Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2021032867 |
Gegevens van de aanvrager: | NV BASF Antwerpen met als adres Scheldelaan 600 te 2040 Antwerpen |
Ligging van het project: | Scheldelaan 600 te 2040 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 20 sectie A nrs. 2H, 2S, 5F2, 5R, sectie D nrs. 9V en 26D |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | Aanpassingen aan fietspaden- en spoorwegennetwerk |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 28/04/1967: stedenbouwkundige vergunning (18/49140/B/196711) voor rangeerstation, gebouwen en spoorwegnet.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft:
- het slopen van verhardingen en een spoorweg;
- het aanleggen van verhardingen en spoorwegen;
- het rooien van 51 bomen buiten bosverband.
Adviezen
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen | 24 maart 2021 | 21 april 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden volgende bestemmingsvoorschriften:
- Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven;
- Gebied voor waterweginfrastructuur voor het Insteekdok 4;
- Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur voor de Scheldelaan;
- Zone voor permanente ecologische infrastructuur voor de zone tussen de Scheldelaan en het Schelde-Rijnkanaal;
- overdruk Leidingstraat parallel met de Scheldelaan.
Binnen de straal van 500 meter is verder nog het GRUP Hoogspanningslijn Zandvliet – Lillo – Liefkenshoek van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 1 juli 2016). Volgens dit GRUP loopt een overdruk ten noorden van de Scheldelaan, op circa 370 meter van de aanvraag, met als aanduiding Hoogspanningsleiding. Aan beide zijden van de hoogspanningsleiding is een zone aangeduid met als overdruk Gebied met overdruk gebruiksbeperkingen.
Op circa 400 meter ten noorden van de aanvraag is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met als bestemmingen bufferzones en bestaande waterwegen.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de aanvraag daar het hemelwater dat op de nieuwe verharding en spoorwegen terecht komt op natuurlijk wijze naast de verharde oppervlakte op eigen terrein in de bodem kan infiltreren.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Vrij centraal gelegen op een grootschalige industriële bedrijfssite, gelegen in het noorden van de Antwerpse haven, wordt ten oosten van blokvelden E300, F300 en G300 het interne fietspaden- en spoorwegennetwerk aangepast. Het bestaande fietspad wordt verplaatst van de westzijde van de interne weg naar de overzijde van deze weg. Hierdoor kunnen er nieuwe spoorwegen aangelegd worden aan de westzijde van de interne weg.
Voor deze aanpassingswerken dienen asfaltverhardingen, inclusief het bestaande fietspad, uitgebroken te worden met een totale oppervlakte van circa 2.692 m². Tevens dient een deel van een bestaande spoorweg met een lengte van 190 meter gesloopt te worden. Voor het nieuwe fietspad wordt een asfaltverharding aangelegd met een minimale breedte van 3 meter en een totale oppervlakte van 2.169 m². De nieuwe spoorwegen hebben een totale lengte van 1.079 meter.
Om de aanleg van het nieuwe fietspad en de spoorwegen mogelijk te maken, wenst de aanvrager eerst een aantal bomenrijen, met in totaal 51 bomen, te rooien. Deze bomen zijn wintereiken en hebben een stamomtrek variërend tussen 0,80 en 1,05 meter. Ter compensatie zullen naast het nieuwe fietspad nieuwe bomenrijen aangeplant worden met in totaal 51 nieuwe bomen. Voor deze nieuwe bomen worden inheemse boomsoorten voorzien.
Het aanpassen van het interne fietspaden- en spoorwegennetwerk kadert in het herorganiseren van de bedrijfsinterne logistiek. Bijgevolg past de aanvraag zich functioneel in binnen het industrieveld.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag bevindt zich temidden van een grootschalig industrieterrein en betreft het aanleggen van verhardingen en spoorwegen en het vellen van bomen. De bomen worden allemaal gecompenseerd nabij de bestaande situering. De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De bedrijfseenheid stadsbeheer/afdeling groen en begraafplaatsen adviseert ongunstig met volgende afwegingen:
1) de bomen zijn substantieel of potentieel ecologisch waardevol;
2) de bomen hebben een duidelijk groenvolume en goede levensverwachting;
3) er is niet of onvoldoende aangetoond dat de geplande werken niet op een voor de bomen veilige manier kunnen uitgevoerd worden. Nader onderzoek moet uitmaken of de werken op een boomvriendelijke manier kunnen uitgevoerd worden met behoud van de bomen. Het onderzoek moet worden uitgevoerd door een gecertificeerd ETT’er, die gespecialiseerd zijn in zulke onderzoeken. Info: https://www.bomenbeterbeheren.org/etw-ett/;
4) er is niet aangetoond dat er niet gewerkt kan worden met een drukverdelende laag of een tweede maaiveld onder het fietspad zodat de wortels niet gekapt moeten worden en de bomen gespaard kunnen blijven.
Voor de bestaande bomen geldt immers het volgende:
- bomen 5, 6 en 7: de nieuwe spoorlijn wordt naast de bomen voorzien en is er dus geen rechtstreekse interferentie. Bovendien wordt het nieuwe spoor op een grotere afstand van de bomen voorzien dan het te behouden spoor;
- bomen 1 tot en met 4, bomen 8 tot en met 29 en bomen 44 tot en met 51: hierlangs wordt het nieuwe fietspad voorzien maar de bomen worden amper verplaatst volgens de ingediende inplantingsplannen. Opmerking 4 van de groendienst is in deze relevant;
- bomen 30 tot en met 43: de nieuwe spoorlijn wordt naast de bomen voorzien en er is dus geen rechtstreekse interferentie.
Het vellen van de 51 bomen wordt ongunstig geadviseerd wegens de onvoldoende motivatie en het gebrek aan alternatieven of maatregelen voor het behoud van deze bomen.
De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie. Dit advies is voorwaardelijk gunstig. Ook de lokale overheid hecht belang aan het brandweeradvies.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte en geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning, uitgezonderd het vellen van 51 bomen omwille van een onvoldoende motivatie en het gebrek aan alternatieven of maatregelen voor het behoud van deze bomen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 23 maart 2021 |
Start openbaar onderzoek | 30 maart 2021 |
Einde openbaar onderzoek | 28 april 2021 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 12 mei 2021 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
30 maart 2021 | 28 april 2021 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, uitgezonderd het vellen van 51 bomen omwille van een onvoldoende motivatie en het gebrek aan alternatieven of maatregelen voor het behoud van deze bomen.
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |