Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021188584 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Eric Eestermans met als adres Lumbeeckstraat 38 te 2660 Hoboken |
Ligging van het project: | Lumbeeckstraat 38 te 2660 Antwerpen |
Kadastrale percelen: | afdeling 37 sectie C nr. 124S4 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | regulariseren van werken aan een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 21/11/2000: vaststelling van werken zonder vergunning (HO/2000/0/0363) wijzigen van dakvorm van de achterbouw, binnen verbouwingswerken.
Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand
- het hoofdvolume kan als geacht vergund worden beschouwd, enkel de veranda wordt niet als geacht vergund beschouwd.
Huidige toestand
- een eengezinswoning van 2 bouwlagen onder een zadeldak in gesloten bebouwing;
- de bouwdiepte:
- de uitbouw op de 1ste verdieping is uitgevoerd met deels een schuin dak en deels een plat dak;
- het gelijkvloers is uitgevoerd als woon-, eetruimte met keuken met niveauverschillen;
- de 1ste verdieping bevat 2 slaapkamers, een badkamer en een speelruimte in aanbouw;
- de voorgevel:
- de achtergevel:
Gewenste toestand
- de regularisatie van de bestaande toestand van de woning.
Inhoud van de aanvraag
- het regulariseren van de bestaande toestand.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Externe adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies ontvangen | Advies |
Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen | 23 februari 2022 | 15 maart 2022 | Voorwaardelijk gunstig |
INFRABEL/ Infrabel Antwerpen, Limburg, Vlaams Brabant | 23 februari 2022 | 7 maart 2022 | Geen bezwaar |
Interne adviezen
Adviesinstantie | Datum advies gevraagd | Datum advies |
Stadsontwikkeling/ Omgeving/ Vergunningen Stedenbouw/ vermoeden van vergunning | 23 februari 2022 | 9 maart 2022 |
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied. De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving. (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):
Elke leefruimte dient een vrije hoogte te hebben van 2,60 meter.
De vrije hoogte van het 2de woongedeelte bedraagt 2,41 meter. De plafondhoogte van de eetruimte en de keuken bedraagt 2,48 meter. De veranda heeft een vrije hoogte van 2,56 meter. De slaapkamers hebben een vrije hoogte van 2,43 meter.
Elke verblijfsruimte dient openingen te hebben voor de toetreding van daglicht en zicht.
Elke verblijfsruimte dient minimaal één te openen gevel- of dakdeel te hebben zodat de ruimte op natuurlijke wijze geventileerd kan worden.
Het verhoogde woongedeelte, de eetruimte en keuken voldoen hier niet aan.
De tuin moet zoveel mogelijk als onverharde ruimte ingericht worden en als groene ruimte aangeplant worden. Verhardingen zoals een terras, een autostalplaats of een tuinhuis zijn in zij- en achtertuinen beperkt toegestaan, met een maximum van 20 vierkante meter voor tuinen tot 60 vierkante meter. De achtertuin voldoet hier niet aan.
Het gedeelte van de scheidingsmu(u)r(en) heeft een opstand van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak. Deze opstand mag niet met brandbaar materiaal bekleed worden. De zichtbaar blijvende onderdelen van de scheidingsmuur moeten esthetisch verantwoord en volgens de regels der kunst afgewerkt worden.
De voorziene septische put moet aan dit artikel voldoen.
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse codex Wonen 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex Wonen van 2021)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.
- Rooilijn: art. 4.3.8 van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO) van 15 mei 2009.
(De VCRO kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening (VCRO))
Art. 4.3.8 is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Voorliggende aanvraag wijkt af van artikel 21 van de bouwcode. De vrije hoogte in het 2de woongedeelte bedraagt maar 2,41 meter. Omdat het hier over een beperkt deel van de leefruimte gaat en er in de andere, aangrenzende woonruimte een ruime vrije hoogte is voorzien, kan hierop een afwijking toegelaten worden. De andere verblijfsruimtes zijn ook gelegen in dit hoofdvolume welke als vergund kan worden beschouwd. Aangezien het bijkomend over een beperkte afwijking gaat, kan hierop een afwijking worden toegestaan met toepassing van artikel 3 van de bouwcode.
Verder wijkt de aanvraag af van artikel 24 van de bouwcode. Het verhoogde woongedeelte krijgt daglicht via de gelijkvloerse, aangrenzende woonkamer waardoor hierop een afwijking kan worden toegestaan met toepassing van artikel 3 van de bouwcode. De eetruimte en keuken krijgen enkel daglicht via een dakkoepel en de veranda. Aangezien de veranda geen geacht vergunde toestand betreft en de positie van de veranda een negatieve impact heeft op de woonkwaliteit van de woning, wordt hierop geen afwijking toegestaan, zie ook verder onder het deel ‘Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid’.
Voorliggende aanvraag is ook strijdig met artikel 27 van de bouwcode dat oplegt tuinen zoveel mogelijk groen en onverhard te houden. Het voorzien van voldoende groen is belangrijk voor de leefbaarheid binnen bouwblokken en de infiltratie van regenwater in de bodem. Van dit voorschrift kan bijgevolg niet afgeweken worden. In voorwaarde zal dan ook opgelegd worden dat de achtertuin moet voldoen aan artikel 27 van de bouwcode, waarbij alle vormen van halfverharding (zoals kiezelverharding, grasdallen, kunstgrasmatten,…) worden beschouwd als verharding.
De scheimuur met de aanpalende bebouwing werd niet uitgevoerd met een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de bouwcode. Van dit voorschrift kan, met het oog op het voorkomen van brandoverslag, niet afgeweken worden. Deze opstand is echter niet vereist indien aan de volgende voorwaarden voldaan is:
- de dakbekleding valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of komt voor op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.);
Bovenstaande voorwaarde wordt dan ook opgenomen bij de vergunning.
Verder vermelden de plannen geen inhoud van de septische put. Volgens artikel 43 van de bouwcode dient deze een minimale inhoud van 2000 liter te bedragen. In voorwaarde wordt opgenomen te voldoen aan dit artikel.
Tenslotte wordt er opgemerkt dat de veranda afwijkt van artikel 21 en artikel 34 van de bouwcode. Ook heeft de veranda een ongunstige impact op de achterliggende verblijfsruimtes. Dit wordt verder besproken onder het deel ‘Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid’.
Functionele inpasbaarheid
Voorliggende aanvraag omvat geen functiewijziging. De bestaande functie van eengezinswoning blijft behouden en is daarmee in harmonie met de kenmerkende woonfuncties in de straat.
Schaal - ruimtegebruik – bouwdichtheid
Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met een volume waarbij de gelijkvloerse bouwdiepte beperkt wordt tot maximum 17,00 meter. Er werd advies gevraagd bij de dienst Stadsontwikkeling – vermoeden van vergunning betreffende de bouwdiepte van de gelijkvloerse verdieping (19,30 meter). Dit advies luidt als volgt:
‘Op basis van luchtfoto's, foto's in het dossier, materiaalgebruik en het ontbreken van enig dateerbaar bewijs: ongunstig voor veranda.’
Samen met de afwijkingen op de bouwcode en de ongunstige impact op achterliggende verblijfsruimtes, zoals eerder vermeld, wordt de veranda als stedenbouwkundig onaanvaardbaar beschouwd. De veranda wordt bijgevolg uitgesloten uit de vergunning, zie rode aanduiding op de plannen.
Visueel-vormelijke elementen
De bestaande voorgevel uit rood gevelmetselwerk en een gevelstrook in beton met buitenschrijnwerk in zwart/donker grijze PVC wordt niet gewijzigd. Op die manier blijft het pand zich inpassen in het straatbeeld waar gevels met gelijkaardige detaillering kenmerkend zijn.
Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen
Het goed is gelegen in de wijk Moretusburg of Hertogvelden, waar er mogelijk verontreiniging is door zware metalen. Gelieve dan ook rekening te houden met de gebruiksadviezen, die u hier terugvindt: https://www.antwerpen.be/info/59df6f39a67793bec02c7830/meer-gezondheid-minder-zware-metalen-tips
Het advies van de brandweer wordt integraal opgenomen als voorwaarde bij de vergunning.
Tenslotte zijn er geen bezwaren vanuit Infrabel.
Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.
Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)
Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).
Verbouwen en/of uitbreiden van een eengezinswoning
De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. De inrichting van de tuin moet voldoen aan artikel 27 van de bouwcode waarbij alle vormen van halfverharding (zoals kiezelverharding, grasdallen, kunstgrasmatten,…) worden beschouwd als verharding.
3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
4. De inhoud van de septische put moet conform artikel 43 van de bouwcode zijn.
5. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
6. Uitsluitingen
De veranda wordt uitgesloten uit de vergunning, zie rode aanduiding op de plannen.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 26 januari 2022 |
Volledig en ontvankelijk | 23 februari 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 24 april 2022 |
Verslag GOA | 1 april 2022 |
naam GOA | Gerd Cryns |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.
2. De inrichting van de tuin moet voldoen aan artikel 27 van de bouwcode waarbij alle vormen van halfverharding (zoals kiezelverharding, grasdallen, kunstgrasmatten,…) worden beschouwd als verharding.
3. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van dakbekleding die valt onder brandreactie klasse BROOF (t1) of voorkomt op de lijst opgenomen in het ministerieel besluit van 21 november 2012 tot vaststelling van de lijst van dakbedekkingen die kunnen worden; geacht aan de eisen ten aanzien van het prestatiecriterium « brandgedrag aan de buitenzijde » te voldoen (leien van leisteen of natuursteen, dakpannen van natuursteen, beton, terracotta, keramiek of staal, vlakke en geprofileerde platen of leien uit met vezels versterkt cement, geprofileerde of vlakke metalen platen, eindlaag van los aangebracht grind met een dikte van ten minste 50 mm enz.).
4. De inhoud van de septische put moet conform artikel 43 van de bouwcode zijn.
5. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
6. Uitsluitingen
De veranda wordt uitgesloten uit de vergunning, zie rode aanduiding op de plannen.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.