Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2020144324 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: | Evonik Antwerpen (0406183144) met als adres Tijsmanstunnel-West Z/N te 2040 Antwerpen |
Ligging van het project: | Tijsmanstunnel-West 3 te 2040 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 18 sectie F nrs. 114F, 114C, 114D, 114H, 114K, 114M en 114R |
Inrichtingsnummer: | 20200519-0058 (EVONIK/ME-2-eenheid) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | ME2-
eenheid horende bij een chemisch bedrijf: verandering door wijziging en
uitbreiding
|
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Stedenbouwkundige voorgeschiedenis
Er zijn verscheidene stedenbouwkundige vergunningen gekend voor de ME-eenheid op de site van Evonik Antwerpen, te beginnen bij de stedenbouwkundige vergunning (HV/1994/5-94/B/0192) verleend door het college op 16 juni 1994 voor een ME-opslaghal gebouw nummer E480.
Voorgeschiedenis milieu
Op 4 april 2002 verleende de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning voor het verder exploiteren en veranderen van een chemisch bedrijf, voor een termijn verstrijkend op 4 april 2022. Nadien werden nog verschillende vergunningen verleend voor veranderingen.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft de uitbreiding met een nieuw stoomvat en enkele airco’s.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
16.3.1° | koelinstallaties, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een gezamenlijke hoeveelheid van meer dan 2.000 ton CO2–equivalent; | -84,50 ton CO2–equivalent |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; | +16,20 kW |
39.2.1° | stoomvaten, met inbegrip van warmtewisselaars waarvan de primaire ruimte als stoomvat wordt beschouwd, met een individuele inhoud van 300 liter tot en met 5.000 liter. | +690 liter |
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu | 8 december 2020 | 11 december 2020 | Gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond het project is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier geldt voornamelijk het bestemmingsvoorschrift Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. Voor de Tijsmanstunnel West en de Scheldelaan geldt het bestemmingsvoorschrift Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur.
Binnen de straal van 500 meter is tevens het GRUP Liefkenshoek spoortunnel van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 9 mei 2008). Volgens dit GRUP bevindt er zich op circa 430 meter ten zuiden van het project een overdruk met als aanduiding Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Het voorwerp van de aanvraag betreft het vervangen van vier airco’s in gebouwen E400 en E440, het plaatsen van twee nieuwe airco’s in gebouw E440 en het plaatsen van een nieuw stoomvat met een inhoud van 690 liter in het tankpark E420.
De inrichting is vanuit stedenbouwkundig oogpunt hoofdzakelijk vergund. De aanvraag lijkt enkel van vergunningsplicht vrijgestelde stedenbouwkundige handelingen te omvatten. Volgens het Besluit van de Vlaamse regering (BVR) tot bepaling van stedenbouwkundige handelingen waarvoor geen omgevingsvergunning nodig is, is de plaatsing van constructies binnen het gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven met een grondoppervlakte kleiner dan 200 m² en hoogte lager dan 20 meter, binnen concrete en algemene randvoorwaarden zoals vernoemd in respectievelijk artikels 4.1. tot en met 4.2. en artikels 1.2. tot en met 1.6 van het BVR, vrijgesteld van stedenbouwkundige vergunningsplicht. Aan deze randvoorwaarden lijkt voldaan.
De aanvraag is verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd. Er is geen bezwaar vanuit stedenbouwkundig oogpunt.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
In de ME-2-eenheid van Evonik Antwerpen wordt methionine geproduceerd. In het kader van een duurzamer gebruik van grondstoffen in het METMET-productiegedeelte zal de processstap ‘neutralisatie/kristallisatie/filtratie’ geoptimaliseerd worden. Naast de installatie van een nieuwe stoomvat (pos 4800) met een inhoud van 690 liter worden ook een aantal airco’s vervangen en bijgeplaatst.
Er worden 2 airconditioningsinstallaties (koelgroep 1 en 2, koude drager R407c) in gebouw E400 en 2 airconditioningsinstallaties (pos 9107 en 9108, koude drager R407c) in gebouw E440 vervangen. Om tegemoet te komen aan de verhoogde koelvraag zullen in gebouw E440 ook 2 bijkomende airconditioningsinstallaties geplaatst worden. Verder is er een administratieve correctie van de totaal geïnstalleerde drijfkracht van de 3 CO2-compressoren (665 kW in plaats van 55 kW). De totaal geïnstalleerde drijfkracht van koelinstallaties, luchtcompressoren en gelijkaardige toestellen neemt toe met 16,2 kW.
De nieuwe toestellen maken gebruik van koelmiddel R32, een toegelaten koelmiddel met een lagere GWP-waarde (global warming potential) dan R407c. Het tonnage CO2-equivalent neemt af met 84,5 ton.
Gelet op de aard van de voorliggende beperkte verandering wordt er geen bijkomend risico voor de mens of het milieu verwacht, bovendien wordt er geoordeeld dat de hinder niet vergroot ten opzichte van de vergunde situatie.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
16.3.1° | koelinstallaties, warmtepompen en airconditioninginstallaties, met een gezamenlijke hoeveelheid van meer dan 2.000 ton CO2–equivalent; | -84,50 ton CO2–equivalent |
16.3.2°b) | koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van meer dan 200 kW; | +16,20 kW |
39.2.1° | stoomvaten, met inbegrip van warmtewisselaars waarvan de primaire ruimte als stoomvat wordt beschouwd, met een individuele inhoud van 300 liter tot en met 5.000 liter. | +690 liter |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 7 december 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 6 januari 2021 |
De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft |