Aanvrager: VZW Christine WZC, Gerardus Stijnenlaan 76 te 2180 Ekeren (Antwerpen).
Ligging van het perceel: Gerardus Stijnenlaan 76, 2180 Ekeren (Antwerpen).
Kadastrale gegevens: (afd. 34) sectie E 151 N
De aanvraag omvat: slopen bestaande constructie, bouwen nieuw woonzorgcentrum en vellen bomen.
Ontvangstbewijs: 23 december 2020.
Dossiernummer: 20211.
Het college beslist het afleveren van een positief stedenbouwkundig attest aan de aanvrager goed te keuren, op voorwaarde dat bij de aanvraag tot omgevingsvergunning volgende voorwaarden strikt worden nageleefd
Er kan gunstig advies worden verleend voor het globale ruimtelijke principe van de voorliggende aanvraag, met name de bestemming, inplanting, bouwhoogte en footprint, inclusief de afbraak van het erfgoedobject, maar het dossier bevat onvoldoende informatie om te kunnen oordelen over de effectieve vergunbaarheid, voornamelijk inzake de mogelijkheid van het rooien van hoogstammig groen en/of ontbossing en inzake de overeenstemming met de Antwerpse bouwcode (met name ook wat de parkeerparagraaf betreft); voor dit laatste is een uitgewerkt dossier vereist in het kader van een omgevingsvergunning.
Specifiek aangaande de Antwerpse bouwcode lijkt het dossier alvast niet te voldoen aan de voorschriften inzake lichtinval (artikel 24), aangezien zowel de keuken als de personeelslokalen zich ondergronds bevinden maar geen van beide over verticale raamopeningen kan beschikken en kan er door beperkt leesbare plannen niet geoordeeld worden over bijvoorbeeld vrije plafondhoogtes, minimale oppervlaktes en of het materiaalgebruik ingepast is in de ruimtelijke context. Er is ook sterk voorbehoud bij de voorzieningen inzake stalplaatsen voor zowel auto’s als fietsen, en er is principieel geen degelijk ruimtelijk argument om de inrit van de ondergrondse parkeergarage niet inpandig in het gebouw te voorzien, in plaats van als een open sleuf in het tuinlandschap. Hetzelfde geldt voor het voorzien van een groot aandeel van de parkeergarage onder tuinzone, in wat essentieel een boszone is. Met het oog op het vrijwaren van de open en groene ruimte dient de ondergrondse parkeergarage, inclusief inrit, zich dus zoveel mogelijk te beperken tot de footprint van het bovenliggende (nieuwe) gebouw. Gelet op de afmetingen van het perceel en in het kader van een vlotte bereikbaarheid kan een (beperkt) deel van de parkeerbehoefte op het maaiveld worden voorzien, mits deze bovengrondse parkeervoorziening in haar uitwerking het groene karakter van de omgeving ondersteunt.
Sowieso dient er voor het erfgoedobject, voorafgaand aan de sloop, de mogelijkheid te worden geboden aan de stedelijke diensten monumentenzorg een volledige en degelijke inventaris op te maken van alle nog bewaarde elementen van het gebouw, zowel aan binnen- als aan buitenzijde.
Inzake het mobiliteitsaspect wordt principieel geen gunstig advies verleend voor het behoud van een toegang voor wagens langsheen zowel de Hof van Delftlaan als de Gerardus Stijnenlaan maar dient de oprijzone aan het Laar als enige en unieke toegang te worden gebruikt. Ter hoogte van de Hof van Delftlaan en de Gerardus Stijnenlaan kunnen enkel toegangen voor trage weggebruikers gunstig geadviseerd worden. Bijkomend dienen er garanties verleend te worden voor de aanleg van een verbindend fietspad van de zuid- naar de noordzijde van het terrein (bij voorkeur aan de westkant ervan).
Wat het bomenbestand betreft, dient van de eventueel te rooien bomen die niet binnen de footprint van het nieuwe gebouw vallen een bomenstudie te worden uitgevoerd, inclusief inventaris en gezondheidsbeoordeling, opgemaakt door een gespecialiseerd bomen-expert. Een aanvraag tot omgevingsvergunning dient een plan van aanpak ter bescherming van te behouden bomen tijdens de uitvoering van de werken en (desgevallend) een compensatievoorstel voor de te rooien bomen te bevatten. Sowieso wordt een inplanting waarbij zo weinig mogelijk impact op het groenbestand plaatsvindt het meest wenselijk geacht.
Voorts zullen ten tijde van de effectieve aanvraag tot omgevingsvergunning meer gedetailleerde gegevens moeten worden aangeleverd wat de parkeerbehoefte en het aan te passen bomenbestand betreft, waardoor het advies voor deze aspecten slechts onder voorbehoud voorwaardelijk gunstig is.