Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021154577 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Gert Van Dyck met als adres Rubensstraat 57 te 2640 Mortsel en BVBA INFINITY REAL ESTATE met als adres Kerkstraat 15 te 2640 Mortsel |
Ligging van het project: | Kasterveldenstraat 63 2170 Merksem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 41 sectie B nrs. 0 en 375R7 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | regulariseren gelijkvloerse handelsruimte, voorgevel en 4 extra garageboxen |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 21/01/1969: vergunning (1974#6015) voor het bouwen van een appartementsgebouw met 4 appartementen;
- 01/03/1966: vergunning (1974#5289) voor het oprichten van autobergplaats.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie:
- bouwvolume:
- voorgevelafwerking:
- inrichting:
Huidige toestand
- functie:
- bouwvolume:
- voorgevelafwerking:
Gewenste toestand
- geregulariseerde huidige toestand.
Inhoud van de aanvraag
- regulariseren van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen | 28 oktober 2021 | 24 november 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 28 oktober 2021 | 8 november 2021 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 28 oktober 2021 | 29 november 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:
het niveauverschil tussen straat en inkom van de handelsruimte mag niet meer bedragen dan 2 cm. Dit is momenteel 5 cm;
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
in- en uitsprongen in hellende daken dienen op ten minste 0,60 m van de perceelsgrens te worden ingeplant. De bredere dakkapellen houden slechts 0,25 m afstand van de perceelsgrens;
- artikel 26 Afvalverzameling:
functies anders dan wonen, dienen een afgescheiden ruimte voor afvalberging te hebben die voorzien wordt van verluchting en minimaal 4 vierkante meter groot is. De handelsruimte heeft dit niet;
er worden geen fietsstalplaatsen voorzien;
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag kan gunstig worden geadviseerd voor het wijzigen van de functie autobergplaats naar dienstverlening (schoonheidssalon) op de gelijkvloerse verdieping.
Het pand ligt in de zone verspreide bewinkeling. De Beleidsnota Detailhandel 2020 stelt dat kleinschalige commerciële ruimten (zoals in dit geval 38m²) als wijkverzorgende functies kunnen toegevoegd worden aan de zone voor verspreide bewinkeling.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag voldoet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak van schaal, het ruimtegebruik en de bouwdichtheid. Het gebouw past in de bestaande straatwand en het gabarit van de woningen uit zijn omgeving. De schaal van de aanvraag is overeenstemmend met deze van de omgeving.
De aanvraag maakt deel uit van een aaneengesloten bebouwing, bestaande uit 2 bouwlagen met een zadeldak. zowel de linker als de rechter aanpalende bestaan uit dit gabarit. De aanvraag bestaat zelf uit 2 bouwlagen met een zadeldak en voldoet dus eveneens aan dit gabarit.
De afwijking op artikel 15 van de bouwcode is stedenbouwkundig aanvaardbaar. De in- en uitsprongen in hellende daken dienen op ten minste 0,60 m van de perceelsgrens te worden ingeplant. De dakkapellen in de voorliggende aanvraag houden slechts 0,25 m afstand van de perceelsgrens. Vermoedelijk zijn deze dakkapellen opgericht met de bouw van het gebouw en kunnen als geacht vergund worden beschouwd.
Verder werden achteraan 20 garageboxen opgericht in plaats van de 16. Echter zijn deze ook vermoedelijk gebouwd met de bouw van de garages en kunnen deze als geacht vergund worden beschouwd.
Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag voldoet aan de goede ruimtelijke ordening op vlak visueel-vormelijke elementen.
In de voorgevel wordt aan de linkerzijde een poort naar 2 autobergplaatsen vervangen door een deur met raam. De wijzigingen aan de voorgevel vormen een eerlijke vertaling van de achtergelegen handelsfunctie.
De gevels worden afgewerkt met witte kalksteen, rode en witte gevelsteen en zwartkleurig PVC buitenschrijnwerk. Deze materialen passen binnen de omgeving waarop de aanvraag betrekking heeft en zijn dus aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Naar voorwaarden wordt meegenomen om het niveauverschil tussen straat en inkom van de handelszaak intern op te lossen zodat dit maximaal 2 cm bedraagt, conform artikel 18 van de verordening toegankelijkheid.
Naar voorwaarden wordt meegenomen om intern een verluchte afvalberging van minimum 4 m² te voorzien, conform artikel 26 van de bouwcode.
Functies anders dan wonen, dienen een afgescheiden ruimte voor afvalberging te hebben die voorzien wordt van verluchting en minimaal 4 vierkante meter groot is. De handelsruimte heeft dit niet.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 3 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op de functiewijziging naar handelsruimte. Minder dan 100 m² detailhandel met parkeernorm op maat = 1.
Er verdwijnen door de verbouwing 2 parkeerplaatsen. Deze worden bijgeteld bij de parkeerbehoefte. Bestaande parkeerplaatsen moeten maximaal behouden worden.
De werkelijke parkeerbehoefte is 3 .
|
De plannen voorzien in 4 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Er worden 4 extra garageboxen voorzien.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 4 .
Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 3 – 4 < 0 .
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 3 – 4 < 0 . Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus van toepassing op 0 plaatsen.
|
Fietsvoorzieningen
Naar voorwaarden wordt meegenomen om 3 fietsstalplaatsen te voorzien, conform artikel 29 van de bouwcode.
Voor dit project dienen er 1 overdekte, afsluitbare fietsstalplaatsen voorzien te worden + 2 fietsstalplaatsen voor klanten Deze werden niet ingetekend. Mogelijks kunnen deze in de extra garagebox worden voorzien.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. het niveauverschil tussen straat en inkom van de handelszaak is intern op te lossen zodat dit maximaal 2 cm bedraagt, conform artikel 18 van de verordening toegankelijkheid.
3. Er moet een verluchte afvalberging van minimum 4 m² voorzien worden, conform artikel 26 van de bouwcode;
4. Er moeten 3 fietsstalplaatsen voorzien worden, conform artikel 29 van de bouwcode;
5. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 1 oktober 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 28 oktober 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 27 december 2021 |
Verslag GOA | 8 december 2021 |
naam GOA | Gerd Cryns |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. het niveauverschil tussen straat en inkom van de handelszaak is intern op te lossen zodat dit maximaal 2 cm bedraagt, conform artikel 18 van de verordening toegankelijkheid.
3. er moet een verluchte afvalberging van minimum 4 m² voorzien worden, conform artikel 26 van de bouwcode;
4. er moeten 3 fietsstalplaatsen voorzien worden, conform artikel 29 van de bouwcode;
5. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.