Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2021188045 |
Gegevens van de aanvrager: | NV Evonik Antwerpen met als contactadres Tijsmanstunnel-West zn te 2040 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | NV Evonik Antwerpen (0406183144) met als contactadres Tijsmanstunnel-West zn te 2040 Antwerpen |
Ligging van het project: | Tijsmanstunnel-West zn te 2040 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 18 sectie F nrs. 114F, 114C, 114D, 114H, 114K, 114M, 114R, 114N, 117S, 117D, 117N en 117T |
waarvan: |
|
- 20180907-0054 | afdeling 18 sectie F nrs. 117T, 114C, 114K, 114H, 117D, 114F, 117S, 114N, 114M, 114R en 114D (EVONIK/andere diensten) |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | aanleggen en heraanleggen van terreinverhardingen; Chemisch bedrijf (andere diensten): verandering door uitbreiding |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 22/10/2020: omgevingsvergunning (OMV_2020062134) voor de aanleg van de buiteninfrastructuur horende bij het combigebouw;
- 21/02/2019: omgevingsvergunning (OMV_2018093528) voor het bouwen van een combigebouw en aanleg van bijhorende buiteninfrastructuur;
- 27/12/2012: stedenbouwkundige vergunning (HVN/B/20126683) voor de gevelrenovatie van kantoorgebouw B430;
- 10/07/2009: stedenbouwkundige vergunning (HVN/2009/B/0085) voor de aanleg van een bushaltehaven met 31 halteplaatsen voor collectieve organisatie van het woon-werkverkeer in havengebied en voor nieuwe parkingaanleg;
- 21/10/2001: stedenbouwkundige vergunning (HV/2001/B/0124) voor het oprichten van een informaticacentrum;
- 05/08/1999: stedenbouwkundige vergunning (HV/1999/B/0030) voor het bouwen van een administratief transportcentrum.
Inhoud van de aanvraag
De aanvraag betreft het heraanleggen van de inkomzone en het aanleggen van een nieuwe vrachtwagenparking. Hiervoor worden volgende stedenbouwkundige handelingen aangevraagd:
- het slopen van verhardingen;
- het rooien van één hoogstammige boom (die geen deel uitmaakt van een bos);
- het aanleggen van nieuwe verhardingen;
- reliëfwijzigingen.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 10 november 2021 werd door de deputatie van de provincie Antwerpen een omgevingsvergunning voor de hernieuwing van een chemisch bedrijf verleend, voor een termijn van onbepaalde duur. Er loopt momenteel een beroepsprocedure tegen deze vergunning.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft een nieuwe stalplaats voor bedrijfsvoertuigen.
Aangevraagde rubrieken
EVONIK/andere diensten
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
15.1.2° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn. | +40 voertuigen |
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AIR LIQUIDE INDUSTRIES BELGIUM | 3 februari 2022 | 28 februari 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluxys Belgium NV | 3 februari 2022 | 25 februari 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu | 3 februari 2022 | 28 februari 2022 | Gunstig |
PIPELINK/ Pipelink | 3 februari 2022 | 3 maart 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsbeheer/ Groen en Begraafplaatsen | 3 februari 2022 | 11 februari 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 3 februari 2022 | 21 februari 2022 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie | 3 februari 2022 | 16 februari 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden volgende bestemmingsvoorschriften:
- Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven;
- Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur voor de Scheldelaan, de Tijsmanstunnel West en de R2;
- Zone voor permanente ecologische infrastructuur ‘met medegebruik’ voor de Scheldedijk;
- overdruk Verbinding voor fietsers evenwijdig met de R2;
- overdruk Leidingstraat aan de overzijde van de Scheldelaan;
- overdruk Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur voor de Liefkenshoektunnel.
Binnen de straal van 500 meter is tevens het GRUP Liefkenshoek spoortunnel van toepassing
(Besluit van de Vlaamse regering van 9 mei 2008). Volgens dit GRUP bevindt er zich een
overdruk ten zuiden van de aanvraag met als aanduiding Gebied voor ongelijkvloerse verkeers- en vervoersinfrastructuur.
Binnen de straal van 500 meter is eveneens het GRUP Hoogspanningslijn Lillo - Zandvliet
van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 2 oktober 2009). Volgens dit GRUP is
een zone, op circa 340 meter ten zuidoosten van de aanvraag, bestemd als Gebied voor gemeenschaps- en openbare nutsvoorzieningen.
Binnen de straal van 500 meter is verder nog het GRUP Hoogspanningslijn Zandvliet – Lillo
– Liefkenshoek van toepassing (Besluit van de Vlaamse regering van 1 juli 2016). Volgens dit
GRUP loopt een overdruk ten zuiden van de R2, met als aanduiding Hoogspanningsleiding. Aan beide zijden van de hoogspanningsleiding is een zone aangeduid met als overdruk Gebied met overdruk gebruiksbeperkingen.
Tot slot is op circa 150 meter ten westen van de aanvraag het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met als bestemmingen Bestaande waterwegen, Natuurgebieden met wetenschappelijke waarde of natuurreservaten, Parkgebieden, Woongebieden met cultureel, historische en/of esthetische waarde (voor Lillo) en Gebieden voor dagrecreatie.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.
De gewestelijke hemelwaterverordening is niet van toepassing op de wegenis (met een oppervlakte van circa 1.560 m²) die gelegen is naast een groenzone. Langsheen deze rijbaan zal een grindstrook voorzien worden van 1 meter breed over een diepte van 1 meter. Het hemelwater kan hier op natuurlijke wijze naast deze verharde oppervlakte op eigen terrein in de bodem infiltreren.
De gewestelijke hemelwaterverordening is wel van toepassing op de overige verhardingen met een totale oppervlakte van circa 17.719 m². Volgens de hemelwaterverordening is de aanvrager niet verplicht om een hemelwaterput te plaatsen daar er geen nieuwe dakoppervlakte voorzien wordt. Als infiltratievoorziening worden drie wadi’s voorzien met een totale inhoud van 1.006.000 liter en een oppervlakte van 1.056 m², en waarvan dus kan worden verwacht dat ze qua volume en qua oppervlakte voldoen aan de vereiste afmetingen.
Er moet wel worden vastgesteld dat de nieuwe wadi’s circa 1 meter diep zijn. Volgens het technisch achtergronddocument bij de hemelwaterverordening (CIW Vlaanderen, 2016) dienen bij dergelijke diepe bovengrondse infiltratievoorzieningen enkel de schuine oppervlakte van de wadi als infiltratieoppervlakte meegenomen worden. Aangezien volgens het inplantingsplan wadi 1, 2 en 3 respectievelijk 1.047 m², 336 m² en 151 m² - en dus samen 1.534 m² - groot zijn en de infiltratieoppervlakte die in rekening wordt gebracht kleiner is (namelijk 1.056 m²) kan enkel maar vermoed worden dat de aanvrager de schuine randen en niet de volledige oppervlakte van de infiltratiekom in rekening heeft gebracht. Maar een gedetailleerde berekening hiervan ontbreekt. Er wordt geadviseerd de berekening van de infiltratieoppervlakte gedetailleerd toe te voegen aan de aanvraag. Indien volgens deze berekening er voldoende infiltratieoppervlak ter beschikking is, wordt de aanvraag gunstig geadviseerd.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.
De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Sectorale wetgeving
Archeologienota: overeenkomstig artikel 5.4.1 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 moet aan bepaalde aanvragen een archeologienota waarvan akte is genomen worden toegevoegd.
In voorliggende aanvraag, die niet door een publiekrechtelijke instantie is ingediend, bedraagt de ingreep in de bodem meer dan 5.000 m² (circa 28.000 m²), is het project gelegen in industriegebied, buiten beschermde archeologische sites en buiten geïnventariseerde archeologische zones, waardoor de aanvrager verplicht is een archeologienota waarvan akte is genomen toe te voegen aan de aanvraag. Het Agentschap Onroerend Erfgoed heeft op 1 januari 2022 akte genomen van de toegevoegde archeologienota met ID 20972. Het bijhorende programma van maatregelen beveelt geen vervolgonderzoek.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid - Visueel-vormelijke elementen
Ten zuiden van de site van Evonik Antwerpen, een grootschalig chemiebedrijf, wordt de bestaande inkomzone heraangelegd en wordt, ten noorden van deze inkomzone, een nieuwe vrachtwagenparking aangelegd.
De huidige inkomzone is grotendeels verhard met asfalt en een gedeelte met steenslag. De zone voor de nieuwe vrachtwagenparking is gedeeltelijk braakliggend en gedeeltelijk verhard in asfalt. Voor het (her)aanleggen van de inkomzone en vrachtwagenparking zal een totale oppervlakte van circa 13.505 m² asfaltverharding uitgebroken worden. Zowel de inkomzone als de vrachtwagenparking, met een totale oppervlakte van circa 19.759 m² (respectievelijk 12.394 m² en 7.365 m²), zullen opnieuw aangelegd worden in asfalt.
Voor de aanleg van de nieuwe inkomzone dienen eerst drie bomen gerooid te worden, waarvan één hoogstammige loofboom (zie ‘Ecologische aspecten). Daarnaast worden drie wadi’s voorzien in kader van de infiltratie op het terrein.
Het aanpassen van de inkomzone en het aanleggen van een vrachtwagenparking kadert in het herorganiseren van de bedrijfsinterne logistiek. Bijgevolg past de aanvraag zich functioneel in binnen het industrieveld.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.
Ecologische aspecten
Er zal één hoogstammige en twee laagstammige bomen op het terrein gerooid worden. Deze bomen maken geen deel uit van een bos. De aanvraag werd ter advies voorgelegd aan de stedelijke dienst voor groen en begraafplaatsen. Zij geven volgend voorwaardelijk gunstig advies:
- Bij de werken wordt het vellen van één hoogstammige alsook twee laagstammige bomen voorzien. Op basis van de zorgplicht opgenomen in het Natuurdecreet wordt het voorzien van streekeigen beplanting om het verlies aan natuurwaarde te compenseren opgelegd als voorwaarde.
Dit advies wordt bijgetreden. Er bevinden zich nog voldoende groene zones waarin de compensatie op een veilige manier kan plaatsvinden. De compensatie dient met degelijk plantmateriaal en op een degelijke wijze uitgevoerd te worden. Dit betekent:
- het kappen van de bomen gebeurt buiten het broedseizoen. Het broedseizoen loopt van half februari tot half augustus;
- de compensatie gebeurt door minstens één hoogstam en twee laagstammen aan te planten;
- de bomen dienen gecompenseerd te worden elders op het eigen terrein waar het de interne en externe veiligheid niet in het gedrang brengt;
- het aanplanten van de nieuwe beplanting moet gebeuren met streek- en bodemeigen plantgoed;
- de heraanplant dient te gebeuren in hetzelfde plantseizoen of het eerste plantseizoen volgend op het rooien van de bomen. Een plantseizoen loopt van november tot maart;
- vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken moet men er zich van vergewissen dat geen nesten van vogelsoorten of vleermuizen beschadigd, weggenomen of vernield worden.
Deze voorwaarden moeten aan de vergunning worden gekoppeld.
Bodemreliëf
Zowel voor de nieuwe inkomzone als voor de vrachtwagenparking zal het reliëf van de bodem aanzienlijk wijzigen. Het profiel van de nieuwe wegenis blijft vlak, maar de nieuwe hellingslijnen zorgen voor een wijziging van het reliëf met een volume dat groter is dan 30 m³.
Daarnaast worden drie wadi’s aangelegd in functie van de infiltratie op het terrein om in overeenkomst te zijn met de gewestelijke hemelwaterverordening. Wadi 1 bevindt zich ten noorden van de inkomzone en heeft een oppervlakte van circa 1.047 m². Deze wadi heeft een maximale diepte van 1 meter. Wadi 2 en 3 bevinden zich ter hoogte van de vrachtwagenparking en hebben een oppervlakte van respectievelijk 336 m² en 151 m². Deze wadi’s hebben een maximale diepte van 1,2 meter.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Wegens de situering van de aanvraag in de directe nabijheid van pijpleidingen werd het advies ingewonnen van de beheerders van deze leidingen. Het betreft instanties Air Liquide, Fluxys en Pipelink.
Pipelink vraagt op haar beurt advies aan Petrochemical Pipeline Services (PPS) omdat zij het toezicht op de betrokken leiding uitvoert. Namens Pipelink geeft PPS een voorwaardelijk gunstig advies. De voorwaarden hebben betrekking op allerlei veiligheidsvoorschriften die verbonden zijn aan de werken die plaats vinden in zowel de beschermde zone als in de voorbehouden zone rondom de leiding.
De voorwaarden uit deze adviezen, die gericht zijn op het vrijwaren van de integriteit van omgevende infrastructuren, met het oog op de beperking van de hinder van de geplande werkzaamheden en met het oog op de veiligheid, kunnen integraal aan dit advies worden gehecht en moeten in geval de werken worden vergund als voorwaarden in de vergunning worden opgenomen.
De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de Brandweerzone Antwerpen. Dit advies is voorwaardelijk gunstig. Ook de lokale overheid hecht belang aan het brandweeradvies.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Er werd advies gevraagd aan de dienst mobiliteit van de stad. Hun advies is voorwaardelijk gunstig:
- De parkeervraag mag niet afgehandeld worden op de openbare weg of leiden tot verkeersonveiligheid. Indien blijkt dat er te weinig parkeerplaatsen voorzien zijn, moeten er op het terrein bijkomende parkeerplaatsen gecreëerd worden.
- Er moet duidelijke signalisatie voorzien worden over de te volgen route bij het binnenrijden van het terrein. Er moet een bord geplaatst worden dat aangeeft waar elke voertuigcategorie naartoe moet, en de boodschap moet herhaald worden met markeringen op het wegdek.
- Ter hoogte van de vrachtwagenwachtplaatsen UIT moeten zebramarkeringen voorzien worden, gelijkaardig aan die bij de vrachtwagenplaatsen IN, die leiden naar de ingetekende markeringen ter hoogte van de bestelwagenplaatsen.
- Ook op de nieuwe vrachtwagenparking moeten zebramarkeringen aangebracht worden die de zichtbaarheid van voetgangers op het terrein verhogen.
- Indien er fietsers verwacht worden op dit deel van de site, moeten fietssymbolen of een fietssuggestiestrook aangebracht worden op de rijbaan om de zichtbaarheid van fietsers te verhogen.
- Indien er fietsers verwacht worden op dit deel van de site, moet er een overdekte fietsenstalling voorzien worden met de mogelijkheid om elektrische fietsen op te laden.
- Wachtrijen en laden en lossen mogen niet afgehandeld worden op het openbaar domein.
De voorwaarden uit het advies van de dienst mobiliteit hebben allemaal betrekking op het verhogen van de zichtbaarheid en leesbaarheid van de nieuwe inrichting en zullen de veiligheid verhogen. Dit advies wordt bijgetreden en zullen als voorwaarde opgenomen worden.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
De ingedeelde inrichting of activiteit ‘Andere diensten’ van Evonik omvat onder meer de administratieve diensten, het centrale labo, de sociale gebouwen en de (de)centrale werkplaatsen.
Met onderhavige aanvraag wenst Evonik bijkomende stalplaatsen voor voertuigen te voorzien (bedrijfsvoertuigen, andere dan personenwagens). Ter hoogte van combi-gebouw B 320 zullen 24 bijkomende stalplaatsen aangelegd worden. Ten noorden van magazijn B 299 zal een nieuwe vrachtwagenparking aangelegd worden met 22 stalplaatsen. De vergunde parkeerplaatsen ten westen van logistiek gebouw B 300 zijn volgens de exploitant louter wachtposities voor het aan- en afmelden bij bewaking en dienen niet meer meegenomen te worden onder indelingsrubriek 15.1. In totaal wordt het aantal stalplaatsen onder deze rubriek dus uitgebreid met 40 stuks.
De verhardingen zullen uitgevoerd worden in asfalt. De afwatering van deze verhardingen gebeurt via een KWS-afscheider naar een infiltratiebekken. Een beperkt gedeelte van de verhardingen zal volgens het aanvraagdossier uit waterdoorlatende klinkerverharding bestaan, aan de nieuwe rotonde en aan de parking personenwagens.
In het subadvies van het Havenbedrijf Antwerpen van 28 februari 2022 wordt opgemerkt dat de vrachtwagenparking deels wordt voorzien op braakliggend terrein dat op basis van het aanwezige habitattype mogelijk beschermde soorten uit het Soortenbesluit bevat. Indien er effectief beschermde soorten voorkomen op het terrein is het mogelijk om een afwijking te bekomen op de Vlaamse wetgeving inzake soortenbescherming. Dergelijke afwijkingen moeten aangevraagd worden bij het Agentschap voor Natuur en Bos.
Het is aangewezen om dit mee te nemen als aandachtspunt.
Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.
Aandachtspunt:
De vrachtwagenparking wordt deels voorzien op braakliggend terrein dat op basis van het aanwezige habitattype mogelijk beschermde soorten uit het Soortenbesluit bevat. Indien er effectief beschermde soorten voorkomen op het terrein is het mogelijk om een afwijking te bekomen op de Vlaamse wetgeving inzake soortenbescherming. Dergelijke afwijkingen moeten aangevraagd worden bij het Agentschap voor Natuur en Bos.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De voorwaarden en veiligheidsvoorschriften uit het advies van Air Liquide dienen strikt nageleefd te worden.
2. De voorwaarden en veiligheidsvoorschriften uit het advies van Fluxys dienen strikt nageleefd te worden.
3. De voorwaarden uit het advies van Petrochemical Pipeline Services (ref. U202200266) dienen strikt nageleefd te worden.
4. De parkeervraag mag niet afgehandeld worden op de openbare weg of leiden tot verkeersonveiligheid. Indien blijkt dat er te weinig parkeerplaatsen voorzien zijn, moeten er op het terrein bijkomende parkeerplaatsen gecreëerd worden.
5. Er moet duidelijke signalisatie voorzien worden over de te volgen route bij het binnenrijden van het terrein. Er moet een bord geplaatst worden dat aangeeft waar elke voertuigcategorie naartoe moet, en de boodschap moet herhaald worden met markeringen op het wegdek.
6. Ter hoogte van de vrachtwagenwachtplaatsen UIT moeten zebramarkeringen voorzien worden, gelijkaardig aan die bij de vrachtwagenplaatsen IN, die leiden naar de ingetekende markeringen ter hoogte van de bestelwagenplaatsen.
7. Ook op de nieuwe vrachtwagenparking moeten zebramarkeringen aangebracht worden die de zichtbaarheid van voetgangers op het terrein verhogen.
8. Indien er fietsers verwacht worden op dit deel van de site, moeten fietssymbolen of een fietssuggestiestrook aangebracht worden op de rijbaan om de zichtbaarheid van fietsers te verhogen.
9. Indien er fietsers verwacht worden op dit deel van de site, moet er een overdekte fietsenstalling voorzien worden met de mogelijkheid om elektrische fietsen op te laden.
10. Wachtrijen en laden en lossen mogen niet afgehandeld worden op het openbaar domein.
11. Het kappen van de bomen gebeurt buiten het broedseizoen. Het broedseizoen loopt van half februari tot half augustus.
12. De compensatie gebeurt door minstens één hoogstam en twee laagstammen aan te planten.
13. De bomen dienen gecompenseerd te worden elders op het eigen terrein waar het de veiligheid niet in het gedrang brengt.
14. Het aanplanten van de nieuwe beplanting moet gebeuren met streek- en bodemeigen plantgoed.
15. De heraanplant dient te gebeuren in hetzelfde plantseizoen of het eerste plantseizoen volgend op het rooien van de bomen. Een plantseizoen loopt van november tot maart.
16. Vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken moet men er zich van vergewissen dat geen nesten van vogelsoorten of vleermuizen beschadigd, weggenomen of vernield worden.
17. De aanvrager dient een berekeningsnota toe te voegen waaruit blijkt dat de schuine oppervlakte van de wadi’s voldoende groot is en voldoende capaciteit heeft om het hemelwater te laten infiltreren.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
15.1.2° | al dan niet overdekte ruimte voor het stallen van meer dan 25 motorvoertuigen of aanhangwagens, die geen personenwagens, bromfietsen, motorfietsen of spoorvoertuigen zijn. | +40 voertuigen |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 2 februari 2022 |
Start openbaar onderzoek | 11 februari 2022 |
Einde openbaar onderzoek | 12 maart 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 24 maart 2022 |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
11 februari 2022 | 12 maart 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
Informatievergadering
Een informatievergadering was niet vereist en werd niet gehouden.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.
Aandachtspunt:
De vrachtwagenparking wordt deels voorzien op braakliggend terrein dat op basis van het aanwezige habitattype mogelijk beschermde soorten uit het Soortenbesluit bevat. Indien er effectief beschermde soorten voorkomen op het terrein is het mogelijk om een afwijking te bekomen op de Vlaamse wetgeving inzake soortenbescherming. Dergelijke afwijkingen moeten aangevraagd worden bij het Agentschap voor Natuur en Bos.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De voorwaarden en veiligheidsvoorschriften uit het advies van Air Liquide dienen strikt nageleefd te worden.
2. De voorwaarden en veiligheidsvoorschriften uit het advies van Fluxys dienen strikt nageleefd te worden.
3. De voorwaarden uit het advies van Petrochemical Pipeline Services (ref. U202200266) dienen strikt nageleefd te worden.
4. De parkeervraag mag niet afgehandeld worden op de openbare weg of leiden tot verkeersonveiligheid. Indien blijkt dat er te weinig parkeerplaatsen voorzien zijn, moeten er op het terrein bijkomende parkeerplaatsen gecreëerd worden.
5. Er moet duidelijke signalisatie voorzien worden over de te volgen route bij het binnenrijden van het terrein. Er moet een bord geplaatst worden dat aangeeft waar elke voertuigcategorie naartoe moet, en de boodschap moet herhaald worden met markeringen op het wegdek.
6. Ter hoogte van de vrachtwagenwachtplaatsen UIT moeten zebramarkeringen voorzien worden, gelijkaardig aan die bij de vrachtwagenplaatsen IN, die leiden naar de ingetekende markeringen ter hoogte van de bestelwagenplaatsen.
7. Ook op de nieuwe vrachtwagenparking moeten zebramarkeringen aangebracht worden die de zichtbaarheid van voetgangers op het terrein verhogen.
8. Indien er fietsers verwacht worden op dit deel van de site, moeten fietssymbolen of een fietssuggestiestrook aangebracht worden op de rijbaan om de zichtbaarheid van fietsers te verhogen.
9. Indien er fietsers verwacht worden op dit deel van de site, moet er een overdekte fietsenstalling voorzien worden met de mogelijkheid om elektrische fietsen op te laden.
10. Wachtrijen en laden en lossen mogen niet afgehandeld worden op het openbaar domein.
11. Het kappen van de bomen gebeurt buiten het broedseizoen. Het broedseizoen loopt van half februari tot half augustus.
12. De compensatie gebeurt door minstens één hoogstam en twee laagstammen aan te planten.
13. De bomen dienen gecompenseerd te worden elders op het eigen terrein waar het de veiligheid niet in het gedrang brengt.
14. Het aanplanten van de nieuwe beplanting moet gebeuren met streek- en bodemeigen plantgoed.
15. De heraanplant dient te gebeuren in hetzelfde plantseizoen of het eerste plantseizoen volgend op het rooien van de bomen. Een plantseizoen loopt van november tot maart.
16. Vóór men overgaat tot de uitvoering van de werken moet men er zich van vergewissen dat geen nesten van vogelsoorten of vleermuizen beschadigd, weggenomen of vernield worden.
17. De aanvrager dient een berekeningsnota toe te voegen waaruit blijkt dat de schuine oppervlakte van de wadi’s voldoende groot is en voldoende capaciteit heeft om het hemelwater te laten infiltreren.
Het college geeft opdracht aan:
dienst | taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |