Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2022012207 |
Gegevens van de aanvrager: | NV INEOS MANUFACTURING BELGIUM met als adres Scheldelaan 482 te 2040 Antwerpen |
Gegevens van de exploitant: | NV INEOS MANUFACTURING BELGIUM (0869926088) met als adres Scheldelaan 482 te 2040 Antwerpen |
Ligging van het project: | Scheldelaan 480 te 2040 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 18 sectie A nrs. 61M, 61P, 61Y, afdeling 19 77G en 77H |
waarvan: |
|
- 20180412-0078 | afdeling 18 sectie A nrs. 61Y, 61P, afdeling 19 77G, afdeling 18 61M en afdeling 19 77H (INEOS MANUFACTURING BELGIUM NV) |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | bouwen opslagplaats voor javeltanks Chemisch bedrijf: verandering door wijziging en uitbreiding |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- Op 17 december 1998 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1998/AN/5/1998/B/0367 – 19982114) voor het uitbreiden van een productie-eenheid voor polyethyleen, door het bijplaatsen van een tweede reactor;
- Op 1 oktober 1992 verleende het college een stedenbouwkundige vergunning (HV/1992/B/18/80113-92/133 – 199217737) voor een installatie voor polyethyleen-productie.
Huidige toestand
Een reeds ontwikkeld industrieterrein gekenmerkt door installaties voor de productie van polypropyleen en polyethyleen.
Inhoud van de aanvraag
Bouwen van een opslagplaats voor twee tanks.
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Op 13 oktober 2011 verleende de deputatie van de provincie een milieuvergunning voor de verdere exploitatie na verandering door wijziging en uitbreiding van een chemisch bedrijf, met als eindtermijn 13 oktober 2031. Nadien werden er nog diverse vergunningen verleend voor veranderingen.
Inhoud van de aanvraag
Het voorwerp van de aanvraag betreft de uitbreiding van de opslag gevaarlijke producten.
Aangevraagde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Gevraagd voor |
17.3.4.2°a) | opslagplaatsen voor bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS05) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 100 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; | +3,66 ton |
17.3.8.2° | opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 200 ton. | +3,66 ton |
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu | 24 maart 2022 | 5 april 2022 | Gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan Afbakening zeehavengebied Antwerpen (GRUP) (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.
De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.
Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.
Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven. Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen.
Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.
Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.
Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:
- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;
- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.
Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.
In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.
In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.
De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.
De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.
Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing met als bestemming Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Insteekdok 2 - Gebied voor waterweginfrastructuur
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag daar het hemelwater dat in de inkuiping valt, beschouwd wordt als potentieel verontreinigd. Het hemelwater dat op de nieuwe asfaltverharding valt, infiltreert langs weerszijden van de nieuwe verharding.
Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
De regelgeving inzake toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid – visueel-vormelijke elementen
Op een reeds ontwikkeld blokveld gekenmerkt door installaties voor de productie van polyethyleen, wordt ten westen van een reeds bestaande opslagplaats voor javeltanks, een nieuwe opslagplaats voor twee javeltanks aangelegd. De zone waar de werken wordt uitgevoerd, bestaat uit kiezelverharding.
De opslagplaats bestaat uit een funderingsplaat met een oppervlakte van circa 42 m², met langs drie zijden een opkanting waardoor een inkuiping gevormd wordt. Langs de open zijde wordt een afvoerkanaal geplaatst voor de opvang van vloeistoffen. De twee javeltanks en bijhorende pompen worden geplaatst op betonnen sokkels die op de funderingsplaat bevestigd worden. Aan de zuidzijde van de tanks wordt een stalen platform voorzien om de tanks veilig en ergonomisch te kunnen bijvullen. Het platform heeft een hoogte van 3,5 meter.
Om de nieuwe opslagplaats te kunnen bereiken, wordt de bestaande interne asfaltweg verlengd.
De nieuwe constructies dragen bij tot de verdere exploitatie van het bedrijf waardoor de aanvraag functioneel inpasbaar is.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de brandweer/risicobeheer/preventie. Ook het college hecht belang aan dit advies. Bij de opmaak van dit verslag heeft de brandweer nog geen advies uitgebracht.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte noch automobiliteit.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Ineos Manufacturing Belgium wenst de opslag van gevaarlijke producten uit te breiden met 3.660 kg natriumhypochloriet (javel). Het product zal als additief aan het koelwater toegevoegd worden, ter remming van microbiologische ontwikkeling.
Het product wordt opgeslagen in 2 bovengrondse dubbelwandige houders van 1.550 liter elk. De zone waar de houders geplaatst worden, is voorzien van een hellende betonplaat met een goot die aangesloten wordt op het chemisch riool. Er wordt een afsluiter voorzien zodat er geen rechtstreekse verbinding is tussen de opslagplaats en de riolering. De betonplaat zal voorzien worden van een coating die resistent is voor javel. De houders worden gevuld vanuit IBC’s door middel van een speciaal platform.
Het betreft een hogedrempel Seveso-inrichting. De exploitant stelt in het aanvraagdossier dat de vergunde aanwezige hoeveelheid javel onder rubriek 17.2.2 nog in overeenstemming is met de reële hoeveelheid. Bij de eerstvolgende herziening van het OVR zal bekeken worden of deze hoeveelheid in de toekomst moet verhoogd worden.
Gelet op de aard van de voorliggende beperkte verandering wordt er geen bijkomend risico voor de mens of het milieu verwacht, bovendien wordt er geoordeeld dat de hinder niet significant vergroot ten opzichte van de vergunde situatie.
Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning voor zover het advies van de brandweer/risicobeheer/preventie gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden.
Geadviseerde rubrieken
Rubriek | Omschrijving | Geadviseerd voor |
17.3.4.2°a) | opslagplaatsen voor bijtende vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS05) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 20 ton tot en met 100 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied; | +3,66 ton |
17.3.8.2° | opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 2 ton tot en met 200 ton. | +3,66 ton |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 22 maart 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 21 april 2022 |
De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag voor zover het advies van de brandweer/risicobeheer/preventie gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden.
Het college geeft opdracht aan:
Dienst | Taak |
SW/V | Het advies te bezorgen aan de instantie die om het advies gevraagd heeft. |