Terug
Gepubliceerd op 25/05/2021

2021_CBS_03998 - Omgevingsvergunning - OMV_2021016132. Beenhouwerstraat 37. District Ekeren - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 21/05/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_03998 - Omgevingsvergunning - OMV_2021016132. Beenhouwerstraat 37. District Ekeren - Goedkeuring 2021_CBS_03998 - Omgevingsvergunning - OMV_2021016132. Beenhouwerstraat 37. District Ekeren - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021016132

Gegevens van de aanvrager:

de heer Arkadiusz Lewandowski met als adres August Van de Wielelei 257 bus 5 te 2100 Antwerpen

Ligging van het project:

Beenhouwerstraat 37 te 2180 Ekeren (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 35 sectie F nr. 581A5

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

omvormen van een bestaand magazijn tot een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          24/12/2020: weigering (20203217) voor het omvormen van een magazijn naar een eengezinswoning;

-          14/08/2020: weigering (20201466) voor het verbouwen van een magazijn naar een eengezinswoning;

-          06/06/2008: vergunning (20081252) voor het verbouwen van een magazijn en het uitbreiden van een gebouw met woonfunctie (betreffende vergunning werd niet uitgevoerd).

Vergunde/vergund geachte & huidige toestand

-          magazijn van 1 bouwlaag onder zadeldak, in gesloten bebouwing.

Gewenste toestand

-          functie: eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • hoofdgebouw van 2 bouwlagen onder hellend dak met een kroonlijsthoogte van 6 m;
  • perceelsbrede achterbouw van 1 bouwlaag onder plat dak tot een bouwdiepte van 11,30 m;

-          gevelafwerking:

  • voorgevelafwerking in roodbruine gevelsteen op de gelijkvloerse verdieping en houten planchetten op de verdieping;
  • buitenschrijnwerk in antracietkleurige PVC.

Inhoud van de aanvraag

-          omvormen van een bestaand magazijn tot een nieuwe eengezinswoning.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

25 februari 2021

26 februari 2021

ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie

25 februari 2021

1 maart 2021

stadsontwikkeling/ mobiliteit

25 februari 2021

9 maart 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 1-3A Hagelkruis en omgeving, goedgekeurd bij ministerieel besluit van 12 mei 1993. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: zone a voor woningen.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg op volgende punten:

  • artikel 1 Zone A voor Woningen - Deel 1 Hoofdgebouwen:

-          5 – Welstand van de gebouwen B) Gevels en muren:

  • 3) gevelmaterialen: a. gevels zichtbaar vanaf de openbare weg, het openbaar domein en de voor het publiek toegankelijke plaatsen. Constructies en parementen in hout moeten gevernist, geïmpregneerd of geschilderd worden, zodat zij hun natuurkleur behouden of een witte of donkere kleur vertonen;
  • 4) afwerking van vrijstaande en/of zichtbaar blijvende scheidsmuren:

vrijstaande en/of zichtbare scheidsmuren of delen ervan, dienen afgewerkt te worden zoals de voorgevel.

Betreffende is niet het gevel in voorliggende aanvraag waar de voorgevel wordt afgewerkt in roodbruine gevelsteen en houten planchetten en de zichtbare scheidsmuur wordt bekleed met grijze ruitvormige leien;

  • artikel 1 Zone A voor Woningen - Deel 2 Binnenplaatsen en tuinen:

-          3.- Binnenplaatsen en tuinen:

  • f. Erfscheidingen:
    afsluitingsmuren in baksteenmetselwerk zijn toegelaten met een maximumhoogte van 2,00 m. Na de afbraak van de bestaande achterbouw worden de tuinmuren verlaagd tot slechts 2,40 m.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 6 – Harmonie en draagkracht:

de aangebrachte gevelwijzigingen aan de voorgevel zijn op basis van de gebruikte materialen niet in harmonie met het bestaande gevelgeheel;

  • artikel 29 – Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:

de voorziene fietsenstalplaatsen worden niet overdekt voorzien, daar waar dit nochtans vereist is;

  • artikel 41 – Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:

de aansluitpunten van de RWA en de DWA bevinden zich ter hoogte van de rooilijn circa 0,95 m uit elkaar, terwijl dit maximaal 0,50 m hoort t zijn.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag is strijdig met een aantal van de geldende voorschriften en voor een deel daarvan kunnen in het eindadvies voorwaarden worden opgelegd waardoor het project bij uitvoering alsnog zal voldoen aan de artikels in kwestie. In enkele gevallen kan echter gefundeerd afgeweken worden.

Zo is er sprake van een verlaging van de bestaande scheidsmuren in de tuinzone doch slechts tot 2,40 m, hoger dan het gestelde maximum van 2 m. Aangezien er echter sprake is van een ontharding van een deel van het binnengebied en van een gevoelige verlaging ten opzichte van de bestaande toestand, die alle aanpalenden ten goede komt naar lichtinval toe, wordt geoordeeld dat betreffende ruimtelijk ontegensprekelijk aanvaardbaar is.

Betreffende de afwerking van de vrijstaande scheidsmuur wordt geoordeeld dat deze afwerken op de wijze van de voorgevel, in se in gevelsteen, niet wenselijk is in het kader van eventuele toekomstige bebouwing op het aanpalende perceel en dat een tijdelijke materialisatie, zoals de voorziene leien, bijgevolg minder hypothekerend zijn.

Er wordt aan het college dan ook geadviseerd betreffende 2 aspecten als dusdanig te bekrachtigen.

 

Functionele inpasbaarheid

De nieuwe functie, een eengezinswoning, is in overeenstemming met de specifieke bestemmingsvoorschriften van het geldende Bijzonder Plan van Aanleg waardoor er hier in se zonder meer sprake is van een correcte functionele inpasbaarheid.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De voorgestelde volumetrie beantwoordt geheel aan de voorschriften dienaangaande uit het van kracht zijnde Bijzonder Plan van Aanleg waardoor het advies inzake schaal en ruimtegebruik dan ook zonder meer gunstig is.

 

Visueel-vormelijke elementen

De gehanteerde materialen, roodbruine gevelsteen, lichtgrijze houten beplanking, roodbruine dakpannen en donkergrijs schrijnwerk, zijn grotendeels in overeenstemming met de specifieke richtlijnen dienaangaande van het geldende ordeningsplan; enkel de houten gevelafwerking is in deze strijdig. Er is echter geen enkele aanleiding of referentie om betreffende te aanvaarden, dit aangezien er visueel eenduidig sprake is van een zeer karakteristieke baksteenarchitectuur in de ruime omgeving, als gevolg van vermelde voorschriften. Er zal dan ook in de voorwaarden van het eindadvies worden opgenomen het betreffende geveldeel alsnog in gevelsteen uit te voeren.

Het advies voor dit deelaspect is bijgevolg voorwaardelijk gunstig.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.

 

De aanvraag betreft het omvormen van een magazijn tot eengezinswoning.

 

Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1 plaats per unit.

 

De parkeerbehoefte is bijgevolg 1.

 

De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om volgende stedenbouwkundige redenen niet (volledig) gerealiseerd worden:

 

‘Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan of gelijk aan 8 m. Volgens artikel 12, §3, 1° (Levendige plint) van de bouwcode is een toegangspoort voor een autobergplaats niet toegelaten.’

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 0 = 1.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Voor vergunningsaanvragen voor nieuwbouw van eengezinswoningen kan echter afgeweken worden van de berekening van de parkeerbehoefte zoals vermeld in bovenstaande tabel, indien realisatie van

de parkeerplaatsen niet mogelijk is. Dit geldt tevens voor eengezinswoningen die boven winkelpanden ingericht worden.

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.

 

 

Fietsvoorzieningen:

Fietsparkeerbehoefte: 3. Er werden maar 2 fietsparkeerplaatsen voorzien op eigen terrein: deze zijn afgesloten van de omgeving maar zijn niet overdekt.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het geveldeel van de eerste verdieping vooraan dient, overeenkomstig de richtlijnen dienaangaande van het ordeningsplan, te worden uitgevoerd in een gevelsteen, zoals het gelijkvloerse deel;

2.      er dient een overdekte fietsstalplaats van 4,50 m² (netto binnenoppervlakte) te worden voorzien, voor het stallen van 3 fietsen;

3.      de aansluitpunten van het rioleringsstelsel dienen te worden uitgevoerd volgens de voorwaarden van artikel 41 van de Antwerpse bouwcode;

4.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

1 februari 2021

Volledig en ontvankelijk

25 februari 2021

Start openbaar onderzoek

9 maart 2021

Einde openbaar onderzoek

7 april 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

10 juni 2021

Verslag GOA

12 mei 2021

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

9 maart 2021

7 april 2021

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      het geveldeel van de eerste verdieping vooraan dient, overeenkomstig de richtlijnen dienaangaande van het ordeningsplan, te worden uitgevoerd in een gevelsteen, zoals het gelijkvloerse deel;

2.      er dient een overdekte fietsstalplaats van 4,50 m² (netto binnenoppervlakte) te worden voorzien, voor het stallen van 3 fietsen;

3.      de aansluitpunten van het rioleringsstelsel dienen te worden uitgevoerd volgens de voorwaarden van artikel 41 van de Antwerpse bouwcode;

4.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.