Terug
Gepubliceerd op 11/04/2022

2022_CBS_02722 - Omgevingsvergunning - OMV_2022012585. Carrettestraat zonder nummer (zn), Vaartkaai 44. District Merksem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 08/04/2022 - 09:00 Digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2022_CBS_02722 - Omgevingsvergunning - OMV_2022012585. Carrettestraat zonder nummer (zn), Vaartkaai 44. District Merksem - Goedkeuring 2022_CBS_02722 - Omgevingsvergunning - OMV_2022012585. Carrettestraat zonder nummer (zn), Vaartkaai 44. District Merksem - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022012585

Gegevens van de aanvrager:

zie exploitant

Gegevens van de exploitant:

NV AQUAFIN (0440691388) met als contactadres Kontichsesteenweg 54 te 2630 Aartselaar

Ligging van het project:

Carrettestraat zonder nummer (zn), Vaartkaai 44 te 2170 Merksem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 40 sectie C nrs. 597M3, 597B4, 600X3, 600W3, 600L9, 600L10, 600Z7, 600E8, 600Y8, 600N9, 600D8, 600H10, 600Z9, 600C11, 600Y9 en 608L2

waarvan:

 

-          20220128-0020

afdeling 40 sectie C nrs. 600Y9, 600X3, 600Z9, 597B4, 600Y8, 600D8, 600L10, 600H10, 600W3, 597M3, 600C11, 600E8, 600N9, 600L9 en 600Z7 (Bemaling rioleringstracé Carrettestraat (deel 2))

-          20220203-0022

afdeling 40 sectie C nr. 608L2 (Tegenbemaling rioleringstracé Carrettestraat)

Vergunningsplichten:

Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

de exploitatie van een bemaling voor de aanleg van een rioleringstracé

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Voorgeschiedenis

Op 22 januari 2021 verleende het college aan Aquafin nv een tijdelijke vergunning voor een bemaling in functie van fase 1 van rioleringswerken in de Carrettestraat te Merksem (OMV_2020144273).

 

Inhoud van de aanvraag

Het project omvat een tijdelijke bronbemaling noodzakelijk voor rioleringswerken in de Carrettestraat.

 

Aangevraagde rubrieken

 

Bemaling rioleringstracé Carrettestraat (deel 2)

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

100,00 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

50,00 m³/uur

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

85.820,00 m³/jaar

 

Tegenbemaling rioleringstracé Carrettestraat

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

13,20 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

13,20 m³/uur

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld;

6.860,00 m³/jaar

 

Aangevraagde bijstelling bijzondere milieuvoorwaarden in afwijking van algemene of sectorale voorwaarden

1.

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 4.2.3.1 - lozing van bedrijfsafvalwater dat één of meer gevaarlijke stoffen bevat

Omwille van een aantal grondwaterverontreinigingen in de omgeving worden er verhoogde lozingsnormen aangevraagd.

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Volgende verhoogde lozingsnormen worden gevraagd:

 

parameter

gevraagde lozingsvoorwaarde

arseen

50 µg/l

minerale olie

500 µg/l

ethylbenzeen

10 µg/l

xyleen

10 µg/l

som BTEX

20 µg/l

MTBE

100 µg/l

hexaan

180 µg/l

pyreen

0,4 µg/l

antraceen

1 µg/l

benzo(b,k)fluorantenen

som 0,3 µg/l

acenaftyleen

1 µg/l

benzo(g,h,i)peryleen

1 µg/l

naftaleen

10 µg/l

benzo(a)pyreen

0,5 µg/l

fluoreen

1 µg/l

dibenzo(a,h)anthraceen

1 µg/l

acenaftheen

0,6 µg/l

indeno(1,2,3-c,d)pyreen

0,11 µg/l

fenantreen

1 µg/l

benzo(a)antraceen

1 µg/l

chryseen

1 µg/l

vluchtige chloorkoolwaterstoffen (som)

100 µg/l

tetrachlooretheen

10 µg/l

trichlooretheen

10 µg/l

1,1,1-trichloorethaan

200 µg/l

chloroform

25 µg/l

cis+trans-1,2-dichlooretheen

50 µg/l

1,1-dichlooretheen

330 µg/l


2.

Bij te stellen voorwaarde:

Artikel 4.2.5.1.1§1 en bijlage 4.2.5.1 van Vlarem II tot het verplicht aanleggen van een meetgoot bij een uurdebiet >2 m³/uur bedrijfsafvalwater en bijlage 4.2.5.2. van Vlarem II over de controle en beoordeling van de meetresultaten op lozingen van bedrijfsafvalwater en koelwater

 

Voorgesteld alternatief/aanvulling:

Een staalnamepunt wordt voorzien in combinatie met een debietmeter die geplaatst wordt, conform Vlarem II artikel 5.53.3.2 §12 (meetinrichting tijdelijke bemaling).

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

De Vlaamse Waterweg nv/ De Vlaamse Waterweg nv - afdeling Albertkanaal

16 februari 2022

16 maart 2022

Voorwaardelijk gunstig

Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies grondwater Antwerpen

16 februari 2022

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

Vlaamse Milieumaatschappij/ Advies Vergunning Afvalwater en Lucht

16 februari 2022

16 maart 2022

Voorwaardelijk gunstig

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw

16 februari 2022

16 februari 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een gebied voor dagrecreatie. De gebieden voor dagrecreatie bevatten enkel de recreatieve en toeristische accommodatie, bij uitsluiting van alle verblijfsaccommodatie, (Artikel 16 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een industriegebied. Deze zijn bestemd voor de vestiging van industriële of ambachtelijke bedrijven. Ze omvatten een bufferzone. Voor zover zulks in verband met de veiligheid en de goede werking van het bedrijf noodzakelijk is, kunnen ze mede de huisvesting van het bewakingspersoneel omvatten. Tevens worden in deze gebieden complementaire dienstverlenende bedrijven ten behoeve van de andere industriële bedrijven toegelaten, namelijk: bankagentschappen, benzinestations, transportbedrijven, collectieve restaurants, opslagplaatsen van goederen bestemd voor nationale of internationale verkoop, (Artikel 7 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

De aanvraag betreft een omgevingsvergunning voor de exploitatie van een bemaling noodzakelijk voor de aanleg van een rioleringstracé.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de afgeleverde stedenbouwkundige vergunning (dossiernummer 20173278) voor de heraanleg van de Carrettestraat. De aanleg van de riolering zit vervat in de afgeleverde vergunning.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De aanleg van de riolering in de Carrettestraat gebeurt in twee fasen. De afgeronde eerste fase betrof de aanleg van het tracé tussen de Vaartkaai en de Duvelshoek. Het voorliggende project betreft een bemaling voor de aanleg tussen de Vaartkaai en Bredabaan, over een lengte van circa 315 meter. De opstart van de bemaling is voorzien rond mei/juni 2022.

 

Bemalingsconcept

De uitvoering is opgedeeld in twee fasen. Het grondwaterpeil in rust bevindt zich op +3,35 mTAW of 0,9 m-mv (worstcasescenario). Het maaiveld bevindt zich op 4,25 mTAW.

 

Volgende uitgravingsdieptes en grondwaterverlagingen worden voorzien:

zone

uitgraving (mTAW)

bemaling (mTAW)

GW-verlaging (m)

fase 1

-0,09

-0,59

3,94

fase 2

0,09

-0,41

3,76

 

De bemaling wordt uitgevoerd met een klassieke gravitaire filterbemaling, aangezet op circa -5,75 mTAW. De filters worden om de vijf meter geschrankt geplaatst langs beide zijden van de uitgraving.
Gedurende de eerste vijf dagen van de bemaling in fase 1 zal tot 100 m³/uur grondwater opgepompt worden. Het stationaire debiet zal daarna 61 m³/uur bedragen. Het initieel debiet in fase 2 bedraagt 80 m³/uur, afnemend naar een stationair debiet van 52 m³/uur. Het totale waterbezwaar bedraagt 85.820 m³.
De gesimuleerde invloedstraal van de bemaling (verlaging van 0,05 m) is ongeveer 510 meter na fase 1 en 630 meter na fase 2. De bemaling zal geen onaanvaardbare zettingen veroorzaken (>20 mm). De theoretische absolute zettingen in functie van de grondwaterverlaging zijn maximaal 15 mm, berekend op basis van de meest nadelige sondering.

 

OVAM dossiers

Er liggen verschillende OVAM-dossiers binnen de invloedstraal van de bemaling. De beschikbare informatie werd gescreend en de invloed van de bemaling op de verontreinigde zones werd onderzocht. Het grondwater dat zich ter hoogte van de contour met een grondwaterverlaging van 20 cm bevindt, zal zich maximaal 4,1 meter verplaatsen onder invloed van de bemaling. Deze beperkte verplaatsing is te wijten aan de korte bemalingsduur. Zelfs als een grondwaterverontreiniging zich even snel als het grondwater zou verplaatsen, is deze verplaatsing nog aanvaardbaar. Er werd daarom verder gefocust op de dossiers die binnen de contour met een grondwaterverlaging van 0,2 meter liggen.
In meerdere dossiers wordt een overschrijding van de bodemsaneringsnorm voor arseen in het grondwater vastgesteld. De verhoogde arseenconcentraties hebben echter een natuurlijke oorsprong in de glauconiethoudende zanden die in de Antwerpse regio langs de Schelde worden teruggevonden en worden niet als verontreiniging behandeld. Er wordt wel een verhoogde lozingsnorm voor gevraagd. In 16 dossiers wordt melding gemaakt van concentraties in het grondwater boven de bodemsaneringsnorm voor een andere parameter dan arseen. Voor drie dossiers was er een impact als gevolg van de bemaling.

 

OVAM-dossier 3340

Op het terrein tussen de Carrettestraat en het Albertkanaal werd een historische verontreiniging met minerale olie, PAK en hexaan in de grond en het grondwater aangetroffen. De saneringswerken startten in 2019. Vóór en na de ontgraving van de verschillende kernen in het vaste deel van de aarde werd er in 2019 en 2020 door een erkende bodemdeskundige een monitoring uitgevoerd van enkele peilbuizen aan de rand van het terrein, maar een actualisatie van de volledige grondwaterverontreiniging werd nog niet uitgevoerd. De grondwaterverontreiniging is momenteel niet afgeperkt. De verontreiniging ligt op sommige plaatsen zeer dicht tegen de filters van fase 2 aan, waardoor kan aangenomen worden dat deze deels de verontreiniging zullen oppompen. De filters zullen op een aparte bemalingsstreng aangesloten worden en indien nodig zal het bemalingswater gezuiverd worden voor de lozing (zie verder ‘Afvalwater’). Met de erkende bodemsaneringsdeskundige die het saneringsproject begeleidt, moet overleg gepleegd worden.
 

OVAM-dossier 7987

Op het terrein aan de Bredabaan 99 is een verontreiniging van het vaste deel van de bodem en het grondwater aanwezig met VOCl’s. De bodemsanering wordt uitgevoerd met behulp van de toediening van een koolstofbron ter stimulatie van de afbraak van de verontreinigingen. In het tussentijdse rapport van 2020 werd een afname van de concentraties aan tetrachlooretheen, trichlooretheen, 1,2-dichlooretheen en vinylchloride waargenomen. Deze evolutie en de aanwezigheid van de stoffen etheen en ethaan wijzen er op dat de afbraak nog plaatsvindt. Het saneringsproject is nog niet afgesloten; uit contact met de betrokken bodemsaneerder blijkt dat een voorstel om een nieuwe injectie uit te voeren ter goedkeuring ligt bij de opdrachtgever.
Modellering toont aan dat het grondwater aan de rand van de diepe verontreiniging ongeveer 38,2 meter wordt verplaatst als gevolg van de bemaling. De meest mobiele verontreiniging (vinylchloride) wordt dan ongeveer 28 meter verplaatst. Ter hoogte van de ondiepe verontreiniging wordt het grondwater circa 23,6 meter verplaatst en de verontreiniging circa 17,3 meter. Het rapport stelt voor om de hoogte en kwaliteit van het grondwater vóór de opstart en tijdens de bemaling te monitoren in een aantal peilbuizen (zie verder ‘Monitoringsvoorstel’). Indien uit de monitoring blijkt dat de verontreiniging significant verplaatst wordt onder invloed van de bemaling, wordt een tegenbemaling opgestart langsheen de ondiepe en de diepe verontreiniging. Onder significante verhoging in concentratie wordt een toename van 50% verstaan tijdens drie opeenvolgende monsternames.
 

OVAM-dossier 65584

In het oriënterend bodemonderzoek uit 2014 werden in twee peilbuizen concentraties VOCl’s boven de bodemsaneringsnorm vastgesteld (trichloormethaan, trichlooretheen, tetrachlooretheen, cis+trans-1,2-dichlooretheen, 1,1,1-trichloorethaan en 1,1-dichloorethaan). Deze verontreiniging dient nog verder afgeperkt te worden. Ter hoogte van de peilbuis het dichtst bij de bemaling wordt een verplaatsing van de meest mobiele parameter 1,1-dichloorethaan berekend van ongeveer 21,1 meter. Rekening houdende met het feit dat de peilbuis met de verontreiniging dichtbij de perceelsgrens ligt, de verontreiniging nog niet is afgeperkt en de verplaatsing niet richting woongebied gebeurt, wordt de verplaatsing van de verontreiniging als aanvaardbaar beschouwd mits er een monitoring gebeurt. De monitoringspeilbuizen moeten voorafgaand aan de opstart van de bemaling geplaatst en bemonsterd worden voor een analyse op VOCl. Zowel de grondwaterstand als de -kwaliteit dienen tijdens de bemaling opgevolgd te worden (zie ‘Monitoringsvoorstel’). Indien er verhogingen van de concentraties worden vastgesteld ter hoogte van 65584, wordt een herbemonstering uitgevoerd. Tijdens de aanleg van de riolering tussen Duvelshoek en Vaartkaai werd eveneens een monitoring uitgevoerd. Tijdens de hele bemaling bleef de concentratie aan VOCl onder de detectielimiet. De bemaling lag toen wel verder weg van het OVAM-dossier.

 

Tegenbemaling

Het doel van de tegenbemaling is om lokaal de grondwatergradiënt af te vlakken waardoor een significante verplaatsing van de VOCl-verontreiniging vermeden wordt. Deze tegenbemaling kan uitgevoerd worden met behulp van een gravitaire filterbemaling, waarbij de filters worden aangezet op een diepte van ongeveer -5,75 mTAW. De exacte plaatsing van deze filters zal in overleg gebeuren met de eigenaar van het terrein (De Lijn). Het debiet dat moet opgepompt worden voor de tegenbemaling bedraagt bij opstart circa 13,2 m³/uur, waarna het stationaire debiet daalt naar ongeveer 4,9 m³/uur. In totaal wordt er door de tegenbemaling circa 6.860 m³ grondwater opgepompt. De invloedstraal van de tegenbemaling ligt binnen deze van de hoofdbemaling. De bemaling en lozing worden in de vergunning opgenomen als een afzonderlijke inrichting.

 

Monitoringsvoorstel

Vermits de grondwaterverontreiniging van OVAM-dossier 65584 nog niet is afgeperkt, wordt aangeraden om twee bijkomende monitoringspeilbuizen te plaatsen. De verplaatsing van de verontreiniging van OVAM-dossier 7987 kan via de reeds bestaande peilbuizen opgevolgd worden. Het effect van de bemaling wordt opgevolgd door het opmeten van de stijghoogte:

-          vóór de opstart van de bemaling;

-          na opstart van de bemaling 3x per week gedurende de eerste week van elke fase;

-          nadien wekelijks.

De grondwaterkwaliteit ter hoogte van monitoringspeilbuizen wordt opgevolgd door staalname en analyse op VOCl:

-          vóór de opstart van de bemaling;

-          één week na de definitieve opstart van de bemaling;

-          nadien tweewekelijks.

Het monitoringsvoorstel wordt als bijzondere voorwaarde opgenomen.

 

Afvalwater

In fase 1 wordt maximaal 100 m³/uur en 2.400 m³/dag geloosd; in totaal is het waterbezwaar in deze fase 48.213 m³. Het stationair debiet daalt naar 61 m³/uur. In fase 2 van de bemaling zal maximaal 80 m³/uur en 1.930 m³/dag worden geloosd; tijdens deze fase wordt zo’n 37.607 m³ geloosd. Het stationair debiet bedraagt hier 52,3 m³/uur. Het water wordt telkens geloosd in het Albertkanaal via de RWA-afvoer. Indien de tegenbemaling nodig is om de verspreiding van de verontreiniging te beperken zal bijkomend maximaal 13,2 m³/uur afvalwater geloosd worden; het totaal debiet van de tegenbemaling zal 6.860 m³ bedragen en rechtstreeks geloosd worden in het Albertkanaal.
Gezien de vele verontreinigingen rondom de projectsite is de kans dat er verontreinigd grondwater opgepompt zal worden reëel. De exploitant vraagt voor beide lozingen volgende lozingsvoorwaarden:

parameter

gevraagde lozingsvoorwaarde

opmerking

arseen

50 µg/l

10x IC*

minerale olie

500 µg/l

BSP 3340

ethylbenzeen

10 µg/l

standaard procedure BSP, 2x IC

xyleen

10 µg/l

standaard procedure BSP, 2,5x IC

som BTEX

20 µg/l

standaard procedure BSP

MTBE

100 µg/l

standaard procedure BSP

hexaan

180 µg/l

BSP 3340

pyreen

0,4 µg/l

BSP 3340, 10x IC

antraceen

1 µg/l

BSP 3340, 10x IC, PGS**

benzo(b,k)fluorantenen

som 0,3 µg/l

BSP 3340, 10x IC, PGS

acenaftyleen

1 µg/l

BSP 3340, < IC

benzo(g,h,i)peryleen

1 µg/l

BSP 3340, PGS

naftaleen

10 µg/l

BSP 3340, 5x IC, PS***

benzo(a)pyreen

0,5 µg/l

BSP 3340, 10x IC

fluoreen

1 µg/l

BSP 3340, < IC

dibenzo(a,h)anthraceen

1 µg/l

BSP 3340, 2x IC

acenaftheen

0,6 µg/l

BSP 3340, 10x IC

indeno(1,2,3-c,d)pyreen

0,11 µg/l

BSP 3340, PGS

fenantreen

1 µg/l

BSP 3340, 10x IC

benzo(a)antraceen

1 µg/l

BSP 3340, 3x IC

chryseen

1 µg/l

BSP 3340, = IC

vluchtige chloorkoolwaterstoffen (som)

100 µg/l

BSP 3340

tetrachlooretheen

10 µg/l

= IC

trichlooretheen

10 µg/l

standaard procedure BSP

1,1,1-trichloorethaan

200 µg/l

standaard procedure BSP, 10x IC

chloroform

25 µg/l

standaard procedure BSP, 10x IC

cis+trans-1,2-dichlooretheen

50 µg/l

standaard procedure BSP, 5x IC

1,1-dichlooretheen

330 µg/l

standaard procedure BSP, 7x IC

*IC = indelingscriterium   ** PGS = Prioritaire Gevaarlijke Stof    ***Prioritaire Stof

 

Voor fase 1 wordt er verwacht dat er geen bijkomende zuivering nodig zal zijn en dat de waarden onder de aangevraagde lozingsnormen zullen liggen. Voor fase 2 wordt ingeschat dat het grootste deel van de filters aan de zuidkant verontreinigd grondwater zullen aantrekken waarvoor een zuivering nodig is om aan de gevraagde lozingsnormen te voldoen (verontreiniging afkomstig van OVAM-dossiers 3340 en 15557). Het water uit de verdachte filters wordt gecombineerd in een afzonderlijke streng die aangesloten kan worden op een waterzuivering (WZI). Het maximaal debiet dat geloosd wordt over de WZI bedraagt 50 m³/uur.

Om de kwaliteit van het geloosde water te kunnen controleren, wordt aan de afvoerleiding van elke streng een aftapkraantje voorzien. Op het moment dat de bemaling wordt opgestart (na circa 0,5 à 2 uur), dient er een staal genomen te worden van het bemalingswater en geanalyseerd te worden op het standaard analysepakket, aangevuld met de PFAS-parameters opgenomen in WAC_IV_A_025Na de staalname wordt de bemaling stilgelegd tot de resultaten van de analyses bekend zijn. Indien het bemalingswater niet aan de in het besluit opgenomen bijzondere lozingsnormen voldoet, zal een WZI geplaatst worden waarin het bemalingswater voor lozing wordt behandeld. Na toetsing van de analyseresultaten en eventuele mobilisatie van een waterzuiveringsinstallatie kan de bemaling opnieuw opgestart worden. Tijdens de bemaling wordt de kwaliteit van het bemalingswater en het effluent van de zuivering wekelijks gecontroleerd.
De kwaliteit van het bemalingswater van de tegenbemaling zal ook opgevolgd worden. Voor de opstart van de bemaling worden stalen genomen en geanalyseerd op het standaardpakket aangevuld met de PFAS-parameters opgenomen in WAC_IV_A_025Indien blijkt dat de concentraties hoger zijn dan de verhoogde lozingsnormen, wordt de waterzuiveringsinstallatie geplaatst. Tijdens de tegenbemaling wordt de kwaliteit van het bemalingswater en het effluent van de zuivering wekelijks gecontroleerd.
Er werden tot op heden nog geen grondwaterstalen op PFAS geanalyseerd. Gezien de huidige PFAS-problematiek wordt de kans mogelijk geacht dat er zich PFAS in het grondwater bevindt. Het bemalingswater zal bijgevolg ook op deze parameters geanalyseerd worden. Indien blijkt dat er een overschrijding van de lozingsnormen wordt vastgesteld, zal het bemalingswater eveneens gezuiverd worden. Voor de individuele PFAS opgenomen in de WAC_IV_A_025 wordt als lozingsnorm 100 ng/liter opgelegd, in combinatie met een somnorm voor het totaal van alle PFAS van 500 ng/liter.
Voor de som benzo(g,h,i)peryleen en indeno(1,2,3-c,d)pyreen geldt een indelingscriterium van 0,002 µg/liter. De exploitant vraagt voor deze stoffen respectievelijk 1 µg/liter en 0,11 µg/liter aan of 555 keer het indelingscriterium. Beide stoffen zijn prioritaire gevaarlijke stoffen waarvoor in het bijzonder maatregelen genomen moeten worden om deze uit het aquatisch milieu te houden. De toegestane norm wordt dan ook beperkt tot maximaal tienmaal het IC of 0,02 µg/liter voor de som van de twee parameters.
Voor acenaftyleen, fluoreen, chryseen en tetrachlooretheen zijn de gevraagde normen kleiner of gelijk aan het indelingscriterium, waardoor geen bijzondere norm nodig is.
De Vlaamse Waterweg geeft gunstig advies voor de lozing van het bemalingswater via het bestaande RWA-stelsel. Hier dient geen afzonderlijke vergunning voor gevraagd te worden. Voor de rechtstreekse lozing in het Albertkanaal dient een toelating/vergunning gevraagd te worden bij de Vlaamse Waterweg. Het maximale lozingsdebiet bedraagt 20 liter/s. Het advies wordt vertaald in een bijzondere milieuvoorwaarde.
De VMM, afdeling Water geeft een voorwaardelijk gunstig advies op de lozing en de gevraagde afwijking. De voorwaarden worden vertaald in de bijzondere milieuvoorwaarden. Van VMM, afdeling Grondwater werd geen advies ontvangen.

 

Afwijking sectorale voorwaarde

De exploitant vraagt een afwijking op artikel 4.2.5.1.1§1 van Vlarem II dat oplegt een meetgoot te voorzien bij het lozen van meer dan 2 m³/uur bedrijfsafvalwater. Daarnaast wordt een afwijking gevraagd van bijlage 4.2.5.2 dat de meetfrequentie voorschrijft. Het betreft een kortstondige lozing in het kader van een bemaling op openbaar domein, waardoor de installatie van een meetgoot een overdreven maatregel is met een eerder beperkt nut. De exploitant voorziet een staalnamepunt voor het geloosde water. Het lozingsdebiet kan gelijkgesteld worden aan het opgepompte debiet. Dit wordt gemeten via een debietmeter, conform artikel 5.53.3.2 van Vlarem II. De exploitant doet in de aanvraag een voorstel tot monitoring waarin op verschillende momenten controle van de waterkwaliteit voorzien wordt. Er worden voldoende garanties gegeven om de kwaliteit en kwantiteit van het water op te volgen, zodat akkoord wordt gegaan met de afwijking.

 

Geluid

De exploitant zegt te zullen werken met geluidsarme pompen en stroomgroep. Het geluids- en trillingsniveau van de bemaling zal het niveau van het omringende verkeer of bouwwerken niet overtreffen. Langs het tracé zijn er weinig woongelegenheden die hinder kunnen ondervinden. Eventuele geluidsoverlast is tijdelijk van aard. Het risico is aanvaardbaar.

 

Advies aan het college

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Mits naleving van de algemene, sectorale en bijzondere voorwaarden worden de risico's voor mens en omgeving tot een aanvaardbaar niveau beperkt. Er wordt voorwaardelijk gunstig advies gegeven de vergunning te verlenen voor een periode van maximaal 10 weken vanaf de start van de bemaling.

 

Geadviseerde rubrieken


Bemaling rioleringstracé Carrettestraat (deel 2)

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

100,00 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

50,00 m³/uur

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

85.820,00 m³/jaar

 

Tegenbemaling rioleringstracé Carrettestraat

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

13,20 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

13,20 m³/uur

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld;

6.860,00 m³/jaar

 

Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden


Bemaling rioleringstracé Carrettestraat (deel 2)

1.

Het effect van de bemaling op de bodemverontreiniging uit OVAM-dossiers 65584 en 7987 wordt opgevolgd door het opmeten van de stijghoogte:

  • vóór de opstart van de bemaling;
  • na opstart van de bemaling driemaal per week gedurende de eerste week van elke fase;
  • nadien wekelijks.

Voor dossier 7987 kan dat via de reeds bestaande peilbuizen gebeuren; voor dossier 65584 worden twee nieuwe peilbuizen voorzien.

2.

Het effect van de bemaling op de grondwaterkwaliteit in de omgeving van OVAM-dossiers 65584 en 7987 wordt opgevolgd door staalname in de monitoringspeilbuizen en analyse op VOCl:

  • vóór de opstart van de bemaling;
  • één week na de definitieve opstart van de bemaling;
  • nadien tweewekelijks.

3.

Indien uit de monitoring blijkt dat de verontreiniging significant verplaatst wordt onder invloed van de bemaling, wordt een tegenbemaling opgestart langsheen de ondiepe en de diepe verontreiniging, zoals beschreven in het aanvraagdossier. Onder significante verhoging in concentratie wordt een toename van 50% verstaan tijdens drie opeenvolgende monsternames.

4.

Om de kwaliteit van het geloosde water te kunnen controleren, wordt aan de afvoerleiding van elke streng een aftapkraantje voorzien. Op het moment dat de bemaling wordt opgestart (na circa 0,5 à 2 uur), dient er een staal genomen te worden van het bemalingswater en geanalyseerd te worden op het standaard analysepakket, aangevuld met de PFAS-parameters opgenomen in WAC_IV_A_025. Na de staalname wordt de bemaling stilgelegd tot de resultaten van de analyses bekend zijn. Indien het bemalingswater niet aan de in het besluit opgenomen bijzondere lozingsnormen voldoet, zal een WZI geplaatst worden waar het bemalingswater voor lozing wordt behandeld. Na toetsing van de analyseresultaten en eventuele mobilisatie van een waterzuiveringsinstallatie kan de bemaling opnieuw opgestart worden. Tijdens de bemaling wordt de kwaliteit van het bemalingswater en eventueel het effluent van de zuivering wekelijks gecontroleerd.

5.

Voor de opstart van de bemaling bezorgt de exploitant de startdatum van de bemaling en de contactgegevens van de werfverantwoordelijke aan de diensten Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het projectnummer OMV_2022012585.


Tegenbemaling rioleringstracé Carrettestraat

6.

Om de kwaliteit van het bemalingswater van de tegenbemaling te controleren, worden vóór de opstart van de bemaling stalen genomen en geanalyseerd op het standaardpakket aangevuld met de PFAS-parameters opgenomen in WAC_IV_A_025. Indien blijkt dat de concentraties hoger zijn dan de verhoogde lozingsnormen, wordt de waterzuiveringsinstallatie geplaatst. Tijdens de tegenbemaling wordt de kwaliteit van het bemalingswater en eventueel het effluent van de zuivering wekelijks gecontroleerd.

7.Voor de rechtstreekse lozing in het Albertkanaal van het afvalwater afkomstig van de tegenbemaling, dient eventueel nog een toelating/vergunning gevraagd te worden bij de Vlaamse Waterweg.


Bemaling en tegenbemaling

8.

De exploitant treedt in overleg met de begeleidende saneringsdeskundigen van de OVAM-dossiers die door de bemaling of tegenbemaling beïnvloed worden.

9.

De stand van elke debietmeter wordt minstens volgens volgende frequentie genoteerd in een logboek dat steeds ter inzage ligt op de werf:

* in de eerste week van elke bemalingsfase: vijfmaal;

* voor de overige periode: wekelijks.

10.

Het bedrijfsafvalwater moet voldoen aan de algemene lozingsvoorwaarden voor de lozing van bedrijfsafvalwater in oppervlaktewater en de volgende bijzondere lozingsvoorwaarden:

parameter

lozingsvoorwaarde

arseen

50 µg/l

minerale olie

500 µg/l

ethylbenzeen

10 µg/l

xyleen

10 µg/l

som BTEX

20 µg/l

MTBE

100 µg/l

hexaan

180 µg/l

pyreen

0,4 µg/l

antraceen

1 µg/l

benzo(b,k)fluorantenen

som 0,3 µg/l

som benzo(g,h,i)peryleen en indeno(1,2,3-c,d)pyreen

0,02 µg/l

benzo(a)pyreen

0,5 µg/l

dibenzo(a,h)anthraceen

1 µg/l

acenaftheen

0,6 µg/l

fenantreen

1 µg/l

benzo(a)antraceen

1 µg/l

vluchtige chloorkoolwaterstoffen (som)

100 µg/l

trichlooretheen

10 µg/l

1,1,1-trichloorethaan

200 µg/l

chloroform

25 µg/l

cis+trans-1,2-dichlooretheen

50 µg/l

1,1-dichlooretheen

330 µg/l

naftaleen

10 µg/l


11.

Voor elke individuele PFAS opgenomen in de WAC_IV_A_025 wordt als lozingsnorm 100 ng/liter opgelegd, in combinatie met een somnorm voor het totaal van alle PFAS van 500 ng/liter.

12.

De meetresultaten en de informatie over de waterzuivering, wanneer deze nodig zou zijn, worden overgemaakt aan milieuvergunningen@antwerpen.be met vermelding van het projectnummer OMV_2022012585.

13.Er kan afgeweken worden van de verplichting een meetgoot te installeren als een staalnamepunt voorzien wordt in combinatie met een debietmeter die geplaatst wordt conform Vlarem II artikel 5.53.3.2§12.

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

8 februari 2022

Volledig en ontvankelijk

16 februari 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

17 april 2022

Verslag GOA

1 april 2022

naam GOA

Bieke Geypens

 

Onderzoek

Er zijn geen aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, die om hun standpunt gevraagd moesten worden.

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Bijzondere milieuvoorwaarden


Bemaling rioleringstracé Carrettestraat (deel 2)

1.

Het effect van de bemaling op de bodemverontreiniging uit OVAM-dossiers 65584 en 7987 wordt opgevolgd door het opmeten van de stijghoogte:

  • vóór de opstart van de bemaling;
  • na opstart van de bemaling driemaal per week gedurende de eerste week van elke fase;
  • nadien wekelijks.

Voor dossier 7987 kan dat via de reeds bestaande peilbuizen gebeuren; voor dossier 65584 worden twee nieuwe peilbuizen voorzien.

2.

Het effect van de bemaling op de grondwaterkwaliteit in de omgeving van OVAM-dossiers 65584 en 7987 wordt opgevolgd door staalname in de monitoringspeilbuizen en analyse op VOCl:

  • vóór de opstart van de bemaling;
  • één week na de definitieve opstart van de bemaling;
  • nadien tweewekelijks.

3.

Indien uit de monitoring blijkt dat de verontreiniging significant verplaatst wordt onder invloed van de bemaling, wordt een tegenbemaling opgestart langsheen de ondiepe en de diepe verontreiniging, zoals beschreven in het aanvraagdossier. Onder significante verhoging in concentratie wordt een toename van 50% verstaan tijdens drie opeenvolgende monsternames.

4.

Om de kwaliteit van het geloosde water te kunnen controleren, wordt aan de afvoerleiding van elke streng een aftapkraantje voorzien. Op het moment dat de bemaling wordt opgestart (na circa 0,5 à 2 uur), dient er een staal genomen te worden van het bemalingswater en geanalyseerd te worden op het standaard analysepakket, aangevuld met de PFAS-parameters opgenomen in WAC_IV_A_025. Na de staalname wordt de bemaling stilgelegd tot de resultaten van de analyses bekend zijn. Indien het bemalingswater niet aan de in het besluit opgenomen bijzondere lozingsnormen voldoet, zal een WZI geplaatst worden waar het bemalingswater voor lozing wordt behandeld. Na toetsing van de analyseresultaten en eventuele mobilisatie van een waterzuiveringsinstallatie kan de bemaling opnieuw opgestart worden. Tijdens de bemaling wordt de kwaliteit van het bemalingswater en eventueel het effluent van de zuivering wekelijks gecontroleerd.

5.

Voor de opstart van de bemaling bezorgt de exploitant de startdatum van de bemaling en de contactgegevens van de werfverantwoordelijke aan de diensten Vergunningen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en Milieu-Interventie (mi@antwerpen.be) met vermelding van het projectnummer OMV_2022012585.


Tegenbemaling rioleringstracé Carrettestraat

6.

Om de kwaliteit van het bemalingswater van de tegenbemaling te controleren, worden vóór de opstart van de bemaling stalen genomen en geanalyseerd op het standaardpakket aangevuld met de PFAS-parameters opgenomen in WAC_IV_A_025. Indien blijkt dat de concentraties hoger zijn dan de verhoogde lozingsnormen, wordt de waterzuiveringsinstallatie geplaatst. Tijdens de tegenbemaling wordt de kwaliteit van het bemalingswater en eventueel het effluent van de zuivering wekelijks gecontroleerd.

7.Voor de rechtstreekse lozing in het Albertkanaal van het afvalwater afkomstig van de tegenbemaling, dient eventueel nog een toelating/vergunning gevraagd te worden bij de Vlaamse Waterweg.


Bemaling en tegenbemaling

8.

De exploitant treedt in overleg met de begeleidende saneringsdeskundigen van de OVAM-dossiers die door de bemaling of tegenbemaling beïnvloed worden.

9.

De stand van elke debietmeter wordt minstens volgens volgende frequentie genoteerd in een logboek dat steeds ter inzage ligt op de werf:

* in de eerste week van elke bemalingsfase: vijfmaal;

* voor de overige periode: wekelijks.

10.

Het bedrijfsafvalwater moet voldoen aan de algemene lozingsvoorwaarden voor de lozing van bedrijfsafvalwater in oppervlaktewater en de volgende bijzondere lozingsvoorwaarden:

parameter

lozingsvoorwaarde

arseen

50 µg/l

minerale olie

500 µg/l

ethylbenzeen

10 µg/l

xyleen

10 µg/l

som BTEX

20 µg/l

MTBE

100 µg/l

hexaan

180 µg/l

pyreen

0,4 µg/l

antraceen

1 µg/l

benzo(b,k)fluorantenen

som 0,3 µg/l

som benzo(g,h,i)peryleen en indeno(1,2,3-c,d)pyreen

0,02 µg/l

benzo(a)pyreen

0,5 µg/l

dibenzo(a,h)anthraceen

1 µg/l

acenaftheen

0,6 µg/l

fenantreen

1 µg/l

benzo(a)antraceen

1 µg/l

vluchtige chloorkoolwaterstoffen (som)

100 µg/l

trichlooretheen

10 µg/l

1,1,1-trichloorethaan

200 µg/l

chloroform

25 µg/l

cis+trans-1,2-dichlooretheen

50 µg/l

1,1-dichlooretheen

330 µg/l

naftaleen

10 µg/l


11.

Voor elke individuele PFAS opgenomen in de WAC_IV_A_025 wordt als lozingsnorm 100 ng/liter opgelegd, in combinatie met een somnorm voor het totaal van alle PFAS van 500 ng/liter.

12.

De meetresultaten en de informatie over de waterzuivering, wanneer deze nodig zou zijn, worden overgemaakt aan milieuvergunningen@antwerpen.be met vermelding van het projectnummer OMV_2022012585.

13.Er kan afgeweken worden van de verplichting een meetgoot te installeren als een staalnamepunt voorzien wordt in combinatie met een debietmeter die geplaatst wordt conform Vlarem II artikel 5.53.3.2§12.


Artikel 3

De vergunning omvat thans volgende rubriek(en):

 

Bemaling rioleringstracé Carrettestraat (deel 2)

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

100,00 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

50,00 m³/uur

53.2.2°b)2°

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1 met een netto opgepompt debiet van meer dan 30.000 m³ per jaar en de verlaging van het grondwaterpeil bedraagt meer dan vier meter onder het maaiveld;

85.820,00 m³/jaar

 

Tegenbemaling rioleringstracé Carrettestraat

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

3.4.2°

het lozen van meer dan 2 m³/uur tot maximaal 100 m³/uur bedrijfsafvalwater;

13,20 m³/uur

3.6.3.2°

afvalwaterzuiveringsinstallaties, met inbegrip van het lozen van het effluentwater en het ontwateren van de bijhorende slibproductie voor de behandeling van bedrijfsafvalwater met een effluent van meer dan 5 m³/uur tot en met 50 m³/uur;

13,20 m³/uur

53.2.2°a)

bronbemaling, met inbegrip van terugpompingen van niet-verontreinigd grondwater in dezelfde watervoerende laag, die technisch noodzakelijk is voor ofwel de verwezenlijking van bouwkundige werken, ofwel de aanleg van openbare nutsvoorzieningen, gelegen in een ander gebied dan de gebieden vermeld in punt 1°, met een netto opgepompt debiet van maximum 30.000 m³ per jaar of een maximale verlaging van het grondwaterpeil tot vier meter onder maaiveld;

6.860,00 m³/jaar

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor een periode van maximaal 10 weken vanaf de start van de bemaling.

Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.