Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020137166 |
Gegevens van de aanvrager: | BVBA ANTONISSEN DEVELOPMENT GROUP met als adres Napelsstraat 8 te 2000 Antwerpen en de heer Rob Anthonissen met als contactadres Napelsstraat 8 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Frans Van Hombeeckplein 12 te 2600 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 23 sectie B nrs. 515P5, 515X2, 515R5 en 584T |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | wijzigen van het aantal woongelegenheden, indeling parkeergarage en uitwerking gevels |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 19/6/2020: vergunning (20194236) voor slopen van de bestaande bebouwing en bouwen van 78 appartementen, 3 kantoorruimtes, 20 eengezinswoningen en een ondergrondse parkeergarage.
Vergunde/vergund geachte toestand
- 78 appartementen, 3 kantoorruimtes, 20 eengezinswoningen en een ondergrondse parkeergarage;
- gebouw A - Frans Van Hombeeckplein: 3 aaneengesloten volumes:
- gebouw B - Grote Steenweg:
- gebouw C – Klauwaardstraat:
- gebouw D – binnengebied: 20 eengezinswoningen:
- parkeergarage:
- binnenplein:
Huidige toestand
- garage met toonzaal, werkplaats en aanhorigheden;
- Grotesteenweg 129-135:
- percelen aan Grotesteenweg en Frans Van Hombeeckplein volledig bebouwd;
- perceel Klauwaardstraat in gebruik als parking en opslag wagens;
- gevel:
Gewenste toestand
- 77 apartementen;
- voorgevel Klauwaardstraat:
- zijgevel B Klauwaardstraat: terras op plat dak derde verdieping;
- achtergevel Klauwaardstraat:
- voorgevels binnengebied 1-8, 9-11, 12-16 en 17-20: naast voordeur komt metselwerk in plaats van aluminium beplating;
- inplantingsplan niveau 0:
- inplantingsplan niveau -1:
- grondplan niveau 0 Van Hombeeck: afvalberging in kantoorruimte;
- grondplan niveau 1 en 2 Van Hombeeck; grotere technische schacht in appartement A1.03 en A2.03 waardoor netto vloeroppervlakte met ongeveer 0,5 m verkleint naar circa 68,5 vierkante meter voor een eenslaapkamerappartement;
- grondplan niveau 3 Van Hombeeck:
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van materiaal aan de gelijkvloerse voorgevels van het binnengebied;
- verplaatsen van terrassen naar platte daken;
- creëren van een zwevend terras;
- herindelen van de bergingen in de ondergrondse garage;
- wijzigen verharding en groene delen in het binnengebied;
- toevoegen fietsenstalling in het binnengebied.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer | 5 november 2020 | 1 december 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 5 november 2020 | 7 december 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam | 5 november 2020 | 11 december 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 5 november 2020 | 18 november 2020 |
stadsontwikkeling/ publieke ruimte | 5 november 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgend punt:
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening voetgangersverkeer.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Indien het parkeren onder tuinen wordt voorzien, dient een grondlaag met een dikte van minimaal 1 meter voorzien te worden. Er werd niet overal 1m voorzien.;
De vloeidiepte van de huisaansluitingen op de perceelsgrens mag niet meer bedragen dan 0,80 meter onder het straatniveau. Het peil van de onderkant van de afvoeren ligt op -1,36m onder straatniveau.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Deze aanvraag betreft een aantal wijzigingen van een vergunde situatie die reeds beoordeeld werd. Deze wijzigingen raken niet aan de stabiliteit van het gebouw. Het vergunde dossier betreft nummer OMV_2019154466. Het gehele project telde in de vergunde toestand 78 appartementen. In deze aanvraag tot wijziging telt het project 77 appartementen. De 20 eengezinswoningen en 3 kantoor ruimtes blijven in hun aantal ongewijzigd.
De voorwaarden die werden opgenomen in voorgaand dossier en waar niet aan werd voldaan in voorliggende dossier worden alsnog opgenomen in de voorwaarden van voorliggend dossier.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De tuin van het appartement C0.01 in de Klauwaardstraat op het gelijkvloers vergroot door het wegvallen van een RWA-systeem. Dit wordt positief beoordeeld. Het gelijkvloers appartement krijgt meer tuinruimte dat vergelijkbaar is met de naastgelegen appartementen.
Een pad in de achtertuin van C0.08 in de Klauwaardstraat op het gelijkvloers wordt ingekort waardoor meer tuinruimte ontstaat voor het desbetreffende appartement.
Op de 3de verdieping van de Klauwaardstraat wordt een wijziging voorzien inzake dakterrassen. De twee straatgelegen dakterrassen van appartement C3.01 en C3.03 worden verwijderd en zijdelings voorzien. De privacy komt hierdoor niet in het gedrang en er wordt meer interne ruimte gecreëerd voor appartement C3.03. Ook voor appartement C3.06 op dezelfde verdieping is er een wijziging. Het dakterras aan de achterzijde wordt verwijderd en een deel van de oppervlakte wordt aan de voorzijde toegevoegd. Het dakterras blijft nog steeds voldoende groot voor het appartement.
De tuin van woning 20 in het binnengebied werd vergroot door een ronde groenzone met bomen uit het ontwerp te halen en te voorzien als groenzone. Deze groenzone is deels privaat en deels openbaar. De tuin van woning 20 vergroot met ongeveer 20 m², wat gunstig is voor de woonkwaliteit van deze woning.
Verder wordt de openbare ruimte in het binnengebied nog aangepast door een groenvak te voorzien voor de woningen 9 tot 11.
In appartement A1.03, A2.03 en A3.03 in de Frans Van Hombeeckplein wordt de indeling beperkt gewijzigd door een schacht te plaatsen en een berging te verkleinen. Dit is aanvaardbaar.
Verder dient er bij het parkeren onder tuinen een grondlaag met een dikte van minimaal 1 m voorzien te worden, conform artikel 30 van de bouwcode.
De deur van de berging in de Frans Van Hombeeckplein draait open op het openbaar domein. Dit is strijdig met artikel 14 van de bouwcode. In voorwaarde wordt opgelegd om de deur naar binnen toe te laten draaien.
Visueel-vormelijke elementen
De woningen die gelegen zijn in het binnengebied worden gewijzigd door enkele inkomzone dieper te voorzien op het gelijkvloers. Deze nis die door de aanvraag dieper ligt was in voorgaande aanvraag met aluminium beplating voorzien. In voorliggende aanvraag wordt deze dieperliggende nis in gevelmetselwerk voorzien dat aansluit bij het geheel. Deze wijziging is aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
In het appartementsblok in de Frans Van Hombeeckplein worden op de 3de verdieping twee appartementen samengevoegd tot 1 appartement. Appartement A3.05 en A3.06 worden 1 appartement. De samenvoeging wordt gezien als een verbetering van woonkwaliteit voor dat appartement en wordt als gunstig beschouwd.
De appartementen in de Klauwaardstraat op het gelijkvloers zijn voorzien van grotere raamopeningen in de achtergevel naar de tuinzijde toe. Dit wordt als positief beoordeeld omwille van meer daglichttoetreding en meer zicht op de achtertuin.
In de kantoorruimte van de Frans Van Hombeeckplein werd een ruimte voor afvalberging voorzien. De intekening is aanvaardbaar en de afvalberging voldoet aan de voorwaarden opgelegd in voorgaande vergunning.
De stad Antwerpen wil een duurzaam gebruik van energie en een duurzame opwekking er van stimuleren. Daarom wil zij de toepassing van duurzame energiesystemen zo veel mogelijk aanmoedigen echter zonder dat deze onnodig hinder veroorzaken voor de omgeving. Artikel 36 van de bouwcode stelt daarom dat zonnepanelen de omwonenden niet mogen hinderen bij het onderhouden van hun eigendom. Om de visuele overlast te beperken wordt een hoogtebeperking van 1,5m op platte daken ingevoerd. Aangezien uit de bijgevoegde plannen niet kan afgeleid worden of aan dit artikel voldaan is, wordt als voorwaarde bij vergunning opgelegd dat de zonnepanelen op platte daken achter elkaar dienen geplaatst te worden met een maximale hoogte tot 1,50 meter.
Volgens artikel 41 (Kenmerken aansluiting van de leidingen met het openbaar rioolstelsel) van de bouwcode moeten de aansluitpunten van de DWA en RWA minstens 0,20 meter en hoogstens 0,50 meter uiteen gelegen zijn en mag de vloeidiepte van de huisaansluitingen op de perceelsgrens mag niet meer bedragen dan 0,80 meter onder het straatniveau. In voorliggende aanvraag liggen de afvoeren ca. 0,95m uit elkaar en ligt het peil van de onderkant van de afvoeren op -1,36m onder het straatniveau. Deze afwijkingen zijn niet aanvaardbaar. Als voorwaarde bij vergunning wordt opgelegd om de aansluitingen van de DWA en RWA aan het openbaar rioolstelsel te voorzien conform artikel 41.
Niveauverschillen van meer dan 18cm dienen steeds voorzien te zijn van een trap en lift of helling en lift. Er zijn enkele liftkokers die tot in de kelder gaan, die niet voorzien zijn van een trap of helling (gebouw Klauwaardstraat en Van Hombeeckplein). Op de plannen werd geen aanduiding gemaakt of de liftkokers voldoen aan artikel 18 van de verordening toegankelijkheid, waardoor dit wordt opgelegd in voorliggende aanvraag.
Inzake veiligheid en toegankelijkheid dienen de insprongen voor de doorgangen die toegang geven tot het binnengebied verlicht worden. Dit dient conform artikel 14 van de bouwcode te gebeuren.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 0 parkeerplaatsen.
De regularisatie-aanvraag heeft geen invloed op het aantal wooneenheden dus geen extra parkeerbehoefte.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
Dit aantal is toereikend.
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
De aanvraag werd voorzien van 7 mindervalide parkeerplaatsen, waardoor voldaan werd aan de opgelegde voorwaarde in voorgaande vergunning.
Verder is het onduidelijk op de plannen of er per 10 autostalplaatsen er één elektriciteitsvoorziening werd voorzien ten behoeve van elektrische oplaadpunten voor wagens. Dit wordt als voorwaarde opgelegd in de vergunning.
Fietsvoorzieningen:
In het binnengebied wordt de vergunde fietsenstalling met 46 fietsstalplaatsen vergroot naar een fietsstalplaats met 51 fietsen. De bestaande fietsstalplaats van 17 fietsen in het binnengebied blijft onveranderd. Het plaatsen van extra fietsenstallingen in het binnengebied is positief. Tussen het binnengebied en de Klauwaardstraat worden nog 10 extra fietsstalplaatsen voorzien. Deze worden niet overdekt door een constructie. Om het comfort van de fietser te garanderen wordt opgelegd om deze fietsenstalling alsook te overdekken met dezelfde constructie als de overige overdekte fietsenstallingen.
In de voorgaande aanvraag werd opgelegd om de ondergrondse fietsstalplaatsen of met een tussenafstand van 60 cm te voorzien indien op 1 niveau ingericht of op een afstand van 40 cm te voorzien aan de hand van een alternatief aanvaardbaar stallingssysteem conform artikel 29. In de voorliggende aanvraag werden er geen wijzigingen aangebracht aan de ondergrondse fietsstalplaats. De voorwaarde van de voorgaande vergunning wordt bijgevolg in voorliggende aanvraag opnieuw opgenomen.
In voorgaande aanvraag werd opgelegd om de bovengrondse overdekte fietsenstallingen afsluitbaar te maken. Op de bijgevoegde plannen in voorliggende aanvraag is het onduidelijk of die effectief zo is en of er voldaan werd aan de deze voorwaarde. Daarom wordt in voorliggende aanvraag nogmaals opgelegd om de bovengrondse overdekte fietsenstallingen afsluitbaar te maken.
Op de plannen is het onduidelijk of de fietsstalplaatsen voorzien zijn van een elektrische oplaadpunt. Conform artikel 29 dient er vanaf 30 fietsstal- of fietsparkeerplaatsen dient er minimaal 1 elektrisch oplaadpunt aanwezig te zijn. Indien het aantal te voorziene fietsstalplaatsen van 30 of meer fietsplaatsen opgedeeld wordt in verschillende ruimten dient in elk van deze ruimten een elektrisch oplaadpunt aanwezig te zijn. Dit wordt opgelegd in voorwaarden.
Verder dient de aanvraag te voldoen aan volgende voorwaarden die opgelegd werden in voorgaande vergunning: er dienen fietsstalplaatsen voorzien te worden voor niet-standaardfietsen (zoals cargofietsen), op de helling naar de ondergrondse parking moet een strook voor fietsers fysiek afgebakend worden zodat er geen conflicten tussen auto’s en fietsers zijn en om foutparkeren in het binnengebied tegen te gaan moeten er fysieke maatregelen genomen worden die het openstellen voor publiek niet hinderen. Deze voorwaarden worden opgelegd in voorliggende vergunning.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
3. de voorwaarden opgelegd in het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dienen gevolgd te worden;
4. de nieuwe fietsenstalling in het binnengebied voor 10 fietsen dient volledig overdekt te zijn, cfr advies mobiliteit;
5. de bovengrondse overdekte fietsenstallingen moeten afsluitbaar zijn;
6. er dienen ook fietsstalplaatsen voorzien te worden voor niet-standaardfietsen zoals cargofietsen;
7. op de helling naar de ondergrondse parking moet een strook voor fietsers fysiek afgebakend worden zodat er geen conflicten tussen auto’s en fietsers zijn;
8. om foutparkeren in het binnengebied tegen te gaan moeten er fysieke maatregelen genomen worden die het openstellen voor publiek niet hinderen;
9. Er zijn enkele liftkokers die tot in de kelder gaan, die niet voorzien zijn van een trap of helling, deze dienen conform artikel 18 van de verordening toegankelijkheid uitgevoerd te worden;
10. de deur van de berging tegen de rechter perceelgrens aan het Frans Van Hombeeckplein, die rechtstreeks uitgeeft en opendraait op het openbaar domein, moet naar binnen opendraaiend uitgevoerd worden;
11. de insprongen voor de doorgangen die toegang geven tot het binnengebied moeten conform artikel 14 van de bouwcode verlicht worden;
12. de ondergrondse fietsstalplaatsen moeten of op 1 niveau ingericht worden met een tussenafstand van 60cm of op een afstand van 40cm aan de hand van een alternatief aanvaardbaar stallingssysteem conform artikel 29;
13. in de ondergrondse garage moeten zowel elektrische laadpunten voorzien voor wagens, conform artikel 30 van de bouwcode, als voor fietsen, conform artikel 29 van de bouwcode;
14. bovenop de ondergrondse bouwlaag moet een grondlaag met een minimale dikte van 1m voorzien worden, conform artikel 30;
15. de zonnepanelen om de platte daken dienen achter elkaar geplaatst te worden met een maximale hoogte van 1,50m, conform artikel 36 van de bouwcode;
16. de aansluitingen van de DWA en RWA aan het openbaar rioolstelsel moeten tussen de 0,20m en 0,50m uiteen gelegen zijn en het peil van de onderkant van de afvoeren moet minder dan 0,80m onder het straatniveau gelegen zijn, conform artikel 41.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 15 oktober 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 5 november 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 4 januari 2021 |
Verslag GOA | 14 december 2020 |
naam GOA | Gerd Cryns |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
3. de voorwaarden opgelegd in het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer dienen gevolgd te worden;
4. de nieuwe fietsenstalling in het binnengebied voor 10 fietsen dient volledig overdekt te zijn, cfr advies mobiliteit;
5. de bovengrondse overdekte fietsenstallingen moeten afsluitbaar zijn;
6. er dienen ook fietsstalplaatsen voorzien te worden voor niet-standaardfietsen zoals cargofietsen;
7. op de helling naar de ondergrondse parking moet een strook voor fietsers fysiek afgebakend worden zodat er geen conflicten tussen auto’s en fietsers zijn;
8. om foutparkeren in het binnengebied tegen te gaan moeten er fysieke maatregelen genomen worden die het openstellen voor publiek niet hinderen;
9. Er zijn enkele liftkokers die tot in de kelder gaan, die niet voorzien zijn van een trap of helling, deze dienen conform artikel 18 van de verordening toegankelijkheid uitgevoerd te worden;
10. de deur van de berging tegen de rechter perceelgrens aan het Frans Van Hombeeckplein, die rechtstreeks uitgeeft en opendraait op het openbaar domein, moet naar binnen opendraaiend uitgevoerd worden;
11. de insprongen voor de doorgangen die toegang geven tot het binnengebied moeten conform artikel 14 van de bouwcode verlicht worden;
12. de ondergrondse fietsstalplaatsen moeten of op 1 niveau ingericht worden met een tussenafstand van 60cm of op een afstand van 40cm aan de hand van een alternatief aanvaardbaar stallingssysteem conform artikel 29;
13. in de ondergrondse garage moeten zowel elektrische laadpunten voorzien voor wagens, conform artikel 30 van de bouwcode, als voor fietsen, conform artikel 29 van de bouwcode;
14. bovenop de ondergrondse bouwlaag moet een grondlaag met een minimale dikte van 1m voorzien worden, conform artikel 30;
15. de zonnepanelen om de platte daken dienen achter elkaar geplaatst te worden met een maximale hoogte van 1,50m, conform artikel 36 van de bouwcode;
16. de aansluitingen van de DWA en RWA aan het openbaar rioolstelsel moeten tussen de 0,20m en 0,50m uiteen gelegen zijn en het peil van de onderkant van de afvoeren moet minder dan 0,80m onder het straatniveau gelegen zijn, conform artikel 41.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.