Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020095370 |
Gegevens van de aanvrager: | AUTONOOM GEMEENTEBEDRIJF VOOR VASTGOEDBEHEER EN STADSPROJECTEN - VESPA met als adres Paradeplein 25 te 2018 Antwerpen |
Ligging van het project: | Runcvoort ZN te 2170 Merksem (Antwerpen) |
Kadastrale gegevens: | afdeling 40 sectie C nrs. 100Z en 174K5 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen, Vegetatiewijzigingen |
Voorwerp van de aanvraag: | aanleggen van de omgeving Runcvoorthof: uitgraven van een infiltratievijver en aanleggen van fiets- en wandelpaden. |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 01/02/2019: vergunning (201969) voor de exploitatie van een bronbemaling Runcvoorthof;
- 08/01/2018: vergunning (20172138) voor het herbestemmen, restaureren en renoveren van het Runcvoorthof.
Vergunde/vergund geachte toestand
- inrichting:
Huidige toestand
- inrichting:
Gewenste toestand
- inrichting park:
- Inrichting straat: Burgemeester Leon Cornettepad;
Inhoud van de aanvraag
- omgevingsaanleg Runcvoorthof: uitgraven van een infiltratievijver en aanleggen van nieuwe weg en fiets- en wandelpaden.
Omschrijving vegetatiewijzigingen
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 14 augustus 2020 | 14 september 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
lokale politie/ centrale preventie (LP/CP) | 14 augustus 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
lokale politie/ verkeerspolitie (LP/VK/SE) | 14 augustus 2020 | 19 augustus 2020 | Geen bezwaar |
Onroerend Erfgoed | 12 september 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Vlaams gewest, Agentschap Natuur en Bos | 14 augustus 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen | 14 augustus 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Stadsontwikkeling/ beheer en onderhoud | 14 augustus 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 14 augustus 2020 | 7 september 2020 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ archeologie | 14 augustus 2020 | 24 augustus 2020 |
stadsontwikkeling/ onroerend erfgoed/ monumentenzorg | 14 augustus 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsontwikkeling/ publieke ruimte | 14 augustus 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
stadsontwikkeling/ vergunningen/ dienst milieuvergunningen | 14 augustus 2020 | 8 september 2020 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor gemeenschapsuitrusting en openbare nutsvoorziening. Onder gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen dient te worden begrepen voorzieningen die gericht zijn op de bevordering van het algemeen belang en die ten dienste van de gemeenschap worden gesteld. De idee van dienstverlening (verzorgende sector) aan de gemeenschap is derhalve rechtstreeks aanwezig. Artikel 4.4.8.van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening schrijft voor dat in gebieden die op de gewestplannen zijn aangewezen als gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen, handelingen van algemeen belang en de daarmee verbonden activiteiten te allen tijde kunnen worden toegelaten, ongeacht het publiek of privaatrechtelijk statuut van de aanvrager of het al dan niet aanwezig zijn van enig winstoogmerk. Als gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen kunnen eveneens worden beschouwd een school, een voor het publiek toegankelijke toegangsweg tot een vergund gebouwencomplex in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen en neveninrichtingen naast een autosnelweg. Alhoewel in een gebied voor gemeenschapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzieningen in principe geen gebouwen met een woonfunctie zijn toegelaten, heeft de Raad van State bovendien niettemin geoordeeld dat service-flats voor bejaarden kunnen worden vergund in dergelijk gebied. Ook een nomadenkamp werd door de Raad van State beschouwd als een gemeenschapsvoorziening en openbare nutsvoorziening. (Artikel 17 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor dagrecreatie. De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accommodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie. (Artikel 16 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een parkgebied. De parkgebieden moeten in hun staat bewaard worden of zijn bestemd om zodanig ingericht te worden, dat ze, in de al dan niet verstedelijkte gebieden, hun sociale functie kunnen vervullen. (Artikel 14 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode..
- Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota worden toegevoegd waarvan akte werd genomen
Van de archeologienota werd akte genomen door het agentschap Onroerend Erfgoed op 12/06/2017.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag omvat de omgevingsaanleg voor het Runcvoorthof. De aanvraag is conform de bestemmingsvoorschriften en dus functioneel inpasbaar.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De bestaande doodlopende straat met het draaipunt achteraan voor het Runcvoorthof wordt heraangelegd. Het einde van de straat wordt verlegd zodat het kasteel volledig in het park komt te liggen.
De aanvraag handelt over een gedeelte van het park dat in vorige aanleg niet mee was opgenomen. Door het verdwijnen van een gedeelte van de kloostervleugel is het gedeelte achter het kasteel nu ook publiek toegankelijk. Rond het kasteel worden verschillende fiets- en wandelpaden aangelegd. Tevens wordt voor het kasteel een infiltratievijver uitgegraven. Verder worden verschillende bomen gerooid en wordt opnieuw groenaanleg voorzien.
Visueel-vormelijke elementen
Voor het aanleggen van de paden in het park wordt gekozen voor sterke materialen die in overeenstemming zijn met het park. De gekozen materialen zijn kleiklinkers, kasseien, porfiersplit, grind en blauwe hardsteen.
Voor het aanleggen van de straat wordt gekozen voor sterke materialen die in overeenstemming zijn met het beeld van een straat. De gekozen wegmaterialen zijn kleiklinkers en kasseien. De geplande werken hebben een gunstig effect op de beeldkwaliteit van de straat.
Cultuurhistorische aspecten
De aanvraag is voor advies opgestuurd naar het Agentschap Onroerend Erfgoed. Zij geven voorwaardelijk gunstig advies met volgende beoordeling:
“Ons advies is gunstig als de handelingen voldoen aan volgende voorwaarden:
- het pad in originele kasseien ten westen van het kasteel wordt in het voorstel omgevormd tot een porfierpad. In de besprekingen rond de aanleg van de klinkerpaden in het park is er steeds gesteld dat dit pad diende herlegd te worden en niet mocht vervangen worden door een andere verharding. In functie van toegankelijkheid mag er eventueel wel een porfierpad van max 1m langs worden gelegd
- als beplanting voor de trappen naar het kasteel wordt een massieve beukenhaag voorzien. Ook hier werd in het verleden reeds aangegeven dat een lage sierheester wenselijker was om niet het idee van een afsluiting binnen het park te creëren.
Als ze aan deze voorwaarden voldoen, doet geen van de gevraagde handelingen afbreuk aan de bescherming. Als ze niet aan de voorwaarden voldoen, dan is ons advies ongunstig.
- heraanleg westelijk pad met de aanwezige historische kasseien
- vervangen beukenhaag voor de trappenpartij door een lage beplanting met bloeiende sierheesters”
De voorwaarden geformuleerd in dit advies zullen als voorwaarden bij de stedenbouwkundige vergunning worden opgelegd.
Bodemreliëf
De aanvraag is voor advies opgestuurd naar de dienst onroerend erfgoed/ archeologie . De dienst adviseert voorwaardelijk gunstig met volgende beoordeling:
“Het projectgebied bevindt zich buiten een archeologisch vastgestelde zone. Het projectgebied is gelegen buiten woon- en recreatiefgebied met een oppervlakte boven de 3000 m² (ca. 37 547m²) en ingreep in de bodem boven 1000 m² (reliëfwijziging van ca. 5 500m², waaronder 502 m² aan uitgraving gracht). De aanvrager is publiekrechtelijk en het gebied is gelegen buiten agrarisch gebied. Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor een archeologienota verplicht.
Een archeologienota werd ingediend door ABO nv en waarvan akte door het agentschap Onroerend Erfgoed op 12/06/2017 (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/archeologienotas/3601). Het programma van maatregelen beval een landschappelijke boorcampagne, gecombineerd met een proefputten- en proefsleuvenonderzoek voorafgaand aan de geplande werken. Het uitgestelde vooronderzoek werd uitgevoerd door Studiebureau Archeologie, de resultaten werden gebundeld en gerapporteerd in een nota waarvan aktename door het agentschap Onroerend Erfgoed op 28/01/2019 (https://loket.onroerenderfgoed.be/archeologie/notas/notas/9841). Het bijhorende programma van maatregelen gaf het terrein vrij voor verder vervolgonderzoek. Aan deze bindende voorwaarden werd voldaan.”
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De aanvraag is voor advies opgestuurd naar de milieudienst. De dienst geeft volgende beoordeling:
“Het is onduidelijk wat de hoofdbestemming is van het perceel waarop dit dossier van toepassing is. Volgens de gis-toepassing van de stad Antwerpen is dit parkgebied. Interne communicatie stelt dat het perceel net buiten parkgebied gelegen is.
Er wordt geen informatie teruggevonden over de geplande aanleg van fiets- en wandelpaden. Het is niet duidelijk waarom deze aangelegd worden (de paden in het park werden reeds vernieuwd in 2016) en of deze paden zich in het park of daarbuiten bevinden. De nieuwe verharding na de werken zal een oppervlakte van circa 460 m² hebben.
De informatie in het dossier is te beperkt om te kunnen beoordelen of er ingedeelde inrichtingen of activiteiten (IIOA’s) van toepassing zijn. Het uitgraven van een vijver is in principe niet vergunningsplichtig. Een tussentijdse opslagplaats voor uitgegraven bodem (rubriek 61) zou dit eventueel wel kunnen zijn Uit het dossier kan echter niet opgemaakt worden of deze rubriek hier van toepassing is.
Op basis van de beperkte informatie in het aanvraagdossier kan dan ook geen correcte milieutechnische beoordeling opgemaakt worden.”
Vanuit verkeersveiligheidsoogpunt zijn er geen opmerking tegen de omgevingsaanleg van het Runcvoorthof.
De geplande verbouwingswerken zijn niet storend voor de omgeving en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de inhoud van de aanvraag geen impact heeft op de parkeerbehoefte.
Toetsing van het aangevraagde aan de beoordelingsgronden van het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de heraanleg van het westelijk pad moet gebeuren met de aanwezige historische kasseien;
3. de beukenhaag voor de trappenpartij moet vervangen worden door een lage beplanting met bloeiende sierheesters.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 16 juli 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 14 augustus 2020 |
Start 1e openbaar onderzoek | 24 augustus 2020 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 22 september 2020 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 2 oktober 2020 |
Start laatste openbaar onderzoek | 12 oktober 2020 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 10 november 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 26 januari 2021 |
Verslag GOA | 15 december 2020 |
naam GOA | Gerd Cryns |
Administratieve lus
Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
Het openbaar onderzoek is niet tijdig uitgehangen.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn, werden opnieuw uitgevoerd, om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
24 augustus 2020 | 22 september 2020 | 2 | 0 | 0 | 0 |
12 oktober 2020 | 10 november 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag, die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.
1. Kosten parkaanleg: De bezwaarindiener is niet tevreden met de kosten die moeten gemaakt worden voor deze werken. Volgens hem zijn dit nutteloze kosten.
Beoordeling: Het bezwaar is een vermoeden van de bezwaarindiener en betreft geen stedenbouwkundig aspect. Het bezwaar is ongegrond.
2. Veiligheid en hygiëne: De bezwaarindiener merkt op dat in het park veel ongedierte rondloopt. En of dit wel veilig is voor de bezoekers met kinderen.
Beoordeling: Het bezwaar heeft niets te maken met de aanleg van het park. Het is daarom geen stedenbouwkundig aspect en dus is het bezwaar ongegrond.
3. Bereikbaarheid park: Doordat bij de vorige heraanleg van het park de poorten zijn verwijderd, is het park nu 24 u open. Volgens de bezwaarindiener wordt hierdoor het park ‘s nachts betreden door hangjongeren met het nodige nachtlawaai tot gevolg. Tevens maken sluikstorters hier ook gebruik van.
Beoordeling: Het toegankelijk maken van het park, behoort niet tot deze aanvraag. Dit is tijdens de vorige aanleg, zoals de bezwaarindiener al opmerkte, beslist. Het is tevens geen stedenbouwkundig punt en dus is het bezwaar ongegrond.
4. Opnieuw heraanleg: De bezwaarindiener is van mening dat het park niet opnieuw moet heraangelegd worden. Het park is recentelijk opnieuw aangelegd.
Beoordeling: De aanvraag handelt over een gedeelte van het park dat in vorige aanleg niet mee was opgenomen. Door het verdwijnen van een gedeelte van de kloostervleugel is het gedeelte achter het kasteel nu ook publiek toegankelijk. Dit vrijgekomen gedeelte wordt nu aangelegd in hetzelfde materialenpalet als het park. Het reeds aangelegde gedeelte zit niet vervat in de aanvraag. Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de heraanleg van het westelijk pad moet gebeuren met de aanwezige historische kasseien;
3. de beukenhaag voor de trappenpartij moet vervangen worden door een lage beplanting met bloeiende sierheesters.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.