Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021196555 |
Gegevens van de aanvrager: | NV ENSIS met als adres Klokstraat 12 te 2600 Antwerpen |
Ligging van het project: | Luithagen-Haven 2 2030 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 17 sectie F nr. 633/6 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwing magazijn, functiewijziging, gevelaanpassing |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- Op 21 oktober 1977 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (18/58880-12729/B/) voor de uitbreiding en wijziging van 18/57530;
- Op 2 juli 1976 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (18/57530-11376) voor bedrijfshallen met kantoren.
Huidige toestand
Een ingerichte bedrijfsruimte met aan de zuidzijde sociale ruimten.
Gewenste toestand
Een beperkte inpandige uitbreiding van kantoorruimte.
Inhoud van de aanvraag
- Uitbreiding van kantoorruimte;
- Gevelwijziging.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen Vergunningen | 7 februari 2022 | 9 februari 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen | 7 februari 2022 | 15 februari 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Havenbedrijf Antwerpen/ terreinen | 7 februari 2022 | 10 maart 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (GRUP) (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen.
Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Het bestaande kantoorgedeelte in het gebouw is noodzakelijk voor de ondersteuning van de bedrijfsactiviteiten en dient gezien te worden als een nevenfunctie van een groter geheel.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing met bestemmingen Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor de Noorderlaan - Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Parallel langs deze wegenis loopt een overdruk met als aanduiding Leidingenstraat. Ten noorden loopt van noord naar zuid een overdruk met als aanduiding Hoogspanningsleiding. Ten zuidoosten van de Noorderlaan bevindt zich de bestemming Grensgebied met het grootstedelijk gebied – omgeving Noorderlaan.
Langs de zuid- en oostzijde van het terrein loopt de grens van het afgebakende zeehavengebied. Binnen deze afbakeningslijn loopt langs de oostzijde een overdruk met als aanduiding Bouwvrije strook. Buiten de afbakeningslijn is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met bestemmingen Bufferzones, Bestaande hoogspanningsleidingen en Bestaande hoofdverkeerswegen
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag daar er geen nieuwe dak- en/of verharde oppervlakte bij komt.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
De regelgeving inzake toegankelijkheid is van toepassing op de aanvraag voor de inkom- en ontvangstruimte. Voor gebouwen waarbij de totale publiek toegankelijke oppervlakte kleiner is dan 150 m² zijn de bepalingen van artikel 10, §1, artikel 12 tot en met 14, artikel 16, 18, 19, artikel 22 tot en met 25 en artikel 33 van toepassing op de toegang tot die gebouwen tenzij het om verbouwingswerken gaat en de normen alleen gehaald kunnen worden door werkzaamheden die constructief niet in verhouding staan tot de gevraagde verbouwing. Aangezien voorliggende aanvraag een volledige verbouwing en herinrichting van het voorste gedeelte van het gelijkvloers, waar de ingang en de ontvangstruimte is gesitueerd, omvat zijn de betreffende artikels van toepassing.
De normbepalingen van hoofdstuk III van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (vastgesteld bij Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 meermaals gewijzigd) dienen bijgevolg te worden nageleefd, conform artikel 11 van deze gewestelijke verordening.
Sectorale regelgeving
Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project veroorzaakt geen toename aan nieuwe bebouwde en verharde oppervlakte. In alle redelijkheid kan geoordeeld worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
Milieu-effectenrapportage: Het komt toe aan de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag om te beslissen of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van en als onderdeel van de beslissing over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag.
Bij de beslissing over de volledig- en ontvankelijkheid is beslist dat de aanvraag geen betrekking heeft op een project als vermeld in bijlage I, II of III van het besluit van de Vlaamse Regering van 10 december 2004 houdende vaststelling van de categorieën van projecten, onderworpen aan milieueffectrapportage (milieueffectrapport). Een MER, ontheffing of project-m.e.r.-screening is bijgevolg niet vereist.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Op een ontwikkeld terrein gekenmerkt door de aanwezigheid van verschillende bedrijfshallen wordt de bedrijfsruimte in het zuiden van het terrein heringericht. De inpandige kantoorruimte wordt binnen het bestaande bouwvolume uitgebreid op de gelijkvloerse en eerste verdieping. Zo wordt op de gelijkvloers verdieping een stuk bedrijfsruimte met een vloeroppervlakte van circa 75 m² ingenomen om kantoorruimte voor de magazijniers, magazijn/voorraadruimte en kleedkamer te voorzien. Op de eerste verdieping wordt de vide dichtgemaakt en ingericht met kantoor en opslagruimte/technische ruimte.
De voor- en zijgevels worden vernieuwd en aangepast naar de nieuwe situatie:
- Het kantoorgedeelte wordt voorzien van grotere glaspartijen;
- Op de verdieping wordt in de voorgevel een extra raampartij geïnstalleerd.
Daar het kantoorgedeelte plaats biedt aan eigen werknemers en ruimtes bevat met ondersteunende functies (vergaderzaal, refter, kleedkamer,…) kan het als nevenfunctie en als inherent onderdeel van de aanwezige industriële hoofdfunctie worden beschouwd. De aangevraagde werken dragen bij tot de verdere exploitatie van het bedrijf waardoor de aanvraag functioneel inpasbaar is.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.
Visueel-vormelijke elementen
Door de werken aan de voor- en zijgevels worden deze uitgevoerd als volledig glazen gevels. Het buitenschrijnwerk wordt uitgevoerd in kunststof met een donkere kleur.
De aanpassingen verhogen de werk- en verblijfskwaliteit voor het personeel.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Gezien de aard van de aanvraag werd het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit.
De voorwaarden en opmerkingen uit dit advies, met het oog op de brandveiligheid, kunnen integraal aan deze vergunning worden gehecht.
Het Havenbedrijf Antwerpen werd om advies gevraagd als beheerder van het havengebied. Zij brachten een voorwaardelijk gunstig advies uit. Het Havenbedrijf wijst op de aanwezigheid van een windturbine in de directe nabijheid van het terrein en dat bijgevolg de kantoorruimte dusdanig ontworpen of uitgerust moet worden dat bijkomende hinderlijke effecten van slagschaduw ten aanzien van de referentiesituatie uit de slagschaduwstudie vermeden moeten worden. Het is aangewezen dat de aanvrager van de vergunning de voorwaarde in het advies van het Havenbedrijf verder afstemt met de exploitant van de windturbine. Dit kan als aandachtspunt in de vergunning worden opgenomen.
Gezien de nabijheid van de Noorderlaan werd het Agentschap Wegen en Verkeer om advies gevraagd als beheerder van de gewestweg. Het advies van het Agentschap Wegen en Verkeer is als voorwaardelijk gunstig opgeladen in het omgevingsloket, maar het is een gunstig advies zonder voorwaarden. Er wordt voor de uitvoering van de vergunning enkel verwezen naar de algemene aandachtspunten voor gewestwegen. Om die reden kunnen geen voorwaarden uit dit advies overgenomen worden.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Aandachtspunt: de aanvrager wordt aangeraden contact op te nemen met de exploitant van de windturbine die in de directe nabijheid aanwezig is, om hinderlijke effecten van slagschaduw verder te bespreken.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. er dient te worden voldaan aan de voorwaarden en opmerkingen uit het advies van de brandweer/risicobeheer/preventie
2. de normbepalingen van hoofdstuk III van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (vastgesteld bij Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 meermaals gewijzigd) dienen te worden nageleefd, conform artikel 11 van deze gewestelijke verordening: voor gebouwen waarbij de totale publiek toegankelijke oppervlakte kleiner is dan 150 m² zijn de bepalingen van artikel 10, §1, artikel 12 tot en met 14, artikel 16, 18, 19, artikel 22 tot en met 25 en artikel 33 van toepassing op de toegang tot die gebouwen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 11 januari 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 7 februari 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 8 april 2022 |
Verslag GOA | 17 maart 2022 |
naam GOA | Bieke Geypens |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Aandachtspunt: de aanvrager wordt aangeraden contact op te nemen met de exploitant van de windturbine die in de directe nabijheid aanwezig is, om hinderlijke effecten van slagschaduw verder te bespreken.
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. er dient te worden voldaan aan de voorwaarden en opmerkingen uit het advies van de brandweer/risicobeheer/preventie
2. de normbepalingen van hoofdstuk III van de gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (vastgesteld bij Besluit van de Vlaamse Regering van 5 juni 2009 meermaals gewijzigd) dienen te worden nageleefd, conform artikel 11 van deze gewestelijke verordening: voor gebouwen waarbij de totale publiek toegankelijke oppervlakte kleiner is dan 150 m² zijn de bepalingen van artikel 10, §1, artikel 12 tot en met 14, artikel 16, 18, 19, artikel 22 tot en met 25 en artikel 33 van toepassing op de toegang tot die gebouwen.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.