Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2022013041 |
Gegevens van de aanvrager: | BVBA VLINVEST met als adres Kwikstaartlaan 21 te 2610 Antwerpen |
Ligging van het project: | Zilvervosstraat 26 te 2610 Wilrijk (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 43 sectie A nr. 381W2 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | regulariseren van werken in- en aan een meergezinswoning met buitenaanlegwerken |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 16/11/1967: vergunning (19678294) voor verbouwingswerken o.a aanbouwen garage;
- 26/06/1961: toelating (238#11114) oprichten huis met 2 verdiepingen.
Vergunde/vergund geachte toestand
- functie:
- bouwvolume:
- gevelafwerking:
- inrichting:
Huidige toestand en gewenste toestand
- de functie en het bouwvolume van het pand blijft ongewijzigd ten opzichte van de laatst vergunde toestand;
- de reeds uitgevoerde gevelafwerking woning + garage:
- de reeds uitgevoerde inrichtingswerken in en rond het gebouw:
- het verwijderen van de vaste keldertrap en deze vervangen door een vloerluik;
- de toegang tot de kelder zal gebeuren door middel van een ladder;
- het vergroten van de badkamer;
- het verwijderen van de muur tussen de leefruimte en de keuken;
Inhoud van de aanvraag
- intern verbouwingswerken aan de meergezinswoning door middel van:
- het schilderen van de gevels van het pand;
- wijzigingen van sommige bestaande gevelopeningen en plaatsen van nieuw buitenschrijnwerk;
- het aanleggen van nieuwe verhardingen rondom het pand;
- het plaatsen van een tuinafsluiting.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen | 28 februari 2022 | 22 maart 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt niet onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: art. 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Art. 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van een meergezinswoning blijft behouden en is daarmee in overeenstemming met de kenmerkende woonfuncties in de straat.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De werken beperken zich binnen het vergunde volume en beogen geen aanpassing van het aantal woongelegenheden waardoor zowel schaal als ruimtegebruik gerespecteerd blijven.
Visueel-vormelijke elementen
De wijzigingen aan de gevels beperken zich tot het wit schilderen van de gevel, het vergroten van de raamopeningen in de gelijkvloerse voorgevel en het vernieuwen van het buitenschrijnwerk in zwarte pvc. De omgeving wordt hoofdzakelijk gekenmerkt door gevels in metselwerk in een roodbruine kleur en natuurstenen elementen. Bijkomend komen er ook gevels voor in een licht kleurige gevelafwerking, waardoor het pand zich blijft inpassen in het straatbeeld.
Voorliggende ontwerp wijkt wel af van artikel 11 van de bouwcode. De blauwe hardsteen omlijstingen rondom de ramen en het natuurstenen vlak in de voor- en zijgevel werden eveneens geschilderd. Omdat het schilderen van het natuurstenen vlak in de voor- en zijgevel zich inpast in het gevelbeeld kan hier een afwijking worden toegestaan met toepassing van artikel 3 van de bouwcode. De blauwe hardsteen omlijstingen rondom de ramen en dorpels mogen niet geschilderd, bepleisterd of gekaleid worden. Dit wordt opgenomen in de voorwaarden bij de vergunning.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Door de tuinzone tussen de gelijkvloers woongelegenheid en de garages te voorzien als fietsenstalling, kan deze woning geen gebruik maken van deze open ruimte.
In functie hiervan zal de fietsenstalling en de daar voorziene draadafsluiting met poort worden uitgesloten. In functie van het gebruik van de open ruimte als tuinzone zal als voorwaarde worden opgelegd de zone aan de ‘achterzijde’ te voorzien met een begroende draadafsluiting van 1,50 m hoogte in plaats van op de hoek.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
3. Het schilderen van de blauwe hardsteen raamomlijstingen en de dorpels wordt uitgesloten uit de vergunning.
4. Tuinafsluitingen te voorzien conform de bepalingen van artikel 19 van de bouwcode.
5. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
6. De verharding in de voortuin in functie van een terras wordt uitgesloten uit de vergunning.
7. De fietsenstalling en de daar voorziene draadafsluiting met poort worden uitgesloten van vergunning.
8. De zone aan de ‘achterzijde’ te voorzien met een begroende draadafsluiting van 1,50 m hoogte in plaats van op de hoek zoals aangeduid op het plan ‘BA_regularisatie_I_N_00’.
Standpunt college
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar. De omgevingsambtenaar merkt correct op dat de voorziene perceelsafsluiting afwijkt van artikel 19 van de Antwerpse Bouwcode. Verder wordt opgemerkt dat de voortuin voorzien wordt van een verharding voor een terras, hetgeen afwijkt van artikel 27 van de Antwerpse Bouwcode. Geadviseerd wordt om – in functie van een meer private buitenruimte – een hogere tuinafsluiting aan de ‘achterzijde’ van het perceel te plaatsen en de verharding voor het terras van vergunning uit te sluiten. Ook de fietsenstalling ter hoogte van de gelijkvloerse slaapkamers wordt uitgesloten, zodoende deze ruimte te kunnen benutten als private buitenruimte.
Voorliggend perceel betreft een hoekperceel, gelegen aan de Zilvervosstraat en de Jules Moretuslei. De voordeur van de appartementen is georiënteerd naar de Zilvervosstraat. Door de ligging van het perceel op de hoek van beide straten is de volledige gelijkvloerse buitenruimte aan de straatzijden gelegen.
De aanvraag gaat uit van het organiseren van een buitenruimte voor het gelijkvloerse appartement aan de zijde Jules Moretuslei en de hoek met de Zilvervosstraat. Vanuit de interne schikking van het gelijkvloerse appartement is deze locatie de meest logische, aangezien de buitenruimte hier grenst aan de living van het appartement en er een rechtstreekse toegang is vanuit de leefruimte naar de buitenruimte. Dit is niet het geval voor het gedeelte van de tuinzone aan de zijde Zilvervosstraat, gelegen tussen het toegangspad naar de voordeur en de garages.
Op het inplantingsplan nieuwe toestand staat aan de zijde Jules Moretuslei en de hoek met de Zilvervosstraat enkel een draadafsluiting ingetekend. Uit het aanvraagdossier blijkt echter duidelijk dat deze draadafsluiting gecombineerd wordt met een nieuw aangeplante haag. De draadafsluiting dient steeds gepaard te blijven met een levendige afsluiting. De haag dient goed te worden onderhouden, opdat deze geen hinder creëert ten aanzien van de gebruikers van het openbaar domein. De hoogte van de haag dient beperkt te blijven tot 1,5 à 2 meter hoogte.
Gelet op de breedte van het voetpad ter hoogte van de kruising van de Zilvervosstraat met de Jules Moretuslei kan aangenomen worden dat ook met een hogere tuinafsluiting op de hoek voldoende zichtbaarheid voor de weggebruiker gegarandeerd blijft.
Omwille van deze argumentatie acht het college in functie van een gebruiksvriendelijke buitenruimte een afwijking op artikels 19 en 27 aanvaardbaar. Het besluit wordt in die zin aangepast.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 31 januari 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 28 februari 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 29 april 2022 |
Verslag GOA | 7 april 2022 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.
Het college sluit zich gedeeltelijk aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
3. Het schilderen van de blauwe hardsteen raamomlijstingen en de dorpels wordt uitgesloten uit de vergunning.
4. De draadsafsluiting aan de zijde Julesmoretuslei en de hoek met de Zilvervosstraat dient gepaard te blijven met een levendige afsluiting. Deze levendige afsluiting dient goed te worden onderhouden, opdat deze geen hinder creëert ten aanzien van de gebruikers van het openbaar domein. De hoogte van de haag dient beperkt te blijven tot 1,5 à 2 meter hoogte.
5. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.