Terug
Gepubliceerd op 26/07/2021

2021_CBS_05981 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2021014396. Boombekelaan zonder nummer (zn). District Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 23/07/2021 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Afwezig

Claude Marinower, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Serge Muyters, korpschef; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Secretaris

Anne Baré, waarnemend algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_05981 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2021014396. Boombekelaan zonder nummer (zn). District Hoboken - Goedkeuring 2021_CBS_05981 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2021014396. Boombekelaan zonder nummer (zn). District Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2021014396

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Elisabeth Mercelis met als contactadres Paradeplein 25 te 2018 Antwerpen en Stad Antwerpen met als contactadres Grote Markt 1 te 2000 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

Stad Antwerpen (0207500123) met als contactadres Grote Markt 1 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Boombekelaan ZN te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Kadastrale gegevens:

afdeling 37 sectie C nr. 3/2 D

Inrichtingsnummer:

20200908-0062 (Boombekelaan ZN)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

het exploiteren van een op- en overslagplaats voor veegvuil

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-     14/04/2016: milieuvergunning (302004) voor een verandering door wijziging en uitbreiding van een opslagplaats voor kolkenslib;

-     29/09/2006: aktename (287113) voor een transformator;

-     29/11/2001: milieuvergunning (283660) voor een opslagplaats kolkenslib.

 

Huidige toestand 

-     slibdroogveld met bijhorende installatie op het einde van de Boombekelaan.

 

Gewenste toestand

-     waterzuiveringsinstallatie bestaande uit 3 containers tussen en naast de bestaande constructies en de weg.

 

 Inhoud van de aanvraag 

-     oprichten van een opslagplaats voor kolkenslib: hernieuwing na verandering door wijziging en uitbreiding.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

 

Op 29 november 2001 verleende de deputatie een vergunning voor het ontwateren van kolkenslib en het lozen van bedrijfsafvalwater (kenmerk MLAV1/01-295). Op 14 april 2016 werd in de vergunning de lozingssituatie aangepast (MLAV1/15-320). De vergunning eindigt op 29 november 2021.

 

Inhoud van de aanvraag

 

De exploitant vraagt een vergunning voor het verder gebruiken en aanpassen van een bestaande overslagplaats voor kolkenslib.

 

Aangevraagde rubrieken 

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

2.2.5.a)3°

opslag en fysisch-chemische behandeling van niet gevaarlijke slibs van meer dan 25 ton;

52 ton

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur.

5,81 m³/uur

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

1.

Bij te stellen voorwaarde:

artikel 5.2.1.5.§ 2 handelt over de toegankelijkheid van, toegangswegen naar en omheiningen rond de inrichting.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Er dient geen omheining te worden voorzien.

2.

Bij te stellen voorwaarde:

artikel 5.2.1.5.§ 5 legt de aanleg van een groenscherm van vijf meter rondom de inrichting op.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Er dient geen groenscherm te worden voorzien.

3.

Bij te stellen voorwaarde:

artikel 5.2.1.2. §2 legt de installatie van een geijkte weegbrug met automatische registratie op.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Er dient geen weegbrug te worden voorzien.

4.

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 4.2.5.1.1.§1. legt in functie van de controle op de kwaliteit en kwantiteit van het geloosde afvalwater het gebruik van een meetgoot (conform bijlage 4.2.5.1) op.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

De controle-inrichting kan bestaan uit een goed bereikbare controleput waar het geloosde bedrijfsafvalwater kan worden gecontroleerd.

 

Argumentatie

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

24 juni 2021

30 juni 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Bufferzone Hoboken, goedgekeurd op 13 maart 2014. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 7: zone voor groen - waterbuffering (gr4).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop. (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen).Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor ambachtelijke bedrijven of gebieden voor kleine en middelgrote ondernemingen. Deze gebieden zijn mede bestemd voor kleine opslagplaatsen van goederen, gebruikte voertuigen en schroot, met uitzondering van afvalproducten van schadelijke aard. (Artikel 8 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-     Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-     Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-     Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-     Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

 

-     MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-     Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project ligt in een mogelijk overstromingsgevoelig gebied maar heeft een beperkte oppervlakte, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-     Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)


De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-     Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

 

-     BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

De vergunningsaanvraag betreft de aanvraag voor de aanleg van een waterzuiveringsinstallatie aan de Boombekelaan. De aanvraag is functioneel inpasbaar in de omgeving.

 

Schaal en ruimtegebruik

 

De nieuwe waterzuiveringsinstallatie bestaat uit drie containers die worden geplaatst tussen de bestaande constructie en de weg. Deze activiteiten en vormgeving zijn in overeenstemming met de voorschriften van het RUP Buffergebied.

 

Het dossier werd bijkomend gunstig geadviseerd vanuit de stedelijke dienst Groen en Begraafplaatsen.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De stad Antwerpen gebruikt de onbemande projectlocatie nu voor het ontwateren en het overslaan van veegvuil en het reinigen van de veegwagens. De hervergunning wordt gevraagd voor:

-     de opslag en het natuurlijk ontwateren van niet gevaarlijk slib – 52 ton;

-     het lozen van bedrijfsafvalwater via een waterzuiveringsinstallatie – 5,81 m³/uur.

 

Opgemerkt wordt dat in de beschrijvende nota van de architect sprake is van een ‘tijdelijke omgevingsvergunning voor het slibdroogveld’, terwijl in de projectinformatie een vergunning voor onbepaalde duur gevraagd wordt.

 

De inrichting wordt gebruikt voor de overslag en het ontwateren van veegvuil afkomstig van de veegwagens die ingezet worden om het openbaar domein te reinigen. Het veegvuil heeft een zeer heterogene samenstelling: papier, plastic, organisch materiaal, zand, verpakkingsafval en dergelijke. De inrichting bestaat uit een verharde stortzone (circa 140 m²), deels voorzien van een keermuur, en een bezinkingskuip met een tussenschot (107 m²). Het veegvuil wordt zoveel mogelijk achteraan in de zuidelijke hoek van de stortzone gelost; er wordt geen veegvuil rechtstreeks in de bezinkingskuip zelf gestort. Dagelijks wordt het afval met behulp van een wiellader en manuele arbeid bijeen geduwd en zo veel mogelijk verzameld tegen de keermuur in de hoek weg van de bezinkingskuip. Om te vermijden dat het veegvuil in de kuip terecht komt, wordt deze afgezet door middel van betonelementen. Afstromend water kan nog via verticale roosters tussen de betonblokken in de kuip lopen. Het afvalwater stroomt gravitair over de stortvloer naar de kuip.

 

Afval dat toch in het bezinkingsbekken terecht komt wordt om de twee weken met een kraanwagen verwijderd en bij het veegvuil gestort. De betonblokken en roosters worden dan ook gereinigd met een HD-reiniger. Het ontwaterde veegvuil wordt opgehaald door een erkende transporteur die het afvoert naar de erkende verwerker Suez Remediation nv.
Het dossier vermeldt niet uitdrukkelijk met welke frequentie het veegvuil opgehaald wordt. Uit het overzicht van de verwerker van januari 2020 lijkt er ongeveer tweemaal per week afval aangevoerd te zijn. Zeker in droog of winderig weer bestaat het risico dat het veegvuil zich verspreidt op het terrein en in het nabijgelegen wateropvangbekken. Dit risico verhoogt naarmate het opgeslagen volume groter en de vuilhopen hoger worden. De exploitant moet alle maatregelen nemen om het ontstaan van zwerfafval in de omgeving van de projectlocatie te vermijden.

 

De slibbak wordt volgens de aanvrager zelden helemaal leeggemaakt. Wanneer dit sporadisch of voor onderhoud toch nodig zou zijn, wordt het slib afgevoerd naar een erkende verwerker.
De veegwagens worden na het storten gereinigd om mechanische en hygiënische redenen. Het uitspuiten van de wagens gebeurt vooraan de stortzone met een HD-reiniger. Het reinigingswater loopt eveneens in het bezinkingsbekken.

 

Momenteel wordt het uit het bezinkingsbekken stromende water onbehandeld geloosd in de Schelde. Uit controlemetingen blijkt dat de lozingsvoorwaarden niet gerespecteerd (kunnen) worden.
De exploitant investeert in een waterzuiveringsinstallatie (WZI) voor de behandeling van het afvalwater. De mobiele waterzuiveringsinstallatie wordt ondergebracht in drie containers en zal zich situeren tussen de uitstroomvoorziening van de bezinkingskuip en de meetput. De waterzuivering zal een hydraulische capaciteit hebben van 30 m³/dag. Bij het ontwerp van de membraanbioreactor (MBR) werd rekening gehouden met het behandelen van afvalwater met een hoge organische belasting.

 

Een pomp brengt het afvalwater uit het bezinkingsbekken naar de bioreactor, uitgerust met 20 m³ aerobe actiefslib voor de afbraak van de vuilvracht. Een afvoerpomp zal het water over een ultrafiltratie membraanmodule leiden naar de CIP tank (Cleaning In Place). De module bestaat uit verschillende platen met een membraanoppervlakte van 160 m², opgesteld in een RVS frame. De membraanunit bevindt zich in een afzonderlijke tank in de container. Een drukverschil (onderdruk aan de permeaatzijde via een dompelpomp) genereert een waterstroom door het membraan, waarbij de fijne poriëndiameter het slib zal tegenhouden. De membranen zouden in staat zijn om te gaan met het zwaar belaste water zonder snel te vervuilen. Als bijkomende bescherming worden de membranen onderin belucht. Hiervoor is een compressor voorzien. Het membraan wordt periodiek teruggespoeld om het uitgefilterde vuil te verwijderen. Hiervoor wordt gezuiverd afvalwater gebruikt. Tot vier maal per jaar dient een chemische reiniging te worden uitgevoerd met een chlooroplossing of een zwak zuur. Hiervoor is een CIP installatie voorzien. Het filtraat wordt voor de lozing nog behandeld in een actiefkoolfilter voor de verwijdering van de ‘recalcitrante COD’ (persistente COD). Het effluent van de waterzuivering wordt geloosd in het naastgelegen pompstation dat het water verpompt naar de Schelde. Het effluent van de waterzuivering zal voldoen aan de algemene lozingsvoorwaarden voor oppervlaktewater. Er worden geen bijzondere lozingsvoorwaarden gevraagd.
Indien bij het terugspoelen of het chemisch reinigen van de membraanfilters periodiek een vervuilde afvalwaterstroom ontstaat (concentraat), dient deze opgevangen en afgevoerd te worden. Het concentraat mag niet geloosd worden in het oppervlaktewater. Ook overtollig slib uit de MBR zal afzonderlijk afgevoerd moeten worden. De locatie van het overslagstation voor veegvuil is niet bemand. De goede werking van de zuiveringsinstallatie dient dus ook van op afstand gemonitord te kunnen worden, zodat snel ingegrepen kan worden.
De exploitant geeft aan dat de werking van de WZI gecontroleerd zal worden in week 2, 3, 4, 6, 8, 10 en 12. Hierover werden al afspraken gemaakt met de VMM. De controle wordt uitgevoerd op biologisch en chemisch zuurstofverbruik, zwevende stoffen en nikkel. Het lijkt nuttig ten minste op drie van de voorgestelde controlemomenten een uitgebreider analysepakket te onderzoeken, zodat meer zekerheid bestaat over het naleven van alle lozingsnormen.
In het onderdeel ‘materialen en processen’ wordt aangegeven dat er geen elektriciteitsaansluiting aanwezig is. Nochtans zal de waterzuiveringsinstallatie over de nodige stroom moeten voorzien. Het is onduidelijk waar de stroom vandaan komt. Uit de foto’s bij het dossier lijkt in elk geval elektrische verlichting aanwezig. Het is in elk geval niet aangewezen de stroom via een klassieke generator te produceren. Stroom nodig voor de werking van de installatie moet worden afgenomen van het elektriciteitsnet.

 

Debiet

 

Voor de berekening van het debiet wordt rekening gehouden met de veegmachines (aantal, type, aandeel water in vracht, reinigingswater), slibcontainer (aantal, aandeel water in slib) en potentieel verontreinigd hemelwater (oppervlakte, uur-, dag- en jaardebieten, hevige neerslagbuien). Volgende maximale lozingsdebieten worden verwacht, op basis van de theoretische berekening:

 

 

uur

dag

jaar

veegmachines

1,50 m³

20,17 m³

1.234,90 m³

slibcontainer

0,40 m³

0,40 m³

80 m³

hemelwater

3,91 m³

10,03 m³

209,05 m³

Totaal

5,81 m³/uur

30,6 m³/dag

1.523,95 m³/jaar

 

Bijstellingen milieuvoorwaarden

 

Voor debieten vanaf 2 m³/uur legt artikel 4.2.5.1.1.§1 van Vlarem II de installatie van een meetgoot op. De exploitant argumenteert dat het debiet van meer dan 2 m³/uur slechts sporadisch zal voorkomen, met name bij zeer hevige neerslagbuien. Een controleput is aanwezig waar een representatief waterstaal genomen kan worden. De afwijking wordt gunstig geadviseerd. De MBR is bovendien uitgerust met een debietmeter met datalogger die als alternatief voor de debietmeting kan aanzien worden.

 

Artikel 5.2.1.5.§2 legt op dat de inrichting ontoegankelijk moet zijn voor onbevoegden. Tenzij anders bepaald in de omgevingsvergunning wordt de inrichting omheind met een stevige en voldoende ongeveer twee met hoge afsluiting. De exploitant argumenteert dat er een voldoende brede groenbuffer aanwezig is aan de zijde van het slibdroogveld, bestaande uit bomen en dicht struikgewas. Hierdoor is de site ontoegankelijk voor derden en heeft een afsluiting op het perceel geen meerwaarde.
Het groenscherm aan de westelijke perceelsgrens en het hoogteverschil maakt het terrein inderdaad moeilijk toegankelijk. Dat neemt niet weg dat de directe toegangsweg naar het terrein enkel afgesloten is met een bareel, waar niet alleen onder- of overgekropen, maar ook naast gewandeld kan worden. De vrije toegang verhoogt het risico op sluikstorten op de locatie, waar door haar ligging geen (sociale) controle is. Bovendien stellen zich vragen naar veiligheid wanneer kinderen zich op het terrein zouden begeven. Het is aan te raden te voorzien in een voldoende afsluitbare poort en hekwerk zodat de onbemande site niet toegankelijk is voor onbevoegden.

 

Artikel 5.2.1.2.§5 legt langsheen de randen van de inrichting een groenscherm op van minstens 5 meter breedte. Er wordt gunstig advies gegeven af te wijken van de verplichting een groenscherm aan te leggen op eigen terrein. Een groenbuffer is aanwezig op het talud naar de Boombekelaan, waardoor de inrichting van het zicht onttrokken is vanop de openbare weg. De projectlocatie is gelegen in een doodlopende straat in industriegebied, met weinig passage.

 

Artikel 5.2.1.2.§2 legt de installatie en gebruik van een geijkte weegbrug met automatische registratie op. De exploitant argumenteert dat de gegevens van het gestorte materiaal centraal worden bijgehouden in een Excel-file. Het is onduidelijk welke gegevens (kunnen) worden bijgehouden in de Excel-file. Normaal worden de uitgaande vrachten gewogen bij de erkende verwerker. De afvalstoffen ontstaan in feite als gevolg van de uitoefening van de normale activiteiten van de exploitant, aangezien het proper houden van straten en pleinen één van haar taken is. Er wordt gunstig advies gegeven.

 

Advies van het college

 

Wanneer de algemene, sectorale voorwaarden en voorgestelde bijzondere voorwaarden worden nageleefd, zijn er geen significante risico’s voor mens en milieu. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen.


Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

2.2.5.a)3°

opslag en fysisch-chemische behandeling van niet gevaarlijke slibs van meer dan 25 ton;

52 ton

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur.

5,81 m³/uur


Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

 

1.

De exploitant moet alle maatregelen nemen om het ontstaan van zwerfafval in de omgeving van de projectlocatie te vermijden.

2.

Tenminste bij drie van de voorziene controlemetingen op het effluent van de nieuwe waterzuivering wordt een uitgebreide analyse gedaan ter controle van de performantie van de WZI.

3.

De gevraagde vrijstelling met betrekking tot installatie van een meetgoot, hekwerk, groenscherm en weegbrug kan opgenomen worden in de vergunning.

4.

Vervuilde afvalwaterstromen afkomstig van het periodiek en chemisch reinigen van de membraanfilters mogen niet geloosd worden.

5.

De exploitant zorgt voor een adequate afsluiting van het terrein zodat de vrije toegang tot het terrein onmogelijk wordt gemaakt.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

 

Start openbaar onderzoek

11 juni 2021

Einde openbaar onderzoek

10 juli 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

23 juli 2021 

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

11 juni 2021

10 juli 2021

0

0

0

0

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden:


Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

 

1.

De exploitant moet alle maatregelen nemen om het ontstaan van zwerfafval in de omgeving van de projectlocatie te vermijden.

2.

Tenminste bij drie van de voorziene controlemetingen op het effluent van de nieuwe waterzuivering wordt een uitgebreide analyse gedaan ter controle van de performantie van de WZI.

3.

De gevraagde vrijstelling met betrekking tot installatie van een meetgoot, hekwerk, groenscherm en weegbrug kan opgenomen worden in de vergunning.

4.

Vervuilde afvalwaterstromen afkomstig van het periodiek en chemisch reinigen van de membraanfilters mogen niet geloosd worden.

5.

De exploitant zorgt voor een adequate afsluiting van het terrein zodat de vrije toegang tot het terrein onmogelijk wordt gemaakt.


Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

2.2.5.a)3°

opslag en fysisch-chemische behandeling van niet gevaarlijke slibs van meer dan 25 ton;

52 ton

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur.

5,81 m³/uur


Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

DienstTaak
SW/Vergunningenhet advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.