

De vernietiging heeft betrekking op het algemene belastingtarief van 400,00 EUR dat werd gehanteerd in het belastingreglement. Het besluit van de gouverneur stelt dat het tarief van 400,00 EUR niet conform de bepalingen van het decreet van 20 april 2001 (hierna taxidecreet 2001 genoemd) is. De bepalingen van het taxidecreet 2001 betreffende de organisatie van het personenvervoer over de weg, zijn echter nog van toepassing op de exploitanten die ervoor kiezen om hun diensten te blijven exploiteren conform de bepalingen van dit decreet en dit gedurende de resterende duurtijd van de lopende vergunning. Dit geldt ook voor de bepalingen omtrent de tarieven vermeld in het taxidecreet 2001. 

Het gewijzigde belastingreglement op de exploitatievergunning van taxidiensten en/of diensten voor verhuur van voertuigen met bestuurder aanslagjaren 2021-2025 (jaarnummer 44) wordt omwille van de vernietiging ingetrokken met ingang vanaf 1 januari 2021.

Het nieuwe decreet betreffende het individueel bezoldigd personenvervoer (hierna taxidecreet 2019 genoemd) dat op 20 maart 2019 werd goedgekeurd door het Vlaams parlement, maakt de uitbating van een dienst individueel bezoldigd personenvervoer onderhevig aan een voorafgaande vergunning. Bovendien is in het decreet ook bepaald dat de vergunde exploitant jaarlijks een retributie moet betalen in de gemeente waar hij vergund is. De stad Antwerpen heeft de retributie voor de vergunning opgenomen in het retributiereglement vergunning en bestuurderspas individueel bezoldigd personenvervoer. Het retributiereglement werd voor de laatste keer goedgekeurd door de gemeenteraad van 28 september 2020 (jaarnummer 507). 

Om te vermijden dat een exploitant in een bepaald aanslagjaar zowel de belasting voor de exploitatievergunning is verschuldigd als de retributie voor de vergunning individueel bezoldigd personenvervoer, wordt het belastingreglement op de exploitatievergunning van taxidiensten en/of diensten voor verhuur van voertuigen met bestuurder, dat voor de laatste keer werd goedgekeurd door de gemeenteraad op 28 september 2020 (jaarnummer 507), aangepast voor de aanslagjaren 2021 tot en met 2024.

De inkomsten worden geraamd op basis van het aantal vergunningen voor taxidiensten en/of verhuurdiensten van voertuigen met bestuurder die geldig blijven tot en met 31 december 2024. De vergunningen die in een bepaald aanslagjaar vervallen, zijn vrijgesteld van de belasting vanaf dat aanslagjaar. Voor aanslagjaar 2021 wordt er rekening gehouden met een geraamd aantal belastbare vergunningen van 128 (49.320,00 EUR), 88 vergunningen voor aanslagjaar 2022 (EUR 33.680,00 EUR) en 70 vergunningen voor aanslagjaar 2023 (25.600,00 EUR). Deze laatste vergunningen vervallen in aanslagjaar 2024 en zijn bijgevolg vrijgesteld van de belasting in aanslagjaar 2024.