Terug
Gepubliceerd op 18/10/2021

2021_CBS_08010 - Omgevingsvergunning - OMV_2021071374. Willem Gijsselsstraat 1, Halewijnlaan 90. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 15/10/2021 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Jinnih Beels, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Glenn Verspeet, plaatsvervangend korpschef

Verontschuldigd

Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_08010 - Omgevingsvergunning - OMV_2021071374. Willem Gijsselsstraat 1, Halewijnlaan 90. District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_08010 - Omgevingsvergunning - OMV_2021071374. Willem Gijsselsstraat 1, Halewijnlaan 90. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

18 juli 2021

16 augustus 2021

0

0

0

0

 

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021071374

Gegevens van de aanvrager:

VZW Centraal Katholiek Schoolcomité van Antwerpen met als adres Otto Veniusstraat 22 te 2000 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

VZW Centraal Katholiek Schoolcomité van Antwerpen (0406726146) met als adres Otto Veniusstraat 22 te 2000 Antwerpen

Ligging van het project:

Willem Gijsselsstraat 1 en Halewijnlaan 90 te 2050 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 13 sectie N nrs. 834D11 en 834C11

Inrichtingsnummer:

20210520-0075 (CKSA- De Dobbelsteen)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

slopen van een bestaand schoolcomplex, vellen van bomen, verwijderen van bestaande verhardingen, het bouwen en exploiteren van een lagere school met fietsenstalling, een polyvalente zaal en een grote turnzaal - De Dobbelsteen

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          niet relevant gezien de aanvraag handelt over een sloop en nieuwbouw. 

 

Huidige toestand

-          scholencomplex met verhardingen en groenaanleg (bomen). 

 

Gewenste toestand

-          schoolgebouwencomplex;

-          L-vormig volume op de hoek van de Willem Gijsselsstraat en de Halewijnlaan;

  • 14 klaslokalen, zorglokalen, vergaderzalen, polyvalente ruimte en turnzaal;
  • volume van 2 bouwlagen onder plat dak met hoogte van 8,5 meter, volume turnzaal hoogte van 9,5 meter; 
  • luifel in staal en glas (zijde speelplaats ter hoogte van de turnzaal);
  • dakterras zijde Halewijnlaan;

-          volume met fietsenstalling zijde Louis Frarynstraat:

  • fietsenstalling voor 204 fietsen;
  • 1 bouwlaag onder plat dak;

-          gevelafwerking:

  • schoolgebouw in licht bruin genuanceerde gevelsteen; 
  • inkomportaal en luifels in geprefabriceerd beton;
  • buitenschrijnwerk in antracietkleurig aluminium; 
  • balustrade in glas zijde Halewijnlaan; 
  • fietsenstalling voorgevel in licht genuanceerde gevelsteen, open hekwerk aan zijgevels en zijde speelplaats;

-          inrichting:

  • inplanting gebouwen op 5 meter van de rooilijn, insprong aan hoek tot circa 9 meter;
  • groenaanleg in 5 meterzone voor het gebouw; 
  • hekwerk rondom speelplaats in metalen spijlen;
  • verharding speelplaats in klinkers;
  • parkeerzone voor 11 auto’s aangelegd in grasdals;
  • bomen- en groenvoorziening.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van een schoolgebouwencomplex en verhardingen;

-          vellen van bomen;

-          bouwen van een nieuw schoolgebouw en inrichting.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

In 1992 werd door het college akte genomen van een melding klasse 3 op naam van het Katholiek Onderwijs Bisdom Antwerpen voor exploitatie van een school (AN1992/826). Op 13 september 2013 werd een vergunning klasse 2 verleend aan het Katholiek Onderwijs Regio Antwerpen Linkeroever voor exploitatie van een onderwijsinrichting met basis- en middenschool (AN2013/398).

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag omvat de exploitatie van een lagere school. De vergunning wordt gevraagd voor onbepaalde duur.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

1.500,00 m³/jaar

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

500,00 liter

32.1.1°

feestzalen en andere publiek toegankelijke lokalen waar muziek geproduceerd wordt met een geluidsniveau van hoger dan 85 dB(A) LAeq,15min en lager of gelijk aan 95 dB(A) LAeq,15min;

95,00 dB(A)LAeq,15min

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

9 juli 2021

23 augustus 2021

Voorwaardelijk gunstig

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen

9 juli 2021

13 augustus 2021

Voorwaardelijk gunstig

Departement Omgeving/ Dienst VR

9 juli 2021

2 augustus 2021

Gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

9 juli 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

Provincie Antwerpen/ Dienst Integraal Waterbeleid

9 juli 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

PROXIMUS/ Proximus

9 juli 2021

5 augustus 2021

Geen advies

Vlaamse Milieumaatschappij

9 juli 2021

6 augustus 2021

Geen advies

Water-link

9 juli 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen

8 juli 2021

9 juli 2021

Stadsontwikkeling/ Klimaat en Leefmilieu

8 juli 2021

28 juli 2021

Stadsontwikkeling/ Klimaat en Leefmilieu/ luchtkwaliteit en geluid

8 juli 2021

28 juli 2021

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

8 juli 2021

20 juli 2021

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie

8 juli 2021

9 juli 2021

stadsontwikkeling/ publieke ruimte

8 juli 2021

13 juli 2021

Talentontwikkeling en Vrijetijdsbeleving/ Onderwijsbeleid/ Capaciteit

8 juli 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied dat op de kaart welke de bestemmingsgebieden omschrijven bruinomrand en met het Romeinse cijfer III overdrukt is.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:

  • artikel 9: de maximum inhoud van de hemelwaterput is 10.000 liter.

Er wordt een put geplaatst van 15.000 liter, maar er wordt gemotiveerd aangetoond dat de overcapaciteit zal hergebruikt worden voor het doorspoelen van toiletten. Aquafin adviseert deze overcapaciteit gunstig.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:

  • artikel 24 Draairuimte en artikel 25 vrije en vlakke wand- en vloerbreedte naast deur: overeenkomstig deze artikels dient voor en achter elke deur een obstakelvrije ruimte van 50 cm te zijn, waarbij een draaicirkel van 150 cm kan gegarandeerd worden. 

Deze wordt niet gegarandeerd bij de deur vanuit de sas naar het sanitair naar de overdekte speelplaats.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende  punten:

  • artikel 19 Tuinafsluitingen:

de voortuinzone is gedeeltelijk afgesloten met een muurtje met hek met een hoogte van 1,2 meter hoogte;

  • artikel 26 Afvalberging:

er wordt geen afgesloten afvalberging voorzien; 

  • artikel 27 Open ruimte:

de speelplaats – open ruimte – wordt bijna volledig verhard;

  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:;

de fietsstalplaatsen werden niet ingetekend, waardoor de beoordeling op indeling van de ruimte niet kan gemaakt worden;

  • artikel 38 Groendaken:

het dak van de fietsenstalling en het dak van de turnzaal worden niet voorzien van groendak;

  • artikel 41 Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel:

de aansluitpunten van DWA en RWA mogen maximaal 0,5 meter uiteen gelegen zijn.  Deze bevinden zich op 2,5 meter van elkaar.   

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving besluit de toegevoegde project-MER-screeningsnota dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn. De nota wordt aanvaard.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
Van de archeologienota werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 11/06/2021.
De nota toont gemotiveerd aan dat er geen verder archeologisch onderzoek moet plaatsvinden.
Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat de sloop en herbouw van een bestaande basisschool. Een school wordt beschouwd als een woonondersteunende functie en is verenigbaar met het woongebied van Linkeroever.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De nieuwe school wordt in een orthogonale L-vorm ingeplant op het perceel. De schoolvleugel van 2 bouwlagen bevindt zich evenwijdig aan de Willem Gijsselsstraat. Langs de Halewijnlaan wordt de turnzaal voorzien. Door deze inplanting wordt voldoende afstand gehouden van de woningen in de Louis Frarynlaan. Ter hoogte van de Louis Frarynlaan wordt een vrijstaande overdekte fietsenstalling voorzien. Het bouwblok waarin de school wordt opgericht wordt gekenmerkt door meerdere grootschalige gebouwen van 2 tot 3 bouwlagen. De nieuwe school wordt opgetrokken uit 2 bouwlagen naar analogie met het bestaande schoolgebouw dat wordt gesloopt en de volumetrie van andere gebouwen in het bouwblok. De schaal van de aanvraag is verenigbaar met het referentiebeeld van de omgeving.

 

Linkeroever wordt gekenmerkt door groene buitenruimtes. De speelplaats wordt echter zo goed als volledig verhard. Een grijze speelplaats is gedateerd en is bovendien in strijd met artikel 27 van de bouwcode. Dat valt ook te lezen in het advies van de stedelijke dienst Groen. Het is duidelijk uit het inplantingsplan dat de speelplaats ook als sportruimte zal gebruikt worden, maar toch wordt betreurd dat er niet meer wordt onthard en vergroend. Groene gebieden in de stad zijn noodzakelijk voor infiltratie van het regenwater en afkoeling van de stadslucht. Blauwgroene schoolpleinen prikkelen bovendien de fantasie en maakt kinderen creatief in hun spel. Op de website www.blauwgroenvlaanderen.be zijn voorbeelden en tips terug te vinden voor het ontharden en vergroenen van speelplaatsen.

Rekening houdende met het feit dat de speelplaats ook voor sportdoeleinden zal gebruikt worden, zou minstens 1/5 van de speelplaats onverhard moeten worden ingericht. Dit moet in de voorwaarden bij de vergunning opgelegd worden. Mits het uitvoeren van deze voorwaarde is het ruimtegebruik van de aanvraag verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het ontwerp voor de school werd meermaals besproken op de kwaliteitskamer. Op 3 juli 2020 werd een voorwaardelijk gunstig advies geformuleerd. Het ontwerp werd aangepast op basis van de aandachtspunten die door de kwaliteitskamer werden geformuleerd. Er wordt een zuiver volume voorgesteld met helder geproportioneerde (raam)openingen uitgewerkt in lichtbruin metselwerk en schrijnwerk in antraciet aluminium. Ter hoogte van de inkom wordt een luifel in zichtbeton als accent voorzien.

Opgemerkt wordt dat de gevel aan de Halewijnlaan eerder gesloten is. Dit is het gevolg van de turnzaal die zich hier bevindt. De turnzaal heeft aan de zijde van de speelplaats reeds een beglaasde gevel. Veelvuldige glaspartijen zijn functioneel niet wenselijk in een turnzaal. De keuze voor een gesloten gevel kan vanuit functioneel oogpunt begrepen worden. Het bouwblok wordt bovendien gekenmerkt door bebouwing die achteruitgeschoven ingeplant wordt ten opzichte van de rooilijn en de kenmerkende groenaanplantingen uit het straatbeeld worden doorgetrokken. De royale inkomzone en een kantoor en vergaderzaal langs de Halewijnlaan garanderen bovendien de relatie tussen het schoolgebouw en de straat.

De visueel-vormelijke inpassing is verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De turnzaal zal een meervoudig gebruik kennen waardoor deze ook apart toegankelijk moet zijn na de schooluren. Daarom wordt de inkom voorzien in de oksel van de L-vorm. Externen kunnen de turnzaal betreden zonder door het schoolgedeelte te passeren. Het meervoudig ruimtegebruik en de daaruit voortvloeiende planschikking wordt geapprecieerd.

 

In de voortuinstrook langs de Willem Gijsselsstraat wordt een afgesloten buitenruimte gecreëerd door een laag muurtje in metselwerk en een hek in spijlwerk te voorzien waarvan de totale hoogte circa 1,20 meter bedraagt. Dit is in strijd met artikel 19 van de bouwcode dat stelt dat afsluitingen in de voortuinstrook maximaal 1 meter hoog mogen zijn. Omwille van de veiligheid van de kinderen en gezien de vormgeving van de afgesloten buitenruimte volledig aansluit bij de architectuur van de school, wordt met toepassing van artikel 3 van de bouwcode een afwijking toegestaan.

 

Er wordt geen afvalberging voorzien, wat in strijd is met artikel 27 van de bouwcode. Er moet een afgescheiden ruimte voor afvalberging ingericht worden met een oppervlakte van minimaal 4 vierkante meter, voorzien van verluchting. Dit moet als voorwaarde bij de vergunning worden opgenomen.

 

Het dak van de turnzaal en de fietsenberging worden niet voorzien van een groendak wat in strijd is met artikel 38 van de bouwcode. In de voorwaarden bij de vergunning moet worden opgelegd dat beide daken als groendak moeten aangelegd worden.

 

Artikel 41 van de bouwcode stelt dat de aansluitpunten van DWA en RWA maximaal 0,5 meter uit elkaar mogen liggen. In de aanvraag bevinden deze zich op 2,5 meter van elkaar. In de voorwaarden moet worden opgenomen dat de situatie moet worden aangepast aan artikel 41 van de bouwcode.

 

De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst voor Groen. Zij geven ongunstig advies:

“Op het perceel staan er verschillende hoogwaardige bomen die we absoluut willen behouden, het concept van een grijze speelplaats is gedateerd. Bomen voorzien in verharding met klinkers zonder een doorwortelbaar volume zal leiden tot wortelopdruk in de toekomst, hierdoor zullen de bomen zoals nu getekend korte omloop bomen worden.”

De opmerking wordt eveneens gemaakt bij de beoordeling van het ruimtegebruik van het perceel en er wordt voorwaardelijk gesteld dat minstens 1/5 van de speelplaats groen en onverhard moet worden aangelegd. Samen met onderstaande aandachtspunten en voorwaarden, kan door extra ontharding tegemoet gekomen worden aan het advies van de stedelijke dienst Groen.

 

-          Maatregelen bij nieuw aan te planten bomen op de speelplaats:

  • Voorzie een groeiplaats die ondergronds voldoende geschikt doorwortelbaar volume heeft zodat de boom zijn natuurlijke grootte en leeftijd kan halen en waar er ook bovengronds voldoende ruimte is voor zijn natuurlijke grootte.
  • Voorzie geen verharding, of een water- en lucht doorlatende verharding in de toekomstige wortelzone van nieuwe bomen.

-          De speelplaats is momenteel een grijze woestijn, voor de nieuwe bomen is meer ontharding zeer voordelig voor hun groei.

-          Er dient bij nieuw aangeplante bomen voornamelijk worden gekeken naar inheemse bomen van grootte klasse 1A.

-          De te rooien bomen aan de Halenwijnlaan worden door onvoldoende bomen gecompenseerd.

-          Boomsoorten toevoegen aan de plannen.

 

Voor de te behouden bomen worden volgende maatregelen aangereikt:

-          Hoogwaardige bomen aan Willem Gijsselsstraat en Louis Frarynlaan maximaal te behouden en hun wortelzone te vrijwaren van schade.

-          In het ontwerp van gebouwen en infrastructuur mogen wortels of kroon van te behouden bomen niet onaanvaardbaar beschadigd worden:

  • Geen afgraving of verhoging van het bestaande maaiveld in de wortelzone;
  • Geen graafwerken waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;
  • Het bestaande doorwortelbaar volume van de bomen niet verminderen;
  • Geen drastische snoei. (dit wil zeggen hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8 cm).

-          Bij werken in de omgeving van te behouden bomen moeten zowel wortels, als stam, als kroon beschermd worden:

  • Is er voldoende ruimte rond de boom, inclusief de volledige wortelzone, dan wordt de wortelzone volledig afgesloten met een niet verplaatsbare afsluiting. De grootte van de wortelzone is even groot is als de diameter van de kroonprojectie + 2 meter. In de volledig afgebakende zone mag niets gebeuren. (niet graven, niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, enzovoort)
  • Is er onvoldoende ruimte rond de boom om de werken te kunnen uitvoeren, dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat genomen worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt/bewerkt worden zonder dat er schade berokkend wordt:

-          Het gebruiken van rijplaten om bodemverdichting door machines te voorkomen.

-          Het stockeren enkel voorbehouden voor licht materieel, op rijplaten.

-          Het voorzien van een beluchtings- en bevloeiingssysteem onder rijplaten als deze langer dan drie weken in een groot deel (meer dan 20 %)  van de wortelzone komen te liggen.

-          Het handmatig uitvoeren van graafwerken tot op minstens 1 meter uit de stam.

-          Het afkasten van de stam, incl. de bredere stamvoet. Tussen de boom en de afkasting moet een schokdemper worden voorzien.

-          Het preventief snoeien van lichte takken om aanrijschade te voorkomen.

-          Het afbakenen van dikke (diameter groter dan dan 8 cm) laaghangende takken om aanrijschade te voorkomen.

-          Volgende bijkomende beschermingsmaatregelen zijn altijd van toepassing:

  • Het geven van water aan alle bomen die in de invloedssfeer van een droogzuiging staan.
  • Het voorzien van een voldoende hoge bouwkraan om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen. De kraan met last mag de top van een boom niet raken.


Tijdens de procedure werd contact opgenomen met de aanvrager in verband met de vele bomen die gerooid zouden worden langs de straatzijden. Na bijkomend onderzoek wordt het aantal te rooien bomen beperkt tot 3. Aangepaste plannen werden aangeleverd. In voorwaarde wordt opgenomen om het aantal te rooien bomen langs de straatzijden te beperken zoals aangeduid op de nieuw aangeleverde inplantingsplannen.

 

De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst voor Klimaat en Leefmilieu. Zij geven voorwaardelijk gunstig advies.

“In opdracht van de stad werd in juli 2021 door ABO een indicatieve staalnamecampagne uitgevoerd om de mogelijke aanwezigheid van PFAS verontreiniging in de bodem in de ruimere omgeving van Zwijndrecht na te gaan. Onder meer de nabijgelegen brandweersite langs de Halewijnlaan werd onderzocht op de aanwezigheid van PFAS in de bodem. De toetsingswaarde voor bodemsanering werd ruim overschreden. Het is nog niet duidelijk in welke zone rond de brandweersite er sprake is van te hoge concentraties in de bodem als gevolg van verspreiding via atmosferische depositie. Het is echter aangewezen om de nodige voorzorgen te nemen om blootstelling, als gevolg van eventuele verontreiniging van de schoolsite, bij de omwonenden en de leerlingen zoveel mogelijk te beperken. 

Alvorens over te gaan tot sloop, ontharden en het bouwen en exploiteren van een nieuw gebouw adviseert K&L dan ook om contact op te nemen met OVAM  voor een afstemming over een eventuele staalname, voorzorgsmaatregelen tijdens de werken en sanering.”

Het advies wordt bijgetreden en moet bij de voorwaarden worden vermeld.

 

De stedelijke dienst voor Klimaat en Leefmilieu maakt ook een beoordeling over de luchtkwaliteit en het geluid in het project. Voor deze aspecten wordt voorwaardelijk gunstig advies geformuleerd.

“Kinderen zijn extra gevoelig voor luchtverontreiniging en omgevingslawaai. Langdurige blootstelling kan leiden tot blijvende lichamelijke schade, slaapstoornissen of verstoring van spraak- en leervermogen. Daarom wordt bij de adviesverlening in het kader van planning van een school rekening gehouden met de specifieke lokale omstandigheden op het vlak van luchtkwaliteit en geluidshinder. De beoordeling gebeurt op basis van een kader dat op 2 mei 2018 door het college van burgemeester en schepenen van de stad Antwerpen werd goedgekeurd (2018_CBS_04164).

 

Op de luchtkwaliteitskaart wordt een berekening voor de jaargemiddelde concentratie stikstofdioxide (NO2) in 2020 weergegeven. NO2 is een goede indicator voor verschillende verontreinigende stoffen (waaronder fijn stof en roet) afkomstig van wegverkeer. Deze kaart geldt momenteel bij toepassing van het beoordelingskader. Volgens de luchtkwaliteitskaart is de locatie onderhevig aan concentraties NO2 van 21-30 µg/m³. Bij toepassing van het beoordelingskader wordt in deze situatie gunstig geadviseerd voor het aspect luchtkwaliteit.

 

De strategische geluidsbelastingskaart werd opgemaakt in het kader van de Europese Richtlijn Omgevingslawaai en stelt de geluidsbelasting Lden voor ten gevolge van de bronnen wegverkeer, spoorverkeer, vliegverkeer en industrie. 

 

De nieuwbouw wordt ingeplant in L-vorm. Het gebouw evenwijdig met de Halewijnlaan is aan de straatzijde onderhevig aan een Lden van 65-69 dB(A). Het gebouw evenwijdig aan de Willem Gijsselsstraat is aan de straatzijde onderhevig aan een lagere geluidsbelasting, met een Lden in de range van 55-64 dB(A). De nieuwbouw in L-vorm schermt het verkeersgeluid afkomstig van de Halewijnlaan af voor de achterliggende speelplaats. Bij toepassing van het beoordelingskader wordt gunstig mits voorwaarden geadviseerd voor het aspect geluidshinder. De akoestische prestatie van de gevels (inclusief raamgehelen) is hoog genoeg om bij een gevelbelasting van 69 dB(A) langs de zijde van de Halewijnlaan en 64 dB(A) langs de Willem Gijsselsstraat een normaal akoestisch comfort in het nieuwe gebouw te realiseren, waarbij wordt gestreefd naar 35 dB(A) in ruimtes die gevoelig zijn voor geluidshinder (bijvoorbeeld leslokalen, polyvalente ruimtes).”

Het advies wordt bijgetreden en moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.

 

De aanvraag werd voorgelegd aan de stedelijke dienst Publieke Ruimte. Zij geven voorwaardelijk gunstig advies.

“De brandweg aan de Louis Frarynlaan dient binnen het huidige rijweggedeelte voorzien te worden en mag niet overlappen met de westelijke parkeerstrook (aan de overzijde van de school).

Op de plaats waar de brandweg de oostelijke parkeerstrook kruist, dient parkeren fysiek onmogelijk gemaakt te worden, bijvoorbeeld door het plaatsen van (breek)paaltjes en/of een voetpaduitstulping. De kosten hiervan zijn ten laste van de aanvrager. De nodige praktische afspraken hierover dienen gemaakt te worden met de betrokken stadsdiensten.”

Het advies wordt bijgetreden en moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 11 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwbouw. Er wordt een school gebouwd met 14 klassen: 14 klassen x 0,75/klas = 10,5 afgerond 11.

 

De plannen voorzien in 11 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Er wordt een parking ingericht op maaiveld met 11 plaatsen. De parking wordt ontsloten via Willem Gijsselsstraat, apart van de toegang voor fietsers en voetgangers.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 11.

Dit aantal is toereikend.

 

Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing op plaatsen.

 

 

Fietsenstalling

Voor een lagere school moeten 9 fietsenstallingen per klas voorzien worden: 14 klassen x 9/klas = 126. De bestaande school kenmerkt zich door een hoog gebruik van de fiets. Daarom worden er ruim meer fietsenstalplaatsen voorzien, meer bepaald 204 plaatsen. De fietsenstalling is bereikbaar via een aparte toegang via Louis Frarynlaan. De fietsstalplaatsen zijn niet opgetekend op de plannen. Er kan bijgevolg niet nagegaan worden of er effectief 204 fietsen vlot gestald kunnen worden. De inrichtingsprincipes uit de bouwcode moeten gevolgd worden. Dit moet als voorwaarde aan de vergunning worden gekoppeld.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

Omwille van stabiliteitsproblemen werd het bestaande schoolgebouw gesloten en dringt sloop van de bestaande gebouwen zich op. Stedenbouwkundig omvat voorliggend dossier dan ook de sloop van bestaande constructies, verhardingen en bomen op het perceel en de bouw van een nieuwe lagere school voor De Dobbelsteen met turnzaal, fietsenstalling en nieuwe verhardingen. De Dobbelsteen is een jenaplanschool. Dat wil zeggen dat kinderen van verschillende leeftijden bij elkaar zitten. Een jenaplanschool heeft voor een goede werking een grote behoefte aan multifunctionele ruimtes.

Op de school is er plaats voorzien voor 270 schoolkinderen en er zullen 23 personeelsleden werken. In de school is ook een polyvalente zaal aanwezig die door de school gebruikt zal worden als bewegingsruimte en waar af en toe muziek zal gespeeld worden. De grotere turnzaal kan dan weer gebruikt worden om grotere toneelvoorstellingen of schoolfeesten te geven. Beide zalen zullen enkel occasioneel gebruikt worden om muziek af te spelen en nooit op hetzelfde moment.

Volgende ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA’s) worden gevraagd:

  • het lozen van huishoudelijk afvalwater met een debiet van 1.500 m³/jaar;
  • de opslag van maximaal 500 liter gevaarlijke producten in kleine verpakkingen;
  • een polyvalente zaal waar elektronisch versterkte muziek geproduceerd wordt met een maximaal geluidsniveau > 85 dB(A)LAeq15 en < 95 dB(A)LAeq15.

 

Deze IIOA’s zijn alle in de derde klasse ingedeeld. Van de exploitatie van de school wordt dan ook geen significante hinder verwacht.

Voor de realisatie van de nieuwbouw zal naar alle waarschijnlijkheid een bemaling noodzakelijk zijn. De aanvrager wordt er daarom op gewezen dat bemalingswerken, noodzakelijk voor de realisatie van bouwkundige werken, vergunningsplichtig zijn krachtens de Vlarem indelingslijst (rubriek 53.2). De omgevingsvergunning moet worden bekomen alvorens de werf kan worden gestart. Indien het gaat om een bemaling van meer dan 30.000 m³ op jaarbasis en een bemaling dieper dan 4 m –mv moet de vergunningsaanvraag een bemalingsstudie bevatten. De inhoud van deze studie wordt bepaald door VMM (Richtlijnen bemalingen ter bescherming van het milieu 2019 - zie checklist 1 en 2).

Volgens de bouwcode van de stad Antwerpen is het ook verplicht om een retourbemaling uit te voeren (artikel 42). Enkel als dit niet kan, om technische redenen of omdat de kwaliteit van het grondwater dit niet toelaat, kan lozing op de riool worden overwogen. In dat geval moet bij lozing van >10 m³/uur op de openbare riolering toelating van Aquafin verkregen worden.

De opstart van een bemaling dient altijd aangekondigd te worden bij aanvang. Deze aankondigingsplicht geldt ook voor die bemalingen waarvoor geen bemalingsstudie wordt gevraagd (dus als de bemaling lager is dan 30.000 m³ op jaarbasis en minder diep dan 4 m –mv).

 

Voor toekomstige projecten wordt er aangeraden een bemaling tegelijk met de stedenbouwkundige handelingen aan te vragen zodat men niet voor ongewenste verrassingen komt te staan in verband met kosten, timing en dergelijke.

 

De vergunningverlenende overheid is verplicht om een advies in te winnen bij het Agentschap Onroerend Erfgoed als de vergunningsaanvraag betrekking heeft op ingedeelde inrichtingen of activiteiten in of aan: een beschermde archeologische site, een beschermd monument, een beschermd cultuurhistorisch landschap of een beschermd stads- of dorpsgezicht (decreet van 12 juli 2013 betreffende het onroerend erfgoed artikel 6.4.4§3). Dat is hier niet het geval.

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de voorwaarden uit het bijgevoegde advies van AQUAFIN zijn bij uitvoering en op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

3.      minstens 1/5 van de speelplaats moet groen en onverhard worden ingericht;

4.      er moet een afgescheiden ruimte voor afvalberging ingericht worden met een oppervlakte van minimaal 4 m², voorzien van verluchting, conform artikel 26 van de bouwcode;

5.      het dak van de turnzaal en de fietsenberging moet als groendak worden aangelegd, conform artikel 38 van de bouwcode;

6.      de aansluitpunten van DWA en RWA mogen maximaal 0,5 meter uit elkaar liggen, conform artikel 41 van de bouwcode;

7.      omdat de toetsingswaarde bodemsaneringsnorm voor PFOS wordt overschreden in de buurt van deze locatie, wordt geadviseerd om contact op te nemen met de OVAM voor een afstemming over een eventuele staalname, voorzorgsmaatregelen tijdens de werken en sanering, alvorens over te gaan tot sloop, ontharden en het bouwen en exploiteren van een nieuw gebouw;

8.      de akoestische prestatie van de gevels (inclusief raamgehelen) dient hoog genoeg te zijn om bij een gevelbelasting van 69 dB(A) langs de zijde van de Halewijnlaan en 64 dB(A) langs de Willem Gijsselsstraat een normaal akoestisch comfort in het nieuwe gebouw te realiseren, waarbij wordt gestreefd naar 35 dB(A) in ruimtes die gevoelig zijn voor geluidshinder (bijvoorbeeld leslokalen, polyvalente ruimtes);

9.      de fietsenstalling in te richten, conform de inrichtingsprincipes uit artikel 29 van de bouwcode;

10.  de brandweg aan de Louis Frarynlaan dient binnen het huidige rijweggedeelte voorzien te worden en mag niet overlappen met de westelijke parkeerstrook (aan de overzijde van de school);

11.  op de plaats waar de brandweg de oostelijke parkeerstrook kruist, dient parkeren fysiek onmogelijk gemaakt te worden, bijvoorbeeld door het plaatsen van (breek)paaltjes en/of een voetpaduitstulping. De kosten hiervan zijn ten laste van de aanvrager. De nodige praktische afspraken hierover dienen gemaakt te worden met de betrokken stadsdiensten (swou_ontwerp@antwerpen.be);

12.  bij nieuw aan te planten bomen op de speelplaats moet een groeiplaats voorzien worden die ondergronds voldoende geschikt doorwortelbaar volume heeft zodat de boom zijn natuurlijke grootte en leeftijd kan halen, en waar er ook bovengronds voldoende ruimte is voor zijn natuurlijke grootte. Er mag geen verharding, of een water- en lucht doorlatende verharding in de toekomstige wortelzone van nieuwe bomen aangelegd worden;

13.  de nieuw aangeplante bomen dienen inheemse bomen te zijn van grootte klasse 1A;

14.  wortels of kroon van te behouden bomen mogen niet onaanvaardbaar beschadigd worden:

-          geen afgraving of verhoging van het bestaande maaiveld in de wortelzone;

-          geen graafwerken waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;

-          het bestaande doorwortelbaar volume van de bomen mag niet verminderd worden;

-          geen drastische snoei (dit wil zeggen hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8 cm);

15.  bij werken in de omgeving van te behouden bomen moeten zowel wortels, als stam, als kroon beschermd worden:

-          er is er voldoende ruimte rond de boom, inclusief de volledige wortelzone, dan wordt de wortelzone volledig afgesloten met een niet verplaatsbare afsluiting. De grootte van de wortelzone is even groot is als de diameter van de kroonprojectie + 2 meter. In de volledig afgebakende zone mag niets gebeuren (niet graven, niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, enzovoort);

-          er is onvoldoende ruimte rond de boom om de werken te kunnen uitvoeren, dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat genomen worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt/bewerkt worden zonder dat er schade berokkend wordt:

-          het gebruiken van rijplaten om bodemverdichting door machines te voorkomen;

-          het stockeren enkel voorbehouden voor licht materieel, op rijplaten;

-          het voorzien van een beluchtings- en bevloeiingssysteem onder rijplaten als deze langer dan drie weken in een groot deel (meer dan 20 %)  van de wortelzone komen te liggen;

-          het handmatig uitvoeren van graafwerken tot op minstens 1 meter uit de stam;

-          het afkasten van de stam, inclusief de bredere stamvoet. Tussen de boom en de afkasting moet een schokdemper worden voorzien;

-          het preventief snoeien van lichte takken om aanrijschade te voorkomen;

-          het afbakenen van dikke (diameter groter dan 8 cm)  laaghangende takken om  aanrijschade te voorkomen;

16.  volgende algemene bijkomende beschermingsmaatregelen voor bomen zijn van toepassing:

-          het geven van water aan alle bomen die in de invloedssfeer van een droogzuiging staan;

-          het voorzien van een voldoende hoge bouwkraan om schade aan het bovenste deel  van de kroon te voorkomen. De kraan met last mag de top van een boom niet raken.

17. het aantal te rooien bomen langs de straatzijden te beperken tot 3, zoals aangeduid op plannen 211013-BA_dobbelsteen_I_B en 211013-BA_dobbelsteen_I_N.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits voldaan wordt aan de algemene, sectorale en bijzondere vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt voorwaardelijk positief advies gegeven de vergunning te verlenen.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

1.500,00 m³/jaar

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

500,00 liter

32.1.1°

feestzalen en andere publiek toegankelijke lokalen waar muziek geproduceerd wordt met een geluidsniveau van hoger dan 85 dB(A) LAeq,15min en lager of gelijk aan 95 dB(A) LAeq,15min;

95,00 dB(A)LAeq,15min

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

10 juni 2021

Volledig en ontvankelijk

8 juli 2021

Start openbaar onderzoek

18 juli 2021

Einde openbaar onderzoek

16 augustus 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

21 oktober 2021

Verslag GOA

4 oktober 2021

naam GOA

Katrijn Apostel en Bieke Geypens

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

2.      de voorwaarden uit het bijgevoegde advies van AQUAFIN zijn bij uitvoering en op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;

3.      minstens 1/5 van de speelplaats moet groen en onverhard worden ingericht;

4.      er moet een afgescheiden ruimte voor afvalberging ingericht worden met een oppervlakte van minimaal 4 m², voorzien van verluchting, conform artikel 26 van de bouwcode;

5.      het dak van de turnzaal en de fietsenberging moet als groendak worden aangelegd, conform artikel 38 van de bouwcode;

6.      de aansluitpunten van DWA en RWA mogen maximaal 0,5 meter uit elkaar liggen, conform artikel 41 van de bouwcode;

7.      omdat de toetsingswaarde bodemsaneringsnorm voor PFOS wordt overschreden in de buurt van deze locatie, wordt geadviseerd om contact op te nemen met de OVAM voor een afstemming over een eventuele staalname, voorzorgsmaatregelen tijdens de werken en sanering, alvorens over te gaan tot sloop, ontharden en het bouwen en exploiteren van een nieuw gebouw;

8.      de akoestische prestatie van de gevels (inclusief raamgehelen) dient hoog genoeg te zijn om bij een gevelbelasting van 69 dB(A) langs de zijde van de Halewijnlaan en 64 dB(A) langs de Willem Gijsselsstraat een normaal akoestisch comfort in het nieuwe gebouw te realiseren, waarbij wordt gestreefd naar 35 dB(A) in ruimtes die gevoelig zijn voor geluidshinder (bijvoorbeeld leslokalen, polyvalente ruimtes);

9.      de fietsenstalling in te richten, conform de inrichtingsprincipes uit artikel 29 van de bouwcode;

10.  de brandweg aan de Louis Frarynlaan dient binnen het huidige rijweggedeelte voorzien te worden en mag niet overlappen met de westelijke parkeerstrook (aan de overzijde van de school);

11.  op de plaats waar de brandweg de oostelijke parkeerstrook kruist, dient parkeren fysiek onmogelijk gemaakt te worden, bijvoorbeeld door het plaatsen van (breek)paaltjes en/of een voetpaduitstulping. De kosten hiervan zijn ten laste van de aanvrager. De nodige praktische afspraken hierover dienen gemaakt te worden met de betrokken stadsdiensten (swou_ontwerp@antwerpen.be);

12.  bij nieuw aan te planten bomen op de speelplaats moet een groeiplaats voorzien worden die ondergronds voldoende geschikt doorwortelbaar volume heeft zodat de boom zijn natuurlijke grootte en leeftijd kan halen, en waar er ook bovengronds voldoende ruimte is voor zijn natuurlijke grootte. Er mag geen verharding, of een water- en lucht doorlatende verharding in de toekomstige wortelzone van nieuwe bomen aangelegd worden;

13.  de nieuw aangeplante bomen dienen inheemse bomen te zijn van grootte klasse 1A;

14.  wortels of kroon van te behouden bomen mogen niet onaanvaardbaar beschadigd worden:

-          geen afgraving of verhoging van het bestaande maaiveld in de wortelzone;

-          geen graafwerken waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;

-          het bestaande doorwortelbaar volume van de bomen mag niet verminderd worden;

-          geen drastische snoei (dit wil zeggen hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8 cm);

15.  bij werken in de omgeving van te behouden bomen moeten zowel wortels, als stam, als kroon beschermd worden:

-          er is er voldoende ruimte rond de boom, inclusief de volledige wortelzone, dan wordt de wortelzone volledig afgesloten met een niet verplaatsbare afsluiting. De grootte van de wortelzone is even groot is als de diameter van de kroonprojectie + 2 meter. In de volledig afgebakende zone mag niets gebeuren (niet graven, niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, enzovoort);

-          er is onvoldoende ruimte rond de boom om de werken te kunnen uitvoeren, dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat genomen worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt/bewerkt worden zonder dat er schade berokkend wordt:

-          het gebruiken van rijplaten om bodemverdichting door machines te voorkomen;

-          het stockeren enkel voorbehouden voor licht materieel, op rijplaten;

-          het voorzien van een beluchtings- en bevloeiingssysteem onder rijplaten als deze langer dan drie weken in een groot deel (meer dan 20 %)  van de wortelzone komen te liggen;

-          het handmatig uitvoeren van graafwerken tot op minstens 1 meter uit de stam;

-          het afkasten van de stam, inclusief de bredere stamvoet. Tussen de boom en de afkasting moet een schokdemper worden voorzien;

-          het preventief snoeien van lichte takken om aanrijschade te voorkomen;

-          het afbakenen van dikke (diameter groter dan 8 cm)  laaghangende takken om  aanrijschade te voorkomen;

16.  volgende algemene bijkomende beschermingsmaatregelen voor bomen zijn van toepassing:

-          het geven van water aan alle bomen die in de invloedssfeer van een droogzuiging staan;

-          het voorzien van een voldoende hoge bouwkraan om schade aan het bovenste deel  van de kroon te voorkomen. De kraan met last mag de top van een boom niet raken.

   17. het aantal te rooien bomen langs de straatzijden te beperken tot 3, zoals aangeduid op plannen 211013-BA_dobbelsteen_I_B en 211013-BA_dobbelsteen_I_N.

 

Brandweervoorwaarden

de brandweervoorwaarden uit het verslag met referentie BW/NE/2021/G.00138.A5.0012 die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.2.2°a)

het lozen van meer dan 600 m³/jaar huishoudelijk afvalwater, niet afkomstig van woongelegenheden, wanneer het lozingspunt gelegen is in een centraal gebied en/of een collectief geoptimaliseerd en individueel te optimaliseren buitengebied en/of buiten het zoneringsplan;

1.500,00 m³/jaar

17.4.

opslagplaatsen voor gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen, met uitzondering van deze vermeld onder rubriek 48, in verpakkingen met een inhoudsvermogen van maximaal 30 liter of 30 kg, voor zover de maximale opslag begrepen is tussen 50 kg of 50 liter en 5.000 kg of 5.000 liter;

500,00 liter

32.1.1°

feestzalen en andere publiek toegankelijke lokalen waar muziek geproduceerd wordt met een geluidsniveau van hoger dan 85 dB(A) LAeq,15min en lager of gelijk aan 95 dB(A) LAeq,15min;

95,00 dB(A)LAeq,15min

 

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.