Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
1. de gemeentelijke projecten;
2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 16 juli 2020 | 28 augustus 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
brandweer/ risicobeheer/ preventie | 16 juli 2020 | 13 augustus 2020 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen |
Onafhankelijke Diensten/ dienst Strategische Coördinatie/ Loketwerking/ Stadsloketten/ Huisnummeringsteam | 16 juli 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
ondernemen en stadsmarketing/ business en innovatie | 16 juli 2020 | 3 september 2020 |
stadsbeheer/ stadsreiniging - sorteerstraatjes | 16 juli 2020 | 3 september 2020 |
stadsontwikkeling/ mobiliteit | 16 juli 2020 | 3 september 2020 |
stadsontwikkeling/ ruimtelijke planning (inzake SOK) | 16 juli 2020 | 8 oktober 2020 |
stadsontwikkeling/ team stadsbouwmeester - welstandscommissie | 16 juli 2020 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Eilandje, goedgekeurd op 1 september 2011. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: zone voor wonen-art. 1-bestaand weefsel, zone voor centrumfuncties-art. 3-torens, zone voor centrumfuncties-art. 5-stedelijke functies en zone voor publiek domein-art. 7.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:
- Artikel 0.7.: Parkeren en Toegangen: het aantal parkeerplaatsen overschrijdt het maximum aantal parkeerplaatsen;
- Artikel 5.2.1.: Bouwhoogte: De kroonlijsthoogte bedraagt door de uitbreiding van het dakvolume 10 bouwlagen daar waar maximum 9 bouwlagen zijn toegestaan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Beleidsrichtlijnen in het kader van goede ruimtelijke ordening (overeenkomstig artikel 4.3.1, §2, 2° van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening)
- BGO Wonen: de beleidsmatig gewenste ontwikkeling woninggrootte, woningmix en beschermen van eengezinswoningen (verder genoemd BGO Wonen), goedgekeurd door de gemeenteraad in zitting van 24 juni 2019.
(De BGO Wonen kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De BGO Wonen is niet van toepassing.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Met uitzondering van de afwijking met betrekking tot het overschrijden van het maximaal aantal toelaatbare parkeerplaatsen, wat beoordeeld wordt onder “parkeerimpact”, is er geen aanleiding om het college te adviseren om af te wijken van de geldende voorschriften.
Functionele inpasbaarheid
Het betreft een regularisatieaanvraag van de vergunning met intern nummer 20171419.
Functioneel gezien, is de belangrijkste wijziging de bestemmingswijziging van een commercieel gelijkvloers naar 2 kantoorpanden van telkens +/- 320 m².
Op basis van de goedgekeurde beleidsnota kantoren, is er geen bezwaar voor deze functiewijziging.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag betreft onder andere een uitbreiding van de teruggetrokken dakverdieping met 0,86 meter waardoor deze zich op slechts 1,85 meter van de achtergevel bevindt. In de vorige vergunning werd reeds een afwijking op de daklaag toegestaan waardoor deze zich in de vergunde toestand reeds dichter bij de gevellijn bevindt dan volgens de regels is toegestaan. Toen is immers aanvaard dat de dakverdieping zich moet bevinden binnen een hoek van 45°, gerekend vanaf de maximaal toelaatbare kroonlijst in plaats van ten opzichte van de effectieve kroonlijsthoogte. Er is geen reden een afwijking op deze afwijking toe te staan. Bovendien is er toen ook vooraan, omwille van de ligging aan het dok, een afwijking toegestaan op deze regel. Het gebouw grenst achteraan, in tegenstelling tot de voorgevel, aan een kleinschalig pleintje waar een verhoging van het volume allerminst gewenst is.
Aangezien de terugliggende daklaag slechts zeer beperkt teruggetrokken wordt, laat deze optopping zich lezen als een volwaardige bouwlaag en niet meer als een daklaag. Hierdoor wordt het maximaal aantal bouwlagen die zijn toegestaan in RUP Eilandje, overschreden. Strijdig met artikel 4.4.1.van de codex ruimtelijke ordening is het niet mogelijk af te wijken op het maximum aantal bouwlagen. De uitbreiding van de daklaag kan dan ook niet gunstig geadviseerd worden en dient uitgesloten te worden van vergunning.
Bovendien staat de meerwaarde ten aanzien van de woning niet in verhouding tot het verlies aan ruimtelijke kwaliteit. Uit de argumentatie blijkt dat deze uitbreiding nodig was voor een optimalisatie van de maatvoering van de slaapkamers. Hoewel dit geen argument kan zijn om een afwijking met betrekking tot toelaatbare volumetrie toe te staan, dient te worden opgemerkt dat de slaapkamers zich bevinden tussen de trapkernen en dus niet tussen de trapkern en de achtergevel waardoor dit geen grondig argument is. De beschrijvende nota vermeldt tevens dat het extra volume niet te zien is vanaf de begane grond. Op de bijgevoegde foto’s 3, 4, 8, 9 en 11 is deze uitbreiding, in tegenstelling tot wat in de nota beweerd wordt, duidelijk waarneembaar. De foto’s bevestigen daardoor de ruimtelijke impact van de uitbreiding.
Visueel-vormelijke elementen
De wijzigingen aan de gevels beperken zich hoofdzakelijk tot het aanpassen en/of toevoegen van enkele deuropeningen in functie van de interne herindeling van het pand. Deze wijzigingen doen bovendien geen afbreuk aan de welstand van het gebouw.
Met betrekking tot de wijziging van het gevelmateriaal dient opgemerkt te worden dat er, anders dan aangegeven in de nota, geen gekleurde beglazing is vergund. Een wijziging naar aluminium is op zich aanvaardbaar. Echter, de aansluiting tot op het maaiveld in deze materialisatie is niet duurzaam en bijgevolg niet aanvaardbaar. Het is onduidelijk in welke materialisatie de plint onder de andere ramen in de zijgevel zal worden uitgevoerd, maar het voorzien van een plint in een duurzaam stootvast materiaal is hier ook aangewezen. In voorwaarde zal worden opgelegd om zowel onder de ramen, als onder deze aluminium gevelafwerking, een plint te voorzien van 70 cm hoog in roestbruin beton. Dit komt overeen met de hoogte van de vloerpas van de inkom naar de appartementen.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoen de woningen aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een bouwaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeernormen uit de bouwcode artikel 30 (tabel) goedgekeurd door het college op 25 oktober 2014 en herzien op 1 maart 2018 vormen de facto de algemene beleidslijn voor bouwen, verbouwen, vermeerderen van wooneenheden en functiewijzigingen. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 80 parkeerplaatsen. De parkeerbehoefte wordt bepaald op de uitbreiding en of functiewijziging. De oorspronkelijke aanvraag was de nieuwbouw van 64 appartementen met commercieel gelijkvloers en ondergrondse parking.
Er zijn wijzigingen uitgevoerd waardoor er nu 56 appartementen en 2 kantoorruimtes zijn. De nieuwe parkeerbehoefte wordt bepaald op de oppervlakte van de appartementen en kantoren: - de parkeerbehoefte voor wonen is 71 (11,55 + 10,8 + 48,6 = 70,95):
- de parkeerbehoefte voor 895m² kantoren met parkeernorm 1/100m² (parkeernorm RUP Eilandje) is 8,95 De parkeerbehoefte is 80 (71 + 9 = 80).
Bijstelling mobiliteit omwille van bepalingen RUP Eilandje: In het RUP Eilandje is voor wonen een maximum parkeernorm van 1,5 per woning opgenomen. Bijgevolg mogen er volgens het RUP maximum 84 parkeerplaatsen voorzien worden voor wonen (56 x 1,5 = 84) Voor de kantoren is er een maximumnorm van 1/100m². Het maximum aantal parkeerplaatsen voor de kantoren is 9. Volgens het RUP Eilandje mogen er dus maximum 93 (84 + 9 = 93) plaatsen voorzien worden.
De werkelijke parkeerbehoefte is 80.
|
De plannen voorzien in 99 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
Door wijzigingen in de ondergrondse parking zijn parkeerplaats 24 en 96 niet bruikbaar. Volgens het RUP Eilandje mogen maximum 93 plaatsen voorzien worden.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 99.
Dit zijn 19 parkeerplaatsen meer dan nodig conform de berekende parkeerbehoefte en 6 parkeerplaatsen meer dan toegelaten vanuit het RUP. Dit overaantal kan in afwijking van het RUP aanvaard worden indien dit wordt aangewend als rotatieparking. Dit wordt als voorwaarde worden opgenomen in de vergunning.
|
Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.
|
Fietsvoorzieningen:
Er moeten voldoende fietsenstallingen voorzien worden voor wonen en de kantoren. Dit aantal wordt berekend voor de nieuwe situatie.
Voor de 56 woningen moeten er 173 fietsenstallingen voorzien worden:
- 16 appartementen met 1 slaapkamer: 16 x 2 = 32;
- 20 appartementen met 2 slaapkamers: 20 x 3 = 60;
- 19 appartementen met 3 slaapkamers: 19 x 4 = 76;
- 1 appartement met 4 slaapkamers: 1 x 5 = 5.
Voor de 895 m² kantoren: 89 5m² x 1,25/100 m² = 11,2
In totaal moeten 184 fietsenstallingen voorzien worden (173 + 11 = 184).
Er wordt een fietsenberging ingericht in de ondergrondse parking voor 183 fietsen.
De fietsenstalling wordt ingericht met dubbelhoge stallingen. De tussenafstand bij dit soort stallingen is 50 cm, zoals opgelegd in de voorwaarden van de oorspronkelijke vergunning.
De fietsenstalling is enkel bereikbaar via 1 fietslift. Gezien het grote aantal fietsenstallingen is 1 fietslift niet voldoende. Er moet een extra mogelijkheid zijn om de fietsenstalling te bereiken. Dit kan een helling of een bijkomende fietslift zijn. Deze voorwaarde werd reeds opgelegd bij de oorspronkelijke vergunning.
De grootte van de lift werd wel aangepast aan de voorwaarden.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
In de stedenbouwkundige vergunning van 2017 werd volgende bijzondere voorwaarde opgenomen: “De exploitant dient aan de distributienetbeheerder een lokaal ter beschikking te stellen voor de inrichting van een middenspanningscabine.” Met de huidige omgevingsvergunningsaanvraag wordt aan deze bijzondere voorwaarde voldaan. In het distributielokaal worden twee transformatoren voorzien met telkens een individueel, nominaal vermogen van 630 kVA. Hiervoor wordt klasse 3 rubriek 12.2.1 gemeld.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. de gelijkvloerse gevelafwerking in aluminium moet voorzien worden van een plint van 70 cm hoog uitgevoerd in roestbruin beton;
3. conform de oorspronkelijke vergunning moet er een extra mogelijkheid zijn om de fietsenstalling te bereiken. Dit kan een helling of een bijkomende fietslift zijn;
4. de 19 parkeerplaatsen in overaantal aan te bieden als rotatieparking;
5. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen;
Uitsluitingen
6. de uitbreiding van de dakverdieping achteraan.
Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Mits voldaan wordt aan de voorgestelde vergunningsvoorwaarden, is deze aanvraag in overeenstemming met de VLAREM wetgeving. Vanuit milieutechnisch oogpunt wordt positief advies gegeven de vergunning te verlenen.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
12.2.1 | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA. | 2x 630 kVA |
Stedenbouwkundige lasten
Het project valt onder het kaderbesluit aangaande stedenbouwkundige lasten, goedgekeurd door het college op 9 maart 2018.
Voor het project werd op 8 september 2017 door het college een stedenbouwkundige vergunning verleend voor de afbraak van het Oude Havenhuis en bouwen van een appartementsgebouw met commerciële ruimte, 64 appartementen en ondergrondse parkeergarage (AN9/B/digitaal/SOK/20171419 – jaarnummer 07884).
In deze vergunning werd eenzijdig een stedenbouwkundige last opgelegd.
De lasten opgenomen in de initiële vergunning blijven onverminderd van kracht.
Voorliggende aanvraag betreft de regularisatie naar 56 appartementen, 1 penthouse, 2 kantoorruimtes, een ondergrondse parkeergarage met 100 plaatsen en 188 fietsenstallingen (SH) en de exploitatie van een hoogspanningscabine (IIOA). De regularisatie omvat een uitbreiding van de penthouse met 18 m² BVO. Ten opzichte van de initiële vergunning van 11.170 m² BVO is dit een zeer beperkte uitbreiding.
De beperkte uitbreiding heeft geen substantiële wijziging op de ruimtelijke impact tot gevolg. Daardoor worden er door de wijzigingen geen bijkomende taken voor de overheid gecreëerd.
Rekening houdend met voorgaande argumentatie worden voor het project geen bijkomende stedenbouwkundige lasten aangerekend hoewel de criteria van toepassing zijn.
Besloten kan worden dat aan de SOK plicht is voldaan van zodra voldaan is aan de stedenbouwkundige lasten zoals opgenomen in de initiële vergunning.
"Standpunt college"
Het college neemt het goedgekeurde collegepunt betreffende deze aanvraag van het CBS van 16 oktober 2020 opnieuw in overweging, en herziet haar beslissing.
Meerbepaald de juridische toetsing aan het RUP wordt door het college niet gevolgd. Het verslag van de omgevingsambtenaar stelt:
"De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:
- Artikel 5.2.1.: Bouwhoogte: De kroonlijsthoogte bedraagt door de uitbreiding van het dakvolume 10
bouwlagen daar waar maximum 9 bouwlagen zijn toegestaan.
Cfr . art. 4.4.1. §1 3° van de VCRO kan geen afwijking worden toegestaan voor het aantal bouwlagen. Echter stelt het college vast dat de strijdigheid met het RUP berust op een interpretatie van de visueel-vormelijke kenmerken, niet op een feitenkwestie.
Art. 5.2.1 van het RUP luidt: …De kroonlijsthoogte bedraagt maximaal 9 bouwlagen en 31 m.
De omgevingsambtenaar argumenteert als volgt : De aanvraag betreft onder andere een uitbreiding van de teruggetrokken dakverdieping met 0,86 meter waardoor deze zich op slechts 1,85 meter van de achtergevel bevindt. …. Aangezien de terugliggende daklaag slechts zeer beperkt teruggetrokken wordt, laat deze optopping zich lezen als een volwaardige bouwlaag en niet meer als een daklaag. Hierdoor wordt het maximaal aantal bouwlagen die zijn toegestaan in RUP Eilandje, overschreden."
Het college sluit zich niet aan bij deze redenering. De lezing van de visueel vormelijk kenmerken van het gebouw, met als doel een uitspraak te doen over de positie van de kroonlijst, moet een integrale afweging zijn van alle architecturale en ruimtelijke aspecten, in al hun complexe samenhang. Louter het feit dat de daklaag zichtbaar is, of de terugsprong niet beantwoordt aan de 45°-vuistregel, is volgens het college daarbij onvoldoende. Bovendien wordt nergens in het RUP of het BKP Eilandje gesteld dat een daklaag niet zichtbaar mag zijn, noch wordt er verwezen naar de 45°-regel.
De zichtbaarheid is relatief aan het standpunt van de waarnemer, en dus aan de maat van het omliggende publieke domein. Zo zal de daklaag aan de dokzijde en de kopse gevels steeds zichtbaar zijn, ongeacht de grootte van de terugsprong. Waarnemen is bovendien een driedimensionele ervaring, en als het gebouwen betreft, vaak ook vanuit een bewegend standpunt. In die zin kan het college de redenering niet volgen dat de kroonlijst aan de ‘achtergevel’ van het gebouw door de ingreep hoger zou komen te liggen dan aan de dokzijde en de kopgevels. Daar is immers geen uitbreiding van het dakvolume, integendeel; beide hoeken worden nog meer uitgesneden en er ontstaan overdekte terrassen met luifels.
Een belangrijk kenmerk van een kroonlijst immers is dat ze continu is, en bij voorkeur niet wordt doorbroken, zoals wordt geponeerd in de Antwerpse bouwcode.
De dakrand van de 9de bouwlaag is continu, volgt de strakke rechthoekige contour van de vier gevels, is waarneembaar vanuit elk standpunt, en wordt versterkt door de aanwezigheid van een glazen ballustrade die de contour volgt. De dakrand van de 10de bouwlaag (daklaag) varieert in hoogte, loopt over in luifels, en volgt de eerder grillige contour van het grondplan.
In de voorgaande vergunningsaanvraag, waarbij de integrale nieuwbouw werd beoordeeld, werd geen strijdigheid met het RUP aangegeven. Impliciet zit in deze vergunning dus de aanname dat de kroonlijst zich op de dakrand van de negende bouwlaag bevindt. Het college is van oordeel dat dit na de gevraagde aanpassing van het dakvolume, nog steeds het geval is, en er dus geen strijdigheid is met het RUP.
Het college erkent dat de volume-uitbreiding enigszins afbreuk doet aan de architecturaal-conceptuele zuiverheid van de daklaag, maar acht de aanpassing niet van die orde dat ze esthetisch of ruimtelijk onaanvaardbaar is. Het volume laat zich nog steeds lezen als een daklaag door de setbacks aan alle zijden, de afwijkende gevelgeleding en materialiteit. De uitsluiting wordt geschrapt.
Met betrekking tot de gevraagde gevelwijziging, specifiek het vervangen van een gevelbekleding in glas door aluminium. Deze wordt aanvaard door de omgevingsambtenaar, maar geeft aanleiding tot het opleggen van een bijkomende voorwaarde, namelijk het voorzien van een massieve plint van 70 cm. Gelet op het feit dat het een regularisatie betreft waarbij;
acht het college de opgelegde voorwaarde overbodig.
Met betrekking tot de parkeergarage stelt het college vast dat er slechts 97 parkeerplaatsen worden voorzien in plaats van 99, waarbij;
Bijgevolg is het aantal te realiseren plaatsen 90, wat valt binnen het opgelegde maximum van 93 vanuit het RUP. De voorwaarde met betrekking tot rotatieparkeren wordt geschrapt, het is immers toegelaten meer parkeerplaatsen te voorzien voor eigen gebruik, dan het minimum opgelegd in de bouwcode.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 24 juni 2020 |
Volledig en ontvankelijk | 16 juli 2020 |
Start openbaar onderzoek | 26 juli 2020 |
Einde openbaar onderzoek | 24 augustus 2020 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 29 oktober 2020 |
Verslag GOA | 8 oktober 2020 |
naam GOA | Katrijn Apostel en Bieke Geypens |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
26 juli 2020 | 24 augustus 2020 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2020077937 |
Gegevens van de aanvrager: | Bouw en Promotie Divine nv, Wijnegemsesteenweg 22 bus 1 te 2970 Schilde en CV Fluvius System Operator, Brusselsesteenweg 199 te 9090 Melle |
Gegevens van de exploitant: | CV Fluvius System Operator, Brusselsesteenweg 199 te 9090 Melle |
Ligging van het project: | Entrepotkaai 1-1A, 2-2A te 2000 Antwerpen |
Kadastrale gegevens: | afdeling 2 sectie B nrs. 59/6 C en 2284A |
Inrichtingsnummer: | 20200617-0059 (Milieumelding klasse 3 - Entrepotkaai 1-2 Antw) |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | de verbouwing van een nieuwbouw van een appartementsgebouw: regularisatie naar 56 appartementen, 1 penthouse, 2 kantoorruimtes, een ondergrondse parkeergarage met 100 plaatsen en 188 fietsenstallingen (SH) en de exploitatie van een hoogspanningscabine (IIOA) |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 20/07/2018: aktename (20181771) voor een tijdelijke bouwwerf voor de afbraak van het oude Havenhuis en de bouw van een appartementsgebouw met commerciële ruimte, 64 appartementen en een ondergrondse parkeergarage;
- 08/09/2017: vergunning (20171419) voor het afbreken van het oude Havenhuis en bouwen van een appartementsgebouw met commerciële ruimte, 64 appartementen en ondergrondse parkeergarage;
- 09/02/2017: welstandscommissie.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie:
- commerciële ruimte van 20,82 m² aan zijde AMCA plein;
- commerciële ruimte van 712,56 m² over resterende deel gelijkvloers;
- 14 eenslaapkamerappartementen met een gemiddelde netto vloeroppervlakte van circa 45,03 m²;
- 16 tweeslaapkamerappartementen met een gemiddelde netto vloeroppervlakte van circa 83,57 m²;
- 32 drieslaapkamerappartementen met een gemiddelde netto vloeroppervlakte van ongeveer 151,57 m²;
- 2 vierslaapkamerappartementen met een gemiddelde netto vloeroppervlakte van circa 304,50 m²;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Huidige toestand
- functie:
- 13 eenslaapkamerappartementen waarvan 11 met een netto vloeroppervlakte van circa 45,00 m², en 2 met een netto vloeroppervlakte van circa 65,15 en 145,75 m² (gemiddeld 54,40 m²);
- 21 tweeslaapkamerappartementen waarvan 7 met een netto vloeroppervlakte van circa 65,00 m², en 14 met een netto vloeroppervlakte variërend van circa 92,85 tot 202,00 m² (gemiddeld 112,75 m²);
- 21 drieslaapkamerappartementen waarvan 20 met een netto vloeroppervlakte variërend van circa 126,75 tot 200,45 m², en 1 penthouse met een netto vloeroppervlakte van circa 632,90 m² (gemiddeld 170,37 m²)
- 1 vierslaapkamerappartement met een gemiddelde netto vloeroppervlakte van circa 261,75 m²;
- gemiddelde netto vloeroppervlakte van circa 123,50 m²;
- gevelafwerking:
Gewenste toestand
- overeenkomstig huidige toestand.
Inhoud van de aanvraag
- wijzigen van het aantal woongelegenheden van 64 naar 56 woningen;
- aanpassingen uitgevoerd conform voorwaarden vergunning 2017;
- functiewijziging gelijkvloers;
- uitbreiden van het volume: uitbreiden van de daklaag;
- aanpassingen aan gevels.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 20 juli 2018 nam het college akte van een melding voor de exploitatie van een tijdelijke bouwwerf (OMV2018078607).
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag omvat de exploitatie van een distributiecabine met twee transformatoren met telkens een vermogen van 630 kVA.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
12.2.1 | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA. | 2x 630 kVA |
Het college trekt haar beslissing van 16 oktober 2020 (jaarnummer 8553) in.
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. de bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van 1e ingebruikname/exploitatie strikt na te leven;
2. conform de oorspronkelijke vergunning moet er een extra mogelijkheid zijn om de fietsenstalling te bereiken. Dit kan een helling of een bijkomende fietslift zijn;
3. na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Wooncode en het besluit van de Vlaamse regering van 12 juli 2013 betreffende de kwaliteits- en veiligheidsnormen voor woningen.
Brandweervoorwaarden
de brandweervoorwaarden uit het verslag met kenmerk BW/KP/2020/G.00701.A1.0018, die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.
De vergunning omvat thans volgende rubrieken:
Rubriek | Omschrijving | Gecoördineerd |
12.2.1 | transformatoren (gebruik van) met een individueel nominaal vermogen van 100 kVA tot en met 1.000 kVA. | 2x 630 kVA |
Het college keurt goed dat er geen bijkomende stedenbouwkundige lasten worden opgelegd en dat de stedenbouwkundige lasten opgelegd in de initiële vergunning (AN9/B/digitaal/SOK/20171419 - jaarnummer 07884) onverminderd van toepassing blijven.
Het college beslist dat de omgevingsvergunning ingaat op 29 oktober 2020 voor onbepaalde duur.