Terug
Gepubliceerd op 11/04/2022

2022_CBS_02763 - Omgevingsvergunning - OMV_2022007381. Jaak Embrechtsstraat 61. District Deurne - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 08/04/2022 - 09:00 Digitaal
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Karim Bachar, schepen; Tom Meeuws, schepen; Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur
2022_CBS_02763 - Omgevingsvergunning - OMV_2022007381. Jaak Embrechtsstraat 61. District Deurne - Goedkeuring 2022_CBS_02763 - Omgevingsvergunning - OMV_2022007381. Jaak Embrechtsstraat 61. District Deurne - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022007381

Gegevens van de aanvrager:

Milan Meeuse met als adres Jaak Embrechtsstraat 61 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Ligging van het project:

Jaak Embrechtsstraat 61 te 2100 Deurne (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 32 sectie B nr. 461S2

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen van een eengezinswoning met ontpitting

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis 

-          01/01/1927: toelating (329#2126) voor bouwen hofmuur.

 

Geacht vergunde toestand 

-          eengezinswoning van 2 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing.

 

Huidige toestand 

-          functie: eengezinswoning met 2 slaapkamers op de verdieping;

-          bouwvolume:

  • gesloten bebouwing van 2 bouwlagen onder plat dak met kelderverdieping;
  • hoofdbouw met een bouwdiepte van circa 8,4 m;
  • achterbouw over 2 bouwlagen;

-          gevelafwerking:

  • voorgevel in rode Boomse gevelsteen met accenten in witte cementering;
  • plint en dorpels in blauwe hardsteen;
  • kroonlijst in kunststof;

-          inrichting:

  • het perceel is volgebouwd op het gelijkvloers, op een deels overdekte verharde koer van circa 11 m² na;
  • bouwkundige septische put onder de achterbouw.

 

Gewenste toestand

 

-          functie: eengezinswoning;

-          bouwvolume:

  • gesloten bebouwing van 2 bouwlagen onder plat dak met kelderverdieping;
  • de bestaande achterbouw wordt gesloopt en het terrein wordt onthard;
  • de bouwdiepte van het binnenvolume op het gelijkvloers wordt teruggebracht tot 8,5 m;
  • buitenisolatie tegen de achtergevel en binnenisolatie tegen de voorgevel;
  • op het gelijkvloers tegen de achtergevel nieuwe cour anglaise naar de kelder aan de rechterzijde en overdekt terras van circa 9,5 m² aan de linkerzijde;
  • op de eerste verdieping achterbouw tegen de linker perceelgrens tot een bouwdiepte van circa 12 m onder een overwegend plat dak;

-          gevelafwerking:

  • buitenschrijnwerk met nieuwe indeling in groen geschilderd hout;
  • achtergevel afgewerkt in groen/wit gevelpleister op buitenisolatie
  • mat witte kunststof roofing met daarvoor wit gecoat verzinkt stalen gaas op de achterbouw op de verdieping;
  • nieuwe dakvlaklichten in het hoofddak en het dak van de achterbouw;
  • dakbedekking in witte EPDM;

-          inrichting: nieuwe zonnepanelen op het hoofddak.

 

Inhoud van de aanvraag 

-          verbouwen van een eengezinswoning;

-          slopen van de achterbouw en ontpitten van het terrein;

-          interne constructieve werken;

-          bouwen van een nieuwe achterbouw;

-          wijzigen van het schrijnwerk in de voorgevel.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)


De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)


De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

 

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)


De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

 

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)


De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

 

  • artikel 19 Tuinafsluitingen:
    na het slopen van de bestaande achterbouw komt een gedeelte van de linker scheidingsmuur vrij te staan als tuinmuur, maar de bestaande hoogte van circa 5,8 m wordt behouden. Tuinmuren in de achtertuin mogen slechts 2,60 m hoogte hebben;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    het nieuwe dak van de achterbouw heeft ter hoogte van de linker scheidingsmuur geen dakopstand van minstens 30 cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak;
  • artikel 40 Privaat gescheiden rioolstelsel en afvoerleidingen:
    de woning is niet voorzien van een privaat gescheiden rioolstelsel, aangeboden aan de straat conform artikel 41 van de bouwcode.

 

Sectorale regelgeving

 

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.


Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
 

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.


Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
 

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)


De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

 

-          Rooilijn: art. 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))


Art. 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Functionele inpasbaarheid

 

De aanvraag betreft verbouwingen aan een eengezinswoning. De woonfunctie en aantal woongelegenheden blijven behouden. De woning is functioneel inpasbaar in de omgeving.

 

Schaal – ruimtegebruik – bouwdichtheid

 

Het betreft een eengezinswoning van twee bouwlagen onder een plat dak. Op maaiveldniveau is het perceel nagenoeg volledig bebouwd. De eerste verdieping bevat een uitbreiding tegen de linker perceelgrens.

 

In deze aanvraag wordt het perceel ontpit. Een groot deel van de bestaande achterbouw wordt afgebroken, waardoor een ruime kwalitatieve tuinzone gecreëerd wordt. De maximale bouwdiepte van het pand wordt teruggebracht naar ongeveer 12 m.

 

Het voorgesteld volume overschrijdt de gangbare dieptes van de naastgelegen panden niet. Het pand is bijgevolg inzake schaal, ruimtegebruik en bouwdichtheid in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening van de plaats.

 

Visueel-vormelijke elementen

 

De wijziging aan de voorgevel beperkt zich tot het aanpassen van het schrijnwerk. Deze wordt in hout voorzien, licht pastelgroen geschilderd.

 

De nieuwe achtergevel wordt geïsoleerd en bepleisterd. Het uitkragend volume aan de achterzijde wordt afgewerkt met witte kunststof roofing, met daarvoor wit gecoat verzinkt stalen gaas. Het buitenschrijnwerk aan de achtergevel wordt ook voorzien in licht pastelgroen geschilderd hout.

 

De nieuwe materialisatie is vanuit stedenbouwkundig oogpunt inpasbaar.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

 

De interne indeling en de ruime tuinzone die gecreëerd wordt, zorgen voor een groter woonkwaliteit bij de woning. De woning voldoet aan de actuele eisen wat betreft gezondheid en gebruiksgenot.

 

De aanvraag wijkt af van artikel 19 van de bouwcode. Tuinmuren in de achtertuin mogen een maximale hoogte hebben van 2,60 m. Dit wordt als voorwaarde opgenomen.

 

De scheimuur met de aanpalende linkse woning is niet uitgevoerd met een opstand van 0,30 m. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Met het oog op het voorkomen van brandoverslag kan van dit artikel enkel afgeweken worden als de brandwerendheid van de daken voldoende is. Als voorwaarde wordt een minimale brandklasse opgelegd voor de dakbekleding.

 

Tenslotte wordt als voorwaarde opgenomen een privaat gescheiden rioolstelsel te voorzien, aangeboden aan de straat conform artikel 40 en 41 van de bouwcode.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

 

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

 

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De hoogte van de tuinmuren in de achtertuin te beperken tot maximaal 2,60 m conform artikel 19 van de bouwcode.

2. Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

3. Een privaat gescheiden rioolstelsel te voorzien, aangeboden aan de straat conform artikel 40 en 41 van de bouwcode.

4. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

31 januari 2022

Volledig en ontvankelijk

23 februari 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

24 april 2022

Verslag GOA

4 april 2022

naam GOA

Katrine Leemans

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De hoogte van de tuinmuren in de achtertuin te beperken tot maximaal 2,60 m conform artikel 19 van de bouwcode.

2. Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).

3. Een privaat gescheiden rioolstelsel te voorzien, aangeboden aan de straat conform artikel 40 en 41 van de bouwcode.

4. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiële gevolgen.