Om de gevolgen van de coronacrisis aan te pakken, is het van belang dat deze onvoorziene exploitatie-ontvangsten snel en efficiënt kunnen worden ingezet. In de beleids- en beheerscyclus die van toepassing was in vorige legislatuur (2013-2018), bestond de mogelijkheid om een interne kredietaanpassing toe te passen (artikel 28 BVR 25 juni 2010). Hierbij konden ontvangsten en uitgaven budgettair verhoogd worden, zonder een budgetwijziging uit te voeren. Op die manier konden middelen snel worden ingezet. In de huidige beleids- en beheerscyclus (BVR 26 juni 2018) is deze mogelijkheid niet meer expliciet vermeld.
Bij de decretale grenzen voor kredietbewaking wordt er gekeken naar de totale geraamde exploitatie-uitgaven of investeringsuitgaven als uiterste grens voor de som van de aanrekeningen op exploitatie of investeringen. De diepere inhoudelijke onderverdeling (zoals doelstelling, budgetpositie,...) werkt niet beperkend, in tegenstelling tot de beperking die er vroeger was op niveau van het beleidsdomein. Hierdoor wordt het mogelijk om een bijkomend uitgavenkrediet in het meerjarenplan op exploitatie of investeringen op te nemen en onmiddellijk te besteden.
Voor de uitgaven verbonden aan de onvoorziene ontvangsten opgesomd onder 'aanleiding en context' wordt voorgesteld om, in afwijking van het organisatiebeheersingssysteem, uitzonderlijk de voorgestelde methode aan te wenden in afwachting van de vijfde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025. Aangezien er in dit geval ontvangsten toegekend zijn en deze nog kunnen worden verwerkt bij de vijfde aanpassing van het meerjarenplan, is er geen risico op een blijvende impact op de financiële evenwichten.
Financiën/meerjarenplan zal erop toezien dat de totale aanrekeningen op exploitatie- en investeringsuitgaven het initieel geraamd bedrag van de exploitatie- en investeringsuitgaven na de vierde aanpassing van het meerjarenplan, niet overschrijden. Er zal in afwachting van de vijfde aanpassing van het meerjarenplan 2020-2025 een negatieve exploitatie- en investeringsuitgave worden opgenomen in 2022 voor het totaal van de toegevoegde bedragen.
Deze uitgaven zullen in het meerjarenplan worden verwerkt zoals aangegeven in bijlage.
Voor het besteden van deze middelen zijn de gewone bestelprocedures van kracht.
Artikel 13 van het Besluit van de Vlaamse regering betreffende de beleids- en beheerscyclus van 26 juni 2018:
"De uitgavenkredieten zijn limitatief op het niveau van het totaal van de exploitatie en het totaal van de investeringen.
De kredieten mogen alleen gebruikt worden voor de bestemming die in het meerjarenplan wordt vooropgesteld."
Voor het exploiteren en uitrollen van de vaccinatiestrategie werden er een aantal subsidies toegekend aan stad Antwerpen als penhoudende gemeente. Het vaccinatiecentrum en de mobiele teams worden niet enkel ingezet op stedelijk grondgebied. Dit zijn ook de aangewezen vaccinatiecentra voor de gemeenten Schoten, Stabroek, Wommelgem en Borsbeek. Als penhoudende gemeente is stad Antwerpen verantwoordelijk voor de correcte toewijzing aan eventuele partners.
Voor de vaccinatiestrategie kent de Vlaamse overheid volgende subsidies toe met betrekking tot 2022:
Om de vaccinatiecampagne in 2021 al te kunnen opstarten werd, in afwachting van de duidelijkheid over subsidies, door het college op 15 januari 2021 (jaarnummer 440) en 10 september 2021 (jaarnummer 7284) reeds 1.500.000,00 EUR toegewezen vanuit het compensatiefonds coronavirus. Daarnaast werden er op de colleges van 12 maart 2021 (jaarnummer 2004) en 25 juni 2021 (jaarnummer 5217) al middelen versneld ingeschreven voor het realiseren van de vaccinatiecentra.
De uitgaven worden in afwachting van de vijfde aanpassing van het meerjarenplan in 2022 opgenomen zoals vermeld in bijlage.
De ontvangsten zullen bij de vijfde aanpassing van het meerjarenplan in 2022 worden ingeschreven als volgt:
Vanuit de Vlaamse overheid:
Doel | Bedrag | Budgetadres |
Subsidie voor infrastructuur en uitbating van een vaccinatiecentrum (BVR 19 november 2021)
| 4.184.400,00 EUR | 5402500000/2HMS090107A00000/7405/SBT11225 |
Het college beslist om de kredieten vermeld in bijlage in uitgaven op te nemen in het meerjarenplan in 2022, zonder dat het totaal van de aanrekeningen op exploitatie- en investeringsuitgaven het initieel voorziene totaal op exploitatie en investeringen na de vierde aanpassing van het meerjarenplan mag overschrijden.
Het college geeft opdracht aan:
Afdeling | Opdracht |
Fi/meerjarenplan | te bewaken dat het totaal van de aanrekeningen op exploitatie- en investeringsuitgaven het initieel voorziene totaal op exploitatie en investeringen na de vierde aanpassing van het meerjarenplan niet overschrijdt. |
FI/meerjarenplan | de genoemde uitgaven te verwerken in het meerjarenplan in 2022 en SAP |
FI/meerjarenplan | de genoemde effecten te verwerken in het meerjarenplan in 2022 bij de vijfde aanpassing meerjarenplan |