Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021131487 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Erik Van Acker met als adres Heideland 25 te 2640 Mortsel en SON Fondatie Terninck met als adres Terninckstraat 30 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Markgravelei 97A te 2018 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 10 sectie K nrs. 0, 1852A2 en 1852H2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen van een verpleegkundige instelling tot een tehuis voor niet werkenden |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 18/03/1999: vergunning (86#8720307) voor het bouwen van een klooster;
- 25/04/1980: vergunning (18#83035) voor een verbouwing - 7.2.1980;
- 28/01/1955: toelating (18#33288) voor vergrotingswerken.
Vergund geachte toestand
- verpleegkundige instelling (gemeenschapsvoorziening);
- vrijstaand pand van 2 bouwlagen onder plat dak met verhoogde kelderverdieping in binnengebied;
- gevel in donkerrode gevelsteen met raamomlijstingen en dorpels in witte natuursteen, houten kroonlijst en buitenschrijnwerk.
Huidige toestand
- in overeenstemming met de laatst vergunde toestand, afgezien van:
Gewenste toestand
- tehuis voor niet-werkenden (gemeenschapsvoorziening);
- vrijstaand pand van 2 bouwlagen met verhoogde kelderverdieping onder plat dak in binnengebied;
- gewijzigde gevels:
- verhoogd terras in betonklinkers tegen de zuidgevel met toegangshelling in strekmetaal;
- 20 fietsstalplaatsen en 4 autostalplaatsen in open lucht.
Inhoud van de aanvraag
- uitvoeren van interne constructieve werken;
- regulariseren van enkele volume-uitbreidingen;
- wijzigen van de gevel;
- aanleggen van het binnengebied met nieuwe paden, autostalplaatsen, fietsenstallingen en een verhoogd terras met toegangshellingen.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen BZA | 15 september 2021 | 18 oktober 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 15 september 2021 | 24 september 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 15 september 2021 | 5 oktober 2021 |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 15 september 2021 | 17 september 2021 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 15 september 2021 | 17 september 2021 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu | 15 september 2021 | 28 september 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
de nieuwe toegangshelling in buitenomgeving overbrugt 99 cm aan een helling van circa 9%. De tussenbordessen voorzien steeds in een verandering van richting, maar meten niet minstens 1,50 m op 1,50 m tussen de leuningen. Het is niet duidelijk of de open zijkanten van de helling voorzien zijn van een afrijdbeveiliging van minstens 5 cm hoogte;
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
de platte daken van de liftschacht en inkom tegen de noordgevel zijn niet aangelegd als groendak;
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag betreft het verbouwen van een verpleegkundige instelling tot een tehuis voor niet werkenden. Het gebouw behoudt de vergunde functie van een gemeenschapsvoorziening en is zodoende functioneel inpasbaar in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
Het gebouw is gelegen aan de rand van een groen binnengebied (voormalige kloostertuin en later ziekenhuis) waar zich op vandaag tevens een rust- en verzorgingstehuis en een assistentieflatgebouw bevinden. Het gewenste bouwvolume is het resultaat van enkele te regulariseren uitbreidingen. De bestaande 2 bouwlagen hoge hoofdbouw werd uitgebreid met een beperkte uitbouw tegen de westgevel (zijgevel rechts) op de eerste verdieping en een nieuwe inkom en liftschacht op de scheidingsmuur (zijgevel links) tegen de noordgevel (voorgevel). De uitbreidingen vormen geen aanzienlijke hinder voor de omwonenden en ook de privacy blijft gerespecteerd, waardoor het gewenste bouwvolume vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan worden aanvaard.
De omgeving werd deels verhard in betonklinkers die afwateren op eigen terrein in functie van de aanleg van opritten en toegangspaden en wordt bijkomend verhard voor de realisatie van een toegangshelling, een buitentrap en –plateaulift naar de kelder en 4 autostalplaatsen in open lucht. Er is geen zicht op de totale verharde oppervlakte op het perceel, waardoor de conformiteit met artikel 27 van de bouwcode niet kan worden gecontroleerd. Als voorwaarde voor vergunning wordt opgelegd dat de totale verharding beperkt moet worden tot 1/3 van de tuinoppervlakte en dat de verharde oprit slechts 3 m breed mag zijn. Alle autostalplaatsen in open lucht, met uitzondering van de voorbehouden plaats moeten conform artikel 30 van de bouwcode aangelegd worden in een waterdoorlatend en grasdoorgroeibaar materiaal zoals grasdallen.
Het advies van Groen en Begraafplaatsen luidt als volgt:
“De werken blijven binnen de bestaande contouren van het gebouw, enkel is er een terraszone voorzien binnen te behouden bomen. Deze (zone) moet wortelvriendelijk worden aangelegd met waterdoorlatende verharding.”
Gelet op artikel 18 van de bouwcode, dat stelt dat er voorzorgsmaatregelen in acht genomen moeten worden met betrekking tot de bestaande, te behouden bomen, wordt het advies bijgetreden en veralgemeend. De wortelzones van alle bestaande bomen moeten van enige verharding worden gevrijwaard. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
Visueel-vormelijke elementen
De nieuwe materialen zijn in overeenstemming met het bestaande gebouw en de onmiddellijke omgeving.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Aangezien de aanvraag geen opsplitsing in meerdere zelfstandige wooneenheden betreft, moet het bestaande huisnummer 97A behouden blijven.
De aanvraag wijkt op meerdere punten af van de bepalingen van de verordening Toegankelijkheid:
De nieuwe toegangshelling in buitenomgeving overbrugt 99 cm hoogteverschil aan een helling van circa 9%. De maximum toegestane hellingsgraad bij hoogteverschillen van meer dan 50 cm is echter 5%. De tussenbordessen voorzien steeds in een verandering van richting, maar meten niet minstens 1,50 m op 1,50 m tussen de leuningen. Het is niet duidelijk of de open zijkanten van de helling voorzien zijn van een afrijdbeveiliging van minstens 5 cm hoogte. Als voorwaarde voor vergunning dient de helling te worden aangepast zodat deze voldoet aan de maximum hellingsgraad, de minimum afmetingen voor tussenbordessen en voorzien is van afrijdbeveiligingen conform artikel 19 of dient een verticale plateaulift te worden voorzien conform artikel 21 van de verordening Toegankelijkheid. Om de impact op de buitenruimte te beperken is de laatste optie mogelijks meer aangewezen.
De achterinkomdeur heeft geen vrije hoogte doorgangshoogte van 2,09 meter, hetgeen strijdig is met artikel 22 van de verordening Toegankelijkheid. Er kan een afwijking worden toegestaan mits het gebouw over er een alternatieve hoofdinkom beschikt die volledig integraal toegankelijk is.
Aan de buitenkant van de dubbele inkomdeur is er geen vrije en vlakke draaicirkel aanwezig conform artikel 24 van de verordening Toegankelijkheid. Ook bij de achterinkomdeur is er door het inrichten van nieuwe parkeerplaatsen geen vrije en vlakke draairuimte gevrijwaard aan de buitenzijde. De deuren van slaapkamer 1.06 en badkamer 1.05 hebben geen vrije draaicirkel. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning. Enkel voor de achterinkomdeur kan een afwijking toegestaan worden indien er een alternatieve toegangsdeur aanwezig is.
In afwijking van artikel 25 beschikken zowel de deuren van slaapkamers 1.01 en 1.06, de deur van badkamer 1.05 als de centrale deur in de keldergang niet over een vlakke en vrije wand- en vloerbreedte van minstens 50 cm naast de krukzijde. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
De aanvraag wijkt ook af van artikel 27. Er is niet minstens één voorbehouden parkeerplaats voorzien in de buurt van de hoofdinkom. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
De aanvraag wijkt ten slotte af van artikel 26 en 29/2. De zorgbadkamer op iedere verdieping voldoet niet aan de voorschriften van een aangepaste sanitaire voorziening met douche en toilet. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning.
De aanvraag wijkt ook af op een aantal punten van de bouwcode.
- Artikel 21 en 24: de volledige kelder- en tussenverdieping hebben een vrije hoogte lager dan 2,60 m. De voorziene polyvalente ruimten en de snoezelruimte in de kelderverdieping ontvangen ook onvoldoende lichtinval. Het vloerniveau in de kelder ligt lager dan 1,10 m onder het aangrenzende maaiveld. Door deze afwijkingen kan de kelderverdieping niet als verblijfsruimte ingericht te worden. Dit gebruik wordt daarom uitgesloten uit de vergunning.
- Artikel 34 en 38: de platte daken van de liftschacht en inkom tegen de noordgevel zijn niet aangelegd als groendak. Dit wordt opgelegd als voorwaarde voor vergunning, waarbij voldaan moet worden aan artikel 34 van de bouwcode, door tussen de scheidingswand en de vegetatie van het groendak een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed te voorzien, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm.
- artikel 40, 41, 43 en 44: het is niet duidelijk of er een privaat gescheiden rioolstelsel en een reglementaire septische put is voorzien. Ook blijken er geen vetafscheiders in de collectieve keukens voorzien te worden. De aanvraag dient zich conform te stellen met deze artikels.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen functiewijziging voorziet. De functie blijft gemeenschapsvoorzieningen. Overigens worden er 4 parkeerplaatsen voorzien die gebruikt kunnen worden door het personeel.
Ontsluiting/bereikbaarheid
Het gebouw en de parkeerplaatsen wordt ontsloten via de Markgravelei.
Fietsvoorzieningen
Er moeten fietsstalplaatsen voorzien worden voor de bewoners en het personeel. Het is echter niet duidelijk hoeveel mensen er tewerkgesteld worden.
Voor de bewoners moeten er al zeker 15 fietsstalplaatsen voorzien worden (1 voor elke kamer).
Er worden 20 fietsstalplaatsen voorzien aan de voorkant van het gebouw. Het is niet duidelijk of deze overdekt en afsluitbaar zijn. Dit is wel nodig, wat in voorwaarde wordt opgelegd.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de voorwaarden opgelegd door Fluvius zijn strikt na te leven;
3. de platte daken van de inkom- en liftschacht tegen de voorgevel zijn aan te leggen als groendak en ter hoogte van de scheidingsmuur te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm;
4. de voorzorgsmaatregelen rond te behouden bomen uit artikel 18 van de bouwcode zijn strikt na te leven. De wortelzone van bestaande bomen moet worden gevrijwaard van verhardingen;
5. met betrekking tot de voorschriften van de verordening Toegankelijkheid:
- de helling moet conform zijn met artikel 19 of is te vervangen door een verticale plateaulift conform artikel 21;
- voor de dubbele inkomdeur en de deuren van slaapkamer 1.06 en badkamer 1.05 moet een vrije en vlakke draaicirkel conform artikel 24 worden gevrijwaard;
- de deuren van slaapkamers 1.01 en 1.06, van badkamer 1.05 en de centrale deur in de keldergang zijn te voorzien van een vlakke en vrije wand- en vloerbreedte van minstens 50 cm naast de krukzijde conform artikel 25;
- de zorgbadkamer op iedere verdieping moet voldoen aan de voorschriften van een aangepaste sanitaire voorziening met douche en toilet conform artikel 26 en 29/2;
6. de totale verharding op het perceel te beperken tot 1/3 van de totale tuinoppervlakte, conform artikel 27 van de bouwcode;
7. de breedte van de oprit te beperken tot 3 m, conform artikel 27 van de bouwcode, voor zover dit de brandvoorzorgsmaatregelen niet in het gedrang brengt;
8. het gebouw is te voorzien van een privaat gescheiden rioolstelsel en een reglementaire septische put conform artikel 40, 41 en 43 van de bouwcode;
9. de afvoeren van de collectieve keuken(s) zijn aan te sluiten op vetafscheiders conform artikel 44 van de bouwcode;
10. er moet voor elk tewerkgesteld personeelslid een fietsstalplaats voorzien worden en alle fietsstalplaatsen moeten overdekt en afsluitbaar zijn;
11. de autostaanplaatsen aan te leggen in een waterdoorlatend en grasdoorgroeibaar materiaal;
12. minstens één voorbehouden parkeerplaats te voorzien conform artikel 27 van de verordening Toegankelijkheid;
13. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
Uitsluitingen
14. de inrichting van de kelderverdieping als verblijfsruimte.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 16 augustus 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 15 september 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 13 november 2021 |
Verslag GOA | 22 oktober 2021 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de voorwaarden opgelegd door Fluvius zijn strikt na te leven;
3. de platte daken van de inkom- en liftschacht tegen de voorgevel zijn aan te leggen als groendak en ter hoogte van de scheidingsmuur te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed, eventueel aangevuld met een eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm;
4. de voorzorgsmaatregelen rond te behouden bomen uit artikel 18 van de bouwcode zijn strikt na te leven. De wortelzone van bestaande bomen moet worden gevrijwaard van verhardingen;
5. met betrekking tot de voorschriften van de verordening Toegankelijkheid:
- de helling moet conform zijn met artikel 19 of is te vervangen door een verticale plateaulift conform artikel 21;
- voor de dubbele inkomdeur en de deuren van slaapkamer 1.06 en badkamer 1.05 moet een vrije en vlakke draaicirkel conform artikel 24 worden gevrijwaard;
- de deuren van slaapkamers 1.01 en 1.06, van badkamer 1.05 en de centrale deur in de keldergang zijn te voorzien van een vlakke en vrije wand- en vloerbreedte van minstens 50 cm naast de krukzijde conform artikel 25;
- de zorgbadkamer op iedere verdieping moet voldoen aan de voorschriften van een aangepaste sanitaire voorziening met douche en toilet conform artikel 26 en 29/2;
6. de totale verharding op het perceel te beperken tot 1/3 van de totale tuinoppervlakte, conform artikel 27 van de bouwcode;
7. de breedte van de oprit te beperken tot 3 m, conform artikel 27 van de bouwcode, voor zover dit de brandvoorzorgsmaatregelen niet in het gedrang brengt;
8. het gebouw is te voorzien van een privaat gescheiden rioolstelsel en een reglementaire septische put conform artikel 40, 41 en 43 van de bouwcode;
9. de afvoeren van de collectieve keuken(s) zijn aan te sluiten op vetafscheiders conform artikel 44 van de bouwcode;
10. er moet voor elk tewerkgesteld personeelslid een fietsstalplaats voorzien worden en alle fietsstalplaatsen moeten overdekt en afsluitbaar zijn;
11. de autostaanplaatsen aan te leggen in een waterdoorlatend en grasdoorgroeibaar materiaal;
12. minstens één voorbehouden parkeerplaats te voorzien conform artikel 27 van de verordening Toegankelijkheid;
13. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
Uitsluitingen
14. de inrichting van de kelderverdieping als verblijfsruimte.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.