Terug
Gepubliceerd op 28/12/2020

2020_CBS_10697 - Omgevingsvergunning - OMV_2020140216. Eric Sasselaan 59. District Antwerpen - Weigering

college van burgemeester en schepenen
do 24/12/2020 - 09:00 Digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Claude Marinower, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Fons Duchateau, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Tom Meeuws, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2020_CBS_10697 - Omgevingsvergunning - OMV_2020140216. Eric Sasselaan 59. District Antwerpen - Weigering 2020_CBS_10697 - Omgevingsvergunning - OMV_2020140216. Eric Sasselaan 59. District Antwerpen - Weigering

Motivering

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

1.      de gemeentelijke projecten;

2.      andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2020140216

Gegevens van de aanvrager:

BV Ooms & Partners met als adres Azalealaan 7 te 2970 Schilde

Ligging van het project:

Eric Sasselaan 59 te 2020 Antwerpen

Kadastrale gegevens:

afdeling 9 sectie I nr. 2170L8

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

omvormen van een garage op het gelijkvloers naar woning en het bouwen van vier parkeergarages

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          10/02/1961: vergunning (18#41842) voor het bouwen van een appartementsgebouw.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          functie:

  • meergezinswoning bestaande uit een tweeslaapkamerappartement en een garage op het gelijkvloers en telkens twee tweeslaapkamerappartementen op de eerste en tweede verdieping;

-          bouwvolume:

  • drie bouwlagen onder een plat dak met een bouwdiepte van circa 13 meter en een kroonlijsthoogte van circa 9 meter;
  • tuin achteraan het perceel tot aan de rooilijn met de Willem Eekelersstraat;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in gebouchardeerd wit beton, plint op het gelijkvloers bestaande uit blauwe natuursteen en op de verdiepingen bestaande uit witte natuursteen, buitenschrijnwerk in wit geschilderd staal en balkons voorzien van balustrade uit grijze panelen;
  • achtergevel voorzien van lichte gevelsteen, plint in blauwe natuursteen en schrijnwerk in hout.

Huidige toestand

conform vergunde toestand.

Gewenste toestand

-          functie:

  • het vermeerderen van het aantal wooneenheden van vijf naar zes. Met betrekking tot de nieuwe wooneenheid zijn volgende gegevens beschikbaar:
    • één eenslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 67 m²;
  • het omvormen van het bestaande gelijkvloerse twee slaapkamerappartement naar een éénslaapkamerappartement;

-          bouwvolume:

  • balkons op de verdiepingen aan de achterzijde gescheiden tussen de appartementen met schermen en tot op 1,9 meter van de perceelsgrens met een oppervlakte van circa 7,56 m² per balkon;
  • garage achteraan de tuin over de gehele breedte met een bruto-oppervlakte van circa 90 m², een volume van circa 252 m² en een kroonlijsthoogte van circa 2,8 m, afgewerkt met lichte gevelsteen en zwart buitenschrijnwerk;

-          gevelafwerking:

  • plint voorgevel op het gelijkvloers in witte natuursteen, buitenschrijnwerk in zwart aluminium, balkons voorzien van glazen balustrade en de garagepoort aan de rechterzijde wordt vervangen door een raam met dezelfde grootte en hoogte als het raam in de linkerzijde van het gebouw;
  • achtergevel voorzien van zwart aluminium buitenschrijnwerk, glazen balustrade aan de nieuwe balkons, de garagepoort aan de achterzijde wordt vervangen door een raam met dubbele deur in dezelfde dagopening, het appartement aan de linkerzijde wordt voorzien van een even groot raam met dubbele deur en elk appartement op de verdiepingen wordt voorzien van een extra te openen glazen deur aan de slaapkamers het dichts bij de respectievelijke perceelsgrens;

-          inrichting:

  • de bestaande bomen op het terrein worden herplaats in de tuinen van de gelijkvloerse appartementen om ruimte te maken voor de parkeergarages.

Inhoud van de aanvraag

-          het omvormen van een garage op het gelijkvloers naar woning en het bouwen van vier parkeergarages;

-          aanpassingen aan de achtergevel.

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

brandweer/ risicobeheer/ preventie
13 november 2020
21 december 2020
Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam

13 november 2020

11 december 2020

stadsbeheer/ groen en begraafplaatsen

13 november 2020

4 december 2020

stadsontwikkeling/ mobiliteit

13 november 2020

24 november 2020

stadsontwikkeling/ publieke ruimte

13 november 2020

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.  Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 6 Harmonie en draagkracht: de aard en grootte van de functie, de typologie en schaal van een project worden afgetoetst aan de draagkracht van de omgeving en dit voor alle delen van de constructie;
  • artikel 10Bij nieuwbouw, herbouw, functiewijziging of een volume-uitbreiding moeten de inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte in harmonie zijn met het referentiebeeld: . De parkeergarages zijn niet kenmerkend en dragen niet bij aan een goede ruimtelijke ordening;
  • artikel 19 Indien de zij- en achtertuin worden afgesloten moet dit gebeuren door een muur, haag, draad of scherm met een hoogte van minimum 1 meter en maximum 2,60 meter: de parkeergarage in de tuinzone bevindt zich tot tegen de perceelgrens en heeft een hoogte van 3,40 meter;
  • artikel 26 Afvalverzameling: meergezinsgebouwen of gemengde gebouwen met minimaal 4 woningen dienen een gemeenschappelijke afgescheiden ruimte voor afvalverzameling te hebben die voorzien wordt van verluchting. Enkel de ruimtes vooraan en de ruimtes achteraan de kelder kunnen als ruimte voor afvalverzameling voorzien worden aangezien ze voldoende groot en voldoende verluchting bieden. In het huidige project wordt niet gespecifieerd waar de afvalberging zich bevindt;
  • artikel 27 Open ruimte: de tuin moet zoveel mogelijk als onverharde ruimte ingericht worden en als groene ruimte aangeplant worden. Door de parkeergarages achteraan in de tuin te voorzien, verdwijnt er een belangrijk stuk onbebouwd gedeelte op het perceel;
  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen: de fietsen worden gestald in 1 van de 4 garageboxen: de fietsen kunnen hierdoor niet comfortabel uit de stalling worden genomen;
  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen: bij een voorgevelbreedte van 14 meter kunnen de autostalplaatsen inpandig voorzien worden zoals in de originele vergunning het geval is. In voorliggende aanvraag worden deze verplaatst naar de tuinzone.
     

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)

-          BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen wordt betrokken bij de beoordeling van de verenigbaarheid van de aanvraag met de goede ruimtelijke ordening.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van artikel 6, 10, 19, 26, 27, 29, 30.

Dit wordt verder gemotiveerd in de beoordeling hieronder.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat geen functiewijziging. De meergezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd wordt.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag beoogt het supprimeren van de inpandige gelijkvloerse parkeergarage van het appartementsgebouw om vervolgens een 6de woonentiteit in te richten. De bestaande woonentiteit op het gelijkvloers wordt van een twee slaapkamerappartement omgevormd naar een één slaapkamerappartement. Ook voorziet men een bijkomende buitenruimte (balkon) voor de  bestaande appartementen op de hoger gelegen verdiepingen. De balkons komen echter voorbij de kenmerkende bouwlijn in het bouwblok. Hoewel het creeren van een buitenruimte aan een appartement positief beoordeeld wordt, genereert de uitbreiding een bijkomende druk op het perceel en de aanpalende percelen. Inpandige terrassen zouden een beter oplossing bieden.

Om de parkeerbehoefte op te vangen worden er 4 garageboxen in de tuinzone ingericht dewelke toegankelijk zijn via de Willem Eeklersstraat. Een gunstige inpandige parkeervoorziening wordt gesupprimeerd om vervolgens de parkeerbehoefte te verleggen en op te vangen in een groene open ruimte. Hierdoor wordt het open binnengebied gehypothekeerd.

Bovendien kenmerkt de Eric Sasselaan, het bouwblok en de omgeving in het algemeen zich door een uniforme bebouwing van 3 bouwlagen onder plat dak en open binnengebieden. Garageboxen zijn hier niet kenmerkend (artikel 6 en 10). Door het voorzien van de garageboxen in de tuinzone verdwijnt ook de groene wand die kenmerkend is in de Willem Eeklersstraat. Dit draagt niet bij tot een goede ruimtelijke ordening en toont aan dat de draagkracht op het perceel wordt overschreden.

De extra woongelegenheid vergroot dus de druk en draagkracht van het perceel en de omgeving en is stedenbouwkundig onaanvaardbaar.

Aan het college wordt geadviseerd de aanvraag te weigeren.

 

Visueel-vormelijke elementen

De gelijkvloerse gevelpui (Eric Sasselaan 59) wordt aangepast aan de woonfunctie. Dit gebeurt met eenzelfde raamverdeling. Het wit geschilderde houten schrijnwerk wordt vervangen door  zwart aluminium, de borstwering van de terrassen voert men uit in glas. Deze gevelwijziging van het appartementsgebouw is visueel inpasbaar.

Langsheen de Willem Eeklersstraat verdwijnt de groene wand om plaats te maken voor garageboxen. Het uitzicht van de garageboxen zowel in het straatbeeld als binnen het bouwblok is niet kenmerkend, visueel storend en stedenbouwkundig onaanvaardbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De slaapkamers van de  twee gelijkvloerse woongelegenheden (nieuwe en bestaande woonunit) worden aan de voorgevel ingericht. Slaapkamers aan de straatzijde die onmiddellijk grenzen aan het openbaar domein worden echter als weinig kwaliteitsvol ervaren.

 

Vervolgens wijkt de aanvraag af van artikel 27 van de bouwcode dat stelt dat de tuin zoveel mogelijk als onverharde ruimte ingericht moet worden en als groene ruimte aangeplant worden.

Aangezien de stad al zeer dicht bebouwd is, dienen de onbebouwde delen van een perceel, de tuin, hun groen karakter zo veel mogelijk te behouden. 

Door de parkeergarages achteraan in de tuin te voorzien, verdwijnt er een belangrijk stuk onbebouwd gedeelte op het perceel. De tuin heeft een oppervlakte van 235 m² maar de combinatie van terrassen, verhardingen en parkeergarages nemen in het huidige project een oppervlakte in van 148 m².

 

Door het nieuwe volume in de tuinzone te voorzien, verhogen ook de tuinmuren tot 3,40 meter Dit is strijdig met artikel 19 van de bouwcode. Dit artikel stelt dat indien de zij- en achtertuin wordt afgesloten dat dit moet gebeuren door een muur, haag, draad of scherm met een hoogte van maximum 2,60 meter.

 

Tot slot dient er vanaf 4 woonentiteiten een gemeenschappelijke afgescheiden ruimte voor afvalverzameling te worden voorzien (artikel 26 bouwcode). In het huidige project wordt niet gespecifieerd waar de afvalberging zich bevindt.

 

Er werd advies gevraagd aan de Stedelijke Dienst Stadsbeheer/Groen en Begraafplaatsen. Het advies is ongunstig:

“het betreft het verwijderen van een aanzienlijk groenvolume dat wordt herplant. Doordat er vier onafhankelijke parkeer inritten worden gecreëerd zal de straatboom een obstructie worden, deze boom zal zich hierdoor niet verder kunnen ontwikkelen en op termijn verdwijnen.  Het kappen van deze straatboom is niet opgenomen in de vergunningsaanvraag.”

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 4 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en functiewijziging.

De garage op het gelijkvloers wordt ingericht als appartement. De 5 overige appartementen blijven behouden.

 

1 appartement tussen 60m² en 90m² met parkeernorm 1.35 (centrumschil) ? 1 x 1.35 = 1.35

 

Er verdwijnen door de verbouwing 3 parkeerplaatsen (op basis van het plan vergunde toestand kunnen er 3 wagens staan die los van elkaar kunnen gebruikt worden). Deze worden bijgeteld bij de parkeerbehoefte. Bestaande parkeerplaatsen moeten maximaal behouden worden.

 

De werkelijke parkeerbehoefte is 4 (1.35 + 3 = 4.35)

De plannen voorzien in 4 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

Deze 4 autoparkeerplaatsen in de tuinzone kunnen echter niet vergund worden omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening. De 3 inpandige autostalplaatsen moeten behouden blijven.


Ontsluiting/bereikbaarheid:

De garages zijn te bereiken via de Willem Eekelersstraat.

De ontsluiting van de garageboxen via de Willem Eekelersstraat zorgt voor conflictsituaties met het hoekhuis in de Willem Eeklersstraat nummer 1. Bovendien bevinden de garageboxen zich in de hoek van de straat wat eveneens tot een onveilige verkeerssituatie kan leiden.

 

Fietsvoorzieningen:

Voor het bijkomende appartement moeten er 2 fietsstalplaatsen voorzien worden:

-          1 appartement met 1 slaapkamer = 1 x 2 (1 slaapkamer + 1 extra) = 2

Er worden 2 fietsstalplaatsen voorzien in 1 van de garageboxen.

 

Het voorzien van de fietstalplaatsen in 1 van de garageboxen is geen goede oplossing om als bruikbare toegankelijke fietsenberging te dienen (artikel 29 bouwcode).

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

22 oktober 2020

Volledig en ontvankelijk

13 november 2020

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

12 januari 2021

Verslag GOA

17 december 2020

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Tijdens de bevraging aanpalenden werd er 1 bezwaarschrift ingediend, dat zich als volgt laat samenvatten:

Aan de hand van de verschillende wetgevingen en regelgevingen staaft de bezwaarindiener dat het bouwen van zulke vrijstaande bijgebouwen in de tuin niet toegelaten wordt:

 

Artikel 6 Harmonie: In dit deel van de Eric Sasselaan (van huisnummer 51 tot en met 67) zijn alle hoofdgebouwen (behalve hoekpand) ongeveer even diep (13 meter), en alle tuinen ongeveer even diep (17 meter) en zelfs de terrassen zijn gelijkaardig (3 a 4 meter diep). Vanuit onze woningen of appartementen kijken wij vanaf de 1ste of 2de verdieping uit op

een 10-tal tuinen, met gazons, planten, bomen, bloemen; en enkele kleine houten tuinhuisjes. De 4 garages met een volume van 280 m³ lijken me niet echt in harmonie te zijn met deze omgeving.

Beoordeling: het klopt inderdaad dat de kenmerken van de omgeving stellen dat het bouwblok en de omgeving bestaat uit een homogene bebouwing en het gewenste volume in de tuinzone niet kenmerkend is in deze omgeving. Het volume is bijgevolg niet in harmonie en storend voor de omgeving. Het bezwaar is gegrond.

 

Artikel 10 Inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte: de inplanting, bouwhoogte en bouwdiepte moet rekening houden met een optimale bezonning ten aanzien van alle verblijfsruimten in het gebouw en in de tuinen. De zijmuur van de garage 6 x 3,4 meter zal de bezonning in mijn tuin zeker verminderen

Beoordeling: het inplanten van het gewenst volume in de tuinzone zal sowieso een impact hebben op de omgeving. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt geoordeeld dat de impact op bezonning op het perceel van bezwaarindiender eerder beperkt is. Het bezwaar is gedeeltelijk gegrond.

 

Artikel 17 Behoud en heraanplanting: voor het bouwen van deze garage zullen ook verschillende bomen en grote planten moeten geveld worden, waaronder ook een hoogstammige boom van meer dan 10 meter hoog.

Beoordeling: het betreft inderdaad het verwijderen van een aanzienlijk groenvolume. Het groenvolume wordt herplant. Of er al dan niet hoogstammige bomen (=1 meter stamomtrek op 1 meter hoogte) op het perceel aanwezig zijn is niet op te maken uit de plannen. Aan de hand van de bijgevoegde foto’s in de omgevingsaanvraag lijk het er niet op (behoudens vergissing) dat er een hoogstammige boom op het perceel staat. Het bezwaar is gedeeltelijk gegrond.

 

Artikel 19 Tuinafsluitingen: een muur, haag, draad of scherm met een hoogte van maximum 2,6

meter, ... en bij voorkeur levende hagen als afsluiting. Daar de zijmuur van de garage op de scheidingslijn van onze percelen staat, zal hier een muur gebouwd worden met een hoogte van 3,4 meter. Op dit moment wordt de scheiding tussen de percelen op nr. 59 en

61, gevormd door een dichte begroeiing van struiken en bomen.

Beoordeling: de garageboxen rijken tot tegen de perceelgrenzen waardoor de afsluiting ter hoogte van de perceelgrenzen over een lengte van circa 6 meter (buurpand nummer 61) en circa 6,85 meter (buurpand nummer 57) zal verhogen tot 3,4 meter. De afsluiting van het perceel is hierdoor hoger dan de maximaal toegelaten hoogte van 2,6 meter. Het bezwaar is gegrond.

 

Artikel 27 open ruimte: In paragraaf 3 wordt bepaald dat verhardingen zoals een terras, een autostaanplaats,.... toegestaan zijn tot een maximum van 1/3de van de totale tuinoppervlakte, indien de tuin groter is dan 60 m². De tuin van perceel nummer 59, is ongeveer 230 m² groot. De verharding mag dus maximum 76 m² bedragen. De voorgestelde garages hebben een oppervlakte van 6,5 x 14 = 91 m². Het terras op het gelijkvloers heeft een oppervlakte van 42 m². De oppervlakte van de garages + het terras bedraagt dus samen ongeveer 133

m². De verharding in de tuin zal dus veel groter zijn dan de toegelaten oppervlakte.

Beoordeling: de voorziene verharding van garageboxen en het terras overschrijdt inderdaad de maximaal toegelaten verharding op het perceel. Het bezwaar is gegrond.

 

Artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen: De bestemmingsverandering verhoogd het aantal appartementen met 1 unit. De parkeerbehoefte stijgt dus amper. Indien mijn buurman toch verplicht wordt om parkeerplaatsen te voorzien, dan zou dat ook kunnen door gewoon standplaatsen te creëren, en best zonder verharding (bijv. grind) zodat waarschijnlijk ook de

hoogstammige boom kan gered worden.

Beoordeling: het klopt inderdaad dat de parkeerbehoefte amper stijgt. Vanuit goede ruimtelijke ordening en in overeenstemming met artikel 30 van de bouwcode kan in een gevel van 14 meter de parkeerbehoefte inpandig binnen het vergunde volume worden voorzien. Dit is trouwens ook de huidige en originele vergunde toestand. De garageplaatsen dienen inpandig behouden te blijven. Het voorzien van standplaatsen zoals bezwaarindiener aangeeft, hetzij zonder verharding is vanuit goede ruimtelijke ordening geen alternatief. Niet enkel de verharding maar ook de circulatie van autoverkeer naar en van de standplaatsen zou voor hinder zorgen op het perceel en de omgeving en bijgevolg de draagkracht overschrijden.

 

Kleine werken op en rond een gebouw:

Vrijstaande bijgebouwen

Voorwaarde : vrijstaande garages in de zijtuin blijven op 3 meter van de perceelgrens

Afscheiding en omheining

Voorwaarde : In de zij- en achtertuin kan een gesloten afsluiting met een maximale hoogte van 2 meter.

Bomen en hagen

Voorwaarde : de boom staat op maximaal 15 meter van de woning.

Beoordeling:

Dit bezwaar betreft een opsomming van werken die vrijgesteld zijn van een omgevingsaanvraag. De vergunningsplichtige werken worden aangevraagd.

Uit de plannen is niet af te leiden of er een hoogstammige boom op het perceel staat. Aan de hand van foto’s in de omgevingsvergunning lijkt het er op (behoudens vergissing) dat er geen hoogstammige boom (1 meter stamomtrek op 1 meter hoogte) op het perceel aanwezig is.

Indien er een hoogstammige boom aanwezig is, dient er hiervoor eveneens een omgevingsaanvraag te gebeuren. Het bezwaar is ongegrond.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.

Artikel 3

De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.