Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021149121 |
Gegevens van de aanvrager: | NV HUIS RIJSWIJCK met als contactadres Lange Gasthuisstraat 9 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Wapper 7 2000 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 3 sectie C nr. 1360X |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | uitbreiden van een handelspand |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 01/01/1989: vergunning (86#8723478) voor het verbouwen van een gebouw;
- 17/10/1949: toelating (18#26189) voor het wijzigen van een gelijkvloerse gevel.
- vaststelling (ID: 6303) van Symmetrisch geheel van drie burgerhuizen in Louis-Philippestijl als bouwkundig erfgoed.
Vergunde toestand
- functie: handelspand met woonfunctie op derde bouwlaag;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Huidige toestand
- functie: handelspand met personeelsruimte op derde bouwlaag;
- bouwvolume:
- gevelafwerking conform vergunde toestand.
Gewenste toestand
- functie: handelspand met stock en personeelsruimten op derde bouwlaag;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van de functie wonen naar handel op de tweede verdieping;
- verbouwen van een handelshuis:
- wijzigen van de voorgevel;
- voorzien van zaak-gebonden publiciteit.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen | 28 oktober 2021 | 26 november 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Autonoom gemeentebedrijf voor vastgoed en stadsprojecten in Antwerpen | 28 oktober 2021 | 2 november 2021 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 28 oktober 2021 | 8 november 2021 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 28 oktober 2021 | 28 oktober 2021 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 28 oktober 2021 | 28 oktober 2021 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 28 oktober 2021 | 7 december 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: culturele, historische en/of esthetische waarde, overdruk - detailhandel (dh) en artikel 6: zone voor centrumfuncties - stedelijke functies (ce6).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgend punt:
- artikel 2.1.2 Harmonieregel en referentiebeeld:
de ramen aan de linkerzijde op het gelijkvloers worden vervangen door guillotine ramen. Deze raamtypologie en het samenvoegen van de twee rechtertraveeën in een vitrineraam is niet kenmerkend voor het Neoklassiek pand.
Ook de witzwarte uitvalschermen zijn niet kenmerkend voor dit type pand.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
de ramen aan de linkerzijde op het gelijkvloers worden vervangen door guillotine ramen. Deze raamtypologie en het samenvoegen van de twee rechtertraveeën in een vitrineraam is niet kenmerkend voor het Neoklassiek pand.
Ook de witzwarte uitvalschermen zijn niet kenmerkend voor dit type pand.
er worden geen fietsenstalplaatsen voorzien;
het haakse gevelbord dat voorzien wordt aan de linkerzijde heeft een onvoldoende afstand van de eigendomsgrens, slechts ca. 0,20 m in plaats van 0,60 m.
Het reclamebord heeft een uitsprong van 0,80 m uit de gevel. Dit is meer dan het maximale 0,60 m.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Het omvormen van de woonfunctie op de tweede verdieping naar personeelsruimten en stock is in overeenstemming met de bestemmingsvoorschriften van het RUP Binnenstad.
Het handelspand is functioneel inpasbaar in de omgeving van de Wapper en de Meir.
Het advies van de dienst Ondernemen en Stadsmarketing luidt als volgt:
“Gunstig advies voor het herinrichten van een bestaand commercieel pand met het oog op een nieuwe huurder/gebruiker, na lange periode van leegstand. Het pand is gelegen in het afgebakende hoofdkernwinkelgebied Centrum Antwerpen (zone A1) waar er maximaal ingezet wordt op het aantrekken van nieuwe en het versterken van bestaande handelsfuncties.”
Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid
Het bouwvolume blijft ongewijzigd. De interne aanpassingen komen de gebruikskwaliteit van het handelspand ten goede.
Cultuurhistorische aspecten
De werken zijn gesitueerd in een pand dat is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten. Voor gebouwen opgenomen in de inventaris wordt de wijziging van de bestaande toestand van elk gebouw en/of constructie onderworpen aan de wenselijkheid van behoud. Het behoud van de elementen met historische, stedenbouwkundige, architecturale, bouwhistorische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur.
Conform artikel 5 §2 van de stedenbouwkundige verordening – bouwcode dd. 25 oktober 2014 moet de beschrijvende nota van de bouwaanvraag voldoende informatie bevatten over het cultuurhistorisch profiel van de aanwezige elementen zodat vergunningverlenende overheid deze kan afwegen.
Er werd advies gevraagd aan de dienst Monumentenzorg. Hun advies kan als volgt worden samengevat:
“De aanvraag heeft betrekking op een deel van een symmetrisch geheel gevormd door drie burgerhuizen in Louis-Philippestijl, te dateren omstreeks 1855. Het bouwdossier werd niet teruggevonden, ontwerper noch aannemer zijn gekend. De bouwheer is wellicht de jeneverstoker en diamantair François Meeùs-Trachez, die al in 1860 het linker pand palend aan zijn hotel op de Meir liet verbouwen. Oorspronkelijk maakten de gronden ook deel uit van dit perceel…
Het hogere middenpand van zeven traveeën en de flankerende panden van elk drie traveeën, omvatten drie bouwlagen onder schild- en zadeldaken (pannen). Het bepleisterde en beschilderde gevelfront rust op een grotendeels verbouwde pui. Allen hebben neoclassicistische bepleisterde en beschilderde lijstgevels met grotendeels verbouwde pui. Ze dateren uit het midden van de 19e eeuw maar de aanwezigheid van muurankers kan wijzen op een oudere kern. De percelering van het gebouwencomplex werd gewijzigd. Het nummer 7 bestaat momenteel uit vijf traveeën. De uiterst twee rechtse traveeën van het nummer 5 werden toegevoegd aan het nummer 7 alsook een deel van het schilddak.
Het middenpand (nr. 5) onderscheidt zich door een bredere en meer uitgewerkte middentravee, wijzend op de oorspronkelijke dubbelhuisopstand. Deze wordt op de tweede verdieping gemarkeerd door een vensteromlijsting zoals op de eerste verdieping, en een balkon met voluutconsoles en gietijzeren borstwering. Op de begane grond resterende twee rechter traveeën met schijnvoegen en rechthoekige vensters, oorspronkelijk op doorlopende lekdrempels. Deze behoren nu tot het pand nummer 7. De overige traveeën werden in 1927 voor het eerst verbouwd tot winkelpui, toen nog met behoud van de koetspoort tussen pilasters. De eerste verdieping onderscheidt zich door hoge, rechthoekige deurvensters (ingekort in de vijf linker traveeën), gevat in geriemde omlijstingen met een schelp tussen voluten als fronton, oorspronkelijk vanaf de geprofileerde puilijst. Rechthoekige vensters in geriemde omlijstingen met oren en neuten op de lagere tweede verdieping. Een klassiek hoofdgestel met diamantkoppanelen in de fries en een houten kroonlijst op klossen en voluutconsoles, vormt de gevelbeëindiging.
Beide zijpanden (nrs. 3 en 7) vertonen een gelijkaardige opstand. Het nummer 7, voorwerp van de aanvraag, bleef vrij intact bewaard. Rondboogpoort en rechthoekige vensters op de begane grond, die wordt geritmeerd door ingediepte pilasters met schelp (verbouwd in het linkerpand). De twee traveeën die afgespleten zijn van het nummer 5 behielden hun oorspronkelijk afwerking, bestaande uit schijnvoegen. Het gelijkvloers geveldeel in de twee uiterst rechtste traveeën is aangepast in 1989 tot een hedendaagse terugspringende pui met respect voor de bovenliggende geleding. Op basis van een oude foto bewaard in het Felixarchief weten we dat ook dit geveldeel afgewerkt was met schijnvoegen. Op de eerste verdieping, zijn er oorspronkelijke deurvensters in geriemde omlijsting met oren vanaf de puilijst. De middentravee wordt gemarkeerd door een rankwerkfronton en een balkon met voluutconsoles en gietijzeren borstwering (verwijderd in het linker pand). Op de lagere tweede verdieping, bevinden zich rechthoekige vensters in geriemde omlijsting met oren en neuten, en in de middenas een lekdrempel op consoles. Het schrijnwerk werd aangepast. Klassiek hoofdgestel met houten kroonlijst. De kroonlijst van het nummer 5 is een geprofileerde lijst op modillons en brede consoles, waarboven smalle lijstkapiteeltjes. De kroonlijst van het nummer 7 is soberder uitgevoerd. Het interieur van nummer 7 werd op 0 en 1 compleet verbouwd en voorzien van betonvloeren en nieuwe trappen. Verdieping 2 en de zolder, waarvan de houten vloeren bewaard bleven, zijn verbonden met een nieuw ingebrachte stalen spiltrap.
Het object/ complex is beeldbepalend. Een object/complex is beeldbepalend wanneer de stedenbouwkundige, architecturale of esthetische waarde hoog zijn.
Bebouwing die de uitstraling van het plangebied bepaalt. Vanuit architecturaal oogpunt kan ze als representatief beschouwd worden voor de omgeving en vertoont ze een stedenbouwkundige samenhang met de ontstaansgeschiedenis. De architectuur wordt gekenmerkt door een hoge context- en ensemblewaarde en maakt vaak deel uit van een geheel. Ook waardevolle architectuur waarvan het oorspronkelijke ontwerp door aanpassingen werd aangetast maar waarvan het initiële idee nog leesbaar is, kan beeldbepalend werken.
Men wenst het pand te verbouwen. De interne wijzigingen zijn aanvaardbaar vanuit oogpunt Monumentenzorg. De gelijkvloerse en eerste verdieping zijn volledig verbouwd en voorzien van een betonnen vloerplaat. Hier worden de later toegevoegde trappen vervangen. Er wordt ook een lift voorzien ter hoogte van de later toegevoegde wenteltrap. De aanpassingen op de tweede en de zolderverdieping, waar de oorspronkelijke vloeren bewaard bleven, zijn beperkt.
Samen met het interieur wordt ook de voorgevel verbouwd. Men wenst de gevelindeling op het gelijkvloers te wijzigen ter hoogte van de twee rechtertraveeën. Dit geveldeel is het resultaat van een aanpassing uit 1989 waar men een hedendaagse terugspringende pui aanbracht met respect voor de oorspronkelijke gelijkvloerse en bovenliggende gevelgeleding. In de voorliggende aanvraag wenst men terug te keren naar de toestand van 1949, waar er ter hoogte van de twee huidige, geëvoceerde ramen, één groot uitstalraam aanwezig was.
Dit is niet aanvaardbaar vanuit oogpunt Monumentenzorg. Het plan uit 1949 is zelf een verbouwing van de oorspronkelijke toestand waar de twee ramen rechts van de toegangspoort wijzigden in een groot uitstalraam. De aanpassing van de gevelgeleding doet afbreuk aan de opbouw en aan de architectuurtaal en -stijl van het pand en het complex waar het deel vanuit maakt. Neoklassieke panden worden gekenmerkt door een symmetrische opbouw en verticale geleding (één raam- of deuropening per travee en per bouwlaag). Door opnieuw een opening te voorzien over twee traveeën heen wordt hieraan voorbij gegaan. Het doet niet alleen afbreuk aan de belevingswaarde en leesbaarheid van het pand en het complex waar het deel vanuit maakt maar is ook geen meerwaarde voor het naastgelegen Rubenshuis, één van de Antwerpse topmonumenten. Een terugkeer naar de initiële gevelopbouw, namelijk twee vensters ipv. één groot uitstalraam, is aangewezen. Naast de bestaande gevelopstand zijn er ook plannen (1927#28513) en fotomateriaal (GP#4081) waarop men zich kan baseren om de oorspronkelijke gevelgeleding, inclusief de gevelafwerking bestaande uit schijnvoegen, te hernemen. Deze aanpassing dient in nauw overleg met onze dienst te gebeuren.
Het is niet duidelijk of het bestaande schrijnwerk bewaard blijft. Aangezien buitenschrijnwerk een erfgoedkenmerk bij uitstek is, hechten wij bij beeldbepalende gevels bijzondere aandacht aan de detaillering en uitvoering. Indien er plannen zijn om dit te vervangen dient dit eveneens in nauw overleg met onze dienst te gebeuren.
De markiezen of uitvalschermen doen eveneens afbreuk aan de leesbaarheid. De reclame dient getoetst aan de regelgeving ter zake.
Gelet op bovenstaande argumenten wordt over deze aanvraag een voorwaardelijk gunstig advies uitgebracht.”
Het standpunt van de dienst Monumentenzorg wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt gevolgd.
Gelet op de ligging van het pand naast één van de bekendste Antwerpse monumenten, dient bij dergelijke doorgedreven gevelverbouwing het herstel van de oorspronkelijke gevelopbouw te worden nagestreefd. Het groot vitrineraam zal worden uitgesloten uit de vergunning en in voorwaarden zal worden opgenomen dat er twee verticale raamopeningen moeten worden voorzien naar analogie met de ramen links van de inkomdeur en naar analogie met de oorspronkelijke gevelopbouw. In voorwaarden zal ook worden opgenomen dat de gevelreconstructie en de detaillering van de nieuwe ramen in nauw overleg moet gebeuren met de dienst Monumentenzorg voor uitvoering. De witzwarte uitvalschermen zullen worden uitgesloten uit de vergunning.
Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag voorziet zaak-gebonden publiciteit op de voorgevel. Het haakse gevelbord voldoet niet aan de voorschriften van artikel 33 ‘Zaak-gebonden publiciteit’ van de bouwcode. In voorwaarden zal worden opgelegd dat het gevelbord maximaal 0,60 m uit het gevelvlak mag steken. Rekening houdend met de symmetrie van de gevel en de nodige minimale afstand tot de eigendomsgrenzen zal in voorwaarden worden opgenomen dat het haakse gevelbord op één van de twee verticale pilasters naast de inkomdeur moet worden voorzien.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Rekening houdend met de verordening toegankelijkheid zal in voorwaarden worden opgelegd dat de lift moet worden voorzien van automatische deuren en dat aan het vast inrichtingselement aan de kassa een verlaagd gedeelte moet worden voorzien. De hoogte tot de bovenzijde van het verlaagde gedeelte bedraagt hoogstens 80 cm. Onder het verlaagde gedeelte moet een opening zijn van minstens 70 cm hoog, minstens 90 cm breed en minstens 60 cm diep.
Het voorzien van een afvalberging conform artikel 26 van de bouwcode zal worden opgelegd in voorwaarden.
Mobiliteitsimpact
Toetsing parkeerbehoefte
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Het advies van de dienst Mobiliteit luidt als volgt:
“De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en functiewijziging.
Het appartement op de tweede verdieping wordt mee ingericht als handelsfunctie.
De handelsfunctie breidt uit met 100m².
Gezien de beperkte oppervlakte (< 500m²) en de ligging in het centrum van de stad is er geen parkeerbehoefte voor deze uitbreiding. De werkelijke parkeerbehoefte is 0.”
Fietsvoorzieningen
Er worden geen fietsenstalplaatsen voorzien. De dienst Mobiliteit adviseert om voor het personeel van de handelsfunctie één fietsstalplaats te voorzien conform artikel 29 ‘Fietsenstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen’ van de Bouwcode. Gelet op het open plan van het gelijkvloers is dit niet mogelijk. Een afwijking kan worden toegestaan aangezien een fietsenstalling op het gelijkvloers hinderlijk zou zijn voor het gebruik van de handelsruimte.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. twee verticale raamopeningen te voorzien aan de rechtse zijde op het gelijkvloers in plaats van één groot vitrineraam, naar analogie met de ramen links van de inkomdeur en de oorspronkelijke gevelopbouw;
3. de reconstructie van de gevel en de detaillering van de ramen in nauw overleg met de dienst Monumentenzorg te doen voor uitvoering van de werken;
4. detailtekeningen van het buitenschrijnwerk alvorens plaatsing ter goedkeuring voor te leggen aan de dienst Monumentenzorg;
5. het haakse gevelbord met de zaak-gebonden publiciteit met een uitsprong van maximum 0,60 m uit het gevelvlak te voorzien op één van de twee verticale pilasters naast de inkomdeur, conform artikel 33 van de bouwcode;
6. de lift te voorzien van automatische deuren conform artikel 21 van de gewestelijke verordening inzake toegankelijkheid;
7. het vast inrichtingselement aan de kassa te voorzien van een verlaagd gedeelte met de hoogte tot de bovenzijde hoogstens 80 cm. Onder het verlaagde gedeelte moet een opening zijn van minstens 70 cm hoog, minstens 90 cm breed en minstens 60 cm diep conform artikel 28 van de gewestelijke verordening inzake toegankelijkheid;
8. een afvalberging te voorzien conform artikel 26 van de bouwcode.
Uitsluitingen
9. het voorzien van één groot vitrineraam aan de rechtse zijde van de inkomdeur;
10. de witzwarte uitvalschermen op het gelijkvloers.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 29 september 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 28 oktober 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 27 december 2021 |
Verslag GOA | 9 december 2021 |
naam GOA | Katrine Leemans |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. twee verticale raamopeningen te voorzien aan de rechtse zijde op het gelijkvloers in plaats van één groot vitrineraam, naar analogie met de ramen links van de inkomdeur en de oorspronkelijke gevelopbouw;
3. de reconstructie van de gevel en de detaillering van de ramen in nauw overleg met de dienst Monumentenzorg te doen voor uitvoering van de werken;
4. detailtekeningen van het buitenschrijnwerk alvorens plaatsing ter goedkeuring voor te leggen aan de dienst Monumentenzorg;
5. het haakse gevelbord met de zaak-gebonden publiciteit met een uitsprong van maximum 0,60 m uit het gevelvlak te voorzien op één van de twee verticale pilasters naast de inkomdeur, conform artikel 33 van de bouwcode;
6. de lift te voorzien van automatische deuren conform artikel 21 van de gewestelijke verordening inzake toegankelijkheid;
7. het vast inrichtingselement aan de kassa te voorzien van een verlaagd gedeelte met de hoogte tot de bovenzijde hoogstens 80 cm. Onder het verlaagde gedeelte moet een opening zijn van minstens 70 cm hoog, minstens 90 cm breed en minstens 60 cm diep conform artikel 28 van de gewestelijke verordening inzake toegankelijkheid;
8. een afvalberging te voorzien conform artikel 26 van de bouwcode.
Uitsluitingen
9. het voorzien van één groot vitrineraam aan de rechtse zijde van de inkomdeur;
10. de witzwarte uitvalschermen op het gelijkvloers.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.