Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2021136440 |
Gegevens van de aanvrager: | NV ROEFS met als contactadres Boerinnestraat 26 te 2030 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | NV ROEFS (0477780032) met als contactadres Boerinnestraat 26 te 2030 Antwerpen |
Ligging van het project: | Boerinnestraat 26 te 2030 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 7 sectie G nr. 1333W36 |
waarvan: |
|
- 20180525-0040 | afdeling 7 sectie G nr. 1333W36 (Roefs N.V.-K55) |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | Vervangen verhardingen en gewoonlijk gebruik voor opslag afvalstoffen. Op- en overslagbedrijf van afvalstoffen: verandering door wijziging en uitbreiding |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 16/10/2015: stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20152158) voor het bouwen van een kantoor met werkplaats en loods;
- 09/07/2015: stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20151262) voor het slopen van een bestaande loods en bureelcontainers.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft:
- het uitbreken en heraanleggen van verhardingen (deels regularisatie);
- een grond gewoonlijk gebruiken voor de opslag van afvalstoffen.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 28 juli 2016 werd door de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning verleend voor het exploiteren van een op- en overslagbedrijf van afvalstoffen, voor een termijn verstrijkend op 28 juli 2036. Enkel het ontgassen van containers en scheepsruimten werd op proef verleend tot 28 juli 2018. Nadien werd er nog 1 vergunning geweigerd voor een verandering.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft voornamelijk een uitbreiding met opslag en ontwatering van diverse slibs en ruimingsspecie.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
2.1.2.d)2° | opslag en overslag van andere afvalstoffen dan vermeld in e) (asbesthoudend afval) of f) (gemengde afvalstoffen, mengsels van afvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen) niet aan verwerking verbonden, met een opslagcapaciteit van meer dan 100 ton; | -192 ton |
2.2.5.a)3° | opslag en fysisch-chemische behandeling van niet gevaarlijke slibs van meer dan 25 ton; | +1.600 ton |
2.2.5.b)2° | opslag en fysisch-chemische behandeling van gevaarlijke slibs van meer dan 1 ton; | 192 ton |
2.2.8.b) | opslag en behandeling van bagger- of ruimingsspecie die niet voldoet aan de bepalingen voor het gebruik van bodemmaterialen, vermeld in het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 en het VLAREBO-besluit van 14 december 2007: mechanische, fysisch-chemische of biologische behandeling; | +1.000 m³ |
2.3.7.c) | opslag en behandeling van bagger- of ruimingsspecie die niet voldoet aan de bepalingen voor het gebruik van bodemmaterialen, vermeld in het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 en het VLAREBO-besluit van 14 december 2007: opslag van bagger- of ruimingsspecie in afwachting van behandeling; | +1.000 m³ |
2.3.7.d) | opslag en behandeling van bagger- of ruimingsspecie die niet voldoet aan de bepalingen voor het gebruik van bodemmaterialen, vermeld in het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 en het VLAREBO-besluit van 14 december 2007: mechanische, fysisch-chemische of biologische behandeling van bagger- of ruimingsspecie; | +1.000 m³ |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | +95,25 m³/uur |
63.2° | opslag en ontwatering van bagger- of ruimingsspecie die voldoet aan de bepalingen voor het gebruik van bodemmaterialen, vermeld in het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 en het VLAREBO-besluit van 14 december 2007: opslag en ontwatering. | 2.500 m³ |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden uit vergunning of meldingsakte
1. | Bij te stellen voorwaarde: Voorgesteld alternatief/aanvulling: |
2. | In de bestaande vergunning met referentie MLAV1-2016-0014 werden 15 bijzondere voorwaarden opgelegd. De hieronder gebruikte nummering verwijst naar de corresponderende nummers in dat besluit. - 2: deze voorwaarde gaat over vloeistofdichte folie in het laguneringsveld Voorgesteld alternatief/aanvulling: |
Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden
1. | Bij te stellen voorwaarde: Voorgesteld alternatief/aanvulling: |
2. | Bij te stellen voorwaarde: Voorgesteld alternatief/aanvulling: |
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu | 23 november 2021 | 20 december 2021 | Gunstig |
Water-link | 24 november 2021 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden volgende bestemmingsvoorschriften:
- Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven;
- Gebied voor waterweginfrastructuur voor het Amerikadok en het Vijfde Havendok;
- Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur voor de Oosterweelsteenweg;
- Gebied voor spoorinfrastructuur;
- Overdrukken Leidingstraat.
Binnen de straal van 500 meter is eveneens het GRUP Oosterweelverbinding van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 16 juni 2006). Volgens dit GRUP loopt op circa 360 meter ten zuiden van de aanvraag een overdruk met als aanduiding Gebied voor ongelijkvloerse wegeninfrastructuur – Oosterweeltunnel. Ter hoogte van de Scheldelaan en de Oosterweelsteenweg geldt het bestemmingsvoorschrift Gebied voor wegeninfrastructuur.
Binnen de straal van 500 meter is tevens het GRUP Oosterweelverbinding – wijziging van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 20 maart 2015). Volgens dit GRUP gelden volgende bestemmingsvoorschriften:
- Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven;
- Gebied voor wegeninfrastructuur ter hoogte van de Scheldelaan;
- overdruk Werfzone ten noorden en zuiden van het gebied voor wegeninfrastructuur;
- overdruk Zone voor landschappelijke en functionele inpassing van wegeninfrastructuur;
- Natuurgebied;
- Parkgebied.
Tot slot zijn binnen de afbakening van het grootstedelijk gebied Antwerpen, bepaald in het gelijknamig gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan, de bestemmingen van het gewestplan Antwerpen nog van toepassing, met als bestemming Bijzonder natuurgebied.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke hemelwaterverordening is volgens de beschrijvende nota niet van toepassing op de aanvraag aangezien de bestaande klinkerverharding enkel wordt vervangen door een betonverharding en er dus geen bijkomende verharding aangelegd wordt. Dit is echter een foutieve benadering, ook bij de heraanleg van verhardingen (herbouw) is de verordening van toepassing en zijn er dus infiltratieverplichtingen. In het Omgevingsloket daarentegen wordt wel correct aangeduid dat de hemelwaterverordening in principe wel van toepassing is, maar dat het hemelwater door contact met de verharde oppervlakte zo vervuild kan worden dat het als afvalwater moet worden beschouwd. Het afvalwater wordt geloosd via een KWS-afscheider en IBA.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid - Visueel-vormelijke elementen
Op een industrieterrein gelegen langs het Amerikadok wordt, ter hoogte van kaai 55, een deel van een bestaande asfalt- en klinkerverharding vervangen door een vloeistofdichte betonvloer in functie van de op- en overslag van verschillende soorten afvalstoffen.
Het terrein is, zoals vergund in 2016 (referentie HVN/B/20152158), volledig aangelegd met een asfaltverharding, uitgezonderd een strook klinkers langsheen de kade. Aangezien deze asfalt- en klinkerverharding voor de opslag van afvalstoffen niet beschouwd wordt als vloeistofdichte verharding, was het voor de exploitant niet mogelijk om op deze verhardingen afvalstoffen op te slaan. Een deel van de asfalt- en klinkerverharding (circa 1.200 m²) werd reeds vervangen door beton. Een ander deel van de nog overblijvende oppervlakte aan klinkers (circa 410 m²) wordt eveneens vervangen door beton. Circa 500 m² (9 meter x 55 meter) van deze betonverharding zal gebruikt worden voor het stockeren van maximaal 1.000 m³ ontwaterde niet-gevaarlijke slibs of ruimingsspecie in afwachting van afvoer. Deze afvalstoffen worden maximaal 3 meter hoog gestapeld.
De nieuwe betonverharding en het gewoonlijk gebruik ervan maken de verdere exploitatie van het bestaand industrieel bedrijf mogelijk waardoor de aanvraag zich functioneel inpast binnen het industrieveld.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag betreft het vervangen van een asfalt- en klinkerverharding door een betonverharding en het gewoonlijk gebruik ervan in functie van de stockage van materiaal. Er wordt aldus geen vrije ruimte ingenomen. De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de Brandweerzone Antwerpen. Dit advies is voorwaardelijk gunstig. Ook de lokale overheid hecht belang aan het brandweeradvies.
Wegens de nabijheid van een waterleiding werd advies gevraagd aan Water-link. Zij hebben echter geen tijdig advies uitgebracht. De aanvrager is wettelijk verplicht om voor de start van de werken een klip-klim melding uit te voeren.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte en geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De activiteiten van Roefs omvatten industriële reiniging, scheepsreiniging, rioolwerken, ruimingswerken, ontstoppingen, tankreiniging, … . In de meeste gevallen wordt het opgehaalde materiaal rechtstreeks afgevoerd naar erkende verwerkers. Gezien Roefs echter ook actief is buiten de openingsuren van deze verwerkers en het vaak economisch voordeliger is om kleine hoeveelheden te verzamelen tot grotere partijen alvorens af te voeren, gebeurt er op- en overslag en behandeling van afvalstoffen op de bedrijfssite.
Sinds januari 2020 heeft Roefs een bijkomende site in gebruik in Puurs waardoor de opslag en behandeling van kleine en grote partijen ruimingsspecie niet langer in Antwerpen gebeurt. Omwille van flexibiliteitsredenen wenst men de corresponderende indelingsrubrieken wel in de vergunning te behouden. Het laguneringsveld in Antwerpen wordt tegenwoordig volledig gebruikt voor het opslaan en ontwateren van niet gevaarlijke slibs (rioolslib, rioolkolkenslib, veegvuil en materiaal uit zandvangers en overstorten). Kleine hoeveelheden van deze afvalstoffen worden in het veld samengebracht en ontwaterd met het oog op meer economische afvoer naar erkende verwerkers.
Er werd een vloeistofdichte betonverharding aangelegd langs de kade in functie van de opslag van 1.000 m³ materiaal. De aanleg van deze verharding zorgt ervoor dat het nu mogelijk is om droge (ontwaterde) niet-gevaarlijke slibs en/of ruimingsspecie uit het laguneringsveld te halen en tijdelijk op te slaan op de verharding, in afwachting van de afvoer per schip. De van toepassing zijnde indelingsrubrieken worden bijgevolg uitgebreid met 1.000 m³ / 1.600 ton tot een totaal van 2.500 m³ / 4.000 ton. In het aanvraagdossier wordt gesteld dat de som van de slibs of ruimingsspecie in het laguneringsveld en op de vloeistofdichte vloer nooit de 2.500 m³ (4.000 ton) zal overschrijden.
Het laguneringsveld en de vloeistofdichte vloer zouden ook kunnen gebruikt worden voor de opslag en ontwatering van ruimingsspecie die voldoet aan de bepalingen voor gebruik als bodemmateriaal volgens het Bodemdecreet en VLAREBO. Men vraagt dus ook rubriek 63.2 aan (2.500 m³).
De vloeistofdichte bekkens (160 m³) die voorheen werden gebruikt voor de op- en overslag van rioolslib, dat nu opgeslagen wordt in het laguneringsveld en op de vloeistofdichte vloer, worden nu gebruikt voor de opslag en ontwatering van carwashslib.
Afvalwaters die ontstaan bij het ontwateren van de verschillende afvalstoffen zoals carwashslib, rioolslib en filmsnippers worden niet geloosd, maar afgevoerd naar erkende verwerkers. Het water uit het laguneringsveld wordt eveneens afgevoerd naar een erkende verwerker. Aanvankelijk had men de bedoeling om het afvalwater afkomstig van het laguneringsveld, samen met het potentieel verontreinigd hemelwater van de verharding, te zuiveren in een eigen zuiveringsinstallatie. De zuiveringsinstallatie werd geplaatst, maar voldeed niet aan de verwachtingen. Het potentieel verontreinigd hemelwater van de verhardingen (vloeistofdichte vloer voor opslag ontwaterd slib en asfaltverharding) en het waswater (wassen buitenkant vrachtwagens) wordt via een KWS-afscheider met coalescentiefilter en IBA (huishoudelijk afvalwater) geloosd. Men vraagt een lozingsdebiet aan voor bedrijfsafvalwater van 97,25 m³/uur.
De nieuwe vloeistofdichte vloer voor de opslag van ontwaterd slib dient zo geconstrueerd te worden dat er geen mogelijkheid is dat potentieel verontreinigd hemelwater rechtstreeks in het dok kan terecht komen. Er wordt aangeraden om in de IBA alleen huishoudelijk afvalwater te laten passeren zodat de werking van de IBA niet gestoord wordt ten gevolge van verontreinigingen in het bedrijfsafvalwater.
Het potentieel verontreinigd hemelwater is afkomstig van de asfaltverharding (verontreinigingen mogelijk bij eventuele morsingen bij overpompen van slib naar het laguneringsveld) en de vloeistofdichte vloer (opslag van ontwaterd slib). De vraag stelt zich of de voorziene KWS-afscheider wel voldoende is om het bedrijfsafvalwater te zuiveren. Te meer daar de exploitant initieel voorzag om het potentieel verontreinigd hemelwater mee te zuiveren in de eigen waterzuiveringsinstallatie. Het is aangewezen dat het bedrijfsafvalwater periodiek bemonsterd en geanalyseerd wordt.
De opslag van afvalstoffen die voor de meeste geuremissies kunnen zorgen, zoals carwashslib en fysico-chemische slibs, gebeurt in afgesloten containers en opvangbekkens in de loods. De afvalstoffen die buiten worden opgeslagen, worden bij aankomst en voor aanvaarding organoleptisch gekeurd om significante geurhinder op de site te voorkomen. In geval van extreme geuremissie wordt de vracht niet gelost op de bedrijfssite, maar doorgestuurd naar een erkend verwerker.
Men vraagt in dit kader een bijstelling van een eerder opgelegde bijzondere voorwaarde om geurhinder te voorkomen, die stelt dat bekkens en containers waarin rioolslib en FC-slib worden opgeslagen maximaal afgesloten moeten worden en ze enkel bij laden en lossen geopend mogen worden. Specifiek voor het rioolslib argumenteert de exploitant dat het rioolslib in belangrijke mate bestaat uit RWA-slib, rioolkolkenslib, materiaal uit zandvangers en veegvuil. Hiervan is geen geurhinder te verwachten wegens geen contact met septische waters. De toename in het volume rioolslib en aanverwante niet-gevaarlijke slibs op het terrein en de hieruit volgende opslag van dit materiaal in het laguneringsveld in plaats van de opslagbekkens in de loods maakt het afdekken van deze afvalstoffen onmogelijk volgens de exploitant. Men verwijst verder naar de organoleptische keuring bij aanvaarding van deze afvalstoffen op de site.
Het is aangewezen dat de voorziene procedure voor de aanvaarding van de slibs die in het laguneringsveld worden opgeslagen (organoleptische keuring, weigeringen noteren in weigeringsregister) wordt opgelegd als bijzondere voorwaarde.
De opslag van rioolslib en aanverwante slibs in het laguneringsveld betreft vochtige afvalstoffen. Deze geven bijgevolg geen aanleiding tot stofontwikkeling. De opslag van ontwaterde slibs op de vloeistofdichte vloer kan in uitzonderlijk droge periodes aanleiding geven tot stofontwikkeling. Indien dit het geval is, wordt hemelwater gebruikt om deze afvalstoffen te besproeien.
In het subadvies van 20 december 2021 van het Havenbedrijf Antwerpen wordt gevraagd om alle nodige maatregelen te nemen zodat stof- en geurhinder naar de omgeving wordt voorkomen. De omliggende bedrijfsterreinen, het verkeer en het scheepvaartverkeer mogen in geen geval nadelige effecten ondervinden ten gevolge van stof- of geurhinder.
Verder vraagt de exploitant nog een bijstelling, meer bepaald het schrappen, van enkele eerder opgelegde bijzondere voorwaarden inzake waterzuivering (waterzuiveringsinstallatie niet meer aanwezig), vloeistofdichte folie in het laguneringsveld (uitgevoerd in vloeistofdichte beton) en het ontgassen van scheepsruimen (activiteit wordt niet uitgevoerd).
Men vraagt ook om de eerder verleende bijstellingen over het tijdstip van af- en aanvoer van afvalstoffen (ook voor 7 uur en na 19 uur) en het groenscherm (geen groenscherm) ook te verlenen voor wat betreft de ruimingsspecie die voldoet aan de bepalingen voor gebruik als bodemmateriaal volgens het Bodemdecreet en VLAREBO (rubriek 63).
De gevraagde bijstellingen kunnen verleend worden.
Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
2.1.2.d)2° | opslag en overslag van andere afvalstoffen dan vermeld in e) (asbesthoudend afval) of f) (gemengde afvalstoffen, mengsels van afvalstoffen en gevaarlijke afvalstoffen) niet aan verwerking verbonden, met een opslagcapaciteit van meer dan 100 ton; | -192 ton |
2.2.5.a)3° | opslag en fysisch-chemische behandeling van niet gevaarlijke slibs van meer dan 25 ton; | +1.600 ton |
2.2.5.b)2° | opslag en fysisch-chemische behandeling van gevaarlijke slibs van meer dan 1 ton; | 192 ton |
2.2.8.b) | opslag en behandeling van bagger- of ruimingsspecie die niet voldoet aan de bepalingen voor het gebruik van bodemmaterialen, vermeld in het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 en het VLAREBO-besluit van 14 december 2007: mechanische, fysisch-chemische of biologische behandeling; | +1.000 m³ |
2.3.7.c) | opslag en behandeling van bagger- of ruimingsspecie die niet voldoet aan de bepalingen voor het gebruik van bodemmaterialen, vermeld in het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 en het VLAREBO-besluit van 14 december 2007: opslag van bagger- of ruimingsspecie in afwachting van behandeling; | +1.000 m³ |
2.3.7.d) | opslag en behandeling van bagger- of ruimingsspecie die niet voldoet aan de bepalingen voor het gebruik van bodemmaterialen, vermeld in het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 en het VLAREBO-besluit van 14 december 2007: mechanische, fysisch-chemische of biologische behandeling van bagger- of ruimingsspecie; | +1.000 m³ |
3.4.2° | het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater; | +95,25 m³/uur |
63.2° | opslag en ontwatering van bagger- of ruimingsspecie die voldoet aan de bepalingen voor het gebruik van bodemmaterialen, vermeld in het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 en het VLAREBO-besluit van 14 december 2007: opslag en ontwatering. | 2.500 m³ |
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. | De nieuwe vloeistofdichte vloer voor de opslag van ontwaterd slib dient zo geconstrueerd te worden dat er geen mogelijkheid is dat potentieel verontreinigd hemelwater rechtstreeks in het dok kan terecht komen. |
2. | Er mag alleen huishoudelijk afvalwater langs de IBA passeren zodat de werking van de IBA niet gestoord wordt ten gevolge van verontreinigingen in het bedrijfsafvalwater. |
3. | Het bedrijfsafvalwater dient periodiek bemonsterd en geanalyseerd te worden. |
4. | Slibs die in het laguneringsveld worden opgeslagen, worden bij aanvaarding op de site organoleptisch gekeurd. Weigeringen van de aangevoerde vrachten worden bijgehouden in een weigeringsregister. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 22 november 2021 |
Start openbaar onderzoek | 1 december 2021 |
Einde openbaar onderzoek | 30 december 2021 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 11 januari 2022 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
1 december 2021 | 30 december 2021 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. | De nieuwe vloeistofdichte vloer voor de opslag van ontwaterd slib dient zo geconstrueerd te worden dat er geen mogelijkheid is dat potentieel verontreinigd hemelwater rechtstreeks in het dok kan terecht komen. |
2. | Er mag alleen huishoudelijk afvalwater langs de IBA passeren zodat de werking van de IBA niet gestoord wordt ten gevolge van verontreinigingen in het bedrijfsafvalwater. |
3. | Het bedrijfsafvalwater dient periodiek bemonsterd en geanalyseerd te worden. |
4. | Slibs die in het laguneringsveld worden opgeslagen, worden bij aanvaarding op de site organoleptisch gekeurd. Weigeringen van de aangevoerde vrachten worden bijgehouden in een weigeringsregister. |
Het college geeft opdracht aan:
dienst | taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |