Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021100216 |
Gegevens van de aanvrager: | mevrouw Lies Vervoort met als adres Oudedonklaan 22 te 2100 Antwerpen |
Ligging van het project: | Oudedonklaan 22 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 32 sectie B nrs. 0 en 593L5 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | regulariseren van een bijgebouw en een fietsenberging |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 16/04/2021: Proces-verbaal (11002_2021_13940_VPV) voor het stakingsbevel bouwmisdrijf betreffende een constructie in de tuinzone;
- 31/08/2016: vergunning (20161161) voor het verbouwen van een eengezinswoning;
- 26/08/1964: vergunning (19644335) voor verbouwingswerken.
Vergunde/vergund geachte toestand
- tuinberging achteraan het perceel over de volledige perceelsbreedte;
- bouwvolume:
- inrichting:
Huidige toestand
- het perceel is deel van het vastgesteld bouwkundig erfgoed en het onroerend erfgoed beheersplan ‘Unitas Tuinwijk’, een tuinwijk uit het interbellum naar ontwerp van E. van Steenbergen, bestaande uit 199 woningen met ommuurde en omhaagde voortuintjes, bijkomend is deze tuinwijk, en dus ook de woning waarop voorliggende aanvraag betrekking heeft, beschermd als stads- en dorpsgezicht;
- tuinberging en fietsenberging in tuin;
- tuinberging opgedeeld met 3 te onderscheiden delen:
- bouwlijn gelegen op een afstand ten opzichte van de perceelgrenzen links 0,23m, achteraan 0,80m en rechts 0,70m;
- oppervlakte: 59,3m²;
- hellend dak met kroonlijsthoogte van 2,6m en nokhoogte van 3m;
- bouwlijn gelegen op de rechter perceelgrens;
- oppervlakte: 8,1m²
- hellend dak met kroonlijsthoogte van 1,85m en nokhoogte van 2m;
- bouwlijn links op 1m van de linker perceelgrens;
- oppervlakte: 22,8m²;
- hellend dak met kroonlijsthoogte van 2,2m en nokhoogte van 2,8m;
- fietsenberging:
- inrichting:
Gewenste toestand
- tuinberging en fietsenberging in tuin;
- tuinberging opgedeeld met 3 te onderscheiden delen:
- bouwlijn gelegen op een afstand van 0,23m ten opzichte van de linker perceelgrens, bouwlijn achteraan en rechts op de perceelsgrens;
- oppervlakte: 63m²;
- hellend dak met kroonlijsthoogte van 2,6m en nokhoogte van 3m;
- fietsenberging: overeenkomstig bestaande toestand;
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- herbouwen van de tuinberging;
- bouwen van een nieuwe fietsenberging.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Onroerend Erfgoed | 15 november 2021 | 16 december 2021 | Ongunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 15 november 2021 | 10 december 2021 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied met culturele, historische en/of esthetische waarde. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen). In gebieden en plaatsen van culturele, historische en/of esthetische waarde wordt de wijziging van de bestaande toestand onderworpen aan bijzondere voorwaarden, gegrond op de wenselijkheid van het behoud, (Artikel 6 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het bijzonder plan van aanleg BPA nr. 7 Eksterlaar, goedgekeurd bij koninklijk besluit van 13 april 1971. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: plaatsen bestemd voor groepsbouw van sociale woningen-art.15.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Bijzondere plannen van aanleg (BPA's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met:
- de bepalingen van het gewestplan:
woongebieden met cultureel, historische en/of esthetische waarde + aanvullende voorschriften gp 14 : art 1, º1 punt 3 (bruinomrand, stedelijke agglomeratie);
- de bepalingen van het bijzonder plan van aanleg ‘BPA NR.7 EKSTERLAAR’:
plaatsen bestemd voor groepsbouw van sociale woningen –Art.15.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgende punten:
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend punt:
Het is verplicht om nieuwe daken van meldings- en vergunningsplichtige constructies aan te leggen als een groendak, indien deze daken een helling hebben van minder dan 15° en een oppervlakte hebben van ten minste 20 m². De nieuwe tuinberging heeft een oppervlakte van 63m² en wordt niet voorzien van een groendak.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat wijzigingen aan een tuinberging achteraan de tuin van een eengezinswoning. De bestaande functies blijven behouden en zijn functioneel inpasbaar in de woonwijk waar het perceel gelegen is.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid - Cultuurhistorische aspecten
De inplanting van de tuinberging is ongewijzigd, op circa 28 m achter de achtergevel van de woning.
Vermits de woning gelegen is in het beschermd stadsgezicht Unitas Tuinwijk, werd het advies ingewonnen van het Agentschap Onroerend Erfgoed en de stedelijke dienst Monumentenzorg:
“In het beheersplan is opgenomen dat de oppervlakte van dergelijke bijgebouwen beperkt moet blijven tot 2,40 x 3,40 meter en de hoogte maximaal 2,30 meer mag zijn. Bijkomend wordt ook gesteld dat de oppervlakte van de uitbreidingen in de tuinzone (aanbouw aan woningen en bergingen in tuinzone) niet meer dan ¼ van het tuinperceel mag innemen.
Het voorstel voldoet niet aan deze voorwaarden.”
Het betreft een bestaand en vergunde tuinberging van circa 97 m². In de nieuwe toestand wordt de oppervlakte gewijzigd naar 73m², waardoor het aandeel bebouwde oppervlakte op het perceel verkleind wordt ten opzichte van de vergunde toestand, en het aandeel open ruimte vergroot. De tuinberging is op circa 50 m van de straat gelegen en van hieruit bijna niet zichtbaar, waardoor vanuit stedenbouwkundig oogpunt afgeweken kan worden van de maximale oppervlakte opgelegd in het beheersplan. Voor de hoogte van de constructie daarentegen wordt in voorwaarde opgenomen te voldoen aan de maximaal toegelaten hoogte van 2,30 m. Dit ook om de hinder naar de aangrenzende tuinen te beperken.
Momenteel is nog een losstaand bijgebouw aanwezig in de tuin dat als fietsenberging gebruikt wordt. Om de bijgebouwen en bergingen op het perceel te bundelen wordt in voorwaarde opgenomen de fietsenberging af te breken en deze te integreren in de nieuwe tuinberging, zonder volumeuitbreiding.
Visueel-vormelijke elementen
De tuinberging wordt afgewerkt met houten gevelbekleding en krijgt aan de voorgevel een dubbelde deur (2,55m hoogte en 1,7m breedte) en 2 ramen (elk 1,35m hoogte en 1,2m breedte op een borstwering van 1,2m hoogte).
De voorgestelde afwerking is eigen aan de constructie van een tuinberging en vanuit stedenbouwkundig oogpunt aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Zoals hierboven besproken, om de hinder naar de aangrenzende percelen te beperken wordt in voorwaarde opgenomen de maximale hoogte van de tuinberging te verlagen naar 2,30 m.
Verder is het plat dak van het nieuw volume niet voorzien van een groendak. Dit is in strijd met artikel 38 van de bouwcode. Het nieuw plat dak moet conform dit artikel worden voorzien van een groendak. Dit wordt eveneens als voorwaarde opgenomen.
Het perceel is groter dan 250 m² en ligt niet in een beschermingszone type I of II van een drinkwaterwingebied, waardoor een infiltratie conform de hemelwaterverordening moet worden voorzien. Volgende opties worden opgenomen in voorwaarde: de nieuwe tuinberging niet aan te sluiten op de riolering van de woning en het hemelwater op natuurlijke wijze te laten infiltreren in een naastgelegen groenzone of een infiltratievoorziening met een minimaal volume van 788 liter en een minimale oppervlakte van 1,26 m² te voorzien op de overloop vooraleer aan te sluiten op de riolering van de woning.
Mits voldaan wordt aan de gestelde voorwaarden, is de aanvraag in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de hoogte van de nieuwe tuinberging te verlagen naar 2,30 m en te voorzien van een groendak;
2. de nieuwe tuinberging niet onmiddellijk aan te sluiten op de riolering van de woning en het hemelwater op natuurlijke wijze te laten infiltreren in een naastgelegen groenzone of een infiltratievoorziening met een minimaal volume van 788 liter en een minimale oppervlakte van 1,26 m² te voorzien op de overloop vooraleer aan te sluiten op de riolering van de woning;
Uitsluitingen
3. alle handelingen, werken en wijzigingen op het perceel, met uitzondering van deze aan de tuinberging.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 20 oktober 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 15 november 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 14 januari 2022 |
Verslag GOA | 28 december 2021 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
1 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
1. Volume:
De bezwaarindiener heeft bezwaar tegen het volume van de nieuwe tuinberging, die boven de tuinmuur uitsteekt. Hierdoor is het zicht weg op het groen dat bezwaarindiener had.
Beoordeling:
Het bezwaar is gegrond. De nieuwe tuinberging is 3 m hoog. De voorgestelde hoogte van deze constructie heeft een negatieve impact op de omgeving en is niet in overeenstemming met de voorgeschreven hoogte in het beheersplan. Zoals ook besproken in ‘de toetsing aan de goede ruimtelijke ordening’ wordt in voorwaarde opgenomen de hoogte van de tuinberging te beperken tot 2,30 m en deze te voorzien van een groendak.
2. Waardeverlies:
Door de constructie zal de woning van de bezwaarindier aan waarde verliezen.
Beoordeling:
Het bezwaar is ongegrond. Het bezwaar is niet van stedenbouwkundige aard.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de hoogte van de nieuwe tuinberging te verlagen naar 2,30 m en te voorzien van een groendak;
2. de nieuwe tuinberging niet onmiddellijk aan te sluiten op de riolering van de woning en het hemelwater op natuurlijke wijze te laten infiltreren in een naastgelegen groenzone of een infiltratievoorziening met een minimaal volume van 788 liter en een minimale oppervlakte van 1,26 m² te voorzien op de overloop vooraleer aan te sluiten op de riolering van de woning;
Uitsluitingen
3. alle handelingen, werken en wijzigingen op het perceel, met uitzondering van deze aan de tuinberging.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.