Terug
Gepubliceerd op 27/12/2021

2021_CBS_10313 - Omgevingsvergunning - OMV_2021157021. Maria-Henriëttalei 13. Disctrict Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 24/12/2021 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2021_CBS_10313 - Omgevingsvergunning - OMV_2021157021. Maria-Henriëttalei 13. Disctrict Hoboken - Goedkeuring 2021_CBS_10313 - Omgevingsvergunning - OMV_2021157021. Maria-Henriëttalei 13. Disctrict Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021157021

Gegevens van de aanvrager:

BVBA MOSACH met als contactadres Maria-Henriëttalei_HO 13 te 2660 Antwerpen

Ligging van het project:

Maria-Henriëttalei_HO 13 2660 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 38 sectie B nr. 275Y30

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een garage tot tuinpaviljoen en heraanleggen van de tuin bij een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          20/01/2017: vergunning (20162491) voor het renoveren van een eengezinswoning;

-          06/12/1961: toelating (1055#57) voor een Nieuwe eengezinswoning.

Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand

-          eengezinswoning van 2 bouwlagen onder hellend dak in halfopen bebouwing;

-          rechts achter het huis: een vrijstaande garage van 4 op 7 m onder plat dak met kroonlijsthoogte circa 2,5 m tot een bouwdiepte van circa 27,7 m ten opzichte van de voorgevellijn van de woning;

-          gevelafwerking van garage:

  • houten poort-, deur- en raamkaders;
  • plint in breuksteen, gevel in bruinrode gevelsteen.

-          inrichting:

  • voortuinstrook van circa 6,4 m;
  • oprit in de voor- en zijtuin en verhard terras achter de woning.

Huidige toestand

-          de woning zelf maakt geen voorwerp uit van de aanvraag;

-          de garage en tuin stemmen overeen met de laatst vergunde toestand, afgezien van:

  • nieuw terras in klinkers in de achtertuin naast en achter de garage;
  • het dak van de garage en de rechterscheidingsmuur ter hoogte van de garage werd verhoogd;
  • nieuw grasperk en trappenpartij in de voortuin.

Gewenste toestand

-          de woning zelf is uitgesloten uit de aanvraag;

-          bouwvolume tuinconstructie:

  • garage wordt uitgebreid tot tuinpaviljoen van 1 bouwlaag onder schilddak, waarbij ook de rechterscheidingsmuur wordt uitgebreid;
  • nieuwe kroonlijsthoogte 2,85 m, nokhoogte 4,5 m en bouwdiepte van circa 32,7 m ten opzichte van de voorgevellijn van de woning;

-          gevelafwerking tuinconstructie:

  • nieuwe gevelafwerking in grijskleurige stenen beplating op buitenisolatie, nieuwe antracietkleurige dakpannen;
  • nieuw buitenschrijnwerk en garagepoort in antracietkleurig aluminium;

-          inrichting:

  • regulariseren van de voortuin;
  • ontharden van de zijtuin en aanleggen van sporen in gewapende grasdallen;
  • in de achtertuin: behoud van het terras achter de woning, aanleg van een zwembad en nieuwe tegelverharding;
  • verwijderen oude stookolietank in functie van de plaatsing van een nieuwe infiltratievoorziening van 5000 liter, 11 m² in de zijtuin.

Inhoud van de aanvraag

-          verbouwen en uitbreiden van een tuinberging (garage) tot tuinpaviljoen;

-          aanleggen van nieuwe verhardingen en een zwembad in de zij- en achtertuin;

-          regulariseren van het heraanleggen van de voortuin;

-          de eengezinswoning zelf maakt geen voorwerp uit van de aanvraag.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    er is geen dakopstand van minstens 30 cm voorzien ter hoogte van het nieuwe hellende dak van de tuinconstructie.
  • Artikel 39 Infiltratie- en buffervoorzieningen:

Er kan aan de hand van de plannen niet worden nagegaan of de niet overdekte terrassen grenzend aan een tuin of andere onverharde bodem aangelegd worden met een helling van 1 à 2% om het regenwater hiernaar te laten afwateren en op natuurlijke wijze te laten infiltreren.

 

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van een artikel van de bouwcode:

 

Stabiliteit en scheidingsmuren (art34):

-          De scheimuur van het bijgebouw met de aanpalende werd niet uitgevoerd met een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de Bouwcode. Van dit voorschrift kan met het oog op het voorkomen van brandoverslag niet afgeweken worden. Met het oog op het voorkomen van brandoverslag kan van dit artikel enkel afgeweken worden als de brandwerendheid van het dak voldoende is. In voorwaarde wordt een minimale brandklasse opgelegd voor de dakbekleding.

Infiltratie- en buffervoorzieningen (art.39)

-          Er kan aan de hand van de plannen niet worden nagegaan of de aanvraag voldoet aan artikel 39 van de bouwcode. Het is niet duidelijk of de verhardingen afwateren in de aanpalende groenstroken. Dit wordt dan ook opgenomen als voorwaarde van vergunning.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag heeft betrekking op het uitbreiden van een tuinberging. De bestemming van eengezinswoning op het perceel blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag heeft betrekking op de uitbreiding van het bijgebouw. In dit bijgebouw wordt na de uitbreiding gebruikt als een garage en tuinpaviljoen. Naast de uitbreiding wordt een nieuw terras en zwembad voorzien. De totale verharding in de achter- en zijtuinstrook blijft na de uitbreiding beperkt tot 1/3. Er blijft hierdoor voldoende onverharde ruimte over. Het voorstel is bijgevolg ruimtelijk aanvaardbaar.

 

Visueel-vormelijke elementen

Het bijgebouw wordt voorzien in een stenen beplating. De gevraagde aanpassingen zijn visueel dan ook gepast in de omgeving.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing omdat de in deze aanvraag vervatte werken geen aanleiding geven tot de vermeerdering van het aantal woongelegenheden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. het gedeelte van het dak gelegen naast een scheidingsmuur die geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakisolatie die valt onder brandreactie klasse A1 of A2 (EN 13501-1) of de plafondzijde te beschermen is met een materiaal met brandwerendheid van minimaal EI60;

2. alle verhardingen moeten voldoen aan artikel 39 van de bouwcode;

3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

12 oktober 2021

Volledig en ontvankelijk

3 november 2021

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

2 januari 2022

Verslag GOA

13 december 2021

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

2

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Tijdens de periode van de bevraging werden 2 bezwaarschriften ingediend, wat zich als volgt laat samenvatten:

 

  1. Rechten op gemene muren: Het bezwaar dat er niet voldaan is aan bepaalde burgerlijke rechten. Het bezwaar geeft te kennen dat men de bestaande scheidingsmuur wenst te behouden;

Beoordeling: Overeenkomstig artikel 4.2.22. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening hebben stedenbouwkundige vergunningen een zakelijk karakter en worden ze  verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten. Het bezwaar is niet van stedenbouwkundige aard. Het bezwaar is ongegrond;

 

  1. Verlies natuurlijke lichtinval: Het bezwaar dat er door de realisatie van de uitbreiding een groot verlies zal zijn aan natuurlijke zonlicht in de tuinzone van de aanpalende;

Beoordeling: Het is correct dat het geplande project hoger reikt dan de bestaande garage. De kroonlijst komt echter slechts beperkt hoger te liggen (circa 30 cm) dan de huidige kroonlijst en de helling van het dak bedraagt slecht 40°. Ter plaatse van de huidige garage kan dus gesteld worden dat de nieuwe situatie geen verschil zal maken voor de bezwaar indieners ten opzichte van de bestaande situatie. Het volume wordt ook in de diepte uitgebreid met circa 5 meter. Hier komt de kroonlijst van het nieuwe volume effectief ongeveer 80 cm hoger dan de huidige tuinmuur. Enerzijds stellen we echter vast dat de bezwaarindiener zelf op die plek een aanzienlijk en hoog groenvolume, met name bamboe, heeft geplant. Anderzijds betreft dit percelen met een tuindiepte van 34 meter en een breedte van meer dan 12 meter, waardoor er gesteld kan worden dat impact van het nieuwe volume op de bezonning van de tuin beperkt blijft. Het bezwaar is ongegrond;.

 

  1. Inkijk dakramen natuurlijke lichtinval: Het bezwaar dat er inkijk wordt gerealiseerd door de dakramen in de tuinpaviljoen;

Beoordeling: De geplaatste dakramen voldoen aan het burgerlijk wetboek lichten. Daarnaast is het door de interne verdeling niet mogelijk om rechtstreeks zicht te verkrijgen vanuit paviljoen. Het bezwaar is ongegrond;

 

  1. Vrees voor schade: Het bezwaar dat de verbouwing wellicht schade aanbrengt aan het aanpalend perceel en diens tuinzone;

Beoordeling: Het bezwaar tegen mogelijke verzakking van het aangrenzend eigendom betreft een uitvoeringstechnische aangelegenheid die losstaat van de stedenbouwkundige beoordeling van de aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de aanvrager/bouwheer zich te ontzien van burgerrechtelijke afspraken vóór en tijdens de uitvoer der werken. Het bezwaar is ongegrond;

 

  1. Overlast door werkzaamheden: Het bezwaar tegen de overlast die gecreëerd wordt tijdens de werkzaamheden

De realisatie van elk bouwproject veroorzaakt een zekere overlast naar zijn omgeving. Dit is een noodzakelijk kwaad met een tijdelijke dimensie, die bovendien politioneel is geregeld. Dit aspect vormt geen beletsel om de aanvraag te weigeren. Het bezwaar is ongegrond;

 

  1. Harmonie: Het bezwaar dat het project niet in harmonie is met het referentiebeeld van de omgeving;

Beoordeling: Het is inderdaad correct dat het project afwijkt van het referentiebeeld in de omgeving omwille van materiaalgebruik, volume en gevellengte. Toch kan er gesteld worden dat een uitbreiding aan het bijgebouw, gelet op de grootte van de tuinzone, kan worden toestaan. De inpasbaarheid wordt ook behandeld in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. Het bezwaar is ongegrond;

 

  1. Open ruimte: Het bezwaar dat het project niet in overeenstemming met artikel 27 van de bouwcode (open ruimte)is :

Beoordeling: De zij en achtertuinzone heeft volgens de plannen een totale oppervlakte van 485m². Er wordt in het ontwerp een totale verharding voorzien van 161m². De aanvraag blijft hierdoor in overeenstemming met dit artikel. Het bezwaar is ongegrond;

 

  1. Infiltratie en Buffervoorzieningen: Het bezwaar dat er niet kan worden nagegaan of het dossier voldoet aan artikel 39 van de bouwcode:

Beoordeling: Het is correct dat dit aspect niet vkan worden nagegaan op de plannen. Er wordt in ieder geval wel een infiltratiebuffer voorzien, maar de afwateringen van de terrassen is onduidelijk. Dit wordt dan ook opgenomen als voorwaarde van vergunning. Het bezwaar is deels gegrond;

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. het gedeelte van het dak gelegen naast een scheidingsmuur die geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakisolatie die valt onder brandreactie klasse A1 of A2 (EN 13501-1) of de plafondzijde te beschermen is met een materiaal met brandwerendheid van minimaal EI60;

2. alle verhardingen moeten voldoen aan artikel 39 van de bouwcode;

3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.