Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021159239 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Pim Smet met als adres Bosdreef 9 te 2390 Malle |
Ligging van het project: | Rotterdamstraat 84 te 2060 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 5 sectie E nrs. 0 en 1279F5 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | Inrichten van een tuin |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 11/08/2021: proces-verbaal (11002_2021_14534_VPV) voor het uitvoeren van werken in de tuin.
Vergunde/vergund geachte toestand
- er werd geen laatst vergunde toestand teruggevonden.
Huidige toestand
- inrichting:
Gewenste toestand
- inrichting:
Inhoud van de aanvraag
- regulariseren van:
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 1 zone voor wonen - (wo) en artikel 7 zone voor publiek domein - (pu).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan (RUP 2060) op volgende punten:
- 1.2.1 Bouwdiepte: in de voorliggende aanvraag worden constructies opgericht binnen de constructievrije zone (5 meter ten opzichte van de achterste perceelsgrens);
- 1.7.1 Open ruimte, tuinen en terrassen: de onverharde bodem wordt in voorliggende aanvraag niet volledig bewaard.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De voorliggende aanvraag betreft de regularisatie van een opgerichte constructie achteraan de tuin-zone van het perceel. Er werd zonder de nodige vergunning te bekomen een verhoogd terras met zitbanken opgericht tegen de achterste, linker en rechter perceelsgrens. Daarnaast werd tegen de rechterperceelsgrens een vijver ingericht.
Het voorzien van constructies op een afstand kleiner dan 5m ten opzichte van de achterste perceelsgrens is daarnaast volgens artikel 1.2.1 van RUP 2060 verboden. Echter betreft de huidige aanvraag een perceel dat haaks gelegen is op de panden grenzend aan het De Coninckplein. Het respecteren van de vooropgestelde afstand van 5 meter en het inplanten van het terras in het midden van de aanwezige tuinzone zou in voorliggend geval geen verbetering teweeg brengen voor het aanwezige binnengebied. Daarnaast ontstaat door de inplanting achteraan het terrein een aangenamere tuin-zone en betreft het slechts een constructie met een hoogte van circa 40cm. Op het verhoogde terras worden twee zitbanken voorzien met een hoogte van 40cm. Tot slot blijft na het voorzien van het verhoogde terras en de vijver nog voldoende vrije ruimte over om een aangename groene tuin in te richten en bevindt de constructie zich volledig tussen de bestaande hoger opgaande scheidingsmuren waardoor er geen negatieve gevolgen op vlak van privacy en bezonning van de naastgelegen percelen ontstaat. Op basis van het bovenstaande kan dus een afwijking toegestaan worden van artikel 1.2.1.
Er wordt wel opgemerkt dat de bijkomende verharding van de tuinzone ertoe leidt dat het aangevraagde niet voldoet aan artikel 27 (open ruimte) van de bouwcode. Tuinen kleiner dan 60m² mogen namelijk slechts voorzien worden van 20m² verharding. De aanvrager rekent de bloembakken niet mee binnen deze oppervlakte. Echter blijkt uit het funderingsplan dat deze bakken voorzien worden op een betonnen fundering. De voorziene afwijking is echter zeer beperkt.
Gelet op deze beperkte afwijking kan een afwijking op artikel 1.7.1 van RUP 2060 worden toegestaan.
Visueel-vormelijke elementen
Het verhoogde terras wordt afgewerkt met terrasplanken en pleisterwerk, de betonnen zitbanken worden voorzien van een zitkussen. De vooropgestelde materialiteit is aanvaardbaar binnen de stedenbouwkundige context.
Bodemreliëf
In de voorliggende aanvraag wordt een deel van de tuinzone afgegraven tot circa -1m ten opzichte van het bestaande maaiveld om een vijver met vissen en planten te voorzien. De rest van de tuin behoudt zijn oorspronkelijke peil en wordt gescheiden van de vijver doormiddel van een keerwand uit betonsteen. Gezien dergelijke vijver de beleving van de stadstuin ten goede komt en de oppervlakte daarnaast beperkt blijft is deze ingreep stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
In de voorliggende aanvraag wordt het aanwezige kunstgras inclusief de onderliggende verharding verwijdert en voorziet de aanvrager een nieuwe natuurlijke beplanting in de tuin wat noodzakelijk is om een stedenbouwkundig aanvaardbare tuinzone te bekomen. Daarnaast worden een verhoogd terras en een vijver ingericht. Beide ingrepen hebben geen negatieve effecten op de omgeving.
Er wordt wel opgemerkt dat de verhoogde terraszone vlak ingetekend wordt op de doorsnede waardoor het onduidelijk is hoe de aanvrager de aangeduide afwatering naar de tuin voorziet. Er wordt daarom als voorwaarde voor vergunning opgenomen om de terraszone te voorzien van een helling van 1 a 2% om het regenwater naar de aangrenzende onverharde tuinzone te laten afwateren zodat het water op een natuurlijke wijze kan infiltreren conform artikel 39 van de bouwcode.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de aanvraag aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
2. het verhoogde terras te voorzien van een helling van 1 a 2% om het regenwater te laten infiltreren in de aangrenzende tuinzone conform artikel 39 van de bouwcode.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 19 oktober 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 15 november 2021 |
Start 1e openbaar onderzoek | 25 november 2021 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 24 december 2021 |
Beslissing toepassing administratieve lus | 30 december 2021 |
Start laatste openbaar onderzoek | 10 januari 2022 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 8 februari 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 29 april 2022 |
Verslag GOA | 5 april 2022 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
Administratieve lus
Op de aanvraag werd een administratieve lus toegepast, omwille van de volgende reden(en):
De affiche werd niet aangeplakt uiterlijk op de dag voor de begindatum van het openbaar onderzoek en tot en met de laatste dag daarvan conform de bepalingen van artikel 20 van het Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
De stappen in de procedure die verkeerd gelopen zijn werden opnieuw uitgevoerd om te voorkomen dat de eindbeslissing over de aanvraag vernietigd wordt omwille van de vastgestelde procedurefout(en).
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
25 november 2021 | 24 december 2021 | 0 | 0 | 0 | 1 |
10 januari 2022 | 8 februari 2022 | 0 | 0 | 0 | 1 |
Bespreking van de bezwaren
Bezwaren uit vorige openbare onderzoeken over de aanvraag, die nog relevant zijn, worden hier ook besproken.
Tijdens de procedure van de bevraging aanpalenden werd er 1 bezwaarschrift ingediend, dat zich als volgt laat samenvatten:
Beoordeling: De aanvraag voldoet inderdaad niet aan artikel 27 uit de bouwcode gezien de aanvrager niet de volledig gefundeerde zone van het verhoogde terras meenam in de berekening van de verharde oppervlakte.
De voorziene afwijking is echter zeer beperkt. Wat betreft de 20% open ruimte van artikel 27 voldoet de aanvraag wel gezien het bestaande terras aan de achtergevel van de woning beschouwd wordt als open ruimte. Het klopt
dat de aanvrager door de inrichting van het verhoogde terras niet de volledige groene tuin bewaard conform artikel 1.7.1 van RUP 2060. Er kan voor de voorgestelde, beperkte ingreep echter een afwijking voorzien worden
gezien de beperkte afwijking met betrekking tot de bouwcode.
Het bezwaar is deels gegrond.
Beoordeling: Het bezwaar tegen mogelijke schade aan het aangrenzend eigendom betreft een uitvoeringstechnische aangelegenheid die losstaat van de stedenbouwkundige beoordeling van de aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de aanvrager/bouwheer zich te ontzien van burgerrechtelijke afspraken.
Het bezwaar is ongegrond.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021;
2. het verhoogde terras te voorzien van een helling van 1 a 2% om het regenwater te laten infiltreren in de aangrenzende tuinzone conform artikel 39 van de bouwcode.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.