Voor het eerste kwartaal 2021 werden 113 aanwezigheden genoteerd voor 3 districtsraden en 3 raadscommissies.
De zittingen van de raadscommissie en de districtsraad van de maand maart 2021 zijn verstreken zodat de uitbetalingen kunnen worden uitgevoerd.
Het besluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2018 betreffende het statuut van de lokale mandataris bepaalt de grenzen waarbinnen het bedrag van het presentiegeld zich moet bevinden. Deze grenzen werden vastgelegd op minimaal 28,57 euro en maximaal 124,98 euro, niet-geïndexeerd. Gekoppeld aan de spilindex komen deze bedragen sinds 1 oktober 2018 neer op minimaal 48,77 euro en maximaal 213,33 euro.
Op 7 november 2019 (jaarnummer 97) keurt de districtsraad de verhoging van de presentiegelden voor districtsraadsleden naar het wettelijk toegestane maximum (213,33 euro) met ingang van 1 januari 2020 goed, alsook dat het bedrag van het presentiegeld nadien automatisch geïndexeerd wordt. Voor het 1e kwartaal in 2021 bedraagt het geïndexeerde bedrag 217,59 euro.
Het totale bedrag van de presentiegelden voor het eerste kwartaal 2021 bedraagt 24.587,67 EUR (217,59 EUR x 113 aanwezigheden).
De presentiegelden voor de districtsraadsleden vallen ten laste van het district.
Het districtscollege keurt de presentiegelden voor de districtsraden en de raadscommissiezittingen van het eerste kwartaal 2021 goed voor een totaalbedrag van 24.587,67 EUR.
De financieel directeur verleent zijn visum en regelt de financiële aspecten als volgt:
| Omschrijving | Bedrag | Boekingsadres | Bestelbon |
| Presentiegelden district Wilrijk eerste kwartaal 2021 |
24.587,67 EUR | budgetplaats: 5080100000 budgetpositie: 6200 functiegebied: 2WIL010902A00000 subsidie: SUB_NR fonds: intern begrotingsprogramma: 2WI090110 budgetperiode: 2100 |
uitbetaling via payroll |