Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021170478 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Jamal El Jattari met als adres Van Dornestraat 74 te 2100 Antwerpen |
Ligging van het project: | Van Dornestraat 74 te 2100 Deurne (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 28 sectie A nr. 103Z7 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 01/01/1956: toelating (627#17331) voor het oprichten van een woning.
Vergunde/vergund geachte toestand
- eengezinswoning;
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Huidige toestand
- bouwvolume overeenkomstig vergunde toestand met uitzondering van:
- gevelafwerking:
Gewenste toestand
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
Inhoud van de aanvraag
- slopen van een buitentrap;
- bouwen van een gelijkvloerse aanbouw;
- interne constructieve wijzigingen;
- dichtmaken van een overdekt terras;
- wijzigen van de voorgevel.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De aanvraag is functioneel inpasbaar in de omgeving. De bestaande vergunde eengezinswoning blijft behouden en blijft verenigbaar met het woongebied van Deurne.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De bestaande woning wordt op het gelijkvloers uitgebreid met een achterbouw met een diepte van 4 meter waardoor de totale bouwdiepte 17 meter bedraagt. Er blijft een voldoende diepe tuin over.
Op de verdieping wordt het bestaande overdekte terras opgenomen in de woning. Deze uitbreidingen zijn ruimtelijk aanvaardbaar en creëren geen noemenswaardige hinder in verband met lichttoetreding en bezonning naar de aanpalende percelen.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Opgemerkt wordt dat de plannen heel summier en slordig zijn opgetekend in tegenstelling tot de oude bouwtoelating uit 1956. Deze slordige werkwijze leidt er toe dat bepaalde ingrepen onduidelijk zijn en bijgevolg moeilijk of niet te beoordelen zijn.
Het is niet geheel duidelijk of binnenmuren blijven staan dan wel uitgebroken worden en opgevangen worden door draagbalken. Er kan bijgevolg onvoldoende ingeschat worden of de aanvraag voldoet aan artikel 24 van de bouwcode.
De keuken, ingesloten tussen de garage en de eetplaats, is enkel via een smalle opening verbonden met de eetplaats en krijgt geen of onvoldoende daglicht. De keuken voldoet evenmin aan artikel 24. De keuken moet betrokken worden bij de eetplaats en de zithoek en moeten samen één open ruimte vormen door de draagmuur verder open te breken.
Het is eveneens onduidelijk of het schrijnwerk in de oorspronkelijke achtergevel tussen de zithoek en de eetplaats verwijderd wordt om te voldoen aan artikel 24 van de bouwcode.
Dezelfde opmerking wordt gemaakt met betrekking tot de verdieping. Het is onduidelijk tot welke ruimte de inname van het oorspronkelijke terras zal behoren. Vermoedelijk tot de centrale slaapkamer maar ook dit is onduidelijk door de slordige tekenwijze.
Aangezien de aanvraag op diverse plaatsen in de woning afwijkt van artikel 24 van de bouwcode moet de aanvraag geweigerd worden.
De functionele indeling van de woning kan tot een veel groter wooncomfort leiden indien de badkamer op het gelijkvloers gesupprimeerd wordt en de keuken, eetplaats en zithoek tot één open leefruimte samengevoegd worden. Om voldoende lichtinval te creëren in het hart van deze leefruimte is het aangewezen om één of meerdere koepels te voorzien in het dak van de nieuwe aanbouw.
Op basis van een bezwaarschrift moet opgemerkt worden dat de uitspringende scheidingsmuur met het rechter aanpalende perceel hoger werd uitgevoerd dan op de bouwtoelating uit 1956 valt af te lezen. Bovendien tonen de foto’s aan dat het bovenste deel van deze muur instabiel is. Het uitspringende deel op de verdieping moet worden afgebroken.
Visueel-vormelijke elementen
De aanvraag bevat geen wijzigingen aan de voorgevel. De laatst vergunde toestand toont een geveluitwerking waarbij de materialisatie gevarieerder is dan in de bestaande toestand. Aan het gebruik van de materialen, wordt echter wel verondersteld dat de gevel op deze manier bij de bouw van de woning zo werd uitgevoerd.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 15 november 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 14 december 2021 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 12 februari 2022 |
Verslag GOA | 27 januari 2022 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
5 | 0 | 0 | 0 |
Bespreking van de bezwaren
Beoordeling: De kenmerkende bouwtypologie in de omgeving zijn bel-étagewoningen en de kenmerkende bouwdiepte van het hoofdvolume in de omgeving bedraagt 13 meter. Het betreffen diepe percelen met tuinen van meer dan 20 meter. Het is een terechte bedenking dat de aanvraag afwijkt van de kenmerkende bouwdiepte. De vergunningverlenende overheid is echter van mening dat een uitbreiding op het gelijkvloers verenigbaar is met de goede ruimtelijke ordening. De functionele indeling van de woning wordt gewijzigd. De leefruimte wordt naar het gelijkvloers gebracht zodat deze aansluit op de diepe tuin. Dit verhoogt het gebruiksgenot van de woning. Op de bovenverdieping worden 3 slaapkamers ingericht. De woning die voorheen over slechts 1 slaapkamer beschikte wordt op die manier een volwaardige eengezinswoning. De woning draagt op die manier bij aan het woonbeleid van de stad om in te zetten op woningen voor gezinnen.
Beoordeling: Aangezien de aanpalende percelen niet zijn uitgebreid op het gelijkvloers, zal de uitbouw de (zon)lichttoetreding verminderen. Aangezien de uitbreiding zich beperkt tot het gelijkvloers, wordt deze hinder aanvaardbaar geacht.
Beoordeling: Het bezwaar is gedeeltelijk gegrond. De bestaande uitkragende muur werd ingetekend op de oude bouwtoelating uit 1956 om inkijk naar de aanpalende percelen te vermijden omwille van de aanwezigheid van een buitentrap. Ten aanzien van het linker aanpalende perceel is de muur uitgevoerd conform deze bouwtoelating. Ten aanzien van het rechter aanpalende perceel is deze muur hoger uitgevoerd dan op de bouwtoelating valt af te lezen. Het uitspringende deel op de verdieping moet worden afgebroken. De overige delen worden beschouwd als een vergunde situatie.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Gebouwen waarvoor een stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd, moeten aan bepaalde energieprestatienormen voldoen. Het isoleren van buitenmuren draagt bij aan deze normen. Hierbij dienen zowel de achtergevel als de scheidingmuren geïsoleerd te worden om thermische onderbrekingen te vermijden. De geïsoleerde muren worden nadien bepleisterd. Artikel 34 van de bouwcode stelt dat het afwerken van zichtbaar blijvende onderdelen van scheidingsmuren esthetisch verantwoord en volgens de regels der kunst moet afgewerkt worden.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. De scheidingsmuur is een gemene muur. Het burgerlijk wetboek stelt dat iedere mede-eigenaar van een gemene muur tegen deze muur mag aanbouwen. Het spreekt voor zich dat bij een uitbreiding van een bestaand gebouw in de diepte, de tuinschutting moet verwijderd worden. De aanvrager van de stedenbouwkundige vergunning is verantwoordelijk voor een uitvoering volgens de regels der kunst. De tuinschutting dient na uitvoering van de werken terug hersteld te worden tot tegen de nieuwe uitbouw. De aanvrager van de stedenbouwkundige vergunning dient hierover afspraken te maken met de aanpalende eigenaars.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.