Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022013049 |
Gegevens van de aanvrager: | nezha bourhila met als adres Groenendaallaan 124 te 2170 Antwerpen |
Ligging van het project: | Groenendaallaan 124 te 2170 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 40 sectie C nr. 35W2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 2 naar 3 in een appartementsgebouw |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 05/09/1960: toelating (1974#3417) voor het oprichten van een appartementsgebouw.
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- functie: meergezinswoning met 2 vergund geachte wooneenheden (ongeveer 70 m² groot);
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Huidige toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Gewenste toestand
- regularisatie van het appartement op de gelijkvloerse verdieping;
- regularisatie van het gewijzigde buitenschrijnwerk in de voorgevel;
- verplaatsing buitentrap naar meer centraal in de achtergevel op circa 2,30 m van de rechter perceelgrens.
Inhoud van de aanvraag
- regulariseren van:
- plaatsen van een buitentrap in de achtergevel.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Agentschap Wegen en Verkeer/ AWV - District Antwerpen Vergunningen | 28 februari 2022 | 11 maart 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
AQUAFIN NV | 28 februari 2022 | 10 maart 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen | 28 februari 2022 | 28 maart 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Fluvius System Operator/ Fluvius | 28 februari 2022 | 7 maart 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Water-link | 28 februari 2022 | Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag | Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering | 28 februari 2022 | 10 maart 2022 |
Stadsontwikkeling/ Mobiliteit | 28 februari 2022 | 14 maart 2022 |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw/ vermoeden van vergunning | 28 februari 2022 | 14 maart 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
door het vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 2 naar 3 wordt de draagkracht op de site overschreden;
de fietsstalplaatsen blokkeren de toegang tot het gelijkvloerse appartement;
er is geen bijkomende inpandige parkeerplaats voorzien.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: art. 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Art. 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
In de voorliggende aanvraag wordt een extra woongelegenheid voorzien binnen het volume van de bestaande meergezinswoning. De bestaande woonfunctie blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de Groenendaallaan.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De vergunde meergezinswoning omvat een hoofdbouw van 3 bouwlagen onder een plat dat in gesloten bebouwing met een bouwdiepte van 15 m op alle verdiepingen. Aan de achterzijde bevinden zich inpandige terrassen op de verdiepingen. Op de gelijkvloerse verdieping bevinden zich een inkom, garage, bergplaats en stooklokaal en op de verdiepingen zijn 2 appartementen ingericht. In voorliggende aanvraag wenst men de bijkomende wooneenheid die werd ingericht op de gelijkvloerse verdieping te regulariseren. Ook werd het volledige pand uitgevoerd in spiegelbeeld waarvoor men de regularisatie wenst te bekomen.
Door het vermeerderen van het aantal woongelegenheden van 2 naar 3 stijgt de densiteit op de site op onaanvaardbare wijze. Dit verhoogt de druk op het perceel onaanvaardbaar waardoor de draagkracht van de site wordt overschreden en de aanvraag in strijd is met artikel 6 van de bouwcode. Onderstaande punten tonen dit aan.
De nieuwe woongelegenheid bevindt zich achter de garage. Door de eenzijdig gerichte oriëntatie naar achteren beschikt het appartement over weinig woonkwaliteit. Niet alleen licht maar ook uitzicht vormen een belangrijke psychologische factor bij de beleving van het woonklimaat. Meerzijdige oriëntatie bezorgt woningen een kwalitatief visueel contact met de omgeving.
Met een oppervlakte van 43 m² is het appartement ook veel te klein om een goed éénslaapkamerappartement te kunnen vormen. Dat blijkt duidelijk uit de smalle slaapkamer waar geen normaal dubbel bed, met een normale vrije doorgang er voor, geplaatst kan worden, en de nog geen 17 m² grote leefruimte die zit en eetkamer moet combineren.
Door het creëren van het bijkomende appartement de gemeenschappelijke bergruimte en het stooklokaal verdwenen wat ook een verlies aan kwaliteit betekent voor de bovenliggende appartementen.
De ingetekende fietsenberging voldoet niet aan de artikel 29 van de bouwcode en belemmert de toegang tot het gelijkvloers appartement, wat duidelijk aangeeft dat er onvoldoende ruimte beschikbaar is om het vereiste programma te realiseren
Tegen de achtergevel wenst men een buitentrap te plaatsen die het terras van het appartement op de eerste verdieping verbindt met de tuin. De buitentrap bevindt zich voor het grootste raam van het gelijkvloerse appartement en heeft zo een negatieve invloed op de bezonning en de privacy van deze woongelegenheid.
Daarom wordt de gelijkvloerse woning uitgesloten uit de vergunning.
Visueel-vormelijke elementen
De vergunde voorgevel in witte gevelsteen met een plint en dorpels in blauwe hardsteen, raamomkaderingen in witte hardsteen en buitenschrijnwerk in hout werd net zoals de volledige planschikking gespiegeld uitgevoerd. Op de gelijkvloerse verdieping werd de gevel uitgevoerd in donkerblauwe mozaïek en het houten buitenschrijnwerk werd vervangen door schrijnwerk in blauwe PVC met een gewijzigde indeling. De uitgevoerde gevelwijzigingen zijn stedenbouwkundig aanvaardbaar.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.
Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 1 parkeerplaats.
De aanvraag betreft het vermeerderen van het aantal wooneenheden van 2 naar 3.
Bij projecten tot 5 wooneenheden is de parkeernorm 1.
Er komt 1 wooneenheid bij wat het totaal op 3 brengt. De werkelijke parkeerbehoefte is 1.
|
De plannen voorzien in 0 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 0.
‘Voorliggende aanvraag heeft betrekking op een pand met een perceelsbreedte van minder dan 8 m en is reeds voorzien van een garage. Het plaatsen van een bijkomende toegangspoort is niet mogelijk.’
|
Het (bijgestelde) aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 1 indien de gelijkvloerse woning vergund zou worden.
Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 1. Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.
|
Fietsvoorzieningen:
Gezien het bijkomende appartement 1 slaapkamer heeft, is het aantal benodigde fietsparkeerplaatsen 2 conform de bepalingen van artikel 29 van de bouwcode. De 2 fietsparkeerplaatsen die ingetekend zijn, zijn niet nuttig gezien ze de doorgang belemmeren naar het gelijkvloerse appartement . Bijgevolg is de aanvraag strijdig met bovenstaand artikel.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Omwille van al de bovenstaande onverenigbaarheden wordt geadviseerd om de aanvraag te weigeren.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
3. Uitsluiting:
Alle werken, wijzigingen en handelingen anders dan de wijzigingen aan de voorgevel en het gespiegeld uitvoeren van de oorspronkelijke vergunning, worden uitgesloten uit de vergunning.
4. Uitsluiting:
Het inrichten van een bijkomende wooneenheid op het gelijkvloers wordt uitgesloten uit de vergunning.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 2 februari 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 28 februari 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 29 april 2022 |
Verslag GOA | 6 april 2022 |
naam GOA | Gerd Cryns |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
3. Uitsluiting:
Alle werken, wijzigingen en handelingen anders dan de wijzigingen aan de voorgevel en het gespiegeld uitvoeren van de oorspronkelijke vergunning, worden uitgesloten uit de vergunning.
4. Uitsluiting:
Het inrichten van een bijkomende wooneenheid op het gelijkvloers wordt uitgesloten uit de vergunning.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.