Er werd bij de deputatie een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend. De aanvraag wordt behandeld volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
De deputatie verzoekt het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar om:
- een openbaar onderzoek te houden;
- advies uit te brengen.
Projectnummer: | OMV_2021159325 |
Gegevens van de aanvrager: | zie exploitant |
Gegevens van de exploitant: |
INEOS STYROLUTION BELGIUM (0806439291) met als adres Scheldelaan 600 te 2040 Antwerpen |
Ligging van het project: | Scheldelaan 800E 2040 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 20 sectie D nrs. 9H2 en 14F3 |
waarvan: |
|
- 20190312-0075 | afdeling 20 sectie D nrs. 9H2 en 14F3 (INEOS Styrolution Belgium NV - ABS installatie) |
Vergunningsplichten: | Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten |
Voorwerp van de aanvraag: | Chemisch bedrijf: hernieuwing na wijziging en uitbreiding |
Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten
Voorgeschiedenis
Zie bijgevoegd collegebesluit van 7 januari 2022.
Inhoud van de aanvraag
Zie bijgevoegd collegebesluit van 7 januari 2022.
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu | 14 maart 2022 | 28 maart 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
Havenbedrijf Antwerpen, subadvies milieu | 16 november 2021 | 20 december 2021 | Voorwaardelijk gunstig |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening zeehavengebied Antwerpen, goedgekeurd op 30 april 2013. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: gebied voor zeehaven- en watergebonden bedrijven.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
Zie bijgevoegd collegebesluit van 7 januari 2022.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Zie bijgevoegd collegebesluit van 7 januari 2022.
Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen en activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu
Ineos Styrolution produceert op de BASF-site 300.000 ton ABS-polymeer per jaar op basis van acrylonitrile, butadieen en styreen.
Onderhavige aanvraag betreft in hoofdzaak de hernieuwing van de vergunning aangezien de huidige vergunning geldig is tot 12 september 2022. Bijkomend wordt een capaciteitsverhoging tot 325.000 ton ABS-polymeer per jaar voorzien, zonder wijziging aan de procesvoering of uitrusting van de ABS-installatie.
ABS-polymeer is een tweefasig polymeer bestaande uit een harde fase waarin een zachte fase is ingebouwd. De harde fase bestaat uit SAN (styreen/acrylonitrile-copolymeer), de zachte uit polybutadieen/SAN-rubber. Beide fasen worden eerst afzonderlijk geproduceerd. Vervolgens wordt, in de compounding en extrusie, het polybutadieen/SAN-rubber in de SAN-smelt opgenomen en tot ABS-granulaat verwerkt.
Het opgestelde MER voor Ineos Styrolution werd samen ingediend met de MER’s voor:
- BASF – Amines;
- Eurochem – Enkelvoudige stikstofmeststoffen;
- Eurochem – Salpeterzuurinstallatie;
- BASF-site – Kaderdeel MER.
Het college verleende op 7 januari 2022 een voorwaardelijk gunstig advies. De deputatie verlengde de beslissingstermijn nadat de exploitant gewijzigde MER’s had aangeleverd, naar aanleiding van het ongunstige advies van de POVC. Het college wordt nu opnieuw om advies gevraagd.
De POVC stelde in haar advies dat er een duidelijke samenhang tussen de verschillende activiteiten op de BASF-site is en oordeelde dat de cumulatieve effecten van de site in de deelprojecten moeten beoordeeld en gemilderd worden. Tevens werd opgemerkt dat er geen link werd gelegd tussen de berekende effecten in het kaderdeel, de procentuele bijdrages van de verschillende installaties en (eventuele) milderende maatregelen in de projectmodules.
In de gewijzigde MER’s werd onder meer onderstaande opgenomen:
- een verduidelijking van de scope waarbij de delen over ABS en Amines te aanzien zijn als project-MER-modules, terwijl deze voor ESM en Salpeterzuur nu te beschouwen zijn als evaluaties van verdere ontwikkelingsscenario’s die in latere milieueffectrapportage verder zullen uitgewerkt worden als deze komen tot een vergunningsplichtig project;
- een expliciete verwijzing in de generieke en de discipline-specifieke methodologie naar de omgang met cumulatieve effecten.
De dienst MER keurde op 10 maart 2022 de gewijzigde MER’s goed.
De exploitant vraagt bijkomend een verzoek tot bijstelling:
- het specifiek geluidsniveau m.b.t. het blokveld E800 ter hoogte van het Groot Buitenschoor dient beperkt te worden tot 32 dB(A);
- voor de toetsing van de emissiegrenswaarden van de RTO geldt de effectieve zuurstofconcentratie van de geloosde afvalgassen (in afwijking van de bepalingen van artikel 4.4.3.3 paragraaf 3 van titel II van het VLAREM). Reden hiervoor is dat de actuele zuurstofconcentratie boven de 18% ligt;
- de opstelling van de mobiele koelunits zal maximaal 3 maanden per jaar aanwezig zijn. De exploitant dient telkens de startdatum en de einddatum van de opstelling van de koelunits te melden aan de Afdeling Handhaving.
Het betreft eerder opgelegde bijzondere milieuvoorwaarden. Het bedrijf geeft aan dat deze behouden kunnen blijven.
De gevraagde bijstellingen kunnen toegestaan worden.
Voor het overige kan het voorwaardelijk gunstig advies van het college van 7 januari 2022 behouden blijven.
Het is aan de vergunningverlenende overheid om, op basis van alle onafhankelijk uitgebrachte deskundige adviezen, tot een gemotiveerde en integrale beslissing te komen.
Advies van het college
Gunstig advies te verlenen voor de aanvraag tot omgevingsvergunning onder voorwaarden.
Geadviseerde rubrieken
Zie bijgevoegd collegebesluit van 7 januari 2022.
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. | De milderende maatregelen die in het MER voorzien worden (‘projectgeïntegreerde maatregelen’) moeten uitgevoerd worden en dienen als bijzondere voorwaarden te worden opgelegd. De aannames die in het MER worden gehanteerd bij de effectbeoordeling dienen verankerd te worden in de vergunning. |
2. | Het college wenst ter informatie alle studies en rapportages die de exploitant dient uit te voeren in navolging van de bijzondere voorwaarden te verkrijgen. |
3. | Er dient een goede afwatering van het terrein voorzien te worden, roosternetjes op de afwaterkolken van het terrein geplaatst te zijn en voldoende granulaatfilters (korrelafscheiders) geïnstalleerd te zijn die aangepast zijn aan het type granulaten die op de site behandeld worden en die aangepast zijn aan het debiet dat de afwatering moet verwerken. De roosternetjes en granulaatfilters worden regelmatig geïnspecteerd, beproefd en gereinigd zodoende dat werking van de inperkende maatregel gewaarborgd blijft. |
4. | Er dient een rapport (met vermelding van OMV2021159325) bezorgd te worden aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de milieudienst van het Havenbedrijf Antwerpen (milieu@portofantwerp.com) waarin maatregelen worden opgenomen om emissies van kunststofpellets te voorkomen. Dit rapport dient minimaal volgende zaken bevatten: - de namen en contactgegevens van de personen die betrokken zijn bij de opmaak van het rapport; - de te verwachten opslagcapaciteit en de overslaghoeveelheid van kunststofpellets; - een beschrijving van de behandelingsstappen van de kunststofpellets op het bedrijf, met aanduiding op een plan van de potentiële emissiepunten van kunststofpellets naar de omgeving; - een overzicht van de maatregelen die worden genomen om verlies van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, met vermelding van dimensionering van de technische installaties; - een motivatie waarom bepaalde mogelijke bijkomende maatregelen niet worden uitgevoerd; - een beschrijving van de types procedures en types voorschriften die worden gehanteerd om de verspreiding van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, alsook van de wijze waarop die voorschriften aan de betrokken personeelsleden worden meegedeeld; - een beschrijving van de manier waarop de periodiciteit waarmee de technische installaties, de behoorlijke werking ervan en de correcte opvolging van de procedures en voorschriften zullen worden gecontroleerd. |
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 24 en 42 van het Omgevingsvergunningsdecreet heeft het college of de gemeentelijke omgevingsambtenaar de bevoegdheid advies uit te brengen voor de vergunningsaanvragen op haar grondgebied waarvoor de deputatie, de Vlaamse regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar de bevoegde overheid is, tenzij:
Het college heeft op 17 november 2017 (jaarnummer 2017_CBS_08858) beslist om de adviesbevoegdheid op te nemen.
Procedurestap | Datum |
Ontvangst adviesvraag | 11 maart 2022 |
Start 1e openbaar onderzoek | 21 november 2021 |
Einde 1e openbaar onderzoek | 20 december 2021 |
Start laatste openbaar onderzoek | 20 maart 2022 |
Einde laatste openbaar onderzoek | 18 april 2022 |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste adviesdatum | 10 april 2022 |
De aanvraag werd onderworpen aan 2 openbare onderzoeken.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Startdatum | Einddatum | Schriftelijke bezwaar-schriften | Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften | Petitie-lijsten | Digitale bezwaar-schriften |
21 november 2021 | 20 december 2021 | 1 | 0 | 0 | 0 |
20 maart 2022 | 18 april 2022 | 0 | 0 | 0 | 0 |
* Wegens de adviestermijn van 30 kalenderdagen is het openbaar onderzoek nog niet volledig afgerond op het moment van opmaak van dit advies. Het hierbij geformuleerde advies is opgemaakt onder voorbehoud van nakomende relevante opmerkingen/bezwaren/standpunten tijdens de resterende tijd van het openbaar onderzoek.
Informatievergadering
Over de aanvraag werd een informatievergadering gehouden op 29 november 2021 en op 29 maart 2022. De verslagen van de informatievergaderingen werden bezorgd aan de vergunningverlenende overheid.
Het college beslist een gunstig advies, zoals geformuleerd in de argumentatie, te geven op de aanvraag, onder volgende voorwaarden.
Geadviseerde bijzondere milieuvoorwaarden
1. | De milderende maatregelen die in het MER voorzien worden (‘projectgeïntegreerde maatregelen’) moeten uitgevoerd worden en dienen als bijzondere voorwaarden te worden opgelegd. De aannames die in het MER worden gehanteerd bij de effectbeoordeling dienen verankerd te worden in de vergunning. |
2. | Het college wenst ter informatie alle studies en rapportages die de exploitant dient uit te voeren in navolging van de bijzondere voorwaarden te verkrijgen. |
3. | Er dient een goede afwatering van het terrein voorzien te worden, roosternetjes op de afwaterkolken van het terrein geplaatst te zijn en voldoende granulaatfilters (korrelafscheiders) geïnstalleerd te zijn die aangepast zijn aan het type granulaten die op de site behandeld worden en die aangepast zijn aan het debiet dat de afwatering moet verwerken. De roosternetjes en granulaatfilters worden regelmatig geïnspecteerd, beproefd en gereinigd zodoende dat werking van de inperkende maatregel gewaarborgd blijft. |
4. | Er dient een rapport (met vermelding van OMV2021159325) bezorgd te worden aan de dienst vergunningen/milieu van de stad Antwerpen (milieuvergunningen@antwerpen.be) en de milieudienst van het Havenbedrijf Antwerpen (milieu@portofantwerp.com) waarin maatregelen worden opgenomen om emissies van kunststofpellets te voorkomen. Dit rapport dient minimaal volgende zaken bevatten: - de namen en contactgegevens van de personen die betrokken zijn bij de opmaak van het rapport; - de te verwachten opslagcapaciteit en de overslaghoeveelheid van kunststofpellets; - een beschrijving van de behandelingsstappen van de kunststofpellets op het bedrijf, met aanduiding op een plan van de potentiële emissiepunten van kunststofpellets naar de omgeving; - een overzicht van de maatregelen die worden genomen om verlies van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, met vermelding van dimensionering van de technische installaties; - een motivatie waarom bepaalde mogelijke bijkomende maatregelen niet worden uitgevoerd; - een beschrijving van de types procedures en types voorschriften die worden gehanteerd om de verspreiding van kunststofpellets naar de omgeving te voorkomen, alsook van de wijze waarop die voorschriften aan de betrokken personeelsleden worden meegedeeld; - een beschrijving van de manier waarop de periodiciteit waarmee de technische installaties, de behoorlijke werking ervan en de correcte opvolging van de procedures en voorschriften zullen worden gecontroleerd. |
Het college geeft opdracht aan:
dienst | taak |
SW/V | Het advies college te bezorgen aan de instantie die advies gevraagd heeft. |