Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021133625 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Elena Lebedeva met als adres Grensstraat 14 te 2150 Borsbeek |
Ligging van het project: | Dassastraat 54 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 31 sectie B nrs. 0 en 349D7 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 19/07/1967: vergunning (627#24560) voor het uitvoeren van de voorgevelverandering.
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- eengezinswoning van 2 bouwlagen onder zadeldak in gesloten bebouwing.
Huidige toestand
- in overeenstemming met de laatst vergunde toestand, afgezien van:
Gewenste toestand
- gewijzigde raamopening in de voorgevel op de eerste verdieping;
- nieuw dakvlakraam in voorste dakdeel;
- sloop van bijbouw;
- gelijkvloers en eerste verdieping tot 17,19 m;
- vaste trap naar de zolder;
- slaapkamer op de zolderverdieping;
- hemelwaterput (5.000 liter) in plaats van groendak op het nieuw plat dak.
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van de voor- en achtergevel;
- afbreken van de bijbouw;
- uitbreiden van het gelijkvloers en de eerste verdieping tot 17,19 m;
- interne verbouwingen;
- voorzien van een hemelwaterput (5.000 liter).
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: woongebied.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan en gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
het privaat gescheiden rioolstelsel is niet op minstens 0,20 m en hoogstens 0,50 m onderlinge afstand voorzien. De afvoeren RWA en DWA zijn niet voorzien van toezichtsputten op het eigen perceel en zo dicht mogelijk bij de rooilijn.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021�)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag betreft het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning.
De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is zodoende in overeenstemming met de kenmerkende woonfunctie in de Dassastraat.
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
De bestaande twee bouwlagen hoge hoofdbouw onder zadeldak blijft behouden. De één bouwlaag hoge achterbouw wordt gesloopt en herbouwd op het gelijkvloers en de eerste verdieping tot een bouwdiepte van circa 17,2 m, aansluitend op de linker en rechter aanpaler.
De voorgestelde bouwdiepte is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. Na de uitbreiding blijft er voldoende ruimte over op het gelijkvloers om een kwalitatieve tuinzone te behouden. Het extra volume van de achterbouw bevindt zich tussen de bestaande twee bouwlagen hoge scheidingsmuren van beide buren en heeft bijgevolg geen negatieve gevolgen voor de privacy en de bezonning van de naastgelegen percelen.
In de achtertuin wordt een terras van circa 10 m² aangelegd. In afwijking van artikel 39 van de bouwcode is het terras in de achtertuin niet aangelegd in een helling van 1 à 2% naar de onverharde tuin, zodat het regenwater ernaar afwatert en er op natuurlijke wijze kan infiltreren. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
Daarnaast wordt opgemerkt dat niet alle bestaande verhardingen in de tuin, zoals te zien op de aangeleverde foto’s, werden ingetekend op het inplantingsplan, waardoor niet kan worden gecontroleerd of de aanvraag voldoet aan artikel 27 van de bouwcode. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd dat de verhardingen en eventuele constructies in de achtertuin te beperken zijn tot maximaal 1/3de van de totale oppervlakte van de achtertuin.
Visueel-vormelijke elementen
In de voorgevel wordt het verdiepingsraam opgesplitst in drie afzonderlijke raamopeningen.
De achtergevel krijgt op het gelijkvloers en de eerste verdieping een groot raam naar de achterliggende tuin. De gevel zelf wordt afgewerkt in een gebroken witte crepi, zoals de voorgevel.
De materialen van de nieuwe gevels zijn in overeenstemming met de stedelijke context van het perceel en de lichte kleurstelling is gunstig te adviseren omwille van de stedelijke opwarming, de beeldkwaliteit en de inpassing in het straatbeeld.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag wijkt af van artikel 21 van de bouwcode. De nieuwe dakkapel aan de achterzijde is onvoldoende hoog, waardoor de vrije hoogte van de nieuwe slaapkamer op de zolder niet voldoet aan de voorschriften van dit artikel. Onder de nieuwe dakkapel moet een vrije hoogte van 2,60 m gerespecteerd worden.
Aangezien de dakopstand van 30 cm boven de nieuwe dakkapel niet verplicht is (deze bevindt zich niet ter hoogte van een scheidingsmuur), dient de voorgestelde bovenpas van de deksteen boven de dakkapel (+9,25 m) te worden behouden. Het dakpakket kan naar boven geschoven worden met een beperking van de huidige dakopstand en een verhoging van de interne hoogte tot gevolg. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
De aanvraag wijkt af van artikel 41 van de bouwcode. Het privaat gescheiden rioolstelsel is niet op minstens 0,20 m en hoogstens 0,50 m onderlinge afstand voorzien. De afvoeren RWA en DWA zijn niet voorzien van toezichtsputten op eigen perceel en zo dicht mogelijk bij de rooilijn. Deze zaken worden opgelegd als voorwaarden voor vergunning.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. het niet-overdekte terras in de achtertuin is aan te leggen in een helling van 1 Ã 2% naar de aangrenzende onverharde tuin conform artikel 39 van de bouwcode;
2. de verhardingen en constructies in de achtertuin zijn te beperken tot een totaal van maximaal 1/3de van de totale oppervlakte van de achtertuin conform artikel 27 van de bouwcode;
3. onder de nieuwe dakkapel moet een vrije hoogte van 2,60 m gerespecteerd worden met behoud van de bovenpas van +9,25 m conform artikel 21 van de bouwcode;
4. de afvoeren van het privaat gescheiden rioolstelsel zijn op minstens 0,20 m en hoogstens 0,50 m onderlinge afstand te voorzien en met aparte toezichtsputten op eigen perceel conform artikel 41 van de bouwcode;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 19 augustus 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 13 september 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 12 november 2021 |
Verslag GOA | 19 oktober 2021 |
naam GOA | Katrine Leemans |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. het niet-overdekte terras in de achtertuin is aan te leggen in een helling van 1 Ã 2% naar de aangrenzende onverharde tuin conform artikel 39 van de bouwcode;
2. de verhardingen en constructies in de achtertuin zijn te beperken tot een totaal van maximaal 1/3de van de totale oppervlakte van de achtertuin conform artikel 27 van de bouwcode;
3. onder de nieuwe dakkapel moet een vrije hoogte van 2,60 m gerespecteerd worden met behoud van de bovenpas van +9,25 m conform artikel 21 van de bouwcode;
4. de afvoeren van het privaat gescheiden rioolstelsel zijn op minstens 0,20 m en hoogstens 0,50 m onderlinge afstand te voorzien en met aparte toezichtsputten op eigen perceel conform artikel 41 van de bouwcode;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.