Terug
Gepubliceerd op 19/04/2022

2022_CBS_02724 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2021056967. Scheldelaan 10. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 15/04/2022 - 09:00 digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Jinnih Beels, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_02724 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2021056967. Scheldelaan 10. District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_02724 - Omgevingsvergunning. Advies hogere overheid. Gunstig advies - OMV_2021056967. Scheldelaan 10. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om advies uit te brengen.

 

Projectnummer:

OMV_2021056967

Gegevens van de aanvrager:

de heer Eric Van Kalmthout met als adres Scheldelaan 10 te 2030 Antwerpen

Gegevens van de exploitant:

NV TotalEnergies Olefins Antwerp (0433181610) met als adres Scheldelaan 10 te 2030 Antwerpen

Ligging van het project:

Scheldelaan 10 te 2030 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 14 sectie A nr. 70K

waarvan:

 

-          20200218-0037

afdeling 14 sectie A nr. 70K (nv Total Olefins Antwerp)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

Petrochemisch bedrijf: verandering door wijziging en uitbreiding; inrichten van een opslag- en onderhoudszone en een pyrolyse-olie losplaats

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

Er werd geen relevante voorgeschiedenis teruggevonden.

 

Huidige toestand

Grootschalige industriële site ingericht als olieraffinaderij ten zuiden van het Marshalldok.

 

Inhoud van de aanvraag

De aanvraag betreft:

-     het verwijderen van bestaande verhardingen; 

-     het aanleggen van nieuwe verhardingen; 

-     het slopen van een afdak; 

-     het herinrichten van een truck losplaats; 

-     het inrichten van een opslag- en onderhoudszone met twee opslagtanks; 

-     het plaatsen van twee filters.  

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 5 juli 2007 werd door de deputatie van de provincie Antwerpen een milieuvergunning verleend voor de hernieuwing van een raffinaderij, voor een termijn verstrijkend op 5 juli 2027. Nadien werden er nog diverse vergunningen verleend voor veranderingen.

 

Inhoud van de aanvraag

Het voorwerp van de aanvraag betreft in hoofdzaak een uitbreiding met de opslag van pyrolyse-olie en de aanwending van deze olie als voeding voor de kraakovens.

 

Aangevraagde rubrieken


nv Total Olefins Antwerp

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

1.4.

Inrichtingen voor de opslag van aardolie, petrochemische of chemische producten met een opslagcapaciteit van 100.000 ton of meer;

-3.630,36 ton

17.2.2.

VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 5, deel 1 en 2, kolom 3, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel, vermeld in noot 4 bij bijlage 5, deel 1 en deel 2 (hogedrempel Seveso-inrichting)

-3.516,20 ton

17.3.2.1.2.3°

opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton;

-114,14 ton

17.3.2.2.3°b)

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied voor de opslag in bovengrondse houders of een combinatie van bovengrondse en ondergrondse houders;

-3.516,22 ton

17.3.4.3°

bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton;

-114,14 ton

17.3.6.3°

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer 100 ton;

-3.630,40 ton

17.3.7.3°

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton;

-3.630,40 ton

17.3.8.3°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton;

-3.630,40 ton

39.5.1°

overige stoomtoestellen en stoommachines (zuigermachines, turbines) met een totaal vermogen (het vermogen van de brander valt onder rubriek 43) van 1 tot en met 100 MW.

+0,02 MW

Argumentatie

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu

18 maart 2022

28 maart 2022

Gunstig

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het goed is gelegen in het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan (GRUP) Afbakening zeehavengebied Antwerpen (Besluit van de Vlaamse regering van 30 april 2013), binnen de afbakeningslijn.

De gebieden binnen de afbakeningslijn behoren tot het zeehavengebied Antwerpen.

Met uitzondering van de deelgebieden waarvoor in dit plan voorschriften werden vastgelegd, blijven de op het ogenblik van de vaststelling van dit plan bestaande bestemmings- en inrichtingsvoorschriften onverminderd van toepassing.

 

Het goed is volgens voornoemd gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan bestemd als Gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.

Zulk gebied is bestemd om te functioneren als Vlaams havengebied als onderdeel van de haven van Antwerpen. Het is bestemd voor zeehavengebonden en zeehavengerelateerde industriële en logistieke activiteiten en distributie-, opslag- en overslagactiviteiten die gebruikmaken van en aangewezen zijn op de zeehaveninfrastructuur.

Alle handelingen die nodig of nuttig zijn voor de realisatie van de bestemming en voor de exploitatie van de haven en de bedrijven zijn toegelaten.

Daartoe worden ook de volgende werken, handelingen, voorzieningen, en wijzigingen gerekend:

- de aanleg en het onderhoud van infrastructuur die nodig is voor de toegankelijkheid of voor verbindingen langs de waterzijde en langs de landszijde;

- het laguneren of op een andere wijze bergen of verwerken van baggerspecie.

Daarnaast is de ontwikkeling, het herstel en de instandhouding van tijdelijke ecologische infrastructuur toegelaten.

In het gebied zijn eveneens gebouwen of lokalen voor bewakingspersoneel toegelaten.

In het gebied zijn kantoorgebouwen niet toegelaten, tenzij ze noodzakelijk zijn voor en een inherent onderdeel zijn van de exploitatie van haven en industriële activiteiten. De bestaande kantoorgebouwen kunnen behouden blijven binnen het bestaande bouwvolume op het moment van definitieve vaststelling van dit gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan. Uitbreidingen zijn niet toegelaten.

 

De aanvraag dient beoordeeld te worden aan de hand van de voorschriften van het ruimtelijk uitvoeringsplan.

De aanvraag is in overeenstemming met de bestemming en de voorschriften van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan.

 

Voor een straal van 500 meter rond de aanvraag is het voormelde GRUP tevens van toepassing. Hier gelden voornamelijk de bestemmingsvoorschriften Gebied voor Zeehaven- en watergebonden bedrijven en – voor het Marshalldok – Gebied voor waterweginfrastructuur. De Scheldelaan in het zuiden van de aanvraag heeft als bestemming Gebied voor verkeers- en vervoersinfrastructuur. Op circa 200 meter ten zuiden van de aanvraag, buiten de afbakening zeehavengebied, loopt een overdruk met als aanduiding Leidingstraat.

 

Ten zuiden van de Scheldelaan is het gewestplan Antwerpen nog van toepassing met als bestemmingen Natuurgebieden (N), Bijzonder natuurgebieden (NH), Bestaande afzonderlijke leidingen en Bestaande leidingstraten.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

Hemelwater: Het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater.

De gewestelijke hemelwaterverordening is van toepassing op de aanvraag. Het plaatsen van een hemelwaterput is niet verplicht gezien er geen nieuwe dakoppervlakte groter dan 100 m² voorzien wordt. Er wordt voor het aspect infiltratie een afwijking op de gewestelijke hemelwaterverordening aangevraagd. Volgens artikel 13 van het besluit van de Vlaamse Regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater, kan het vergunningverlenende bestuursorgaan bij de beoordeling van de aanvraag in uitzonderlijke gevallen afwijkingen toestaan van de verplichtingen van dit besluit als dat om specifieke redenen met betrekking tot de mogelijkheden van hergebruik of plaatselijke terreinkenmerken verantwoord of noodzakelijk is.

Infiltratie is volgens de aanvrager niet toepasbaar omwille van: 

-     de beperkte beschikbare ruimte om een infiltratievoorziening aan te leggen door de complexe infrastructuur van de installaties en tankenparken en het zeer dichte ruimtelijk gebruik;

-     de verontreinigingssituatie (voornamelijk historisch) in grond en grondwater ter hoogte van de verschillende deelgebieden. Hierdoor kan het risico voor een ongewenste verspreiding van verontreiniging (verticaal en horizontaal) niet worden uitgesloten; 

-     geen meerwaarde tegen verzilting of verdroging ter hoogte van TotalEnergies Olefins Antwerp. De afsluitende polderklei belemmert eventuele doorvoer van zoet water naar beneden. De getijdewerking van de Schelde veroorzaakt een verzilting van het diepere grondwater te hoogte van TotalEnergies Olefins Antwerp. 

Het hemelwater wordt integraal gecontroleerd afgevoerd via de waterzuiveringsinstallatie naar de oppervlaktewaters in de omgeving. De gevraagde afwijking kan gunstig worden geadviseerd.

 

Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid.

De gewestelijke verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid - Visueel-vormelijke elementen

Op een reeds ontwikkeld industrieterrein, gelegen ten oosten van het Marshalldok, worden werken uitgevoerd in functie van het Antwerp Pyrolysis Oil Project, een groter project met als doel om 30% van de polymeren te laten bestaan uit gerecycleerde en hernieuwbare polymeren tegen 2030. Hiervoor worden op drie zones op de site stedenbouwkundige handelingen uitgevoerd.

 

In het noorden op de site, tussen de bestaande tankparken, wordt een opslag- en onderhoudszone voorzien. Hiervoor dienen eerst de bestaande stelconplaten in deze zone, met een oppervlakte van 441 m², verwijderd te worden. Op een nieuwe betonverharding worden twee opslagtanks geplaatst die beide een inhoud hebben van 315 m³ en een hoogte van circa 10 meter. Ten westen van de opslagtanks worden bijhorende pompen en filters geplaatst. De nieuwe betonverharding heeft een totale oppervlakte van circa 340 m². De nieuwe opslagtanks worden verbonden met de bestaande installaties via een nieuwe leidingenbrug die de leidingen over de weg brengt. Daarnaast wordt ten noorden van de opslagtanks een nieuwe verharding in stelcondals voorzien met een oppervlakte van circa 180 m² die dienst zal doen als onderhoudszone om kraanwerken van de omliggende tanks te kunnen uitvoeren.

 

Ten oosten van het Tankpark Nafta I bevindt zich een bestaande truck losplaats met afdak. Dit afdak met een oppervlakte van circa 144 m², met bijhorende structuur, platform en installaties, zal afgebroken worden. De losplaats wordt heringericht als pyrolyse-olie losplaats waarvoor er op de bestaande verhardingen installaties geplaatst worden in functie van het laden en lossen zoals een losarm en pijpenbrug. Tevens wordt er een stalen schuilcontainer geplaatst met een oppervlakte van 6 m² en een hoogte van 2,35 meter.

 

Ter hoogte van de ovensectie, meer ten zuiden op de site, wordt tussen twee uit dienst genomen ovens een nieuwe asfaltverharding met een oppervlakte van 25 m² aangelegd. Op deze verharding worden twee injectiefilters geplaatst die het product filteren alvorens het naar de naftakraker gaat.

 

De werken kaderen binnen een groter project en staan in functie van de verdere exploitatie van het bestaand industrieel bedrijf. Bijgevolg past de aanvraag zich functioneel in binnen het industrieveld.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De werken worden uitgevoerd op een grootschalig industrieterrein temidden van allerhande industriële installaties en gebouwen waardoor ruimtelijke impact beperkt is. De aanvraag is in overeenstemming en verenigbaar met de ruimtelijke context van het havengebied waarbinnen deze aanvraag is gesitueerd.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

De vergunningverlenende overheid heeft het advies ingewonnen van de Brandweerzone Antwerpen. Dit advies is op datum van opstelling van dit verslag nog niet uitgebracht. Ook de lokale overheid hecht belang aan het brandweeradvies.
 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

De aanvraag genereert geen bijkomende parkeerbehoefte en geen significante toename van het aantal verkeersbewegingen.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

TotalEnergies Olefins Antwerp (TEOA) verwerkt nafta, butaan en ethaan van onder meer de Total Raffinaderij Antwerpen tot basischemicaliën zoals ethyleen, propyleen, ruwe C4, tolueen en benzeen. Vervolgens worden deze monomeren verkocht aan (petro)chemische bedrijven. De monomeren ethyleen en propyleen worden deels zelf verwerkt bij TotalEnergies Polymers Antwerp en TotalEnergies Polymers Feluy.

 

Voorliggende aanvraag staat in teken van de aanwending van pyrolyse-olie als voeding voor de kraakovens. De exploitant wenst tegen 2026 jaarlijks 100.000 ton gerecycleerde polymeren te produceren, op basis van pyrolyse-olie afkomstig van de recyclage van plastic afval. In eerste instantie zal de pyrolyse-olie afkomstig zijn van het bedrijf Plastic Energy, gevestigd te Spanje. TEOA beschikt al over een grondstofverklaring voor deze olie gezien deze in Spanje als een afvalstof wordt beschouwd. In een later stadium zal ook pyrolyse-olie afkomstig van TotalEnergies te Grandpuits en van eventuele andere leveranciers kunnen worden ingezet.

 

Het kraken van de pyrolyse-olie zal gebeuren op kraakoven B701J. De totale hoeveelheid gekraakte grondstoffen en ook de totale productiecapaciteit zal niet verhogen.

 

Voor de opslag van de olie worden twee (315 m³ elk) dubbelwandige verticale cilindrische opslagtanks geplaatst. Volgens het aanvraagdossier worden de tanks conform VLAREM gebouwd en gekeurd. Een bestaande truck losplaats zal men omvormen tot een specifieke losplaats voor de pyrolyse-olie.

 

Er wordt opgemerkt dat het in het luik ingedeelde inrichtingen of activiteiten niet duidelijk is wat er met het potentieel verontreinigd hemelwater afkomstig van deze losplaats gebeurt. Uit het stedenbouwkundig luik blijkt echter dat het hemelwater integraal afgevoerd wordt via de waterzuiveringsinstallatie.

 

In het aanvraagdossier wordt gesteld dat het kraken van pyrolyse-olie geen invloed heeft op de rookgasemissies van de kraakovens. Het project introduceert geen bijkomende emissiepunten, noch zal het een invloed hebben op de kwaliteit/kwantiteit van het geproduceerde afvalwater.

 

Het betreft een hogedrempel Seveso-inrichting. Het aanvraagdossier bevat een veiligheidsnota, opgesteld door een erkend VR-deskundige. In de veiligheidsnota wordt geconcludeerd dat de geplande veranderingen geen bijkomend aanzienlijk extern risico voor de mens, noch voor het leefmilieu inhouden in vergelijking met de bestaande toestand. Met betrekking tot de veranderingen zijn de nodige veiligheidsmaatregelen aanwezig om zware ongevallen te voorkomen of de gevolgen van gebeurlijke zware ongevallen te beperken, zowel voor de mens als voor het leefmilieu.

 

Verder omvat de aanvraag het verwijderen van de vaste opslagtank F-2204 uit de vergunning. De verblijftijd van het product in deze tank bedraagt minder dan 24 uren en dient dus conform de definities van VLAREM II niet als een opslagplaats beschouwd te worden. Er zijn ook nog 3 houders (F2199, F2116 en F2105) voor CO2 en koolwaterstoffen die inmiddels definitief buiten dienst werden genomen en verwijderd werden.

 

Gelet op de aard van de voorliggende beperkte verandering wordt er geen bijkomend risico voor de mens of het milieu verwacht, bovendien wordt er geoordeeld dat de hinder niet significant vergroot ten opzichte van de vergunde situatie.

 

Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.

 

Advies van het college

Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning en voor zover het advies van de brandweer gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden.

 

Geadviseerde rubrieken

 

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

1.4.

Inrichtingen voor de opslag van aardolie, petrochemische of chemische producten met een opslagcapaciteit van 100.000 ton of meer;

-3.630,36 ton

17.2.2.

VR-plichtige inrichting waar gevaarlijke producten in hoeveelheden die gelijk zijn aan of groter zijn dan de hoeveelheid, vermeld in bijlage 5, deel 1 en 2, kolom 3, bij dit besluit, aanwezig zijn, in voorkomend geval gebruikmakend van de sommatieregel, vermeld in noot 4 bij bijlage 5, deel 1 en deel 2 (hogedrempel Seveso-inrichting)

-3.516,20 ton

17.3.2.1.2.3°

opslagplaatsen voor overige ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 3 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton;

-114,14 ton

17.3.2.2.3°b)

opslagplaatsen voor ontvlambare vloeistoffen van gevarencategorie 1 en 2 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton, als de inrichting volledig is gelegen in industriegebied voor de opslag in bovengrondse houders of een combinatie van bovengrondse en ondergrondse houders;

-3.516,22 ton

17.3.4.3°

bijtende vloeistoffen en vaste stoffen - opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS05 met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 100 ton;

-114,14 ton

17.3.6.3°

opslagplaatsen voor schadelijke vloeistoffen en vaste stoffen, op basis van etikettering gekenmerkt door het gevarenpictogram GHS07, met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer 100 ton;

-3.630,40 ton

17.3.7.3°

opslagplaatsen voor vloeistoffen en vaste stoffen die op lange termijn gezondheidsgevaarlijk zijn (gevarenpictogram GHS08) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 50 ton;

-3.630,40 ton

17.3.8.3°

opslagplaatsen voor het aquatisch milieu gevaarlijke vloeistoffen en vaste stoffen (gevarenpictogram GHS09) met een gezamenlijke opslagcapaciteit van meer dan 200 ton;

-3.630,40 ton

39.5.1°

overige stoomtoestellen en stoommachines (zuigermachines, turbines) met een totaal vermogen (het vermogen van de brander valt onder rubriek 43) van 1 tot en met 100 MW.

+0,02 MW

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:

 

  1. de aanvraag ingediend is door het betrokken college;
  2. de aanvraag louter betrekking heeft op mobiele of verplaatsbare ingedeelde inrichtingen of activiteiten.

 

Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.

Fasering

Procedurestap

Datum

Ontvangst adviesvraag

15 maart 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste adviesdatum

14 april 2022

Onderzoek

De aanvraag moet niet onderworpen worden aan een openbaar onderzoek.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag en voor zover het advies van de brandweer gunstig is of voorwaardelijk gunstig met uitvoerbare voorwaarden.

Artikel 2

Het college geeft opdracht aan:

dienst
taak
SW/VHet advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft.

Artikel 3

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.