Terug
Gepubliceerd op 27/12/2021

2021_CBS_10278 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2021152280. Vijfde Havendok - kaai 373. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 24/12/2021 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_10278 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2021152280. Vijfde Havendok - kaai 373. District Antwerpen - Goedkeuring 2021_CBS_10278 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2021152280. Vijfde Havendok - kaai 373. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:

- een openbaar onderzoek te houden;

- advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2021152280

Gegevens van de aanvrager:

NV COLOMBUS - HTC met als contactadres Industriedok 373 te 2030 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

BVBA Afvalstoffen Verwerking Milmort (0479262350) met als contactadres Industriedok 373 te 2030 Antwerpen,

NV COLOMBUS - HTC (0475329989) met als contactadres Industriedok 373 bus N te 2030 Antwerpen en

NV MILIEUTECHNIEKEN EN -DIENSTVERLENING (0447473272) met als contactadres Industriedok 373 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Vijfde Havendok - kaai 373 2030 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 14 sectie A nr. 436X

waarvan:

 

-          20180626-0054

afdeling 14 sectie A nr. 436X (Colombus nv)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Uitbreiding en wijzigingen aan een bestaand tankcleaningbedrijf;

Inrichting voor tankcleaning en - herstelling: verandering door wijziging en uitbreiding

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

Relevante voorgeschiedenis

-      Op 12 maart 2020 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een omgevingsvergunning (OMV_2019007090) voor een verandering door wijziging en uitbreiding;

-      Op 14 september 2017 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een omgevingsvergunning (2017000904) voor het bouwen van tanks, een loods en een luifel;

-      Op 10 februari 2017 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B//20162649) voor het plaatsen van drie OWS-tanks in een bestaande betonnen inkuiping;

-      Op 23 september 2016 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B//20161474) voor de uitbreiding van een inkuiping, plaatsen van een opslagtank en bouwen van een loods;

-      Op 6 september 2013 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HVN/B//20133463) voor het bouwen van drie opslagtanks, een inkuiping en regularisatie van vijf buffertanks;

-      Op 19 december 2003 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/2002/B/0154 – 20023803) voor het bouwen van onderhouds- en reinigingshallen en waterbehandeling;

-      Op 20 juni 2008 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/2007/B/0158/2007100158) voor de bouw en regularisatie van een containercleaning en opslagbedrijf.

 

Inhoud van de aanvraag

-          Het verwijderen van een opslagtank in tankenpark 1;

-          Uitbreiden van tankenpark 2;

-          Plaatsen van nieuwe tanks in verschillende tankenparken;

-          Verplaatsen en regulariseren prefab units;

-          Verwijderen van zes mobiele containers;

-          Verplaatsen van weegbrug;

-          Verplaatsen trap;

-          Aanpassen opvangbakken tankcleaning;

-          Regulariseren reeds geplaatste valbeveiliging;

-          Regulariseren en uitbreiden kantoorgebouw.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorgeschiedenis

Op 27 maart 2003 werd door de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning verleend voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit voor tankcleaning en -herstelling, voor een termijn verstrijkend op 27 maart 2023. Nadien werden er nog diverse vergunningen verleend voor veranderingen.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft in hoofdzaak een verandering van de opslag van afvalwaters, waswaters en olie-waterslibmengsels.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

2.2.5.e)3°

opslag en nuttige toepassing - opslag en fysisch-chemische behandeling, al of niet in combinatie met een mechanische behandeling, van andere niet gevaarlijke afvalstoffen met een opslagcapaciteit van meer dan 25 ton;

+5.792,00 ton

2.2.5.f)2°

opslag en nuttige toepassing - opslag en fysisch-chemische behandeling, al of niet in combinatie met een mechanische behandeling, van andere gevaarlijke afvalstoffen met een opslagcapaciteit van meer dan 1 ton;

+5.522,00 ton

2.4.5.

tijdelijke opslag van gevaarlijke afvalstoffen in afwachting van behandeling;

+5.522,00 ton

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

+1,00 m³/uur

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

verplaatsing

17.2.1.

VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 5, deel 1 en 2, kolom 2, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel, vermeld in noot 4 bij bijlage 5, deel 1 en deel 2 (lagedrempel Seveso-inrichting)

+5.522,00 m³/ton

24.4.

laboratoria waar geen afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt.

verplaatsing

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

1.

Bij te stellen voorwaarde:

De temperatuur van het geloosde bedrijfsafvalwater mag 30°C niet overschrijden; mits uitdrukkelijk in de vergunning opgenomen, is bij een buitentemperatuur van 25°C of meer of bij een koelwaterinname met een temperatuur van 20°C of meer evenwel een overschrijding tot 35°C toegestaan, in zoverre hierdoor de temperatuur, vermeld in de milieukwaliteitsnormen voor het ontvangende oppervlaktewater niet wordt overschreden.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Er wordt toestemming gevraagd om, bij een buitentemperatuur van 20 °C of meer, het bedrijfsafvalwater te mogen lozen aan een temperatuur van maximaal 35 °C.

2.

Bij te stellen voorwaarde:

Parameter

Eenheid

Milieu-kwaliteitsnorm gemiddelde (JG-MKN)

Milieu-kwaliteitsnorm maximum (MAC-MKN)

Milieu-kwaliteitsnorm gemiddelde (JG-MKN)

Milieu-kwaliteitsnorm maximum (MAC-MKN)

Indelings-criterium GS

Niet-ionogene en kationische oppervlakteactieve stoffen

µg/l

1.000

niet van toepassing

1.000

niet van toepassing

1.000

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Er wordt voor non-ionische detergenten een aparte lozingsnorm van 3 mg/l gevraagd.

3.

Bij te stellen voorwaarde:

De behandelings- en opslagruimten voor vloeibare afvalstoffen zijn zo geconstrueerd dat accidenteel uit de recipiënten ontsnapte vloeistoffen en morsvloeistoffen worden opgevangen in een inkuiping.

Dubbelwandige houders, uitgerust met een permanent lekdetectiesysteem, hoeven niet in of boven een inkuiping geplaatst te worden. De bevloering, opvanggoten, opvangputten en inkuiping zijn ondoordringbaar en chemisch inert voor de vloeistoffen die ermee in contact kunnen komen. De inkuiping kan de vloeistofmassa die bij lekkage kan vrijkomen, weerstaan. Tenzij het anders vermeld is in de milieuvergunning, moet de inhoud van de opvangputten of de inkuiping minstens gelijk zijn aan de hoeveelheid vloeistoffen die in het betreffende compartiment worden opgeslagen.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Er wordt gevraagd om voor de berekening van de capaciteit van de inkuiping de bepalingen onder Vlarem II, Art. 5.17.4.3.7. §2 te mogen volgen.


 

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

15 november 2021

9 december 2021

Gunstig

Water-link

11 november 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 












Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Industriedok en 5e Havendok – Gebied voor waterweginfrastructuur. Ten noorden en zuidoosten van de aanvraag loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat. De Scheldelaan ten zuiden van de aanvraag heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Ten zuidoosten van de aanvraag hebben de sporen naar de Ijslandbundel Gebied voor spoorweginfrastructuur als bestemming.

 

Binnen de straal van 500 meter is tevens het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Oosterweelverbinding – wijziging (Besluit van de Vlaamse regering 20 maart 2015) van kracht. Op circa 150 meter ten zuidoosten van de aanvraag bevindt zich volgens dit plan een overdruk met als aanduiding Gebied voor ongelijkvloerse wegeninfrastructuur.

 

Op circa 215 m ten zuiden van de aanvraag bevindt zich de grens van het afgebakende zeehavengebied. Buiten de afbakeningslijn is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing, met bestemmingen Bestaande waterweg (voor de Schelde), Natuurgebied en Bijzonder natuurgebied.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

Er werd een afwijking op de gewestelijke hemelwaterverordening aangevraagd. Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, kan het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke

redenen met betrekking tot de mogelijkheden van hergebruik of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is.

De aanvrager vraagt gemotiveerd om een afwijking op het aspect infiltratie. Ten zuiden van het bedrijfsterrein is bij de aanpalende buur een zware olievervuiling geweest. De sanering is nog steeds lopende en op het terrein is daartoe een folie aangelegd. De aanvrager geeft aan dat het hierdoor technisch niet mogelijk is om een infiltratievoorziening te plaatsen zonder de lopende sanering te verstoren.

Er wordt geadviseerd om -zoals bij eerdere vergunningsaanvragen  - de gevraagde afwijking op het aspect infiltratie toe te staan gelet op de specifieke terreinkenmerken met gekend aanwezige bodemverontreinigingen. Bovendien bevindt het terrein zich nabij de dokken en speelt infiltratie in deze omgeving ook geen significante rol in het tegengaan van verzilting van de polders, het voeden van de grondwatertafel met oog op grondwaterwinningen of de

aanwezigheid van natuur gevoelig aan grondwatertafelschommelingen. (bron: “Onderzoek over de toepassing van het hemelwaterbesluit in het Antwerps havengebied op de rechteroever, in het bijzonder de mogelijke rol van infiltratie in het tegengaan van de verzilting van het grondwater, IMDC 2012”)

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

Functionele inpasbaarheid

Op een terrein gelegen aan de zuidzijde van het Industriedok, ingericht voor de cleaning van containers met vloeibare producten en een waterzuiveringsinstallatie voor het waswater, wenst men werken uit te voeren die zowel een uitbreiding, verandering als regularisatie inhouden. De aanvraag omvat met name:

-      Het verwijderen van een opslagtank, met een inhoud van 60 m³, in tankenpark 1. In het zuiden van dit tankenpark worden 3 nieuwe tanks geplaatst met elk een inhoud van 100 m³ en een hoogte van 15 meter. De prefab-units ten noorden van tankenpark 1 worden verplaatst naar het noorden van tankenpark 2.

-      Het uitbreiden van tankenpark 2 met circa 590 m² langs de oostzijde. Hier worden twee tanks geplaatst met elk een inhoud van 2500 m³ en een hoogte van 14 meter. Om deze uitbreiding te kunnen realiseren, dienen 5 mobiele containers en een betonnen opstand met pompen en piping verwijderd te worden. Binnen in tankenpark 2 worden tevens 3 tanks bijgeplaatst met elk een inhoud van 100 m³ en een hoogte van 15 meter.

-      Het bouwen van een nieuw tankenpark (tankenpark 6) ten zuiden van tankenpark 2 en ten oosten van de waterzuivering, met daarin 3 tanks met een inhoud van 90 m³ en een hoogte van 8 meter. Ten zuiden van tankenpark 6 wordt de waterzuivering uitgebreid met een buffer BIO4. Om deze werken te kunnen uitvoeren dienen 6 prefab units verwijderd te worden.

-      Ten oosten van tankenpark 2 wordt een nieuw tankenpark (tankenpark 5) gebouwd met daarin 9 tanks met een inhoud van 35 m³ en een hoogte van 6 meter ter vervanging van de 5 mobiele containers. Tussen tankenpark 2 en tankenpark 5 wordt een weegbrug geplaatst die elders op het terrein ingeplant stond. In het noorden van het tankenpark worden verschillende technieken geplaatst. Om deze werken te kunnen uitvoeren, worden prefab-units verplaatst naar het noorden van tankenpark 2.

-      Het opvangbekken in het oosten van het terrein wordt opgedeeld in kleinere bekkens. Ten oosten daarvan werd reeds valbeveiliging geplaatst waarvoor geen vergunning voor werd aangevraagd. De aanvrager wenst dit te regulariseren.

-     Het bureelgebouw wordt uitgebreid en eerdere uitbreidingen die niet werden aangevraagd, zitten nu mee als regularisatie vervat in voorliggende aanvraag.

 

De nieuwe gebouwen en constructies dragen bij tot de verdere exploitatie van het bedrijf waardoor de aanvraag functioneel inpasbaar is.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

 

Visueel-vormelijke elementen

De nieuwe tanks, bijhorende inkuipingen en andere nieuwe constructies zijn qua materiaalgebruik en kleur gelijkaardig aan de reeds bestaande gebouwen en constructies.

De nieuwe constructies zijn inpasbaar binnen de industriële context van de aanvraag

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit. De aanvraag is onder andere nog niet helemaal conform de tankenparkrichtlijn.  Ook het college hecht belang aan dit advies.

 

De nieuwe en te regulariseren uitbreiding aan het kantoor-en cafetariagebouw gebeurt met containerunits. Dat kantoor-en cafetariagebouw is in 2007 vergund als gebouwencomplex van geschakelde bureelcontainers. Aangezien de gewenste uitbreiding beperkt in oppervlakte en volume is ten opzichte van het reeds vergunde complex kan de uitbreiding gunstig worden geadviseerd.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte.

 


Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

Op de site zijn er 3 vennootschappen actief: Colombus-HTC, MTD en AVM. Colombus-HTC is gespecialiseerd in tankcleaning en tankherstelling. Verder worden er door Colombus-HTC ook niet-gevaarlijke goederen en IMDG-goederen opgeslagen. MTD richt zich op activiteiten zoals scheepscleaning en -ontgassing. AVM staat in voor de verwerking van waswaters, afvalwaters en slibs.

 

Onderhavige aanvraag heeft voornamelijk betrekking op de opslag van afvalwaters, waswaters en oliewaterslibmengsels (OWS-mengsels). Deze worden uitgebreid tot een totaal van 17.720 m³. Meer bepaald werden er 5 mobiele tankcontainers (1 x 31 m³ en 4 x 24 m³) vervangen door 9 vaste opslagtanken van elk 35 m³, worden er 3 nieuwe vaste houders van elk 90 m³ voorzien voor de opslag van niet gevaarlijke afvalwaters, worden er zowel in tankenpark 1 als 2 3 nieuwe vaste houders van elk 100 m³ voorzien voor de opslag van OWS-mengsels en worden er 2 vaste houders van elk 2.500 m³ bijgeplaatst voor de opslag van OWS-mengsels. De vaste houders tank 4.6 en tank 4.53 tot en met tank 4.58 zijn niet langer in gebruik en mogen uit de vergunning geschrapt worden.

 

Het betreft een lagedrempel Seveso-inrichting. De aanwezigheid van Seveso-stoffen wordt uitgebreid met 5.522 ton tot 17.728 ton.

 

Volgens het aanvraagdossier zijn alle bovengrondse vaste houders bij MTD enkelwandig uitgevoerd en zijn ze opgesteld in een inkuiping. Enkel de tank T 4.8. is dubbelwandig en bevindt zich eveneens in een inkuiping.

 

De tankcleaning en de omliggende opslag is volledig voorzien van de nodige vloeistofdichte verhardingen, afvoerleidingen en inkuipingen. Er is een volledig ingekuipte ADR-parking aanwezig. Het hemelwater afkomstig van de ADR-parking en de terreinen wordt opgevangen in een bekken van 250 m³ en gezuiverd in de waterzuivering. Ook de overloop van de hemelwaterput is aangesloten op dit bekken. Het water uit dit bekken wordt verwerkt in de waterzuivering waarna het geloosd wordt in het dok. Een deel van het terreinwater, afkomstig van de toegang/rijweg (niet-verontreinigd hemelwater) wordt rechtstreeks geloosd in het dok.

 

Het vergunde lozingsdebiet wordt uitgebreid met 1 m³/uur tot 50 m³/uur. De waterzuivering wordt uitgebreid met een nieuwe biologische zuivering, werkend volgens het SBR-principe (sequencing batch reactor).

 

Verder wordt in het aanvraagdossier aangegeven dat het controlelaboratorium en enkele airco’s van locatie wijzigen.

Het aanvraagdossier omvat een verzoek tot bijstelling van enkele voorwaarden van VLAREM II. Zo vraagt men om een bijstelling van artikel 4.2.3.1 dat de mogelijkheid biedt om toch bedrijfsafvalwater met een temperatuur van meer dan 30°C te lozen bij een buitentemperatuur van 25°C of meer of bij een koelwaterinname met een temperatuur van 20°C, indien uitdrukkelijk toegestaan in de omgevingsvergunning. De exploitant vraagt de bijstelling aan omdat de laatste jaren tijdens warme perioden bedrijfsafvalwater werd geloosd met een temperatuur hoger dan 30°C.

De gevraagde bijstelling is gangbaar en kan verleend worden.

 

Verder vraagt men een bijzondere lozingsnorm voor non-ionische detergenten van 3 mg/l. Het bedrijf werd aangemaand door afdeling Handhaving nadat men een overschrijding van deze norm had vastgesteld.

Het betreft geen prioritair (gevaarlijke) stoffen. De gevraagde lozingsnorm bedraagt minder dan 10 maal het indelingscriterium (1 mg/l).

 

De exploitant vraagt tevens een bijstelling van artikel 5.2.2.5.2§3 dat stelt dat de opslagruimten voor vloeibare afvalstoffen zo geconstrueerd zijn dat accidenteel uit de recipiënten ontsnapte vloeistoffen en morsvloeistoffen worden opgevangen in een inkuiping. Tenzij anders vermeld in de omgevingsvergunning moet de inhoud van de opvangputten of de inkuiping minstens gelijk zijn aan de hoeveelheid vloeistoffen die in het betreffende compartiment worden opgeslagen. De exploitant vraagt om voor inkuiping 5 beroep te mogen doen op de bepalingen van artikel 5.17.4.3.7 dat stelt dat de inkuiping moet voorzien zijn op het waterinhoudsvermogen van de grootste houder. In inkuiping 5 worden 9 vaste houders van elk 35 m³ geplaatst. De netto capaciteit van inkuiping 5 is 106,7 m³.

Voor inkuipingen 1, 2 en 3 werd in het verleden reeds dezelfde bijstelling verleend. Gelet op het groot beschikbaar volume in de inkuiping kan de gevraagde bijstelling verleend worden.

 

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

2.2.5.e)3°

opslag en nuttige toepassing - opslag en fysisch-chemische behandeling, al of niet in combinatie met een mechanische behandeling, van andere niet gevaarlijke afvalstoffen met een opslagcapaciteit van meer dan 25 ton;

+5.792,00 ton

2.2.5.f)2°

opslag en nuttige toepassing - opslag en fysisch-chemische behandeling, al of niet in combinatie met een mechanische behandeling, van andere gevaarlijke afvalstoffen met een opslagcapaciteit van meer dan 1 ton;

+5.522,00 ton

2.4.5.

tijdelijke opslag van gevaarlijke afvalstoffen in afwachting van behandeling;

+5.522,00 ton

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

+1,00 m³/uur

16.3.2°b)

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW;

verplaatsing

17.2.1.

VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 5, deel 1 en 2, kolom 2, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel, vermeld in noot 4 bij bijlage 5, deel 1 en deel 2 (lagedrempel Seveso-inrichting)

+5.522,00 m³/ton

24.4.

laboratoria waar geen afvalwater eigen aan de laboratoriumtechnieken gegenereerd wordt.

verplaatsing

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

9 november 2021

Start openbaar onderzoek

18 november 2021

Einde openbaar onderzoek

17 december 2021

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

29 december 2021

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

18 november 2021

17 december 2021

0

0

0

0

 

Informatievergadering

Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.

 

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

DienstTaak
SW/VHet advies te bezorgen aan de instantie die om het advies gevraagd heeft.




Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.