Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021138676 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Chris Slegers met als adres Bosstraat_EK 96 te 2180 Antwerpen en mevrouw Veerle De Roeck met als adres Bosstraat_EK 96 te 2180 Antwerpen |
Ligging van het project: | De Noteschelp ZN te 2180 Ekeren (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 35 sectie F nrs. 0 en 31K |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | bouwen van een eengezinswoning in halfopen bebouwing |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- er is geen relevante voorgeschiedenis beschikbaar.
Vergunde/vergund geachte & huidige toestand
- braakliggend en onbebouwd perceel, met daarop 23 hoogstammige bomen.
Gewenste toestand
- functie: nieuwe eengezinswoning met een netto vloeroppervlakte van 236 m²;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- bouwen van een eengezinswoning, in halfopen bebouwing, met carport en fietsenberging in de voortuinzone en tuinberging in de achtertuin;
- vellen van 8 à 11 hoogstammige bomen (is niet eenduidig op te maken aan de hand van de aangeleverde informatie).
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 23 september 2021 | 20 oktober 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 23 september 2021 | 24 september 2021 | Geen advies |
INFRABEL/ Infrabel Antwerpen, Limburg, Vlaams Brabant | 23 september 2021 | 4 oktober 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 22 september 2021 | 23 september 2021 |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 22 september 2021 | 4 oktober 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
De aanvraag vertoont een aantal afwijkingen ten aanzien van de geldende voorschriften en voor een deel daarvan kunnen in het eindadvies voorwaarden worden opgenomen zodat het project, na uitvoering, alsnog zal voldoen aan de artikels in kwestie.
Er kan echter voor enkele aspecten geargumenteerd worden dat een afwijking te verantwoorden is. Zo kan het feit dat de woning op gelijkvloers niveau niet over een levendige functie beschikt (aan de voorzijde) worden gerechtvaardigd door het feit dat omwille van de specifieke inplanting, gebaseerd op die van het buurpand en dit op zo’n 20 m van de straatzijde verwijderd, er zonder meer wordt voorbijgegaan aan het uitgangspunt van betreffend artikel, namelijk sociale controle. Met vermelde maatvoering is dergelijke zonder meer niet haalbaar en is voldoen aan vermeld artikel dus geheel onnodig.
Vervolgens worden in de voortuinstrook principieel geen constructies, zoals de carport met fietsenberging, toegelaten; gelet echter op, opnieuw, de omvang van de voortuinzone (zo’n 20 m), zal het voorzien van een inpandige garage in de woning zonder meer zorgen voor een geheel uit verhouding zijnde verharding van deze zone, hetgeen tegen de geest is van het op een doordachte wijze bouwen in deze nog grotendeels groene omgeving. De voortuinstrook is zonder enige twijfel voldoende groot om een bijgebouw van dergelijke geringe omvang te verdragen.
Er wordt voor beide aspecten dan ook geadviseerd de afwijking als dusdanig te bekrachtigen.
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag voorziet het optrekken van een nieuwe eengezinswoning en gelet op de ligging van het perceel in kwestie in een voldoende ontwikkeld woongebied, is er in deze dan ook effectief sprake van een correcte functionele inpasbaarheid.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
De geplande volumetrie van de woning, 2 lagen onder hellend dak en met een maatvoering van 15,60 m op het gelijkvloers en ± 11 m op de verdiepingen, voldoet in eerste instantie aan de algemene richtlijnen dienaangaande voor dit type van panden.
Bovendien wordt op een correcte wijze aangesloten op de enerzijds aanpalende constructies en worden anderzijds de nodige en minimaal vereiste afstanden bewaard (3 m) ten opzichte van de aangrenzende terreinen, zodat op geen enkele wijze nadelige impact te verwachten valt.
Hetzelfde geldt, zoals hierboven reeds geargumenteerd, voor het bijgebouw in de voortuinzone, dat door zijn geringe omvang grotendeels ruimtelijk correct ingepast is – weliswaar zal hier, omwille van een goed en degelijk algemeen onderhoud, moeten worden vermeden dat de strook tussen bijgebouw en perceelsgrens te beperkt is en zal worden opgelegd de constructie op 1 m van de perceelsgrens in te planten (en niet op de voorziene 50 cm).
Het advies inzake schaal en ruimtegebruik is dan ook voorwaardelijk gunstig.
Visueel-vormelijke elementen
De voorziene materialen, houten beplanking, donkergrijze leien, bruin schrijnwerk en witte bepleistering, zijn enerzijds aanvaardbaar voor dit type van panden en zijn anderzijds al ten dele voorkomend in de ruime omgeving. Bovendien is de woning, door de ruime afstand ten opzichte van de straatzijde en de ligging in een relatief beboste omgeving, nagenoeg niet zichtbaar vanop het openbaar domein, zodat eventuele nadelige visuele impact op de omgeving verwaarloosbaar zal zijn.
Het advies voor dit deelaspect van de aanvraag is bijgevolg eenduidig gunstig.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
Voor projecten tot en met 5 wooneenheden is de parkeerbehoefte 1 plaats per unit en gelet op het feit dat de aanvraag hier specifiek het optrekken van 1 eengezinswoning betreft, is de werkelijk berekende parkeerbehoefte hier dan ook 1 plaats.
|
De plannen voorzien in 1 nuttige autostal- en autoparkeerplaats.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1.
Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 – 1 = 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1 – 1 = 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. ter hoogte van het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en), dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, dient het platte dak te worden voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed, voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;
2. er dient aan de straatzijde een voortuinafsluiting te worden voorzien die voldoet aan artikel 19 van de Antwerpse bouwcode;
3. de slaapkamers dienen voorzien te worden van een systeem (zoals bijvoorbeeld schrijnwerk met opengaande delen of een beproefde ventilatietechniek) dat een degelijke verluchting van betreffende ruimtes garandeert;
4. de constructie in de voortuinzone, met carport en fietsenberging, dient met zijn rechterzijde op een afstand van 1 m van de rechter perceelsgrens te worden ingeplant;
5. de fietsenberging dient naar achteren toe vergroot te worden, zodat een beschikbare binnenoppervlakte van 7,50 m² wordt bekomen, voldoende voor het stallen van 5 fietsen;
6. aanplant te voorzien van minimaal 11 nieuwe hoogstammige bomen (minimum stamomtrek: 18/20 cm), ter compensatie van de te rooien bomen op het perceel:
- voorzie een groeiplaats die ondergronds voldoende geschikt doorwortelbaar volume heeft zodat de boom zijn natuurlijke grootte en leeftijd kan halen en waar er ook bovengronds voldoende ruimte is voor zijn natuurlijke grootte;
- voorzie geen verharding of een water- en luchtdoorlatende verharding in de toekomstige wortelzone van nieuwe bomen;
7. beschermingsmaatregelen bij te behouden bomen:
- geen afgraving of verhoging van het bestaande maaiveld in de wortelzone;
- geen graafwerken waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;
- het bestaande doorwortelbare volume van de bomen mag niet verminderen;
- geen drastische snoei (d.w.z. hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8 cm);
- bij werken in de omgeving van te behouden bomen moeten zowel wortels, als stam, als kroon beschermd worden:
- indien er voldoende ruimte is rond de boom, inclusief de volledige wortelzone, dan wordt de wortelzone volledig afgesloten met een niet verplaatsbare afsluiting. De grootte van de wortelzone is even groot als de diameter van de kroonprojectie + 2 m. In de volledig afgebakende zone mag niets gebeuren (niet graven, niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, …);
- indien er onvoldoende ruimte is rond de boom om de werken te kunnen uitvoeren, dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat genomen worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt/bewerkt worden zonder dat er schade berokkend wordt:
- het geven van water aan alle bomen die in de invloedssfeer van een droogzuiging staan;
- het voorzien van een voldoende hoge bouwkraan om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen. De kraan met last mag de top van een boom niet raken;
8. het is aangewezen om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen;
9. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 31 augustus 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 22 september 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 21 november 2021 |
Verslag GOA | 29 oktober 2021 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. ter hoogte van het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en), dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, dient het platte dak te worden voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed, voorzien tussen het groendak en de scheidingswand;
2. er dient aan de straatzijde een voortuinafsluiting te worden voorzien die voldoet aan artikel 19 van de Antwerpse bouwcode;
3. de slaapkamers dienen voorzien te worden van een systeem (zoals bijvoorbeeld schrijnwerk met opengaande delen of een beproefde ventilatietechniek) dat een degelijke verluchting van betreffende ruimtes garandeert;
4. de constructie in de voortuinzone, met carport en fietsenberging, dient met zijn rechterzijde op een afstand van 1 m van de rechter perceelsgrens te worden ingeplant;
5. de fietsenberging dient naar achteren toe vergroot te worden, zodat een beschikbare binnenoppervlakte van 7,50 m² wordt bekomen, voldoende voor het stallen van 5 fietsen;
6. aanplant te voorzien van minimaal 11 nieuwe hoogstammige bomen (minimum stamomtrek: 18/20 cm), ter compensatie van de te rooien bomen op het perceel:
- voorzie een groeiplaats die ondergronds voldoende geschikt doorwortelbaar volume heeft zodat de boom zijn natuurlijke grootte en leeftijd kan halen en waar er ook bovengronds voldoende ruimte is voor zijn natuurlijke grootte;
- voorzie geen verharding of een water- en luchtdoorlatende verharding in de toekomstige wortelzone van nieuwe bomen;
7. beschermingsmaatregelen bij te behouden bomen:
- geen afgraving of verhoging van het bestaande maaiveld in de wortelzone;
- geen graafwerken waarbij wortels dikker dan 5 cm moeten doorgestoken worden en/of waarbij 20 % van het totale wortelpakket moet verwijderd worden;
- het bestaande doorwortelbare volume van de bomen mag niet verminderen;
- geen drastische snoei (d.w.z. hoger opkronen dan het huidig eindbeeld of toppen of kandelaren of verwijderen van takken dikker dan 8 cm);
- bij werken in de omgeving van te behouden bomen moeten zowel wortels, als stam, als kroon beschermd worden:
- indien er voldoende ruimte is rond de boom, inclusief de volledige wortelzone, dan wordt de wortelzone volledig afgesloten met een niet verplaatsbare afsluiting. De grootte van de wortelzone is even groot als de diameter van de kroonprojectie + 2 m. In de volledig afgebakende zone mag niets gebeuren (niet graven, niet stockeren, geen afvalwater of spoelwater lozen, …);
- indien er onvoldoende ruimte is rond de boom om de werken te kunnen uitvoeren, dan moeten er beschermingsmaatregelen op maat genomen worden, zodat de ruimte onder de boom toch geheel of gedeeltelijk kan gebruikt/bewerkt worden zonder dat er schade berokkend wordt:
- het geven van water aan alle bomen die in de invloedssfeer van een droogzuiging staan;
- het voorzien van een voldoende hoge bouwkraan om schade aan het bovenste deel van de kroon te voorkomen. De kraan met last mag de top van een boom niet raken;
8. het is aangewezen om voor de nodige onderzoeken en voor het opstellen van beschermingsmaatregelen op maat een gecertificeerd boomverzorger te raadplegen;
9. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.