Terug
Gepubliceerd op 28/03/2022

2022_CBS_02342 - Omgevingsvergunning - OMV_2021150326. Monnikenhofstraat 255/2. District Berendrecht - Zandvliet - Lillo - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 25/03/2022 - 09:00 Hofstraat
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Verontschuldigd

Elisabeth van Doesburg, schepen

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_02342 - Omgevingsvergunning - OMV_2021150326. Monnikenhofstraat 255/2. District Berendrecht - Zandvliet - Lillo - Goedkeuring 2022_CBS_02342 - Omgevingsvergunning - OMV_2021150326. Monnikenhofstraat 255/2. District Berendrecht - Zandvliet - Lillo - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021150326

Gegevens van de aanvrager:

de heer Ludo Van Roosbroeck met als adres Monnikenhofstraat 255 te 2040 Berendrecht (Antwerpen)

Ligging van het project:

Monnikenhofstraat 255/2 te 2040 Berendrecht (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 19 sectie C nr. 136G

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

bouwen van een veestal voor weidedieren die geen betrekking heeft op een effectief beroepslandbouwbedrijf

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis 

-          30/04/2021: weigering (2021668) voor het bouwen van een veestal;

-          25/02/1991: vergunning (86#900924) voor het bouwen van een woning met bergplaats.

 

Vergunde/vergund geachte toestand 

-          eengezinswoning met 1 bouwlaag onder schilddak in open bebouwing.

 

Huidige toestand 

-          de aanvraag heeft betrekking op de braakliggende akker achteraan de woning. 

 

Gewenste toestand 

-          hobbyveestal voor weidedieren;

-          bouwvolume:

  • 1 bouwlaag onder zadeldak;
  • kroonlijst- en nokhoogte van respectievelijk circa 3,50 en 7 m;
  • voetafdruk van circa 200 m²;

-          gevelafwerking:

  • gevel in rode baksteen;
  • buitenschrijnwerk ramen in zwart smeedijzer;
  • deur en poorten in natuurkleurig hout;

-          inrichting: de stal bevindt zich binnen een straal van 50 m van de hoofdzakelijk vergunde residentiële woning.

 

Inhoud van de aanvraag 

-          bouwen van een veestal voor weidedieren die geen betrekking heeft op een effectief beroepslandbouwbedrijf;

-          mogelijke overige wijzigingen aan de woning, het bijgebouw en de verhardingen maken geen deel uit van de aanvraag.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Departement Landbouw en Visserij (hoofdbestuur)/ Dept. Landbouw en Visserij, buitendienst Antwerpen

22 oktober 2021

7 december 2021

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Milieu

22 oktober 2021

10 november 2021

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in agrarisch gebied. De agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven. Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht worden op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.

 

(Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het gewestplan op volgend punt:

 

De stal is gelegen in herbevestigd agrarisch gebied en gaat niet uit van professionele agrarische of para-agrarische doeleinden. De aanvrager wenst in functie van hobbydoeleinden een aantal runderen en ezels te stallen, wat niet verenigbaar is met het agrarisch gebied volgens het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)


De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen.
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)


Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

Voorliggende aanvraag betreft het oprichten van een stal voor vee op een perceel dat achter de percelen met huisnummers 255 en 255/2 in de Monnikenhofstraat gelegen is. Het perceel is een braakliggende akker die conform het gewestplan in de bestemmingszone agrarisch gebied gelegen is.

 

De aanvraag is gelegen in herbevestigd agrarisch gebied en gaat niet uit van professionele agrarische of para-agrarische doeleinden. De aanvrager is zelfstandig tuinaanlegger van beroep en wenst in functie van hobbydoeleinden 7 runderen en 2 ezels te stallen. Hij heeft voor het grazen van de dieren 1,75 ha grasland in eigendom.

 

Artikel 4.4.8/2 van de VCRO laat toe om af te wijken van de bestemmingsvoorschriften wat hobbystallen voor weidedieren betreft: 

 

In gebieden met een gebiedsaanduiding die tot de categorie `landbouw' behoren, kan, voor zover er geen bestaande stallingsmogelijkheden zijn, een omgevingsvergunning voor stedenbouwkundige handelingen worden afgegeven voor het oprichten van één stal voor weidedieren die geen betrekking heeft op een effectief beroepslandbouwbedrijf, als voldaan is aan alle hiernavolgende voorwaarden:

1° de stal wordt volledig opgericht binnen een straal van vijftig meter van een hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte residentiële woning of bedrijfswoning;

2° de stal heeft een maximale kroonlijsthoogte van 3,5 m;

3° de stal heeft een maximale vloeroppervlakte van 120 m² per hectare graasland, met een absoluut maximum van 200 m².

 

Het aangevraagde voldoet aan de drie gestelde voorwaarden. De kroonlijsthoogte van de stal is 3,50 m en de stal heeft een vloeroppervlakte van 200 m² op een perceel met 1,75 ha grasland.

De hobbystal valt tevens volledig binnen de straal van 50 m van de hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte residentiële woning of bedrijfswoning, in casu de vergunde woning op huisnummer 255/2. De stal bevindt zich op het dichtste punt op een afstand van circa 44,6 m van de vergunde woning en achter het perceel van de links aanpalende. Om verdere versnippering van het agrarisch gebied (in dit geval zelfs herbevestigd agrarisch gebied) is het de bedoeling om de gebouwen die niet in functie staan van professionele (para-)agrarische doeleinden te clusteren bij de woongebouwen.

 

Verder wordt nog opgemerkt dat artikel 4.4.8/2 van de VCRO geen uitzonderingsbepaling omvat voor eventuele aanhorigheden en er bijgevolg geen vergunningsgrond bestaat voor gerelateerde infrastructuur zoals een rijpiste, een stapmolen, verhardingen (al dan niet waterdoorlatend), de opslag van voer of stro of zelfs vergunningsplichtige mestvaalten. In deze aanvraag moet het overdekt opslaan van voer, stro of mest gebeuren binnen de maximale vloeroppervlakte van 200 m², zoals voorzien in het decreet.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

De stal heeft een vloeroppervlakte van 200 m², wordt op 3,50 m van de linker perceelsgrens geplaatst en op 7,85 m van de perceelsgrens met het pand Monnikenhofstraat 255. De kroonlijsthoogte van de stal bedraagt 3,50 m en de nokhoogte 7 m. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het volume zoals voorgesteld.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

De gevels van de stal worden opgetrokken in rode gevelsteen en het zadeldak wordt bedekt met rode dakpannen. De poort en de deur worden uitgevoerd in natuurkleurig hout en de ramen in zwart smeedijzer.

Bij de uitwerking van de nieuwe gevels is voldoende aandacht besteed aan de materialisatie en kleurstelling zodat het nieuwe gebouw zich integreert in de bestaande omgeving.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

De stal moet in de onmiddellijke nabijheid (binnen een straal van 50 m) van de hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte woning van de aanvrager worden opgericht. Er moet dus een band bestaan tussen de aanvrager van de hobbystal en de eigen woning van de aanvrager. De voorgestelde stal situeert zich volledig binnen een straal van 50 m van de woning. Ze wordt ingeplant aan de linkerkant en achter het perceel van de links aanpalende woning. Doordat het gebouw zich achter het linker perceel bevindt, geniet de aanvrager zelf van een vrij uitzicht en minimale hinder van de dieren. De eventuele hinder (uitzicht, lawaai, geur,…) wordt echter afgewenteld op de aanpalende, wat niet getuigt van een goede ruimtelijke ordening.

Dit wordt daarenboven aangegeven in de bezwaarschriften ingediend in dit dossier. Dit bezwaar wordt dan ook als gegrond beschouwd en vormt op zich een weigeringsgrond voor dit dossier.

Om hieraan tegemoet te komen zal de stal opgeschoven worden op het perceel van de aanvrager, en dit eveneens binnen een straal van 50 m van de woning. Deze wijziging zal in rood op het inplantingsplan aangeduid worden en als voorwaarde bij de vergunning gevoegd worden.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke bouwaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien, het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing gezien deze aanvraag betrekking heeft op het oprichten van een hobbyveestal bij een woning.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

De positie van de veestal te wijzigingen conform het in rood aangepaste inplantingsplan.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

22 september 2021

Volledig en ontvankelijk

22 oktober 2021

Start 1e openbaar onderzoek

3 november 2021

Einde 1e openbaar onderzoek

2 december 2021

Beslissing toepassing administratieve lus

17 december 2021

Start laatste openbaar onderzoek

27 december 2021

Einde laatste openbaar onderzoek

25 januari 2022

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

4 april 2022

Verslag GOA

14 maart 2022

naam GOA

Katrine Leemans

 

Administratieve lus

Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):

 

De gele affiche is niet tijdig ontvangen.

 

De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en). 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

3 november 2021

2 december 2021

0

0

0

0

27 december 2021

25 januari 2022

0

0

0

2

 

Bespreking van de bezwaren

Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag, die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.

 

Er werden in de looptijd van het openbaar onderzoek 2 identieke bezwaren ingediend die zich als volgt laten samenvatten:

 

De inplanting van de stal is ongelukkig achter de eigendommen van bezwaarindiener. . In de vorige aanvraag die door het College geweigerd (Besluit van 30/04/2021, 2021_CBS_03373)  werd, staat te lezen op p. 6: “Doordat het gebouw zich achter het linker perceel bevindt, geniet de aanvrager zelf van een vrij uitzicht en minimale hinder van de dieren.  De eventuele hinder (uitzicht, lawaai, geur, …) wordt echter afgewenteld op de aanpalende, wat niet getuigt van een goede ruimtelijke ordening.”

In de nieuwe aanvraag is het gebouw een kwartslag gedraaid en dichter bij de perceelsgrens van bezwaarindiener gebracht waardoor het nog meer in het zicht staat en zelfs zichtbepalend wordt.  De overlast door deze inplanting, lawaai en geur, zal nog groter zijn.

In de nota van de architect wordt er gesteld dat er geen hinder is (“NVT”) terwijl er kans is op geur en lawaai volgens de vorige weigering. Waarom wordt dit niet behandeld in de aanvraag?  Het gebouw zal gebruikt worden voor het stallen van koeien en ezels. Mag dit zomaar?  Produceren deze dieren geen stikstof? In een stal van 200 m² kunnen meer dieren in dan 7 koeien en 2 ezels.

Beoordeling:

De bezwaarindiener verwijst naar een paragraaf uit het voorgaande collegebesluit aan (dossier OMV_2021003283, door het College van Burgemeester en Schepenen geweigerd op 30/04/2021). In deze voorgaande weigering wordt effectief de inplanting van de stal en daardoor de belemmering van het vrije uitzicht van de links aanpalende als een van de weigeringsgronden aangehaald.

Vanuit het gelijkheidsbeginsel dient voorliggende aanvraag op eenzelfde manier behandeld en beoordeeld te worden. Uit lezing van de plannen in het hier voorliggende dossier blijkt effectief dat de stal een kwartslag gedraaid werd ten opzichte van de inplanting in de voorgaande aanvraag, maar dat de inplanting ervan zich nog steeds achter het links aanpalende perceel situeert. Door het draaien van de stal staat nu de langste gevel van de stal parallel aan de achterste perceelsgrens van de links aanpalende waardoor de impact van de stal op het vrije uitzicht van deze links aanpalende nog sterker verhinderd word. Bijkomend wordt de stal in deze aanvraag ingeplant op een afstand van 7,95 m ten opzichte van de achterste perceelsgrens van de links aanpalende. Deze afstand is kleiner dan in het voorgaande dossier, waar de afstand nog 15 m bedroeg. Daardoor zal ook andere hinder (lawaai, geur, …) toenemen in vergelijking met de vorige aanvraag. Het voorzien van een groenbuffer met een diepte van 3 m tussen het links aanpalende perceel en de stal kan de voornoemde nadelen onvoldoende compenseren.

Het bezwaar is gegrond.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

De positie van de veestal te wijzigingen conform het in rood aangepaste inplantingsplan.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.