Terug
Gepubliceerd op 28/12/2020

2020_CBS_10693 - Omgevingsvergunning - OMV_2020135727. Aarschotstraat 10. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
do 24/12/2020 - 09:00 Digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Tom Meeuws, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_10693 - Omgevingsvergunning - OMV_2020135727. Aarschotstraat 10. District Antwerpen - Goedkeuring 2020_CBS_10693 - Omgevingsvergunning - OMV_2020135727. Aarschotstraat 10. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020135727

Gegevens van de aanvrager:

de heer Jeroen Ingelbeen met als adres Gangmakersstraat 16 te 9000 Gent

Ligging van het project:

Aarschotstraat 10 te 2018 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 10 sectie K nr. 1520E14

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          29/08/1928: toelating (1928#30966) voor veranderingswerken;

-          29/06/1927: toelating (1927#27263) voor een vitrine.

Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand

-          eengezinswoning waarbij de complementaire handelsfunctie werd gesupprimeerd (vrijgesteld van vergunning);

-          pand in gesloten bebouwing met drie bouwlagen onder hellend dak;

-          bouwdiepte hoofdvolume circa 6,95 m;

-          kroonlijsthoogte circa 10,90 m, nokhoogte niet gekend;

-          gevelafwerking niet gekend.

Huidige toestand

-          eengezinswoning;

-          het bouwvolume werd op de gelijkvloerse en eerste verdieping uitgebreid tot tegen de achterste perceelgrens;

-          kroonlijst- en nokhoogte van respectievelijk circa 10,90 en 13,50 m;

-          gevelafwerking:

  • handelspui op het gelijkvloers;
  • witte gevelbepleistering;
  • buitenschrijnwerk in wit pvc.

Gewenste toestand

-          eengezinswoning;

-          volledige perceel dicht gebouwd op de benedenverdieping, variërende bouwdiepte op de verdiepingen;

-          bouwhoogte ongewijzigd ten opzichte van de huidige toestand;

-          patio op de 1ste verdieping en een dakterras op de 2de verdieping (linkerzijde perceel);

-          gevelafwerking:

  • benedenverdieping in grijs/antracietkleurig aluminium, de bovenliggende verdieping in witte gevelbepleistering;
  • buitenschrijnwerk in grijs/antracietkleurig aluminium;
  • grijs/antracietkleurige borstwering (materiaal niet gekend).

Inhoud van de aanvraag

-          wijzigen van de gevel;

-          uitbreiden van het volume:

  • regulariseren van het dichtbouwen van het perceel op de benedenverdieping;

-          voorzien van buitenruimte in de vorm van een patio op de 1ste verdieping en een dakterras op de 2de verdieping;

-          doorvoeren van constructieve wijzigingen aan de achtergevel.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.  Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 10 Inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte:

Bij nieuwbouw, herbouw, functiewijziging of een volume-uitbreiding moeten de inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte in harmonie zijn met het referentiebeeld, zoals nader bepaald in Artikel 6 “Harmonie en draagkracht”. Er kan niet gerefereerd worden naar bestaande gebouwen die niet in harmonie of storend zijn met de omgeving.
Het dakterras is niet in harmonie met het referentiebeeld;

  • artikel 24 Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer:
    De dakramen (derde verdieping) beschikken niet over een minimale grootte van 1,00 m². Bovendien is het dakvlakraam aan de straatzijde niet gelegen tussen 1 en 2 meter boven het loopvlak van de verblijfsruimte;
    • artikel 27 Open ruimte:
      De beperkte open ruimte waarover het perceel beschikte verdwijnt;
    • artikel 43 Septische putten:
      Er werd geen septische put opgetekend. Gezien de verbouwingen invloed hebben op het afvoerstelsel is het voorzien van een put verplicht. Bijkomstig dient de aansluiting van het rioolstelsel voorzien te worden conform artikel 40 en 41.
       

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.

Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De handelsfunctie als nevenfunctie van de eengezinswoning is reeds gesupprimeerd (vrijgesteld van vergunning). De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Aarschotstraat.

 

Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid

De aanvrager wenst het dichtbouwen van het perceel op het gelijkvloers te regulariseren. Door het dichtbouwen van het perceel verdwijnt de open ruimte, hetgeen strijdig is met artikel 27 (Open ruimte) van de bouwcode. Gezien de beperkte grootte en het ingesloten karakter van het perceel biedt dergelijke open ruimte weinig meerwaarde met betrekking tot de woonkwaliteit en de ecologie. Daarom kan een afwijking hierop worden toegestaan.

Bovendien wordt een kwalitatieve buitenruimte, in de vorm van een patio, voorzien op de eerste verdieping. Rekening houdend met de beperkte afmetingen van het perceel en de ligging in de oksel van het bouwblok biedt dit een waardig alternatief.  Het terras op de 2de verdieping kan echter niet gunstig beoordeeld worden, gezien hiervoor de scheimuren zouden verhoogd worden, wat enerzijds niet voorzien is maar anderzijds ook niet wenselijk is. Het maximaal aanvaardbare volume is immers bereikt met voorliggende aanvraag (bouwcode, artikel 10). Het terras dient dan ook uitgesloten te worden van vergunning.

 

Visueel-vormelijke elementen

De gelijkvloerse handelsfunctie wordt omgevormd tot leefruimtes die bij de eengezinswoning worden toegevoegd. De gevelindeling van de benedenverdieping wordt dan ook aangepast aan de achterliggende woonfunctie.

De gevelpui wordt voorzien met een aluminium gevelbekleding in antraciet-zachtgrijze kleur net als het schrijnwerk op de bovenliggende verdiepingen, hetgeen inpasbaar is in het straatbeeld. De materialen van de nieuwe gevel zijn in overeenstemming met de stedelijke context van het perceel.

De achtergevel wordt afgewerkt met gevelcementering in een witte-lichtgrijze kleur. De lichte kleurstelling van de gevels is gunstig te adviseren omwille van de beeldkwaliteit en de inpassing in het straatbeeld.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het dakterras op de 2de verdieping kan niet gunstig beoordeeld worden. De inrichting ervan schaadt de privacy van de omliggende percelen. De aanvraag voldoet daarmee niet aan de artikels 675 tot 680 van het Burgerlijk Wetboek. Deze strijdigheid werd ook aangehaald in een bezwaarschrift. Gezien de directe inkijk op de belendende percelen, wordt geadviseerd om het dakterras uit te schrijven.

 

Gezien de verbouwingen invloed hebben op het afvoerstelsel is het voorzien van een septische put, conform artikel 43 (Septische putten) van de bouwcode, verplicht. Op de plannen die bij de aanvraag werden toegevoegd, werd geen septische put opgetekend. Als voorwaarde van vergunning wordt opgelegd dat er een septische put moet voorzien worden met een minimale inhoud van 2000 liter. Bijkomstig dient de aansluiting van het rioolstelsel voorzien te worden conform artikel 40 en 41.

 

Verder voorziet de aanvraag het plaatsen van dakvlakvensters op de derde verdieping. De oppervlakte van deze dakramen voldoet niet aan artikel 24 (Minimale lichtinval en minimale luchttoevoer) van de bouwcode. Deze dakramen dienen een lichtdoorlatende oppervlakte van minimaal 10% van de netto-vloeroppervlakte van de slaapkamer te hebben, met een minimum van 1 vierkante meter. Het dakvlakraam moet bovendien gelegen zijn tussen 1 en 2 meter boven het loopvlak van de verblijfsruimte, hetgeen niet het geval is bij het dakraam aan de straatzijde. Dit wordt als voorwaarde bij vergunning opgelegd.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing omdat het geen vermeerdering van het aantal woongelegenheden betreft. Het huidig handelsgelijkvloers van het handelshuis wordt verbouwd en wordt deel van de reeds bestaande vergunde eengezinswoning.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de aansluiting van het rioolstelsel dient voorzien te worden, conform artikel 40 en 41 van de bouwcode;

2.      een septische put met een inhoud van minimaal 2000 liter te voorzien, conform artikel 43 van de bouwcode;

3.      de dakvlakvensters van de nieuwe slaapkamers op de derde verdieping dienen een lichtdoorlatende oppervlakte van minimaal 10% van de netto-vloeroppervlakte van de slaapkamer te hebben, met een minimum van 1 vierkante meter, conform artikel 24 van de bouwcode. Het dakvenster van de slaapkamer aan de straatzijde op de dakverdieping moet gelegen zijn tussen 1 en 2 meter boven het loopvlak van de verblijfsruimte, conform artikel 24 van de bouwcode;

4.      na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;

Uitsluitingen

5.      het dakterras op de 2de verdieping.

 

Standpunt college

Het college sluit zich grotendeels aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

De gemeentelijke omgevingsambtenaar stelt vast dat het terras achteraan op de tweede verdieping enerzijds zorgt voor inkijk en privacyhinder naar aanpalende percelen toe omdat er geen minimumafstand is voorzien bij het terras en anderzijds buiten het aanvaardbare bouwvolume valt. Om die reden wordt het terras op de tweede verdieping uitgesloten uit de vergunning.

Buitenruimten zijn zeer belangrijk voor de woon- en leefkwaliteit binnen een bouwblok en maken het wonen in de stad aantrekkelijker. Door als voorwaarde op te leggen dat er naast de perceelsgrens met de linker aanpalende buur een lichtdoorlatend maar ondoorzichtig scherm moet geplaatst worden met een hoogte van circa 1,90 meter, over de volledige diepte van het terras en met een terugslag van 60 centimeter, wordt mogelijke inkijk naar de linker aanpalende vermeden. Verder heeft het terras ten aanzien van andere naburige (buiten-)ruimtes voldoende afstand, waardoor er geen reden is om aan te nemen dat het gebruik van het terras zou zorgen voor onaanvaardbare hinder ten aanzien van aanpalenden.

Het college is bijgevolg van mening dat in dit geval het aangevraagde dakterras vergund kan worden en schrapt om die reden de desbetreffende uitsluiting en voegt een bijkomende voorwaarde toe met betrekking tot het plaatsen van het lichtdoorlatend maar ondoorzichtig scherm. 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

19 oktober 2020

Volledig en ontvankelijk

5 november 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

4 januari 2021

Verslag GOA

17 december 2020

naam GOA

Katrijn Apostel

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

2

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden 2 (identieke) bezwaarschriften ingediend, die als volgt zijn samen te vatten:

 

1.      Schenden van de privacy: Vanuit het terras op de eerste verdieping en de patio wordt de privacy geschonden van de aangrenzende woningen. De patio en het terras voldoen niet aan de artikels 675 tot 680 van het Burgerlijk Wetboek.
Beoordeling: Het Burgerlijk Wetboek schrijft een minimumafstand voor het creëren van rechtstreekse en schuine zichten op een aanpalend erf. Deze minimumafstand is niet voorzien bij het terras op de tweede verdieping waardoor er inkijk naar de aanpalende percelen gegenereerd wordt. Het gebruik van het plat dak als terras wordt bijgevolg uitgesloten uit de vergunning.
Gezien de beperkte grootte en het ingesloten karakter van de patio op de eerste verdieping, wordt er geoordeeld dat hier geen inbreuken op de wetgeving inzake lichten en zichten worden voorzien. Wat betreft het de patio wordt het bezwaar ongegrond bevonden.
Het bezwaar is deels gegrond.

 

2.      Niet correcte optekening van de bestaande toestand van de omgeving: De ingediende plannen stemmen niet overeen met de realiteit van het belendende pand, in het bijzonder de open ruimte achteraan het pand Aarschotplaats 1.

Beoordeling: Het is aan de vergunningverlenende overheid om te oordelen of de dossierstukken voldoende zijn om een welafgewogen beoordeling te maken. Er wordt geoordeeld dat dit het geval is. Het bezwaar is ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar ;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1.      de aansluiting van het rioolstelsel dient voorzien te worden, conform artikel 40 en 41 van de bouwcode;

2.      een septische put met een inhoud van minimaal 2000 liter te voorzien, conform artikel 43 van de bouwcode;

3.      de dakvlakvensters van de nieuwe slaapkamers op de derde verdieping dienen een lichtdoorlatende oppervlakte van minimaal 10% van de netto-vloeroppervlakte van de slaapkamer te hebben, met een minimum van 1 vierkante meter, conform artikel 24 van de bouwcode. Het dakvenster van de slaapkamer aan de straatzijde op de dakverdieping moet gelegen zijn tussen 1 en 2 meter boven het loopvlak van de verblijfsruimte, conform artikel 24 van de bouwcode;

4.   een lichtdoorlatend maar ondoorzichtig scherm te voorzien van circa 1,90 meter hoog. Dit scherm moet naast de perceelsgrens met de linkeraanpalende buur worden geplaatst, met een breedte van 130 centimeter en een terugslag van 60 centimeter;

5.    na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.