Terug
Gepubliceerd op 13/07/2021

2021_CBS_05540 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020123724. Scheldelaan 460. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 09/07/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_05540 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020123724. Scheldelaan 460. District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_05540 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Voorwaardelijk gunstig advies - OMV_2020123724. Scheldelaan 460. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2020123724

Gegevens van de aanvrager:

BV Bayer Agriculture met als adres Scheldelaan 460 te 2040 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

BV Bayer Agriculture (0460474539) met als adres Scheldelaan 460 te 2040 Antwerpen

Ligging van het project:

Scheldelaan 460 te 2040 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 18 sectie A nrs. 162S, sectie F nrs. 112H

Inrichtingsnummer:

20170524-0022 (Bayer Agriculture)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

sloop van het LPG-vulstation en opslagtank met aanhorigheden; magazijnen en opslagplaatsen: verandering door uitbreiding en wijziging

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

Op 20 maart 1997 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1996/DROV/AN5/96/B/1250 – 19961369) voor het aanpassen van centrale opslagplaatsen en containerstaanplaats.

 

Inhoud van de aanvraag

Sloop van het bestaande LPG-vulstation en opslagtank, met aanhorigheden.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Op 30 juni 2011 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen aan Monsanto Europe nv een milieuvergunning voor het verder exploiteren van de afdeling Centrale magazijnen en opslagplaatsen horende bij een chemisch bedrijf, voor een termijn verstrijkend op 30 juni 2031. Inmiddels werd een naamswijziging doorgevoerd naar Bayer Agriculture en werden nog diverse vergunningen verleend voor veranderingen.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van deze aanvraag betreft in hoofdzaak een beperkte uitbreiding van de opslag van gevaarlijke producten.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

15.1.2°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

-60 voertuigen

17.2.2.

VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 5, deel 1 en 2, kolom 3, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel, vermeld in noot 4 bij bijlage 5, deel 1 en deel 2 (hogedrempel Seveso-inrichting)

wijziging Seveso-inrichting

17.3.2.1.2.3°

opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton;

+6,00 ton

17.3.2.2.3°b)

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied voor de opslag in bovengrondse houders of een combinatie van bovengrondse en ondergrondse houders;

+6,00 ton

23.3.1°c)

opslag in industriegebied van meer dan 200 ton kunststoffen of voorwerpen uit kunststof in een lokaal;

12.623,20 ton in een lokaal

23.3.1°d)

opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van de opslag, vermeld in rubriek 41 en 48, met een capaciteit van als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied meer dan 800 ton in openlucht;

-12.362,20 ton in openlucht

26.2.

opslagplaatsen voor lijmen en niet voor consumptie bestemde gelatine, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48, van meer dan 10 ton.

+6,00 ton

 

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

18 juni 2021

24 juni 2021

Voorwaardelijk gunstig

 








Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (GRUP) (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Grotendeels geldt hier ook het bestemmingsvoorschrift Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven en - voor de Scheldelaan ten westen – Gebied voor Verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel ten westen van de Scheldelaan ligt een Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).

De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag daar het terrein na de sloopwerken wordt ingezaaid en het hemelwater zo op natuurlijke wijze kan infiltreren.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).

De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

In het zuiden van een groot chemisch bedrijfsterrein, wordt een LPG-vulstation en opslagtank gesloopt. Ook alle aanhorigheden, zoals de bijhorende pomp, leidingen, afdak en verhardingen (stelcon platen) worden mee verwijderd.

 

Het LPG-vulstation werd gebruikt voor de bevoorrading van vorkliften. Door de introductie van elektrische vorkliften is deze installatie overbodig geworden.

 

Het terrein wordt na de afbraakwerken ingezaaid met gras. Het inzaaien dient te gebeuren met een streekeigen grasmengsel.

 

Door de afbraak komt ruimte vrij voor eventuele toekomstige ontwikkelingen die kunnen bijdragen tot de verdere exploitatie van het bedrijf. Hierdoor is de aanvraag functioneel inpasbaar.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Alle ondergrondse constructies dienen afgebroken te worden, met inbegrip van de funderingszolen. Funderingspalen dienen weggebroken tot op tenminste 2 meter onder de paalkop. De niet meer te gebruiken rioleringen en andere leidingen dienen uit de ondergrond verwijderd.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

De centrale magazijnen, opslagruimten en (administratie)gebouwen van de afdeling centrale opslagmagazijnen en opslagplaatsen bevinden zich op blokken Z1, Z2, Z3, A3, A4, A7, A8, D7 en C8 van de site van Bayer Agriculture.

 

Met onderhavige aanvraag voorziet men onder meer een beperkte uitbreiding van de opslag van lege, nog ongereinigde containers. Het betreft maximaal 30 stuks met een totaal van maximaal 6 ton aan restproduct (maximaal 0,5 ton per container). De containers bevatten producten van de afdeling Lijmen en kunnen ingedeeld worden onder indelingsrubrieken 17.3.2.2.3.b, 17.3.2.1.2.3 en 26.2. In het aanvraagdossier wordt aangegeven dat de tankcontainers op een bestaande opslagplaats / inkuiping komen te staan. Er is geen wijziging hiervan nodig gelet op de beperkte toename.

 

Aangezien de exploitant is overgeschakeld op elektrische heftrucks kan de LPG-installatie (7.500 liter) uit de vergunning geschrapt worden.

 

Het bedrijf is een hoge drempel Seveso-inrichting. Het dossier bevat een e-mail van het team Externe veiligheid van het departement Omgeving waarin aangegeven wordt dat voor het voorliggende project geen veiligheidsnota dient opgesteld te worden.

 

Verder wordt het aantal stalplaatsen voor voertuigen verminderd met 60 tot een totaal van 240. De airco’s worden voortaan, gelet op het type en volume van de aanwezige koelmiddelen, ingedeeld onder rubriek 16.3.2.a.

 

Voor de opslag van kunststoffen wordt er, naar aanleiding van een wijziging van de indelingslijst, een opsplitsing van de opslagcapaciteit gemaakt al naargelang de opslag binnen of buiten gebeurt.

 

Uit het dossier blijkt niet eenduidig onder welke vorm deze kunststoffen worden opgeslagen, mogelijk betreft het granulaten (pellets).

 

Plastic granulaten zijn een potentiële bron van zwerfvuil. In het gehele havengebied, inclusief de dokken en natuurgebieden, zijn plastic granulaten te vinden. Het is dus aangewezen om, indien het de opslag van granulaten betreft, naar analogie met andere dossiers en zoals ook geadviseerd in het subadvies van het Havenbedrijf Antwerpen van 24 juni 2021, als bijzondere voorwaarde op te leggen dat de exploitant een goede afwatering van het terrein voorziet, roosternetjes op de afwaterkolken van het terrein plaatst en voldoende granulaatfilters (korrelafscheiders) installeert die aangepast zijn aan het type granulaten die op de site behandeld worden en die aangepast zijn aan het debiet dat de afwatering moet verwerken. De roosternetjes en granulaatfilters worden regelmatig geïnspecteerd, beproefd en gereinigd zodoende dat werking van de inperkende maatregel gewaarborgd blijft. Verder dient er een rapport (met vermelding van OMV2020123724) bezorgd te worden aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de milieudienst van het Havenbedrijf Antwerpen (milieu@portofantwerp.com) waarin maatregelen worden opgenomen om emissies van kunststofpellets te voorkomen. Dit rapport dient minimaal volgende zaken bevatten:

- de namen en contactgegevens van de personen die betrokken zijn bij de opmaak van het rapport;

- de te verwachten opslagcapaciteit en de overslaghoeveelheid van kunststofpellets;

- een beschrijving van de behandelingsstappen van de kunststofpellets op het bedrijf, met aanduiding op een plan van de potentiële emissiepunten van kunststofpellets naar de omgeving;

- een overzicht van de maatregelen die worden genomen om verlies van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, met vermelding van dimensionering van de technische installaties;

- een motivatie waarom bepaalde mogelijke bijkomende maatregelen niet worden uitgevoerd;

- een beschrijving van de types procedures en types voorschriften die worden gehanteerd om de verspreiding van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, alsook van de wijze waarop die voorschriften aan de betrokken personeelsleden worden meegedeeld;

- een beschrijving van de manier waarop de periodiciteit waarmee de technische installaties, de behoorlijke werking ervan en de correcte opvolging van de procedures en voorschriften zullen worden gecontroleerd.

 

Gelet op de aard van de voorliggende beperkte verandering wordt er geen bijkomend risico voor de mens of het milieu verwacht, bovendien wordt er geoordeeld dat de hinder niet significant vergroot ten opzichte van de vergunde situatie.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.


Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

  • Alle ondergrondse constructies dienen afgebroken te worden, met inbegrip van de funderingszolen. Funderingspalen dienen weggebroken tot op tenminste 2 meter onder de paalkop. De niet meer te gebruiken rioleringen en andere leidingen dienen uit de ondergrond verwijderd;
  • Het inzaaien dient te gebeuren met een streekeigen grasmengsel.


Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

15.1.2°

al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn;

-60 voertuigen

17.2.2.

VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 5, deel 1 en 2, kolom 3, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel, vermeld in noot 4 bij bijlage 5, deel 1 en deel 2 (hogedrempel Seveso-inrichting)

wijziging Seveso-inrichting

17.3.2.1.2.3°

opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton;

+6,00 ton

17.3.2.2.3°b)

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied voor de opslag in bovengrondse houders of een combinatie van bovengrondse en ondergrondse houders;

+6,00 ton

23.3.1°c)

opslag in industriegebied van meer dan 200 ton kunststoffen of voorwerpen uit kunststof in een lokaal;

12.623,20 ton in een lokaal

23.3.1°d)

opslag van kunststoffen en van voorwerpen uit kunststoffen, met uitzondering van de opslag, vermeld in rubriek 41 en 48, met een capaciteit van als de inrichting volledig is gelegen in een industriegebied meer dan 800 ton in openlucht;

-12.362,20 ton in openlucht

26.2.

opslagplaatsen voor lijmen en niet voor consumptie bestemde gelatine, met uitzondering van deze bedoeld onder rubriek 48, van meer dan 10 ton.

+6,00 ton


Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden

 

1.

Indien de opgeslagen kunststoffen granulaten betreft:

- de exploitant voorziet een goede afwatering van het terrein, plaatst roosternetjes op de afwaterkolken van het terrein en installeert voldoende granulaatfilters (korrelafscheiders) die aangepast zijn aan het type granulaten die op de site behandeld worden en die aangepast zijn aan het debiet dat de afwatering moet verwerken;

- de roosternetjes en granulaatfilters worden regelmatig geïnspecteerd, beproefd en gereinigd zodoende dat werking van de inperkende maatregel gewaarborgd blijft.

- er wordt een rapport (met vermelding van OMV2020123724) bezorgd aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de milieudienst van het Havenbedrijf Antwerpen (milieu@portofantwerp.com) waarin maatregelen worden opgenomen om emissies van kunststofpellets te voorkomen. Dit rapport dient minimaal volgende zaken bevatten:

- de namen en contactgegevens van de personen die betrokken zijn bij de opmaak van het rapport;

- de te verwachten opslagcapaciteit en de overslaghoeveelheid van kunststofpellets;

- een beschrijving van de behandelingsstappen van de kunststofpellets op het bedrijf, met aanduiding op een plan van de potentiële emissiepunten van kunststofpellets naar de omgeving;

- een overzicht van de maatregelen die worden genomen om verlies van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, met vermelding van dimensionering van de technische installaties;

- een motivatie waarom bepaalde mogelijke bijkomende maatregelen niet worden uitgevoerd;

- een beschrijving van de types procedures en types voorschriften die worden gehanteerd om de verspreiding van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, alsook van de wijze waarop die voorschriften aan de betrokken personeelsleden worden meegedeeld;

- een beschrijving van de manier waarop de periodiciteit waarmee de technische installaties, de behoorlijke werking ervan en de correcte opvolging van de procedures en voorschriften zullen worden gecontroleerd.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

15 juni 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

15 juli 2021

 

Onderzoek

De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag onder volgende voorwaarden:


Stedenbouwkundige voorwaarden

  • Alle ondergrondse constructies dienen afgebroken te worden, met inbegrip van de funderingszolen. Funderingspalen dienen weggebroken tot op tenminste 2 meter onder de paalkop. De niet meer te gebruiken rioleringen en andere leidingen dienen uit de ondergrond verwijderd;
  • Het inzaaien dient te gebeuren met een streekeigen grasmengsel.


Bijzondere milieuvoorwaarden

Indien de opgeslagen kunststoffen granulaten betreft: 

- de exploitant voorziet een goede afwatering van het terrein, plaatst roosternetjes op de afwaterkolken van het terrein en installeert voldoende granulaatfilters (korrelafscheiders) die aangepast zijn aan het type granulaten die op de site behandeld worden en die aangepast zijn aan het debiet dat de afwatering moet verwerken;
- de roosternetjes en granulaatfilters worden regelmatig geïnspecteerd, beproefd en gereinigd zodoende dat werking van de inperkende maatregel gewaarborgd blijft. 
- er wordt een rapport (met vermelding van OMV2020123724) bezorgd aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de milieudienst van het Havenbedrijf Antwerpen (milieu@portofantwerp.com) waarin maatregelen worden opgenomen om emissies van kunststofpellets te voorkomen. Dit rapport dient minimaal volgende zaken bevatten:
- de namen en contactgegevens van de personen die betrokken zijn bij de opmaak van het rapport;
- de te verwachten opslagcapaciteit en de overslaghoeveelheid van kunststofpellets;
- een beschrijving van de behandelingsstappen van de kunststofpellets op het bedrijf, met aanduiding op een plan van de potentiële emissiepunten van kunststofpellets naar de omgeving;
- een overzicht van de maatregelen die worden genomen om verlies van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, met vermelding van dimensionering van de technische installaties;
- een motivatie waarom bepaalde mogelijke bijkomende maatregelen niet worden uitgevoerd;
- een beschrijving van de types procedures en types voorschriften die worden gehanteerd om de verspreiding van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, alsook van de wijze waarop die voorschriften aan de betrokken personeelsleden worden meegedeeld;
- een beschrijving van de manier waarop de periodiciteit waarmee de technische installaties, de behoorlijke werking ervan en de correcte opvolging van de procedures en voorschriften zullen worden gecontroleerd.

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

DienstTaak
SW/VHet advies te bezorgen aan de instantie die om het advies gevraagd heeft.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.