Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021018968 |
Gegevens van de aanvrager: | BVBA Auto - Motor Company Service met als adres Laaglandlaan 78 te 2170 Antwerpen |
Ligging van het project: | Laaglandlaan 78 - 80 en Maantjessteenweg 10 - 16 te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 40 sectie C nrs. 0, 133N2, 134K3, 136X2, 136H3, 136K3 en 142D15 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | slopen van enkele garageboxen, verbouwen van een bestaande Citroëngarage, verbouwen en omvormen van een voormalige tegelhandel naar showroom voor de Citroëngarage en regulariseren van enkele werken |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 21/01/2021: proces-verbaal (11002_2021_13517_VPV) voor het doorbreken van een stakingsbevel;
- 18/12/2020: proces-verbaal (11002_2020_13424_VPV) voor het uitvoeren van werken zonder voorafgaandelijke schriftelijke omgevingsvergunning;
- 22/08/2014: vergunning (20141411) voor het verbouwen van de inkom van een garage;
- 30/09/2005: vergunning (3170#218) voor het uitbreiden van een werkplaats en herinrichten van een toonzaal;
- 07/10/1993: vergunning (1974#8847) voor het bijbouwen van een tweede verdieping;
- 19/05/1993: vergunning (1974#8137) voor het saneren van een opslagruimte;
- 03/05/1955: toelating (103#5024) voor het bouwen van een woning met magazijn en garage;
- 09/02/1953: toelating (103#4167) voor het bouwen van een bergplaats.
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- Laaglandlaan 78 – 80:
- Maantjessteenweg 10 – 16:
Huidige toestand
- Laaglandlaan 78 – 80:
- Maantjessteenweg 10 – 16:
Gewenste toestand
- Laaglandlaan 78 – 80:
- verbinding maken tussen gedeelte Laaglandlaan en gedeelte Maantjessteenweg
- Maantjessteenweg 10 – 16:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van 6 garageboxen;
- intern verbouwen van een bestaande Citroëngarage;
- verplaatsen inkom naar garage-erf;
- verbouwen en omvormen van een voormalige tegelhandel naar toonzaal en stockageruimte voor de Citroëngarage;
- wijzigen van enkele zijgevels;
- regulariseren van het wijzigen van de voorgevels van de voormalige tegelhandel;
- regulariseren van het dichtmaken van de koer;
- regulariseren van het wijzigen en ophogen van een deel van het dak van de voormalige tegelhandel;
- regulariseren van het ophogen van een scheidingsmuur;
- plaatsen van reclame.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 4 maart 2021 | 6 april 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie | 4 maart 2021 | 18 maart 2021 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 4 maart 2021 | 22 maart 2021 |
stadsontwikkeling/ ruimtelijke planning (inzake SOK) | 4 maart 2021 | 9 april 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Er verdwijnen 6 parkeerplaatsen die niet opnieuw worden voorzien;
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag voldoet niet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid. De aanvraag richt zich noch naar de bestaande elementen van de straatwand of de omliggende gebouwen, noch naar de beleidsmatig gewenste ontwikkelingen. De schaal van de aanvraag is totaal anders.
De aanvraag ligt diep in een dens bebouwd bouwblok. De omliggende bebouwing bestaat voornamelijk uit meergezinswoningen en eengezinswoningen. De gebouwen van de aanvraag kunnen worden opgedeeld in twee delen. Aan de ene zijde ligt de bestaande garage aan de Laaglandlaan, aan de andere zijde de nieuwe opslagruimte en showroom aan de Maantjessteenweg. Tussen deze twee delen ligt een garage-erf en verschillende tuinen.
De aanvraag omvat ook interne verschuivingen van ruimten. Zo wordt de dienst naverkoop met receptie voorzien aan de zijde van het garage-erf. Hiervoor worden 4 garageboxen afgebroken en een nieuwe inkomzone gecreëerd op het garage-erf. Gezien de naastliggende poort voor wagens, wordt hier de nieuwe hoofdingang van het bedrijf gecreëerd.
Op deze wijze wordt de toegang tot de garage verplaatst van de Laaglandlaan naar het garage-erf in het binnengebied. In de aanvraag is het niet duidelijk of er parkeerplaatsen worden voorzien ter ondersteuning van de nieuwe inkom.
Het garage-erf veroorzaakt al enige zicht- en geluidshinder naar de omgeving door het komen en gaan van wagens. Maar door het verplaatsen van de inkom ontstaat er bijkomend hinder in het binnengebied.
Waar voordien enkel een garage-erf was, ontstaat nu semi-publieke ruimte, met het komen en gaan van extra personen en voertuigen. Dit veroorzaakt bijkomend zicht- en geluidshinder naar de woningen in de omgeving. Dit is stedenbouwkundig niet wenselijk.
Tevens worden er nog 2 bijkomende garageboxen gesloopt om een doorgang te creëren naar het nieuwe magazijn en showroom aan de zijde Maantjessteenweg. Om deze doorgang te voorzien wordt de tuin van Laaglandlaan 88 in 2 delen verdeeld. De doorgang wordt afgesloten met een draadafsluiting van circa 1,8 m hoog. Het voorzien van deze doorgang heeft verschillende gevolgen.
Zo is het achterste gedeelte langs geen enkele zijde meer bereikbaar en ontstaat er een stuk restgroen waar niets mee gebeurd. Het tweede gevolg is dat er een beweging met voertuigen ontstaat tussen de 2 delen van het bedrijf, van en naar Laaglandlaan en Maantjessteenweg. Deze bijkomende beweging veroorzaakt opnieuw bijkomende zicht- en geluidshinder.
Tevens doet de aanvraag geen duidelijke uitspraak over de werking op het garage-erf. Waar voordien enkel bewoners met hun wagen of fietsen kwamen, komt nu bijkomend het cliënteel met hun wagens. Er ontstaat een conflict tussen de gebruikers van het garage-erf en het cliënteel van het bedrijf. De handelingen op het garage-erf worden verhoogd terwijl de toegang – circa 3,1 m breed – behouden blijft. Dit staat niet in verhouding.
Hieruit kunnen we concluderen dat door het wijzigen van de inkom en het dubbelgebruik van het garage-erf de druk op het perceel, het bouwblok en de wijk onaanvaardbaar stijgen waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat een uitbreiding van een bestaande autoshowroom en werkplaats. De uitbreiding zal bestaan uit de integratie van een bestaande winkel die stopgezet werd.
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende functies in de Laaglandlaan en Maantjessteenweg.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De afwijking op artikel 27 van de bouwcode is stedenbouwkundig niet aanvaardbaar.
Achteraan op het perceel (zijde Maantjessteenweg) werd de koer dichtgebouwd. Er is geen 20% open ruimte meer aanwezig. Tevens is de voortuin bijna volledig verhard met klinkers.
Enkel de strikt noodzakelijke toegangen tot het gebouw mogen worden verhard. In dit geval een pad van 1,5 m breed naar de voordeur van de showroom. Het overige gedeelte moet groen worden aangelegd.
Door het afbreken van de garageboxen wordt er deels onthard. Echter worden de vloerplaten behouden en wordt er geen groenaanleg of beplanting voorzien. Gezien dit quasi verharde binnengebied, is dit toch wenselijk.
Een mogelijke oplossing is om dit aan te passen in een nieuwe aanvraag.
Visueel-vormelijke elementen
De afwijking op artikel 11 van de bouwcode is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
De bestaande afwerking van grijze natuursteen van de voorgevels aan de Maantjessteenweg wordt vervangen door grijze sandwichpanelen in aluminium. De gevelmaterialen zijn afwijkend van deze in de omgeving maar zijn aanvaardbaar omwille van de eenvormigheid met de gevel in de Laaglandlaan.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag wijkt af op artikel 18 van de verordening toegankelijkheid. De inkomdeuren van de receptie naverkoop (zijde Laaglandlaan) en de showroom ( zijde Maantjessteenweg) hebben een niveauverschil hoger dan 2 cm.
Een mogelijke oplossing is om dit aan te passen in een nieuwe aanvraag.
De afwijking op artikel 24 van de bouwcode is stedenbouwkundig niet aanvaardbaar.
De wachtruimte voor naverkoop (zijde Laaglandlaan), het verkoopskantoor en de keuken (zijde Maantjessteenweg) hebben geen rechtstreekse toegang tot licht en lucht.
Licht en lucht worden gezien als basiskwaliteiten voor elke ruimte waar mensen langer verblijven. Voldoende daglichttoetreding, gecombineerd met uitzicht en voldoende ventilatie van de ruimte met verse lucht zijn basisvoorwaarden voor de gezondheid van de gebruikers en voor een minimum verblijfskwaliteit van elke ruimte.
Bij de lichttoetreding is niet alleen daglichttoetreding belangrijk, maar ook het zicht. Louter dakkoepels voorzien is derhalve niet toegelaten. Voor de belevingswaarde van elke verblijfsruimte, moet een daglichtopening doorzichtig zijn, zodat er effectief naar buiten kan gekeken worden.
Een mogelijke oplossing is om dit aan te passen in een nieuwe aanvraag.
De afwijking op artikel 26 van de bouwcode is stedenbouwkundig niet aanvaardbaar.
Vanuit het oogpunt van comfort en hygiëne voor bewoners en gebruikers van een gebouw waar meerdere gezinnen en/of functies samen gebruik van maken, is het belangrijk dat men over een eigen, afgescheiden en voldoende verluchte afvalberging beschikt. Dit vergemakkelijkt bovendien de huisvuilophaling en voorkomt grote opstapelingen van vuilniszakken op het openbaar domein. De afvalberging moet voldoende groot en kwalitatief zijn.
Een mogelijke oplossing is om dit aan te passen in een nieuwe aanvraag.
De afwijking op artikel 38 van de bouwcode is stedenbouwkundig niet aanvaardbaar.
Volgens de begeleidende nota van de architect was het bestaande platte dak aan de zijde Maantjessteenweg in slechte staat. Dit dak werd vervangen. Tevens werd de bestaande dicht gebouwd en een nieuw plat dak – met een oppervlakte groter dan 20 m² – geplaatst maar niet aangelegd als groendak.
Zowel vanuit duurzaamheid als vanuit beeldkwaliteit heeft een groendak een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van een gewoon dak. Ze zorgen voor een kleinere hoeveelheid afgevoerd regenwater en beperken gelijktijdig het piekdebiet bij stortbuien. Ook verminderen ze het “urban heat island” effect en werken ze als (extra) dakisolatie. Door hun groene karakter zijn ze aangenamer om op te kijken en verhogen ze de biodiversiteit
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 6 parkeerplaatsen.
De bestaande Citroëngarage wordt verbouwd en anders ingedeeld. Er komt een uitbreiding van de showroom door het voormalige tegelbedrijf te verbouwen.
Het tegelbedrijf was al vergund als showroom en magazijn dus er is geen functiewijziging of uitbreiding.
Er verdwijnen door de verbouwing 6 garageboxen op het naastgelegen terrein zodat de toegang van de receptie langs hier kan gebeuren en er ook een verbinding kan gemaakt worden tussen de 2 showrooms. Deze worden bijgeteld bij de parkeerbehoefte. Bestaande parkeerplaatsen moeten maximaal behouden worden.
De werkelijke parkeerbehoefte is 6.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Er zijn voor deze aanvraag geen parkeerplaatsen voorzien.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0 .
Het plan voorziet niet in (minstens) het aantal te realiseren plaatsen. Er dient gezocht naar een oplossing op eigen terrein.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 6 – 0 = 6 .
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 6 – 0 = 6 . Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Fietsvoorzieningen
Omdat het niet gaat om een uitbreiding of functiewijziging moeten er geen fietsstalplaatsen voorzien worden.
Laden en lossen
Het is niet duidelijk hoe het laden en lossen zal verlopen. Dit moet zoveel mogelijk op eigen terrein kunnen gebeuren. Echter is dit niet duidelijk op het inplantingsplan aangegeven hoe dit verloopt.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Lasten
Artikel 75 van het Omgevingsvergunningendecreet bepaalt dat de vergunningverlener lasten bij vergunningen kan opleggen.
De last kan de vorm aannemen van een louter financiële last of een realisatie in natura door de ontwikkelaar. In elk geval kan ingespeeld worden op maatschappelijke noden en behoeften op buurt- en wijkniveau. Het is aan de vergunningverlenende overheid om te bepalen of een louter financiële last aan de ontwikkelaar wordt opgelegd of een realisatie in natura door de ontwikkelaar wordt geëist. De inkomsten voor de stad van lasten moeten vanuit de regelgeving een expliciete bestemming krijgen met een link in de nabijheid van het project. Bij beslissing van de lasten moet dit meteen vastgelegd worden. Het kaderbesluit van 9 maart 2018 (jaarnummer 2203) legde de principes voor de lasten vast.
De voorliggende aanvraag valt onder het toepassingsgebied van het kaderbesluit ‘Stedenbouwkundige lasten’ goedgekeurd door het college op 9 maart 2018 (jaarnummer 2203).
Het college besliste op 9 april 2021 (Jaarnummer 2981) dat er voor het project ‘Laaglandlaan 78-80/Maantjessteenweg 10-16, district Merksem’ geen stedenbouwkundige lasten verschuldigd zijn.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 5 februari 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 4 maart 2021 |
Start openbaar onderzoek | 16 maart 2021 |
Einde openbaar onderzoek | 14 april 2021 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 17 juni 2021 |
Verslag GOA | 27 mei 2021 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
16 maart 2021 | 14 april 2021 | 3 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De procedure is inderdaad niet correct verlopen. Er is voor deze werken dan ook een proces verbaal opgesteld. Omwille van dit PV ligt er nu een regularisatie voor en wordt wel de correcte procedure gevolgd.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Omwille van de brandveiligheid is er advies gevraagd aan de brandweer. Vanuit hun expertise hebben zij voorwaardelijk gunstig advies gegeven. Volgens hen is een brandweg niet noodzakelijk.
Beoordeling: Het bezwaar is gegrond. De parkeerbehoefte van de garage en het laden en lossen moet op eigen terrein worden opgelost. Met betrekking tot mobiliteit is er advies gevraagd aan de dienst mobiliteit. De dienst merkt op: “Het is niet duidelijk hoe het laden en lossen zal verlopen. Dit moet zoveel mogelijk op eigen terrein kunnen gebeuren.” Aangezien dit niet in de vergunning is opgenomen, kan er worden aangenomen dat hier geen rekening mee wordt gehouden en het laden en lossen dus niet op eigen terrein gebeurd. Dit is stedenbouwkundig niet aanvaardbaar.
Beoordeling: Het bezwaar is gegrond. Volgens de bestemmingsvoorschriften van het gewestplan zijn woongebieden bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven.
Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. Door de inplanting en het dubbelgebruik van het garage-erf verhoogt de druk op het perceel, het bouwblok en de wijk onaanvaardbaar waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De bezwaarindiener stelt een mogelijke oplossing voor om de parkeerdruk in de omgeving te verminderen. Echter is dit geen stedenbouwkundig aspect en heeft dit geen betrekking op de aanvraag.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.