Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020138803 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Deniz Kalkan met als adres Tolstraat 8 te 2000 Antwerpen |
Ligging van het project: | Miraeusstraat 28 te 2018 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 10 sectie K nr. 2763H7 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 11/06/1942: toelating (18#15084) voor een gevel- en binnenverandering.
Vergunde toestand
- eengezinswoning in gesloten bebouwing:
- twee bouwlagen onder plat dak;
- kroonlijsthoogte circa 6,85 m;
- bouwdiepte:
- gevelafwerking:
Huidige toestand
- functie, bouwhoogte en bouwdiepte conform vergunde toestand;
- doorgevoerde constructieve werken (interieur en achtergevel);
- gevelafwerking:
- de scheidingsmuren (tuinzone) werden opgehoogd.
Gewenste toestand
- eengezinswoning in gesloten bebouwing;
- drie bouwlagen en zadeldak;
- kroonlijst- en nokhoogte van respectievelijk circa 10,35 en 14,35 m;
- beperkt toegenomen bouwdiepte omwille van isoleren voor- en achtergevel:
- gevelafwerking:
- overdekt terras op het gelijkvloers aan de linkerzijde van het perceel en inpandig dakterras aan de voorgevel.
Inhoud van de aanvraag
- uitbreiden van de eengezinswoning met een extra bouwlaag en een zadeldak;
- wijzigen van de voorgevel;
- doorvoeren van constructieve werken (intern en achtergevel).
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen.)
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag betreft het uitbreiden van een eengezinswoning. De woonfunctie blijft ongewijzigd en functioneel inpasbaar in de omgeving.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De oneven zijde van de Mirauesstraat wordt gekenmerkt door aaneengesloten rijwoningen met drie bouwlagen onder zadeldak of plat dak. De woongebouwen in de straat hebben een afwisselende kroonlijsthoogte.
De gewenste uitbreiding met een bijkomende bouwlaag en daklaag is stedenbouwkundig aanvaardbaar. Het bestaande pand bestaat uit twee bouwlagen en een plat dak. De buren zijn hoger waardoor het tussen twee opgaande scheidingsmuren is gelegen. Een uitbreiding aan de straatzijde bouwt de straatwand af en de voorgestelde daklaag sluit aan bij de kenmerkende dakvormen in de omgeving.
De bouwdiepte op de nieuwe verdieping blijf net zoals de bestaande verdiepingen beperkt tot de bouwdiepte van het hoofdvolume. Op het gelijkvloerse is een terrasoverkapping geplaatst. Dit is aanvaardbaar.
De gewenste uitbreidingen zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Visueel-vormelijke elementen
De voorgevel wordt geïsoleerd en voorzien van steenstrips. Om te verhinderen dat het isoleren van de gevel gepaard gaat met een vervlakking, worden er voorwaarden opgelegd voor de afwerking ervan:
- de aanvraag voorziet een isolatiepakket (isolatie + afwerking) van 16 centimeter. Echter wordt een isolatiepakket (isolatie + afwerking) van 14 centimeter opgelegd. Hierdoor wordt een uniforme uitsprong van geïsoleerde straatgevels gegarandeerd;
- wanneer de nieuwe constructie tot op het openbaar domein komt moet er rekening mee worden gehouden dat het voetpad in de toekomst hersteld kan worden zonder dat er aan de voorgevel ingrepen moeten gebeuren. Dit kan door de bestaande stoeptegel voor de werken weg te nemen en na de werken terug te plaatsen;
- de detaillering van de voorgevel in baksteenstrips moet met zorg gebeuren. Dagkanten in de raamopeningen zijn telkens minstens 9cm diep en afgewerkt in dezelfde baksteenstrips. Op de zichtbare hoekdetails worden de strips zo geplaatst dat zij de illusie wekken van massieve gevelstenen door bijvoorbeeld de strips in verstek te plaatsen met aansluitende voegen. Dit geldt eveneens voor de detaillering van de dagkanten in de betonnen plint;
- alle geveldetails (plint, vensterbanken, etc.) in natuursteen moeten na realisatie van de aangevraagde werken zichtbaar zijn. De vensterdorpels moeten minstens 5 cm uitspringen uit het gevelvlak;
- de arrière corps te behouden en vrij te houden van materiaal en isolatie. De arrière corps is een veel voorkomend detail bij aaneengesloten bebouwing. Ter hoogte van de perceelsgrens springt het gevelvlak terug, en dit over de volledige gevelhoogte. Dit levert een verticale ritmering op die percelering in het straatbeeld nuanceert. Het is daarom belangrijk om dit detail, eigen aan de stedelijke context, te behouden.
De verhoging van de eengezinswoning en de bijhorende gevelwijzigingen kunnen, mits aan de gestelde voorwaarden wordt tegemoet gekomen, gunstig beoordeeld worden.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De uitbreiding van de woning verhoogt het algemene wooncomfort.
Wel wordt opgemerkt dat op basis van de plannen niet is af te leiden of de tuininrichting voldoet aan de bouwcode. Conform de bouwcode dient de tuin zo veel mogelijk groen en onverhard ingericht te worden. Voor tuinen die kleiner zijn dan 60m² dient daarvan 20m² onverhard te zijn. In voorwaarden wordt opgelegd om de achtertuin in te richten conform artikel 27 van de bouwcode.
Het gebouw wordt niet voorzien van een gescheiden rioolstelsel. Dit is strijdig met artikel 40 van de bouwcode en aangesloten te worden conform artikel 41 van de bouwcode. In voorwaarden wordt opgelegd om te voldoen aan artikel 40 en 41 van de bouwcode.
Aan de voorzijde is in het zadeldak een inpandig terras voorzien. Het terras is verwerkt in het maximaal aanvaardbare bouwvolume en de hinder naar de omgeving is beperkt. De buitenruimte is stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van het bestaande ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
2. de detaillering van de voorgevel in baksteenstrips moet met zorg gebeuren. Dagkanten in de raamopeningen zijn telkens minstens 9cm diep en afgewerkt in dezelfde baksteenstrips. Op de zichtbare hoekdetails worden de strips zo geplaatst dat zij de illusie wekken van massieve gevelstenen door bijvoorbeeld de strips in verstek te plaatsen met aansluitende voegen. Dit geldt eveneens voor de detaillering van de dagkanten in de betonnen plint;
3. de vensterdorpels moeten minstens 5 cm uitspringen uit het gevelvlak;
4. de isolatie samen met het afwerkingsmateriaal uit te voeren met een totale dikte van 14 centimeter;
5. de arrière-corps te behouden en vrij te laten van materiaal en isolatie;
6. de hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uit te voeren;
7. de nieuwe constructie te laten aansluiten op het openbaar domein zodanig dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaatsvinden, los van herstelwerken aan de nieuwe constructie.
8. de verharding in de achtertuin te beperken, conform artikel 27 van de bouwcode.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 21 oktober 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 9 november 2020 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 8 januari 2021 |
Verslag GOA | 21 december 2020 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
2. de detaillering van de voorgevel in baksteenstrips moet met zorg gebeuren. Dagkanten in de raamopeningen zijn telkens minstens 9cm diep en afgewerkt in dezelfde baksteenstrips. Op de zichtbare hoekdetails worden de strips zo geplaatst dat zij de illusie wekken van massieve gevelstenen door bijvoorbeeld de strips in verstek te plaatsen met aansluitende voegen. Dit geldt eveneens voor de detaillering van de dagkanten in de betonnen plint;
3. de vensterdorpels moeten minstens 5 cm uitspringen uit het gevelvlak;
4. de isolatie samen met het afwerkingsmateriaal uit te voeren met een totale dikte van 14 centimeter;
5. de arrière-corps te behouden en vrij te laten van materiaal en isolatie;
6. de hoekprofielen die inherent zijn aan het gevelpleisterwerk, onzichtbaar uit te voeren;
7. de nieuwe constructie te laten aansluiten op het openbaar domein zodanig dat toekomstige werkzaamheden aan het openbaar domein kunnen plaatsvinden, los van herstelwerken aan de nieuwe constructie.
8. de verharding in de achtertuin te beperken, conform artikel 27 van de bouwcode.
Het college beslist de plannen waarvan overzicht als bijlage bij dit besluit gevoegd, goed te keuren.