De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
23 april 2021 | 22 mei 2021 | 1 | 0 | 0 | 4 |
Bespreking van de bezwaren
In de begeleidende nota wordt gesteld dat er een evenwicht dient gezocht te worden met de ruimtelijke draagkracht van de Bredabaan en Begonialei. Een 4e en vooral 5e bouwlaag verstoort dit evenwicht en leidt tot een wanordelijkere situatie. De bezwaarindiener vreest dat dit in de toekomst de deur opent naar nieuwbouwprojecten waarbij ook hier niet naar gekeken zal worden. Verder vinden we de stelling dat een mansardedak niet moet gerekend worden als 5e bouwlaag een al te makkelijke redenering - de pashoogte blijkt immers identiek.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De aanvraag ligt volgens het gewestplan in woongebied, aangevuld met Artikel 1. - Bijzondere voorschriften betreffende de hoogte van de gebouwen (BVR 07/07/00)(code 0111 tem 0115). De voorschriften zeggen het volgende: “… In deze gebieden wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
de eigen aard van de hierboven vermelde gebieden;
de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein. …”
Aan de overzijde van de Bredabaan – onmiddellijke omgeving – bevindt zich een school bestaande uit 4 bouwlagen. Aan dezelfde zijde op de hoek bevindt zich een meergezinswoning bestaande uit 4 bouwlagen. De bestaande toestand van het perceel bestaat uit 3 bouwlagen. Het perceel is circa 30 m breed aan de zijde van de Bredabaan. De Bredabaan is circa 50 m breed. Deze zaken laten toe dat 4 bouwlagen aan deze zijde mogelijk is, een 5de bouwlaag kan als accent worden toegevoegd. Echter is de uitwerking van het project niet ideaal. Dit wordt hernomen in de toetsing goede ruimtelijke ordening.
Beoordeling: Het bezwaar is gegrond. Uit de plannen is niet op te maken waar de technische ruimte voor de liften wordt voorzien. Vanuit ruimtelijke aspect is het zeker niet het geval om deze boven op het volume te voorzien. Dit wordt hernomen in de toetsing goede ruimtelijke ordening.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De aanvraag bevindt het ontwerp zich in een stedelijke context – waar een dergelijke problematiek voorkomend is. Het ligt in dens bebouwd bouwblok. De woningen – in de schil van het bouwblok – bestaan allemaal uit circa 3 bouwlagen. Deze woningen beschikken bijna allemaal over een diepe uitbouw op de tweede bouwlaag tot circa 17 m. Deze uitbouwen beschikken over raamopeningen in de achtergevel. Er is dus al weinig privacy in de tuinen in het binnengebied.
Tevens voldoet de aanvraag aan de wetgeving op lichten en zichten en houden de uitkragende terrassen zich aan de opgelegde afstanden tot de perceelsgrens.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De aangehaalde aspecten zijn van hypothetische aard en niet van stedenbouwkundige aard. Er kan onmogelijk vastgesteld worden dat bijkomende terrassen voor meer lawaaioverlast zouden zorgen.
De bezwaarindiener merkt op dat de afgelopen jaren de buurt achteruit is gegaan (sluikstort, hondenpoep, nachtlawaai,...). Hij vreest voor nog meer overlast bij (te) kleine woningen - denk maar aan de beperkte plaats om afval te stockeren/sorteren en te kleine leefruimtes in periodes van hitte, iets waar we in de toekomst alsmaar meer mee geconfronteerd zullen worden In een buurt met weinig groenzones, waar de bebouwing al dermate gesatureerd is en waar er om die reden al problemen opduiken is het niet wenselijk om de densiteit van de bewoning nog verder op te drijven..
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De aanvraag valt onder de noemer sociale woningbouw vallen want de aanvrager is de gevolmachtigde van een erkende sociale huisvestingsmaatschappij.
Bijkomend zijn de aangehaalde overlast-aspecten van hypothetische aard en niet van stedenbouwkundige aard. Er kan onmogelijk vastgesteld worden dat bijkomende (sociale) wooneenheden voor meer overlast zouden zorgen.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Volgens artikel 29 van de bouwcode moet op het perceel de eigen fietsparkeer-behoefte worden opgevangen. De aanvraag voldoet hier aan.
Naar inrichting moet de aanvraag voldoen aan artikel 27 van de bouwcode. Het perceel is circa 730 m² groot waarvan minimaal 20 % (146 m²) open ruimte moet worden voorzien. Het ontwerp biedt circa 304 m² open ruimte aan. Er kan dus worden aangenomen dat er meer als voldoende groen en open ruimte voorzien wordt om enige ontspanning te kunnen aanbieden aan de toekomstige bewoners.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De bezorgdheid – inzake geurhinder van de afvalberging – is begrijpelijk. Echter is deze van hypothetische aard en niet van stedenbouwkundige aard.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De aanvraag is voor advies opgestuurd naar de dienst mobiliteit. Volgens hen moeten er in totaal 13 parkeerplaatsen worden voorzien. De eigen parkeerbehoefte wordt opgelost op eigen terrein.
Het is mogelijk dat de huidige parking gebruikt wordt als buurtparking. Maar het is niet aan de aanvrager om de huidige parkeerproblematiek en het tekort aan parkeerplaatsen op te vangen. Echter wordt dit aspect later behandeld bij de toetsing goede ruimtelijke ordening.
Beoordeling: Het bezwaar is gegrond. De aanvraag is voor advies opgestuurd naar het Agentschap Wegen en Verkeerd. Zij argumenteren dat de inrit langs de zijde van de Bredabaan moet gebeuren en de uitrit langs de zijde van de Begonialei. Dit punt – aangaande de verkeersveiligheid – wordt later behandeld bij de toetsing goede ruimtelijke ordening.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De door de bezwaarindiener aangehaalde aspecten zijn burgerrechtelijk van aard. Het omgevingsvergunningsdecreet bepaalt dat een omgevingsvergunning een zakelijk karakter heeft en verleend wordt onder voorbehoud van de vereiste burgerlijke rechten.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De aanvraag is voor advies opgestuurd naar de dienst Groen en Begraafplaatsen. Zij geven geen advies op het kappen van de bomen en kan er dus ter goede trouw vanuit worden gegaan dat zij hiervoor geen bezwaar hebben.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het bezwaar is van hypothetische aard en niet van stedenbouwkundige aard.
Beoordeling: Het bezwaar is gegrond. Er ontbreken bepaalde elementen op plan waardoor mogelijks bepaalde adviesinstanties verkeerde informatie hebben meegekregen en hun advies mogelijks verkeerd is opgesteld.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021031931 |
Gegevens van de aanvrager: | BVBA TIMELESS DEVELOPERS met als adres Vlaamsekaai 5 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Bredabaan 771-779 te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 41 sectie B nrs. 0, 264X4, 264K5, 264K4, 264R3, 264L4 en 264Y3 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | slopen van bestaande bebouwing en bouwen van 21 appartementen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 13/11/2002: vergunning (2002780) voor het doorverbinden van drie panden (773-775-777), vergroten etalage (773-775) en plaatsen etalage in plaats van winkeldeur (771);
- 20/02/2002: vergunning (2001773) uitbreiden winkel.
Vergunde toestand
- panden van 3 bouwlagen in gesloten bebouwing, ingericht als handelspanden, kantoorruimtes, magazijnen en appartementen.
Huidige toestand
- panden van 3 bouwlagen in gesloten bebouwing, ingericht als handelspanden, kantoorruimtes, magazijnen en appartementen.
Gewenste toestand
- nieuwbouw na sloop van bestaande bebouwing;
- inrichting met 21 wooneenheden bestaande uit:
- aan de zijde van de Bredabaan 5 bouwlagen onder een plat dak;
- op de hoek van de Bredabaan en de Begonialei 4 bouwlagen onder een plat dak;
- aan de zijde van de Begonialei 4 bouwlagen onder een plat dak;
- ondergrondse parking met 8 parkeerplaatsen en bergruimtes;
- fietsenberging en afvalberging in de achtertuin
- 5 extra parkeerplaatsen in de vergroende voortuinstrook;
- voorgevels in beige en groene gevelsteen met buitenschrijnwerk in bronskleurig aluminium.
Inhoud van de aanvraag
- de bestaande bebouwing wordt gesloopt en 3 bomen in de achtertuin worden geveld;
- nieuwbouw van 4 en 5 bouwlagen onder plat dak plus een ondergrondse bouwlaag;
- inrichting van 21 woonentiteiten met een gemeenschappelijke achtertuin.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer | 14 april 2021 | 26 mei 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
AQUAFIN NV | 14 april 2021 | 11 mei 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen) | 14 april 2021 | 7 mei 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator | 14 april 2021 | 26 april 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
PROXIMUS | 14 april 2021 | 26 april 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 14 april 2021 | 19 april 2021 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 14 april 2021 | 14 april 2021 |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 14 april 2021 | 27 april 2021 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 14 april 2021 | 26 april 2021 |
Stadsontwikkeling/ Team Stadsbouwmeester/ Integrale Kwaliteitskamer | 14 april 2021 | Geen tijdig advies ontvangen |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
de scheidingsmuren van de fietsenberging en afvalberging hebben geen dikte van minimum 18 cm en steken geen 30 cm boven het dakvlak uit.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag wijkt af van artikel 6 en 10 van de bouwcode. Het volume met 4 en plaatselijk 5 bouwlagen is qua hoogte en qua diepte niet in harmonie met de kenmerken van de omgeving.
Langs de Bredabaan zijn 5 bouwlagen aanvaardbaar, gezien de overmaat van het openbaar domein. Dit vindt ook zijn uiting in het hogere schoolgebouw aan de overzijde van de straat.
De Begonialei is echter veel minder breed en kenmerkt zich vooral door woningen met 3 bouwlagen. Daarom is het wenslijk om hier op die hoogte aan te sluiten. Dit beperkt de impact op de straat en de aanpalende percelen.
Rekening houdend met boven vermelde punten is aan de zijde van de Bredabaan een volume met 5 bouwlagen mogelijk en aan de zijde van de Begonialei 3 bouwlagen. Mits een correcte afbouw ontstaat zo een duidelijke overgang tussen de Bredabaan en de Begonialei en is de verschaling van het project aanvaardbaar, wat nu niet het geval is.
Het hoofdvolume telt nu echter zowel aan de zijde van de Bredabaan als aan de zijde van de Begonialei 4 bouwlagen. Aan de zijde van de Bredabaan wordt in het midden van het ontwerp gedeeltelijk een 5de bouwlaag geplaatst. De plannen geven niet weer hoe de uitloopzone van de lift opgevangen wordt. Mogelijk heeft dit nog een bijkomende hoogte tot gevolg die nu niet op de plannen weergegeven is.
Zoals hoger aangehaald zijn de 4 bouwlagen in de Begonialei niet aanvaardbaar over de volledige gevelbreedte. Er moet een overgang naar drie bouwlagen gerealiseerd worden.
Door de centrale inplanting van de 5de bouwlaag op het gebouw langsheen de Bredabaan wordt deze als een solitair element in de gevelwand geconcipieerd en wordt geen aansluiting met de omgeving gezocht of mogelijk gemaakt. Er ontstaat in tegendeel een atypisch volume in de straatwand dat niet wenselijk is.
De schaal van het project in relatie met de omgeving is niet correct.
De voorgevel weerspiegelt de achterliggende functies. Er is echter geen duidelijke uitspraak over de architectuur van het ontwerp. In gevelbeeld leest het ontwerp als 2 verschillende gebouwen. Dit komt voornamelijk door verschil in kleur van het afwerkingsmateriaal.
Voor het linkse gedeelte wordt gekozen voor een plint in groen gevelmetselwerk. Echter stopt deze plint ergens halverwege de eerste verdieping. Waarna het gevelmetselwerk verder wordt uitgevoerd in lichtbeige. Een plint in een andere kleur – en dan nog in een groene gevelsteen – is niet kenmerkend in de omgeving. Het rechtse gedeelte wordt volledig uitgevoerd in beige gevelsteen.
Door het verschillende materiaalgebruik lijkt de gevel dus niet logisch opgebouwd. In het rechter gedeelte – in beige kleur – ontbreekt visueel massa (in de vorm van een post) naast de uitkragende balkons. In het rechter gedeelte – licht beige en groene kleur – komt deze massa (post) wel voor. Dit zelfde probleem doet zich ook voor op de hoek met de Begonialei, waardoor het volume niet lijkt te landen. De uitkragende terrassen versterken dit.
Een beter leesbare gevel is wenselijk.
Uit het bovenstaande moet geconcludeerd worden dat het ontwerp niet in harmonie is met de omgeving.
Functionele inpasbaarheid
De bestaande bebouwing wordt afgebroken en vervangen door een nieuwbouw. De nieuwbouw bestaat uit een meergezinswoning van 21 wooneenheden met één of twee slaapkamers. De nieuwe functie van meergezinswoning is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Bredabaan en Begonialei.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag voldoet aan artikel 27 van de bouwcode. Er wordt circa 304 m² open ruimte aangeboden op het perceel waarvan maar circa 90 m² wordt verhard.
De locatie van de fietsenberging en afvalberging kan evenwel in vraag worden gesteld. Mochten deze intern in het gebouw worden voorzien, zou een kwaliteitsvollere binnentuin kunnen worden ontwikkeld.
Visueel-vormelijke elementen
De gevels worden afgewerkt met gevelsteen (lichtbeige, tot beige en groen), bronskleurig aluminium buitenschrijnwerk en bronskleurig balustrade en poort. Deze materialen passen binnen de omgeving waarop de aanvraag betrekking heeft en zijn dus aanvaardbaar.
De fietsenberging wordt uitgewerkt als een luifel met een metalen draagstructuur en afgewerkt met een hout bruine dakrand. Dit materiaal is aanvaardbaar in een tuinomgeving.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag wijkt af van artikel 18 van de verordening toegankelijkheid. Niveauverschillen tot en met 18 cm moeten, zowel binnen als buiten, minstens met een helling overbrugd worden. Het is op de plannen niet duidelijk of er voor de inkomdeuren een helling wordt voorzien.
Dit aspect kan worden meegenomen naar een nieuwe omgevingsaanvraag.
De afwijking op artikel 24 van de bouwcode is stedenbouwkundig niet aanvaardbaar.
De keukens van de appartementen 0.1, 1.2, 2.2, 3.2 en 4.2 kunnen niet op een natuurlijke wijze geventileerd worden. Tevens bevinden ze zich zo diep in de woning dat ze onvoldoende lichtinval krijgen.
De afwijking op artikel 34 van de bouwcode is stedenbouwkundig niet aanvaardbaar.
De scheidingsmuren van de fietsenberging en afvalberging hebben geen dikte van minimum 18 cm en steken geen 30 cm boven het dakvlak uit.
De aanvraag is voor advies opgestuurd naar het Agentschap Wegen en Verkeer. Het agentschap adviseert voorwaardelijk gunstig met volgende beoordeling:
“… Om deze redenen adviseert het Agentschap Wegen en Verkeer gunstig onder volgende voorwaarden:
- De elektriciteitskast moet verplaatst worden om de uitgang ter hoogte van de Begonialei te kunnen voorzien. Deze verplaatsing van de elektriciteitskasten is volledig ten koste van de aanvrager.
- De ingang tot de site kan toegelaten worden via de Bredabaan. De uitgang kan enkel langs de Begonialei. Om dit de faciliteren wordt gevraagd om een slagboom te installeren op het eigen terrein die enkel kan openen bij het inrijden. De slagboom moet zo geplaatst worden dat er een wachtruimte op het eigen terrein kan ingericht worden. Het moet vermeden worden dat auto's op het fiets- en voetpad moeten wachten. Ook de nodige signalisatie moet op het eigen terrein voorzien worden. De toegangen moet dus zo ingericht worden dat er enkel gebruik van gemaakt kan worden volgens het rechts in rechts uit principe, met name rechts in op de Bredabaan, rechts uit in de Begonialei.
- De bovengrondse en ondergrondse constructies in de voortuinstrook worden ingericht voor de rooilijn. Teneinde de waardevermeerdering tegensprekelijk vast te stellen is het evenwel aangewezen om een notariële akte van afstand van meerwaarde te verlijden. Het Agentschap adviseert daarom voorwaardelijk gunstig. De aanvrager dient hiervoor contact op te nemen met het district. Het verlijden van de notariële akte dient als voorwaarde verbonden te worden aan de uitvoering van de stedenbouwkundige handeling.
Het gaat dan over:
- Er worden 21 appartementen voorzien met 1 of 2 slaapkamers. Op de site zelf worden slechts 13 parkeerplaatsen ingetekend. Ter hoogte van de Begonialei moeten 2 tot 3 parkeerplaatsen op het openbaar domein verdwijnen voor de aanleg van de uitgang. Hierdoor verhoogt de parkeerdruk op het openbaar domein. “
De voorwaarden – geformuleerd door het Agentschap – hebben een impact op het openbaar domein. Deze kunnen niet worden meegenomen naar de voorwaarden bij de omgevingsvergunning. Een aangepast ontwerp is noodzakelijk.
Het verplaatsen van een elektriciteitskast is afhankelijk van een andere adviesinstantie en kan dus niet worden meegenomen naar de voorwaarden. Hierdoor werd echter vastgesteld dat naast de elektriciteitskast ook nog straatelementen in de omgeving (zebrapaden, verlichtingspalen,…) niet op de plannen staan opgetekend. Dit heeft als gevolg dat mogelijke adviezen (waaronder brandweer in verband met de opstelruimte en draaicirkels) op verkeerde informatie zijn gebaseerd.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 13 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op het nieuw bouwen van 21 sociale wooneenheden.
Voor sociale woningen wordt een norm van 0,6ppl/wooneenheid gehanteerd. Dus 21 x 0,6 = 12,6 . De werkelijke parkeerbehoefte is 13.
|
De plannen voorzien in 13 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Er worden 13 parkeerplaatsen voorzien. In de ondergrondse parking worden er 8 voorzien en in de voortuinstrook nog eens 5 .
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 13.
Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 13 – 13 = 0 .
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 13 – 13 = 0 . Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Tevens wijkt de aanvraag af van artikel 30 van de bouwcode. Per 10 autostalplaatsen dient er telkens één elektriciteitsvoorziening voorzien te worden ten behoeve van elektrische oplaadpunten voor wagens. Er dient minstens 1 plaats te worden voorzien. Dit punt kan worden aangepast in een nieuwe aanvraag.
Ontsluiting/bereikbaarheid
De parking wordt ontsloten via de Bredabaan.
De inrit naar de parking is te smal om dubbelrichtingsverkeer toe te laten. Er moet gewerkt worden met een lichtensysteem dat voorrang geeft aan inkomend verkeer. Dit om aanschuivend verkeer op het voet en fietspad te vermijden.
Fietsvoorzieningen
Voor de 21 sociale appartementen moeten er 48 fietsstalplaatsen voorzien worden:
15 appartementen met 1 slaapkamer = 15 x 2 (1 slaapkamer + 1 extra) = 30
6 appartementen met 2 slaapkamers = 6 x 3 (2 slaapkamers + 1 extra) = 18
Er worden in de binnentuin 48 fietsstalplaatsen voorzien. Het is niet duidelijk of de fietsenberging afsluitbaar is.
Echter wijkt de aanvraag af van artikel 29 van de bouwcode. Vanaf 30 fietsstal- of fietsparkeerplaatsen dient er minimaal 1 elektrisch oplaadpunt aanwezig te zijn. Dit punt kan worden aangepast in een nieuwe aanvraag.
Woninggrootte
Wat planindeling betreft, wordt gevraagd om meer te streven naar openheid en maximalisatie van lichtinval. Plattegronden die een weerspiegeling vormen van de kloeke, genereuze verschijningsvorm aan de Bredabaan. De beperkte breedte in combinatie met de grote diepte, of éénzijdig gerichte appartementen, resulteert in een lagere woonkwaliteit van de centrale verblijfsruimtes. In een nieuwe aanvraag kan de leefbaarheid van de appartementen verhoogd worden door middel van een alternatieve configuratie van de appartementen.
Een verschil tussen typologieën is noodzakelijk. De impact van een appartementsgebouw is bijvoorbeeld heel anders dan dat van een rijhuis voor één gezin. De typologie en schaal kunnen overlast genereren door middel van concentraties. Voorbeelden van overlast hierbij zijn geluidsproductie, parkeerdruk, mobiliteitsgeneratie, dag- of nachtactiviteiten.
Om een mix op vlak van stedenbouwkundige, maatschappelijke en woonkwaliteitseisen te garanderen is het noodzakelijk de juiste verhoudingen te zoeken tussen verschillende woningtypes enerzijds en de juiste oppervlakteverhoudingen tussen de functies binnen deze woningen anderzijds. Om de kwaliteit van een appartementsblok te garanderen dient er een mix van verschillende slaapkamerappartementen te zijn. Dit kan ook een oplossing bieden aan de problematiek van de diepe, smalle of éénzijdige appartementen.
We moeten concluderen dat de aanvraag onvoldoende wooncomfort biedt omwille van belangrijke conceptuele tekortkomingen. De aanpassingen die nodig zijn om tegemoet te komen, wijzigen de bouwplannen op essentiële punten, waardoor de aanvraag moet worden geweigerd.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Standpunt college
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. Inzake de hoogte van het gebouw aan de zijde Begonialaan stelt het advies van de omgevingsambtenaar dat het wenselijk zou zijn om op de hoogte van aanpalend buurpand van drie bouwlagen aan te sluiten, aangezien de straat vooral gekenmerkt wordt door woningen met drie bouwlagen. Vier bouwlagen over de volledige gevelbreedte worden niet aanvaardbaar geacht.
Het college sluit zich niet aan bij dit advies. Het verschil in bouwhoogte tussen het aangevraagde en het rechter buurpand bedraagt ca. 1,50 meter. De vierde bouwlaag presenteert zich bijgevolg niet als volwaardige extra bouwlaag ten aanzien van het aanpalende pand. Bovendien betreft het een hoekgebouw, waarbij een vierde laag (al dan niet als daklaag uitgewerkt) in de nabije omgeving niet vreemd is. Bijgevolg oordeelt het college dat de vier bouwlagen en bijhorende bouwhoogte op hoe Bredabaan – Begonialaan zoals opgetekend op de plannen aanvaardbaar kan worden geacht.
De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt verder dat aan de zijde Bredabaan vijf bouwlagen mogelijk zijn, maar dat het huidige voorstel geen aansluiting zoekt met de omgeving of deze mogelijk maakt. Het college sluit zich hierbij aan. Een vijfde bouwlaag dient als een teruggetrokken daklaag uitgewerkt te worden, waarbij afstand wordt ingebouwd ten opzichte van de voorgevel en de achtergevel. De buitenruimtes van deze woongelegenheden kunnen als dakterrassen aan de voor- en/of achterzijde voorzien worden. Ook ten aanzien van het hoekgedeelte ter rechterzijde dient de vijfde laag substantieel teruggetrokken te worden. Ten aanzien van het linkerbuurpand op de Bredabaan dient de bouwlaag niet teruggetrokken te worden, zoals in huidig voorstel het geval is, maar dient aansluiting mogelijk te zijn. Om deze redenen wordt de vijfde bouwlaag - zoals opgetekend in voorliggend voorstel - uit deze vergunning uitgesloten.
Inzake de voorgevel zijde Bredabaan stelt de aanvrager het linker en rechter gedeelte een andere verschijningsvorm te willen geven, gelet op de interne planschikking waardoor beide delen afzonderlijk van elkaar functioneren. Door ook in het gevelbeeld te verschalen tot twee afzonderlijke gebouwen wenst men bijkomend in te spelen op de beukmaat van de omliggende bebouwing. Evenwel geeft de gemeentelijke omgevingsambtenaar aan dat op de scheiding van beide gedeelten het rechtste bouwdeel visueel ‘massiviteit’ mist om evenwichtig te zijn (in de vorm van een post links van de uitkragende balkons). Deze vaststelling is correct, zeker in het licht van de uitsluiting van de 5de verdieping. Het beige gevelmetselwerk van het rechtse gedeelte dient breder te worden uitgevoerd (ca. 25cm naar links), waardoor de scheiding tussen beide gedeelten beter benadrukt wordt, bij voorkeur met een kenmerkende arrière corps tussen beide. Dit wordt opgelegd in voorwaarde.
Het college sluit zich verder ook aan bij de opmerking van de gemeentelijke omgevingsambtenaar inzake het groene gevelmetselwerk van het linkse gedeelte. Dit groene gevelmetselwerk stopt halverwege de eerste verdieping en dus hoger dan de plint van het gebouw. De hogere gedeelten worden in lichtbeige gevelsteen voorzien. Dit is een ingreep bedoeld om de hoogte van de plint in verhouding te brengen tot de 5 bouwlagen, echter wordt de 5de bouwlaag uitgesloten en zal deze eventueel teruggetrokken worden voorzien. Daardoor is de ingreep niet kenmerkend meer. In voorwaarden wordt daarom opgelegd het gedeelte van de groene gevelsteen boven de dorpels van de ramen van het 1ste verdiep eveneens in lichtbeige gevelsteen uit te voeren en de deksteen voorzien op de dakrand van het 5de bouwlaag te voorzien op de 4de bouwlaag.
Verder wordt vastgesteld dat de aanvraag ter hoogte van de inkomdeuren zou afwijken van artikel 18 van de verordening toegankelijkheid, waarbij hoogteverschillen tot 18 cm overbrugd dienen te worden met een helling. Evenwel staat op geveltekening vermeld dat het niveauverschil maximaal 2 cm zou bedragen, hetgeen conform de verordening toegelaten is. Gelet op deze tegenstelling zal in voorwaarde worden opgenomen om zonder meer te voldoen aan artikel 18 van de verordening.
Het college acht de appartementen 0.1, 1.2, 2.2 en 3.2 wel in overeenstemming met artikel 24 van de bouwcode, gezien de keuken deel uitmaakt van de leefruimte die voorzien is van een voldoende grote raamopening.
De afwijking op artikel 34 van de bouwcode aangaande de scheidingsmuren is niet aanvaardbaar. In voorwaarde wordt opgelegd dat de scheidingsmuren van de fiets- en afvalberging aan dit voorschrift dienen te voldoen.
De aanvraag wijkt af van artikel 29 en artikel 30 van de bouwcode. Er dient minimaal één elektrisch laadpunt te worden voorzien vanaf 30 fietsstal- of fietsparkeerplaatsen en één oplaadpunt per 10 autostalplaatsen. Dit wordt in voorwaarde opgelegd.
Inzake ontsluiting van de site wordt opgemerkt dat o.m. de elektriciteitskast ter hoogte van de uitgang aan de Begonialei verplaatst dient te worden. Het Agentschap Wegen en Verkeer stelt in haar advies dat de kosten voor de aanpassing volledig ten laste vallen aan de aanvrager. Dit wordt in voorwaarden meegenomen, evenals om voor alle aanpassingen aan het openbaar domein contact op te nemen met de wegbeheerder.
De stad maakt gebruik van de beleidslijn inzake woninggrootte, woonmix en bescherming van eengezinswoningen voor de beoordeling van de goede ruimtelijke ordening en de woonkwaliteit. Deze beleidslijn voorziet evenwel in een uitzondering voor woningen en kamers waarvoor de vergunning door een erkende residentiële zorgvoorziening of erkende sociale huisvestingsmaatschappij wordt aangevraagd of door hun gevolmachtigde wordt aangevraagd. Voorliggende aanvraag valt onder deze uitzonderingsmaatregel. Voor deze woningen of kamers blijven uiteraard wel de erkennings- en/of subsidiëringsnormen en derhalve, indien van toepassing, ook de minimale oppervlakte-eisen per specifieke categorie gelden.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 17 maart 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 14 april 2021 |
Start openbaar onderzoek | 23 april 2021 |
Einde openbaar onderzoek | 22 mei 2021 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 28 juli 2021 |
Verslag GOA | 6 juli 2021 |
naam GOA | Gerd Cryns |
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
2. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
3. de voorwaarden uit het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer strikt na te leven, meer bepaald:
1. De elektriciteitskast moet verplaatst worden om de uitgang ter hoogte van de Begonialei te kunnen voorzien. Deze verplaatsing van de elektriciteitskasten is volledig ten koste van de aanvrager.
2. De ingang tot de site kan toegelaten worden via de Bredabaan. De uitgang kan enkel langs de Begonialei. Om dit de faciliteren wordt gevraagd om een slagboom te installeren op het eigen terrein die enkel kan openen bij het inrijden. De slagboom moet zo geplaatst worden dat er een wachtruimte op het eigen terrein kan ingericht worden. Het moet vermeden worden dat auto's op het fiets- en voetpad moeten wachten. Ook de nodige signalisatie moet op het eigen terrein voorzien worden. De toegangen moet dus zo ingericht worden dat er enkel gebruik van gemaakt kan worden volgens het rechts in rechts uit principe, met name rechts in op de Bredabaan, rechts uit in de Begonialei.
3. De bovengrondse en ondergrondse constructies in de voortuinstrook worden ingericht voor de rooilijn. Teneinde de waardevermeerdering tegensprekelijk vast te stellen is het evenwel aangewezen om een notariële akte van afstand van meerwaarde te verlijden. Het Agentschap adviseert daarom voorwaardelijk gunstig. De aanvrager dient hiervoor contact op te nemen met het district. Het verlijden van de notariële akte is als voorwaarde verbonden aan de uitvoering van de stedenbouwkundige handeling. Het gaat dan over:
1. 5 parkeerplaatsen
2. 3 valse acacia's
3. een opstelstrook voor de brandweer
4. een haagafsluiting
5. een slagboom
6. verharding
4. Contact op te nemen met de wegbeheerder voor aanpassingen aan het openbaar domein en het verplaatsen van straatmeubilair in het kader van de ontsluiting van de site.
5. Het beige metselwerk van het rechtse gedeelte ter hoogte van de uitkragende balkons op de scheiding tussen de twee gebouwgedeelten, breder uit te voeren (minimaal ca. 25 centimeter naar links), waardoor een duidelijkere scheiding in het gevelbeeld tussen beide gebouwdelen ontstaat.
6. Het groene gevelmetselwerk van het linker gebouwgedeelte boven de dorpels van de ramen van het 1ste verdiep uit te voeren in dezelfde lichtbeige gevelsteen, die voorzien is voor de hoger gelegen verdiepingen van dit gebouwgedeelte, en de deksteen voorzien op de dakrand van het 5de bouwlaag te voorzien op de 4de bouwlaag.
7. Te voldoen aan artikel 18 van de verordening toegankelijkheid.
8. De scheidingsmuren van de fietsenberging en afvalberging moeten voldoen aan artikel 34 van de bouwcode.
9. Te voldoen aan artikel 29 van de bouwcode, door minimaal één elektrisch laadpunt te voorzien voor fietsen.
10. Te voldoen aan artikel 30 van de bouwcode, door minstens één elektrisch laadpunt te voorzien voor wagens.
Uitsluitingen
1. De vijfde bouwlaag wordt uitgesloten van vergunning.
Lastvoorwaarden
1. De aanpassingen aan het openbaar domein zullen worden uitgevoerd via het retributiereglement “herstellingen openbare ruimte na werkzaamheden (vanaf 1/1/2018)” en uitgevoerd onder begeleiding en toezicht van de stad. Alle noodzakelijke aanpassingen aan het openbaar domein zoals opgelegd in de voorwaarden en als gevolg van deze voorwaarden (boven- en ondergronds), zijn integraal ten laste van de aanvrager.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.