Op 21 februari 2020 (jaarnummer 01641) keurde het college de visie met betrekking tot vrijetijdsparticipatie mensen in armoede goed.
De doelstelling, doelgroep, principes en de rol van de overheid zoals opgenomen in voormeld besluit, worden in dit besluit verfijnd.
De operationalisering van de visie werd uitgewerkt en voorgelegd ter goedkeuring.
In de toekomst spreken we over 'kwetsbare Antwerpenaren' in plaats van over 'mensen in armoede' omdat dit de lading beter dekt.
'Culturele en maatschappelijke ontplooiing' wordt verfijnd tot 'cultuur, sport, jeugdwerk en maatschappelijke ontplooiing'.
De omschrijving 'mensen die worden toegeleid door sociale partners en armoedeorganisaties' bij de omschrijving van doelgroep wordt vervangen door 'kwetsbare Antwerpenaren die worden toegeleid door verenigingen die personen in armoede als hun doelgroep hebben en stedelijke diensten bevoegd voor vrije tijd die werken met kwetsbare Antwerpenaren, zoals bepaald in het Participatiedecreet'.
Deze aanpassingen worden verder in het besluit zo opgenomen.
Het uitgangspunt van de operationalisering zijn de noties zoals goedgekeurd in het besluit van 21 februari 2020 met jaarnummer 01641.
We maken de transitie naar een breed en inclusief vrijetijdsaanbod. Bezoekers van het aanbod zijn een weerspiegeling van onze maatschappij.
We schenken extra aandacht aan zij die het nodig hebben en ook aan kinderen en jongeren. We helpen de vrijetijdssector om zich aan te passen.
We beginnen niet opnieuw. Wat goed is wordt behouden en waar mogelijk versterkt. We haken alles in elkaar.
We streven naar een radicale vereenvoudiging van het parcours van de kwetsbare Antwerpenaren inzake vrijetijdsparticipatie.
De implementatie van de principes zal telkens gebeuren in overleg met het betreffend beleidsdomein.
Hierbij zal de focus deze legislatuur liggen op 3 zaken:
1 klant centraal
2 drempelvrij aanbod
3 transversale aanpak
Participatiedecreet van 18 januari 2008 met betrekking tot flankerende maatregelen voor het participeren van mensen in armoede aan het vrijetijdsaanbod.
Ingevolge artikel 57§1 van de Organieke Wet betreffende de openbare centra voor maatschappelijk welzijn van 8 juli 1976, heeft het OCMW ‘tot taak aan personen en gezinnen de dienstverlening te verzekeren waartoe de gemeenschap gehouden is. Het verzekert niet alleen lenigende of curatieve doch ook preventieve hulp. Het bevordert de maatschappelijke participatie van de gebruikers. Deze dienstverlening kan van materiële, sociale, geneeskundige, sociaal-geneeskundige of psychologische aard zijn.’
Koninklijk besluit van 31 juli 2020 houdende maatregelen ter bevordering van de participatie en sociale activering van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn voor het jaar 2020.
De Vlaamse overheid moedigt gemeenten aan om op lokaal vlak een dynamisch beleid uit te bouwen voor de kansengroep personen in armoede.
Op 18 januari 2008 keurde het Vlaams Parlement het decreet houdende flankerende en stimulerende maatregelen ter bevordering van de participatie in cultuur, jeugdwerk en sport goed. Het participatiedecreet beoogt de ondersteuning, verrijking en versterking van de participatie in cultuur-, jeugd- en sportbeleid.
Het decreet voorziet in hoofdstuk IV, afdeling III in een regeling voor de subsidiëring van lokale netwerken voor de bevordering van vrijetijdsparticipatie van personen in armoede.
De Programmatorische Overheidsdienst Maatschappelijke Integratie, Armoedebestrijding en Sociale Economie (POD MI) bij Koninklijk Besluit kent jaarlijks middelen toe in het kader van maatregelen ter bevordering van de participatie en sociale activering van de gebruikers van de dienstverlening van de openbare centra voor maatschappelijk welzijn.
Op 30 augustus 2019 (jaarnummer 06999) keurde het college de afsprakennota 2020-2025 ter bevordering van de vrijetijdsparticipatie van mensen in armoede goed.
Op 21 februari 2020 (jaarnummer 01641) keurde het college de visie met betrekking tot vrijetijdsparticipatie mensen in armoede goed als basis voor het opmaken en indienen van de definitieve afsprakennota met Vlaanderen.
Op 8 januari 2021 (jaarnummer 00005) keurde het vast bureau de ondersteuning kinderarmoede en vrije tijd voor OCMW gebruikers goed.
Het college keurt de verfijning van de visie zoals goedgekeurd in besluit van 21 februari 2020 (jaarnummer 01641) goed.
Het college keurt goed om de visie te operationaliseren zoals beschreven in dit besluit.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
TV | Mogelijkheden onderzoeken om het derde betalerssysteem verder uit te rollen, daar waar opportuun en mogelijk, onderzoeken. |
TV+SD | Drempels permanent in kaart brengen en wegwerken. |