Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021195835 |
Gegevens van de aanvrager: | NV VAN DER WILDT INVEST met als adres Zegeplein 3 te 2930 Brasschaat |
Ligging van het project: | Brouwersvliet 34 - 36 - 38 te 2000 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 1 sectie A nrs. 148M en 153G |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | slopen van 3 panden en oprichten van een meergezinswoning met 7 appartementen en 2 casco handelsruimtes |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 08/09/1950: vergunning (18#27357) voor gevelveranderingen (nummer 34);
- 04/05/1927: vergunning (1927#26732) voor een benzineput (nummer 34);
- 29/10/1920: vergunning (1920#10583) voor binnenveranderingen (nummer 34);
- 01/05/1900: vergunning (1900#458) voor een gevelverandering (nummer 34);
- 28/02/1890: vergunning (1890#217) voor een uitstalraam (nummer 34).
- 08/07/1910: vergunning (1910#1197) voor gevelveranderingen (nummer 36).
- 23/09/1966: vergunning (18#49256) voor een verbouwing (nummer 38);
- 30/05/1952: vergunning (18#29570) voor verbouwingswerken (nummer 38);
- 29/06/1932: vergunning (1932#41999) voor binnenveranderingen (nummer 38).
Vergunde en huidige toestand
- 3 aanpalende panden van 3 bouwlagen in gesloten bebouwing;
- gelijkvloers café en broodjeszaak en bovenliggende woonunits.
Gewenste toestand
- nieuwbouwvolume van 5 bouwlagen plus een dakverdieping onder zadeldak in gesloten bebouwing:
- 5 eenslaapkamerappartementen met een netto-vloeroppervlakte van circa 62 m², 62 m², 63 m², 63 m² en 75 m²;
- 1 tweeslaapkamerappartement met een netto-vloeroppervlakte van circa 127 m²;
- 1 drieslaapkamerappartement met een netto-vloeroppervlakte van circa 130 m²;
- de voorgevel bestaat uit een lichtgrijs genuanceerde baksteen met een plint in arduinen natuursteen en buitenschrijnwerk in antracietkleurig aluminium.
Inhoud van de aanvraag
- slopen van de bestaande bebouwing;
- nieuw bouwen van een meergezinsgebouw van 5 bouwlagen plus een dakverdieping.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
AQUAFIN NV | 20 januari 2022 | 25 februari 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen | 20 januari 2022 | 28 februari 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 20 januari 2022 | 28 januari 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Water-link | 20 januari 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie | 20 januari 2022 | 8 februari 2022 |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 20 januari 2022 | 29 januari 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 20 januari 2022 | 8 februari 2022 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Archeologie | 20 januari 2022 | 15 februari 2022 |
Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg | 20 januari 2022 | 2 maart 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP Binnenstad, goedgekeurd op 26 april 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zones: artikel 1: zone voor wonen - (wo1) en artikel 8: zone voor publiek domein - (pu).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan Binnenstad op volgend punt:
- Artikel 2.1.1 Culturele, historische en/of esthetische waarde: de 3 panden worden ondanks de wenselijkheid van behoud, gesloopt.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag is in overeenstemming met de verordening hemelwater.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
De bestemming van meergezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.
Vanuit de dienst OS/BI wordt een gunstig advies gegeven voor het supprimeren van het café en broodjeszaak op de benedenverdieping en het nieuwbouwen van een project met 2 handelsunits op de gelijkvloerse verdieping. Het project is gelegen in de zone “verspreide bewinkeling centrum Antwerpen”. De Beleidsnota Detailhandel 2020 stelt dat het behoud of het vervangen van commerciële ruimten mogelijk is in deze zone en dat er gestreefd wordt naar een goede mix tussen de functies handel, reca en diensten om op deze manier de aantrekkelijkheid en de verblijftijd van de bezoekers te verhogen.
Cultuurhistorische aspecten
De panden Brouwersvliet 34-36-38 zijn volgens het RUP Binnenstad gelegen in een woonzone met culturele, historische en/of esthetische waarde, waarbij de wenselijkheid van het behoud vooropgesteld wordt. De panden zijn niet opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed maar worden wel vermeld in de straatinleiding van deze inventaris.
Conform de bouwcode is binnen een CHE-gebied de wijziging van de bestaande toestand van een gebouw en/of constructie onderworpen aan de wenselijkheid van het behoud. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur. De beschrijvende nota van de bouwaanvraag dient tevens voldoende informatie te bevatten over het cultuurhistorisch profiel zodat de vergunningverlenende overheid de erfgoedwaarde kan afwegen.
De aanvraag bevat een CHE-rapport, dat echter onvolledig is en waarin talrijke fouten en onnauwkeurigheden voorkomen. De aanvrager ging niet in op de vraag van de dienst monumentenzorg om dit rapport verder aan te vullen en te corrigeren. De beoordeling van deze aanvraag is daarom in belangrijke mate gebaseerd op bijkomend eigen onderzoek en visuele waarneming van de situatie ter plaatse. Voorafgaand aan de indiening van de aanvraag werd hierover uitgebreid gecommuniceerd met de betrokken architect, waarbij de wenselijkheid van het behoud en de herbestemming steeds als uitgangspunt werden meegegeven. Het advies om de panden te behouden wil niet zeggen dat deze niet kunnen herbestemd of getransformeerd worden.
Volgend advies gaf de stedelijke dienst Monumentenzorg:
“De betrokken panden zijn laat 19de-eeuwse neoklassieke bepleisterde en beschilderde lijstgevels beëindigd door houten gekloste kroonlijsten voorzien van elementen kenmerkend voor het neoclassicisme, waaronder rechthoekige vensters met geriemde omlijstingen, doorlopende waterlijsten, bossage, ... De bovengevels bleven gaaf bewaard, de gelijkvloerse puien werden aangepast. Het nummer 36 wijkt af naar volume en architecturale uitwerking, maar zoals hieronder beschreven gaat het hier om een ouder gebouw dat op een bepaald moment ook een neoklassiek uitgewerkte gevel kreeg. Momenteel zijn de gevels van nummers 36 en 38 in een weinig historisch donkergrijs geschilderd.
Het pand nummer 34 werd samen opgetrokken met het nummer 32. Deze tweelingpanden werden gebouwd in 1887 naar ontwerp van Albert Arnou voor rekening van weduwe Verbeeck tussen de toenmalige nummers 50 en 56 (het huidige nr. 36 was het toenmalige nr. 56). Door een verwisseling met een ander pand is de analyse, zoals beschreven in het CHE-rapport, foutief. Op het correcte bouwplan uit 1887 is duidelijk te zien dat deze tweelingpanden initieel met mansarde gebouwd zijn. De stelling op pagina 20, dat de bovenste verdieping van het pand tussen 1915 en 1925 zou geëlimineerd zijn en vervangen door een mansarde, klopt dus niet. Enkel de topbekroning van de centrale dakkapel is verdwenen. Intern is het pand opgebouwd volgens een klassiek grondplan bestaande uit een voorhuis met entresol. Achter het hoofdvolume bevindt zich nog een weinig kwalitatief achterhuis met 2 bouwlagen. Het interieur is relatief sober en van de afwerking bleven enkel de traphal met originele trap en stucwerk, lijstplafonds en een natuurstenen schouwmantel op de eerste verdieping en een houten schouwmantel op de tweede verdieping bewaard.
Het nummer 36 is één van de oudste panden aan de Brouwersvliet en dateert van voor de demping van de vliet, waardoor het ook typologisch afwijkt van de klassieke opbouw van de aanpalende woningen. Het pand was toegankelijk via een steeg in de Schippersstraat (ter hoogte van de huidige huisnummers 35-37. Het is een langgerekt volume dat haaks op de straat staat en waarvan de gevelopeningen behalve naar de zijde van de vliet ook naar het oosten georiënteerd waren. In tegenstelling tot de neoklassieke panden uit het einde van de 19de eeuw bevat dit gebouw nog een traditionele houtstructuur, opgebouwd uit moer- en kinderbalken met muurankers in de gevel. Ook de houten dakkap heeft een traditionele opbouw. In het midden van de oostelijke gevel bleef een fraai hardstenen poortje in rococostijl bewaard. We vermoeden dat dit gebouw minstens uit de 18de eeuw dateert en in oorsprong mogelijk nog ouder is.
Via het oude wijknummer 58 werd ook het bouwplan van het huidige pand met nummer 38 teruggevonden. De relatief rijkelijk uitgewerkte bovengevel bleef gaaf bewaard. De winkelpui werd verbouwd (waarbij het huidige nummer 36 werd geïntegreerd) en de oorspronkelijke afwerking van de dakkapellen in de mansardeverdieping wijzigden eveneens van uiterlijk. Ook hier gaat het om een klassiek opgebouwde burgerwoning, waarvan de oorspronkelijke indeling bewaard bleef. Over de interieurafwerking kan weinig gezegd worden. Het CHE-rapport geeft hierover geen informatie en bij het bezoek ter plaatse konden slechts enkele kamers bezocht worden. De aankleding lijkt eerder sober. De 19de-eeuwse trap bleef wel bewaard.
Beoordeling
Samen met de naastliggende gebouwen hebben de betrokken panden een belangrijke beeldbepalende stadslandschappelijke waarde binnen de stedenbouwkundige context van de Brouwersvliet. Ze vormen samen met de aangrenzende panden tot aan de hoek met het Falconplein een waardevol ensemble. De panden met huisnummer 34 en 38 behoren tot de initiële, eind 19de-eeuwse bebouwing die tot stand kwam na de demping van de vliet rond 1880. Bij de sloop van het nummer 34 zou het naastgelegen tweelingpand nummer 32 trouwens verweesd achterblijven. Het pand met nummer 36 blijkt bij nader onderzoek ouder te zijn dan de bebouwing die na de demping van de Brouwervliet werd opgetrokken en is als dusdanig het oudste gebouw langsheen deze zijde van de Brouwersvliet. Dit gebouw heeft daarom ook een belangrijke historische erfgoedwaarde.
Er is onvoldoende argumentatie om de bestaande bebouwing te slopen en over te gaan tot nieuwbouw. In tegenstelling tot de conclusie van het aangeleverde CHE-rapport zijn er voldoende erfgoedwaarden om de herwaardering van deze panden na te streven. Alhoewel de bouwfysische toestand van de panden verre van optimaal is, behoren het herstel en de herwaardering zeker tot de mogelijkheden en is dat vanuit een duurzaamheidsprincipe te verkiezen. Het straatbeeld met het ensemble van individuele panden naast elkaar wordt volledig teniet gedaan door de schaalvergroting van het voorliggende nieuwbouwproject.”
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt wordt dit advies gevolgd.
De Kwaliteitskamer aan wie het project voor en tijdens de procedure ter advies werd voorgelegd sluit zich eveneens integraal aan bij het advies van de dienst Monumentenzorg:
“De Kwaliteitskamer is er zich van bewust dat de drie panden niet opgenomen werden op de inventaris van het bouwkundig erfgoed, maar is van mening dat de panden een waardevolle beeld-ondersteunende waarde bezitten van de bebouwing aan deze zijde van de Brouwersvliet. Het middelste pand blijkt na historisch onderzoek een hoge erfgoedwaarde te bezitten.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid en Visueel vormelijke elementen.
Voorliggende aanvraag werd voorafgaandelijk voorgelegd aan de kwaliteitskamer. De plannen werden slechts beperkt aangepast op basis van dit (ongunstig) advies. Tijdens de aanvraagprocedure is daarom opnieuw advies gevraagd aan de Kwaliteitskamer. Zij stelt het volgende:
“Het project omvat de sloop van 3 bestaande panden met verspringende hoogte en de oprichting van een nieuwbouw meergezinswoning met gelijkvloerse handelsruimten.
De nieuwbouw omvat een breed appartementsgebouw met 5 bouwlagen en een schuine daklaag.
De Kwaliteitskamer sluit zich integraal aan bij het advies van de dienst Monumentenzorg en bepleit het behoud van de 3 panden.
Los van de erfgoedwaarde of de uniciteit van de afzonderlijke panden, is de Kwaliteitskamer van mening dat het charmante straatbeeld met het ensemble van individuele panden naast elkaar, volledig teniet gedaan wordt door de schaalvergroting in voorliggende nieuwbouw.
Het referentiebeeld wordt gevormd door smalle panden naast elkaar die eenzelfde architectuurtaal spreken wat betreft de verhouding van de open en gesloten delen, het type van raamopeningen, een hoog gelijkvloers en hoge verdiepingen.
De schaalvergroting die het project teweegbrengt door het samenvoegen van de drie panden wordt zeer kritisch beschouwd. Naast de afwijkende korrel en schaal, doorbreekt het gevelbeeld
daarenboven álle bestaande proporties in het straatbeeld. Zowel wat betreft het materiaalgebruik, het aantal bouwlagen, de hoogte van het gelijkvloers, de maatvoering en het ritme van de openingen,… wijkt het ontwerp af van het kenmerkende en charmante ensemble binnen het referentiekader.
Om die reden sluit de Kwaliteitskamer zich integraal aan bij het advies van Monumentenzorg die het behoud en de bestaande panden en kenmerkende percelering bepleit binnen dit waardevolle
ensemble langs de Brouwersvliet.
Dit advies wordt integraal gevolgd. Een pandsgewijze opbouw die zich volumetrisch en visueel inpast in het bestaande, “charmante” ensemble, is essentieel om in aanmerking te komen van vergunning.
De aanvraag doet dat niet waardoor geadviseerd wordt om deze te weigeren.
Archeologisch aspecten
Het projectgebied bevindt zich binnen een archeologisch vastgestelde zone (dit is verkeerdelijk aangeduid in hun bijlage met beslissingsboom). Het projectgebied is gelegen binnen een woon- en recreatiegebied met een perceelsoppervlakte onder de 300 m² (ca. 295 m²) en een ingreep boven de 100 m² (ca. gelijk aan het projectgebied). Volgens het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, artikel 5.4.1 is hiervoor geen archeologienota verplicht.
Het projectgebied situeert zich echter net buiten of binnen de historische binnenstad van de stad Antwerpen en is gelegen aan de Brouwersvliet. De toenmalige Brouwersvliet was de grens van de stad bij de 4de stadsuitbreiding tussen 1314-1410. Bij uitgravingen kunnen oudere restanten van de gracht, de stadsmuur, huismuren en beerputten aan het licht komen. Deze dienen verplicht gemeld te worden onder de vondstmeldingsplicht (Onroerenderfgoeddecreet van 2 juli 2013, artikel 5.1.4). De dienst archeologie kan de waarde van de muren komen inschatten en duidt graag het wetenschappelijk belang van deze vondstmelding tijdens een startvergadering.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De woningen voldoen aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 9 parkeerplaatsen.
De parkeerbehoefte wordt bepaald op basis van volgend programma: - 5 appartementen tussen 60m² en 90m² met parkeernorm 1,2 = 6; - 2 appartementen > 90m² met parkeernorm 1,35 = 2,7; - voor de handelsruimtes op het gelijkvloers in het centrum van de stad moeten geen eigen parkeerplaatsen voorzien worden.
De werkelijke parkeerbehoefte is 9 (6 + 2,7 = 8,7 afgerond 9).
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 9 .
Het plan voorziet niet in het aantal te realiseren plaatsen. De gevel is ca. 20 meter breed. De bouwcode stelt dat er per 8 meter 1 toegangspoort kan worden toegestaan. Er kunnen bijgevolg 2 garagepoorten voorzien worden en dus minstens 2 autoparkeerplaatsen. Er is geen reden te stellen dat dit binnen dit nieuwbouwconcept niet mogelijk zo zijn. Er dient gezocht naar een oplossing op eigen terrein. Indien de panden worden behouden is een andere beoordeling aan de orde.
|
Fietsvoorzieningen
Voor de appartementen moeten 17 fietsenstallingen voorzien worden:
- 5 appartementen met 1 slaapkamer : 5 x 2 = 10
- 1 appartement met 2 slaapkamers : 1 x 3 = 3
- 1 appartement met 3 slaapkamers : 1 x 4 = 4
Deze worden ingericht in de kelder en zijn bereikbaar via de lift.
De lift is klein om met verschillende fietsen te kunnen gebruiken. Een lift is best 2,4m x 1,4m groot (binnenkooi).
Laden en lossen
Laden en lossen voor de handelszaken moet gebeuren op bestaande laad- en loszones in de omgeving.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te weigeren, omwille van onverenigbaarheden met stedenbouwkundige voorschriften en een goede ruimtelijke ordening.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 23 december 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 20 januari 2022 |
Start openbaar onderzoek | 29 januari 2022 |
Einde openbaar onderzoek | 27 februari 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 5 mei 2022 |
Verslag GOA | 5 april 2022 |
naam GOA | Katrijn Apostel |
De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
29 januari 2022 | 27 februari 2022 | 1 | 0 | 0 | 2 |
Bespreking van de bezwaren
Onvolledig en Foutief CHE-rapport: Het bezwaar tegen onvolledig en foutieve informatie in het CHE-rapport waardoor er verkeerde conclusies worden getrokken over de erfgoedwaarde van de panden. Bovendien is er bezwaar tegen de weergave van misleidende foto’s waar bewust nr 32, de woning van de bezwaarindiener, niet op werd weergegeven. Dit pand betreft een tweelingpand van nr 34.
Beoordeling: Het bezwaar is gegrond. Het dossier werd ter advies voorgelegd aan de dienst monumentenzorg die een ongunstig advies gaven. Zij merkten in hun advies op dat de aanvraag dan wel een CHE-rapport bevat, maar dat dit onvolledig is en waarin talrijke fouten en onnauwkeurigheden voorkomen. De aanvrager ging niet in op de vraag van de dienst monumentenzorg om dit rapport verder aan te vullen en te corrigeren. De beoordeling van deze aanvraag is daarom in belangrijke mate gebaseerd op bijkomend eigen onderzoek en visuele waarneming van de situatie ter plaatse.
Vrees voor schade aan het naastliggend pand: Het bezwaar tegen mogelijke schade aan het naastliggend pand, nr 34. Deze twee panden werden gelijktijdig opgetrokken met doorlopende constructie-elementen. Het slopen van het pand nr 32 zal mogelijk schade geven aan het pand van de bezwaarindiener.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het bezwaar tegen mogelijke schade aan het aangrenzend eigendom betreft een uitvoeringstechnische aangelegenheid die losstaat van de stedenbouwkundige beoordeling van de aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de aanvrager/bouwheer zich te ontzien van burgerrechtelijke afspraken vóór en tijdens de uitvoer der werken.
Vrees voor schade aan het achterliggend pand: Het bezwaar tegen mogelijke schade aan de achterliggende panden, gelegen langsheen de Schippersstraat, ten gevolge de voorafgaandelijke afbraak.
Beoordeling: Het bezwaar is ongegrond. Het bezwaar tegen mogelijke schade aan het aangrenzend eigendom betreft een uitvoeringstechnische aangelegenheid die losstaat van de stedenbouwkundige beoordeling van de aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de aanvrager/bouwheer zich te ontzien van burgerrechtelijke afspraken vóór en tijdens de uitvoer der werken.
Het college sluit zich integraal aan bij:
- de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;
- het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning te weigeren.
De plannen waarvan het overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, maken integraal deel uit van dit besluit.