Terug
Gepubliceerd op 11/04/2022

2022_CBS_02754 - Omgevingsvergunning - OMV_2021185852. Koninklijkelaan 13. District Berchem - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 08/04/2022 - 09:00 Digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2022_CBS_02754 - Omgevingsvergunning - OMV_2021185852. Koninklijkelaan 13. District Berchem - Goedkeuring 2022_CBS_02754 - Omgevingsvergunning - OMV_2021185852. Koninklijkelaan 13. District Berchem - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021185852

Gegevens van de aanvrager:

mevrouw Amandine Schuermans met als adres Koninklijkelaan 13 te 2600 Berchem (Antwerpen) en de heer Beau Osselaere met als adres Koninklijkelaan 13 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Ligging van het project:

Koninklijkelaan 13 te 2600 Berchem (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 23 sectie C nr. 201D4

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          19/06/1928: toelating (961#9858) voor het bouwen van een herenhuis.

Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand

-          een eengezinswoning van 4 bouwlagen onder mansardedak in gesloten bebouwing met een bouwdiepte van circa 13,3 m op het gelijkvloers met een uitbreiding aan de rechterzijde tot een bouwdiepte van circa 18,7 m, een bouwdiepte voor het hoofdgebouw van circa 10,8 m en een kroonlijsthoogte van circa 13,2 m;

-          de voorgevel is afgewerkt met witte natuursteen, houten buitenschrijnwerk en kroonlijst, balustrade in zwart smeedijzer, mansardedak afgewerkt met donkergrijze leien, garagepoort en voordeur voorzien van zwart smeedijzer.

Huidige toestand

-          de wc op de eerste verdieping is gesloopt;

-          een terras op de eerste verdieping voorzien van een trap aan de linkerzijde om de verbinding te maken met de tuin;

-          de garagepoort is gewijzigd naar zwart aluminium.

Gewenste toestand

-          de uitbreiding van de eerste verdieping tot een bouwdiepte van circa 14,4 m aan de linkerzijde en circa 15,1 m aan de rechterzijde met aansluitend een terras tot een bouwdiepte van circa 16,85 m;

-          de ophoging van de scheidingsmuur met de rechterbuur ter hoogte van het nieuwe terras tot een hoogte van circa 4,86 m over een diepte van circa 1,73 m ten opzichte van de achtergevel van de rechterbuur;

-          de uitbreiding van de derde verdieping aan de rechterzijde tot een bouwdiepte van circa 12,45 m overeenkomstig met de tweede verdieping;

-          de trap naar de tuin verplaatst naar het midden, aangrenzend aan de uitbreiding op het gelijkvloers;

-          het verkleinen van de garage ten behoeve van het inrichten van een gastenkamer;

-          het slopen van de schouw tegen de rechterscheidingsmuur;

-          het wijzigen van het buitenschrijnwerk in de voor - en achtergevel naar donker antraciet (materiaal niet benoemd);

-          de garage poort wijzigen naar de originele uitvoering met zwart smeedijzer.

Inhoud van de aanvraag

-          het uitbreiden van een eengezinswoning;

-          het wijzigen van de voorgevel.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Interne adviezen

 

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Stadsontwikkeling/ Onroerend Erfgoed/ Monumentenzorg

22 februari 2022

21 maart 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)

-          De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van de bouwcode.
 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijn: art. 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Art. 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag omvat geen functiewijziging. De eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd wordt.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag beoogt het uitbreiden van de eengezinswoning op de eerste verdieping.

Door de uitbreiding ontstaat er op het gelijkvloers een overdekt terras. Op het platte dak van de gelijkvloerse uitbouw komt er, uitgelijnd met de hoger opgaande linker scheidingsmuur van het buurperceel nummer 15, een dakterras. Het overige platte dak wordt ingericht als niet toegankelijk groen dak. De trap naar de tuin wordt nu centraal geplaatst. Er blijft nog een ruime tuinzone bewaard. De tuinmuur met het rechterbuurperceel nummer 11 zal ter hoogte van het terras worden opgehoogd tot een hoogte van 1,90 meter. De uitbreiding (inclusief het dakterras) heeft hierdoor een gelijkaardige bouwdiepte als het linkerbuurperceel. De scheidsmuurverhoging met het rechterbuurperceel blijft hierbij beperkt over een afstand van 1,73 meter. Op de 3de verdieping wordt een beperkte volume uitbreiding voorzien dewelke aansluit bij de rechterscheidingsmuur. Er wordt geoordeeld dat de uitbreiding inpasbaar is in de bebouwde omgeving. Schaal en ruimtegebruik zijn bijgevolg gunstig.

 

Visueel-vormelijke elementen en Cultuurhistorische aspecten

De aanvraag heeft betrekking op een pand dat is opgenomen in de inventaris van het bouwkundig erfgoed. Opname in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed betekent voor elk van de erfgoedobjecten dat zij een vorm van vrijwaring voor de toekomst genieten.

De aanvraag heeft betrekking een pand dat is opgenomen in de vastgestelde inventaris van het bouwkundig erfgoed. Artikel 5 §1 van de bouwcode stelt dat de wijziging van de bestaande toestand van een gebouw dat is opgenomen in deze inventaris, onderworpen moet worden aan de wenselijkheid van het behoud. Het behoud van de elementen met culturele, historische en/of esthetische waarde primeert boven de andere voorschriften. Dit geldt zowel voor het exterieur, als het interieur. De stedelijke dienst Monumentenzorg gaf volgend advies:

 

De aanvraag bevat voldoende informatie om te kunnen beoordelen.

 

Het pand is een burgerhuis in beaux-artsstijl gebouwd naar een ontwerp uit 1928 door de architect Edgard Destaebele (gevelinscriptie). Destaebele paste in zijn ontwerpen zowel de beaux-artsstijl als de art-decostijl toe. Met een gevelbreedte van drie traveeën, omvat de rijwoning drie bouwlagen onder een pseudo-mansarde (leien). De lijstgevel heeft een verzorgd parement uit witte natuursteen, met een ingehouden decor ontleend aan de Lodewijk XVI-stijl. Horizontaal geleed door de puilijst beantwoordt de opstand aan een tweeledig schema. Boven de gedrukte, sokkelvormende begane grond met schijnvoegen, rijst de bovenbouw in kolossale orde op, gemarkeerd door ingediepte hoekpilasters met strik en chute. De compositie legt de klemtoon op de bel-etage door middel van een brede bow-window over de volledige breedte. Deze steunt op een centrale stafwerkconsole met rozet, en wordt geopend door arcadevormende rondboogvensters op doorgetrokken lekdrempels, met spiegels in de borstwering. Een smeedijzeren balkonborstwering in neorégencestijl vormt de bekroning. Verder doorbreken twee brede steekbogen met sluitsteen de begane grond, links voor de garagepoort en rechts voor de inkomdeur. De drie rondboogvensters van de tweede verdieping (deurvenster in de middenas) hebben sluitstenen versierd met een schijvenpatroon. Een klassiek hoofdgestel vormt de gevelbeëindiging, samengesteld uit een gelede architraaf, panelen met uitgeholde hoeken in de fries en een opnieuw beklede, oorspronkelijk houten kroonlijst met klossen en tandlijst, gekornist boven de hoekpilasters. Erboven getoogde houten dakkapellen met een waterlijst op gestrekte uiteinden. Het houten vensterschrijnwerk is bewaard: guillotineramen met gebogen middenkalf in de bow-window en T-ramen op de tweede verdieping. Ook de smeedijzeren vleugeldeur van de inkom bleef behouden, in tegenstelling tot de oorspronkelijk identieke garagepoort en het voortuinhek met een gelijkaardig patroon.

De plattegrond beantwoordt aan de typologie van de bel-etagewoning die uit een hoofdvolume en een smalle, getrapte achterbouw bestaat, ontsloten door de zijdelings ingeplante inkom- en traphal. Volgens de begane grond biedt de begane grond ruimte aan de vestibule, de garage, een kantoor en in de achterbouw de keuken annex pomphuis en wc. De enfilade van salon, eetkamer en met glas overdekt terras beslaat de bel-etage, in de achterbouw geflankeerd door de office met ‘monte-plats’ en wc. Op de tweede verdieping bevinden zich twee slaapkamers, de badkamer en in de achterbouw een ‘lavabo’ en wc. Twee slaapkamers en een zolderkamer nemen de mansarde in. De kelderverdieping beperkt tot het hoofdvolume is onderverdeeld in twee kolenkelders (verwarming, huishouden), een stookplaats, voorraad-, hout- en wijnkelder.

 

Men wenst het pand beperkt te verbouwen. De voorgevel blijft ongewijzigd, enkel de bestaande smeedijzeren garagepoort wordt herplaatst, deze bevond zich nog in de kelder. Achter de garage wordt een gastenkamer voorzien. Het bestaande overdekte terras wordt geïntegreerd in de keuken, de verspringing in de gevel blijft wel behouden. Hierachter komt een beperkt terras met trap naar de tuin. De tweede verdieping blijft ongewijzigd. Op de derde verdieping wordt een beperkt volume voorzien op het bestaande volume van het sanitair op niveau 2. De voorgestelde wijzigingen zijn aanvaardbaar, ze  hebben een beperkte impact op de erfgoedwaarde van het pand, de kamerstructuur blijft behouden en afleesbaar. Op basis van het voorstel is het niet duidelijk of het bestaande schrijnwerk in de voorgevel behouden blijft. In geval van nieuw schrijnwerk zal als voorwaarde gesteld worden dat er nieuw houten schrijnwerk kan voorzien worden naar historisch model met correcte indeling en profilering. Detailtekeningen moeten voor verder advies worden voorgelegd.

 

Gelet op het voorgaande wordt een voorwaardelijk gunstig advies verleend.

 

In geval van nieuw schrijnwerk zal als voorwaarde gesteld worden dat er nieuw houten schrijnwerk kan voorzien worden naar historisch model met correcte indeling en profilering. Detailtekeningen moeten voor verder advies worden voorgelegd.

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt sluiten wij ons bij het advies van de Stedelijke dienst Monumentenzorg. De voorwaarde wordt mee opgenomen bij de vergunning.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Door de uitbreiding ter hoogte van de 1ste verdieping ontstond de bezorgdheid of de gastenkamer op het gelijkvloers nog voldoende licht en lucht ontvangt. Er wordt echter geoordeeld dat de raamopening in de achtergevel voldoende groot is in verhouding met de netto-vloeroppervlakte van de gastenkamer samen met de oppervlakte van het overdekt terras. Hoewel de functie van de lichtkoepel in twijfel wordt getrokken aangezien de tafel en stoelen deze grotendeels zal bedekken, kan dit bijkomend voor een geringe extra lichtinval zorgen.

De garage wordt verkleind ten voordele van een gastenkamer. Ze blijft evenwel ruim genoeg om zowel voldoende fietsen als een wagen te stallen.

 Het aspect hinder en gebruiksgenot is aldus gunstig.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. In geval van nieuw schrijnwerk zal er nieuw houten schrijnwerk moeten voorzien worden naar historisch model met correcte indeling en profilering. Detailtekeningen moeten voor verder advies worden voorgelegd aan de Stedelijke dienst Monumentenzorg.

2. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

28 december 2021

Volledig en ontvankelijk

22 februari 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

23 april 2022

Verslag GOA

4 april 2022

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. In geval van nieuw schrijnwerk zal er nieuw houten schrijnwerk moeten voorzien worden naar historisch model met correcte indeling en profilering. Detailtekeningen moeten voor verder advies worden voorgelegd aan de Stedelijke dienst Monumenentzorg.

2. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.