In de beheersovereenkomst tussen stad Antwerpen en AG Mobiliteit en Parkeren Antwerpen (2019_GR_00738), afgesloten voor de periode 2020-2025, is in artikel 4, §8 voorzien dat het AG ook instaat voor de organisatie en het beheer van de diensten die in voorliggend retributiereglement worden beoogd en dat het AG de daaraan verbonden retributies int in eigen naam en voor eigen rekening. Bijgevolg heeft de wijziging van het reglement geen directe financiële gevolgen voor het meerjarenplan van de stad. AG Mobiliteit en Parkeren Antwerpen treedt aldus in het kader van dit retributiereglement op als bevoegde dienst.
Artikel 40 §3 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor de gemeentelijke belastingen en retributies.
Artikel 41 §14 van het Decreet Lokaal Bestuur bepaalt dat de gemeenteraad bevoegd is voor het vaststellen van de gemeentebelastingen en het vaststellen van de machtiging tot het heffen van de retributies en de voorwaarden ervan, inclusief verminderingen en vrijstellingen. Deze bevoegdheid kan niet aan het college van burgemeester en schepenen toevertrouwd worden.
Op 17 december 2019 (jaarnummer 771) keurde de gemeenteraad de laatste versie van het retributiereglement op de tijdelijke inname van de openbare ruimte voor het uitvoeren van bouwwerken goed voor de periode van 1 januari 2020 tot en met 31 december 2025.
Dit retributiereglement zal met ingang van 1 januari 2022 worden vervangen door een nieuwe versie van het retributiereglement. Het nieuwe retributiereglement op de tijdelijke inname van de openbare ruimte voor het uitvoeren van bouwwerken wordt via dit besluit ter goedkeuring voorgelegd aan de gemeenteraad.
Jaarlijks levert de stad Antwerpen verschillende diensten aan private personen inzake het uitschrijven van toelatingen met betrekking tot de inname van de openbare ruimte (grondgebied van de stad Antwerpen) voor het uitvoeren van bouwwerken. De stad rekent hiervoor een retributie aan.
Het retributiereglement dat van kracht is sinds 1 januari 2020, wordt grondig aangepast en herschreven, om zo te gaan naar een eenvoudigere tariefstructuur. Globaal gezien is de kost voor de retributieplichtige vergelijkbaar gebleven, ook al is de wijze van berekenen veranderd.
Er zijn verschillende factoren die deze retributie verantwoorden:
Rekening houdende met het voorgaande heeft de stad Antwerpen volgende eenduidige en eenvoudige tarifering uitgewerkt, waarbij de tarieven stijgen naarmate meer ruimte wordt ingenomen en/of de inname langer duurt:.
uitgedrukt in €/m²/dag | <6 maanden | <1 jaar | ≥1 jaar |
<50m² | Gratis | 0,35 | 0,40 |
50 m² t.e.m. 300 m² | 0,40 | 0,40 | 0,45 |
>300 m² | 0,45 | 0,45 | 0,50 |
De tarifering van de stad werd tot slot vergeleken met de tarifering van andere openbare besturen en liggen in lijn met de gangbare tarieven voor gelijkaardige diensten. De tarieven variëren in Vlaanderen tussen € 0,2 en € 0,5 /m², waarbij het gangbaar is om prijzen te laten stijgen wanneer de ingenomen ruimte en tijd toenemen.
De gecoördineerde Grondwet verleent bij artikels 41, 162/2°, 170/§4 en 173 aan de gemeenten fiscale autonomie.
Artikels 285 en volgende van het decreet lokaal bestuur bepalen de wijze van bekendmaking van de reglementen.
De gemeenteraad keurt het nieuwe retributiereglement voor de tijdelijke inname van de openbare ruimte voor het uitvoeren van bouwwerken, voor de periode van 1 januari 2022 tot en met 31 december 2025, goed.
De gemeenteraad keurt goed dat het nieuwe retributiereglement in werking treedt op 1 januari 2022 en dat vanaf die datum het voorgaande retributiereglement (2019_GR_00771) wordt opgeheven, rekening houdende met de in het nieuwe retributiereglement vastgestelde overgangsbepalingen.