Terug
Gepubliceerd op 04/04/2022

2022_CBS_02571 - Omgevingsvergunning - OMV_2022003345. Broydenborglaan 17. District Hoboken - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 01/04/2022 - 09:00 Hofstraat/Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_02571 - Omgevingsvergunning - OMV_2022003345. Broydenborglaan 17. District Hoboken - Goedkeuring 2022_CBS_02571 - Omgevingsvergunning - OMV_2022003345. Broydenborglaan 17. District Hoboken - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2022003345

Gegevens van de aanvrager:

de heer Vyshal Delahaut met als adres Broydenborglaan 17 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Ligging van het project:

Broydenborglaan 17 te 2660 Hoboken (Antwerpen)

Kadastrale percelen:

afdeling 38 sectie B nr. 615C4

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen

Voorwerp van de aanvraag:

verbouwen en het uitbreiden van een eengezinswoning

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          3/04/1935: toelating (1006#7556) voor het vergroten van de keuken en veranda, herplaatsen van een koepel;

-          7/02/1934: toelating (1006#11289) voor het bouwen van een huis.

Vergunde toestand/Geacht vergunde toestand

-          eengezinswoning van 2 bouwlagen onder plat dak in gesloten bebouwing met een bouwdiepte van circa 14,5 m op het gelijkvloers, een bouwdiepte van circa 8,75 op de verdieping met een uitbreiding aan de linkerzijde tot een bouwdiepte van circa 13,04 m en een kroonlijsthoogte van circa 6,96 m.

Huidige toestand

-          voorgevel afgewerkt met rode gevelsteen, buitenschrijnwerk in wit pvc, plint in grijs beton, erker in de voorgevel in grijs beton en rode gevelsteen, afdak boven voordeur in grijs beton en kroonlijst in grijs aluminium.

Gewenste toestand

-          slopen van de veranda op het gelijkvloers om tot een bouwdiepte van circa 13,09 m op het gelijkvloers te komen;

-          isoleren van de achter- en zijgevel;

-          uitbreiden van de eengezinswoning door het optrekken van een derde bouwlaag in de vorm van een teruggetrokken daklaag met plat dak die circa 1,1 m achter de voorgevelbouwlijn ligt, met een bouwdiepte van circa 7,65 m en een bouwhoogte van circa 9,97 m;

-          inrichten van een dakterras voor de teruggetrokken daklaag voorzien van een borstwering op de voorgevelbouwlijn in de vorm van een witte pergolastructuur met een gedeeltelijke invulling van wit geperforeerd staal;

-          voorgevel van de derde bouwlaag afgewerkt met wit geglazuurde steen, buitenschrijnwerk in hout en de raam van de badkamer in wit figuurglas.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen van de veranda;

-          uitbreiden van een eengezinswoning.

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

Er werden geen adviezen gevraagd.

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de stedelijke agglomeratie van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Kleine Ring en respectievelijk de reservatiestrook voor de aanleg van lijninfrastructuur (de A102) tussen Merksem en Wommelgem, de R11 tussen Wommelgem en Mortsel, de oostelijke grens van Mortsel en Hove en de reservatiestrook voor pijpleidingen tussen Hove/Kontich en Hemiksem.

De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).

In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:

- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;

- de eigen aard van het betrokken gebied;

- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgend(e) punt(en):

  • artikel 11 Afwerken van gevels en materiaalgebruik:
    de afwerking in witte geglazuurde steen wijkt af van de omgeving die gekenmerkt wordt door gevels in rode gevelsteen, ook de pergolastructuur voor deze gevelafwerking zorgt voor een breuk met het huidige straatbeeld;
  • artikel 34 Stabiliteit en scheidingsmuren:
    er wordt geen dakopstand van minimaal 0,3 m voorzien ten opzichte van de linker- en rechterbuur.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021.

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het Rooilijndecreet.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De aanvraag wijkt af van volgende bepalingen van de bouwcode:

 

Afwerken van gevels en materiaalgebruik (art. 11):

de afwerking in witte geglazuurde steen wijkt af van de omgeving die gekenmerkt wordt door gevels in rode gevelsteen. Het betreft echter alleen een teruggetrokken dakverdieping en de achtergevel, waardoor dit als een accent beschouwd kan worden, zoals er ook andere lichte accenten aanwezig zijn. Deze afwerking kan bijgevolg gunstig geadviseerd worden.

De pergolastructuur zorgt voor een breuk in het huidige gevelbeeld en geeft een verwarrend signaal. Hierop wordt terug gekomen in het punt “visueel-vormelijke aspecten”.

Stabiliteit en scheidingsmuur (art.34):

Volgens de plannen wordt de verhoogde scheidingsmuur van het hoofdvolume op de perceelsgrens niet uitgevoerd met een opstand van 30cm ten opzichte van het hoogst aangrenzende dakvlak. Dit is strijdig met artikel 34 van de Bouwcode. De minimale opstand die in dit artikel wordt gevraagd, is noodzakelijk om brandoverslag te voorkomen.

 

Er is verder geen aanleiding om af te wijken van de geldende voorschriften.

 

Functionele inpasbaarheid

De bestemming van de eengezinswoning blijft behouden waardoor de functionele inpasbaarheid gegarandeerd blijft.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De aanvraag heeft betrekking op het verbouwen van een eengezinswoning. In de aanvraag wordt een derde teruggetrokken bouwlaag voorzien. De totale bouwdiepte van deze bouwlaag bedraagt 8,65 meter. De Broydenborglaan kenmerkt zich door een diversiteit in daklagen. De voorgestelde bijkomende daklaag kan in deze ruimtelijke context gunstig worden geadviseerd.

 

Visueel-vormelijke elementen

Aan de voorgevel wordt op de derde verdieping een voorzet structuur geplaatst. Zowel naar integratie in het gevelbeeld als naar inpasbaarheid in de omgeving is dit een atypische uitwerking. Enerzijds suggereert deze pergola een volwaardige derde bouwlaag tot op de voorgevel, anderzijds sluit hij op een afwijkende manier aan op de scheimuren. Hij houdt als het ware het midden tussen een dakkapel en een doorgaande gevel, maar is dus geen van beiden. Een doorgaande gevel, en dus een volwaardige derde bouwlaag in het voorgevelvlak, impliceert het optrekken van de scheimuren tot op dakniveau, en dat is hier niet het geval. Hierdoor wordt afstand genomen tot de buren en een aanleiding gecreëerd om ook daar niet met drie volwaardige bouwlagen te bouwen. Een dakkapel daarentegen houdt een zekere afstand tot de buren en ondersteunt het bouwen met een hellend dak door voldoende hellend dakvlak te laten bestaan. Ook daarvan is hier geen sprake. Er is geen aanzet tot een hellend dak, en er is te weinig afstand tot de buren.

We stellen helaas vast dat de suggestie in voorbespreking om hier duidelijk een standpunt  in te nemen, niet gevolgd werd, met deze afwijkende oplossing tot gevolg. Aangezien het ophogen van de scheimuren, om aldus de volwaardige derde daklaag te bekomen, niet als voorwaarde opgelegd kan worden, zal de pergola als dakkapel beschouwd moeten worden. Bijgevolg moet een zijdelingse afstand van 60 cm tot de perceelsgrenzen gerespecteerd worden. Dit zal in voorwaarde opgelegd worden.

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Mits het naleven van de gestelde voorwaarden voldoet de woning aan de actuele eisen wat betreft hinderaspecten, gezondheid en gebruiksgenot.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat elke omgevingsvergunningsaanvraag een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, is het de bedoeling om parkeren maximaal op eigen terrein te voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeerparagraaf is niet van toepassing aangezien de aanvraag betrekking heeft op de verbouwing van een eengezinswoning waarbij de functie en het aantal woongelegenheden ten opzichte van de bestaande toestand ongewijzigd blijven.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

3. De voorzetstructuur aan de voorgevel op de tweede verdieping moet 60 cm afstand respecteren ten opzichte van de linker en de rechter perceelsgrens.

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

 

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

18 januari 2022

Volledig en ontvankelijk

10 februari 2022

Start openbaar onderzoek

geen

Einde openbaar onderzoek

geen

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

11 april 2022

Verslag GOA

22 maart 2022

naam GOA

Gerd Cryns

 

Onderzoek

De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

 

Schriftelijke bezwaarschriften

Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften

Petitielijsten

Digitale bezwaarschriften

1

0

0

0

 

Bespreking van de bezwaren

Tijdens de periode van het openbaar onderzoek werden één bezwaarschriften ingediend, dat zich als volgt laten samenvatten:

 

  1. Het ontwerp wijkt af van het besproken voorontwerp: De aanvraag stemt niet overeen met het ontwerp dat werd voorgesteld aan de aanpalende voorafgaand het indienen van het dossier..

Beoordeling: Dit bezwaar is niet stedenbouwkundig van aard. De aanvrager is niet verplicht om de plannen op voorhand te bespreken met de aanpalende. Dit aspect maakt geen deel uit van de officiële vergunningsprocedure. Uiteraard wordt het wel aangeraden de gewenste wijziging te bespreken met de aanpalende voor het behoud van een goede nabuurschap. Het bezwaar is ongegrond;

 

  1. Verlies aan licht: het bezwaar tegen verlies aan zonlicht in de aangelegen tuinen en bouwvolumes door de toevoeging van de derde bouwlaag. Het bezwaar stelt dat de woonkwaliteit van de buren eronder lijdt.

Beoordeling: Het gebouw voorziet het een volwaardige derde bouwlaag. In deze straat is er een verscheidenheid aan dakvormen. Een volwaardige derde bouwlaag komt in deze context ook voor. De bouwdiepte van deze daklaag blijft beperkt tot een diepte van 8,75 meter. De tuinzone is oost georiënteerd. Er kan hierdoor gesteld worden dat de hinder naar zijn omgeving beperkt blijft en de woonkwaliteit van de aanpalende niet in gedrang komt. Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Plaatsen van een groendak: het bezwaar stelt dat er voldoende groen aanwezig is in de ruime omgeving. Een bijkomend groendak is volgens het bezwaar te veel in deze omgeving. Door de aanleg van dit groendak zal de gebruiker ook dit groendak moeten betreden voor onderhoud.

Beoordeling: Vanuit de stad wordt via de stedenbouwkundige voorschriften opgelegd dat ieder nieuw plat dak groter dan 20m² moet worden aangelegd met een groendak. Zowel vanuit duurzaamheid als vanuit beeldkwaliteit heeft een groendak een aantal belangrijke voordelen ten opzichte van een gewoon dak. Groendaken zorgen voor een kleinere hoeveelheid afgevoerd regenwater en beperken gelijktijdig het piekdebiet bij stortbuien. Ook verminderen ze het “urban heat island” effect en werken ze als (extra) dakisolatie. Door hun groene karakter zijn ze aangenamer om op te kijken en verhogen ze de biodiversiteit. De aanwezigheid van parken in de ruime omgeving vormen geen aanleiding om de woningen niet duurzaam aan te leggen. Het aanleggen van een groendak impliceert evenmin het gebuik van het dak als buitenruimte. Het wordt enkel betreden omwille van onderhoud, wat met een gewoon plat dak ook moet gebeuren. De aanvraag voldoet aan het geldende voorschrift. Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Vermoeden van constant betreden van het groendak: het bezwaar dat door de aanleg van dit groendak de gebruiker dit groendak vaak zal moeten betreden voor onderhoudt.

Beoordeling: Het bezwaar beschrijft dat de kans bestaat dat de eigenaar op regelmatige basis het groendak zal betreden. Uiteraard moet de eigenaar als goede huisvader instaat zijn het groendak te kunnen onderhouden. Dit impliceert echter niet dat de aanvrager het dak als buitenruimte kan gebruiken. De eventuele vergunning betreft een groen dak, geen dakterras. Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Overlast door de huidige aanplanting: het bezwaar dat de huidige aanplanting hinder en gevaar betekend voor de omliggende omgeving.

Beoordeling: De aanvraag heeft geen invloed op de boom in de tuinzone. Bijkomend is dit een bezwaar dat niet stedenbouwkundig van aard is. Het bezwaar is ongegrond.

 

  1. Schending van de privacy: het bezwaar dat er bijkomende inkijk gegenereerd wordt door de nieuwe raampartijen.

Beoordeling: Overeenkomstig artikel 4.2.22. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening hebben stedenbouwkundige vergunningen een zakelijk karakter en worden ze  verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten. Dit aspect is niet van stedenbouwkundige aard. Er wordt wel geoordeeld dat de bijkomende daklaag, met de daarin voorziene ramen, geen overmatige of abnormale inkijk bij de buren zal genereren. Het bezwaar is ongegrond;

 

  1. Rechten op gemene muren: Het bezwaar dat er niet voldaan is aan bepaalde burgerlijke rechten;

Beoordeling: Overeenkomstig artikel 4.2.22. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening hebben stedenbouwkundige vergunningen een zakelijk karakter en worden ze  verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten. Het bezwaar is niet van stedenbouwkundige aard. Het bezwaar is ongegrond;

 

  1. Rechten op gemene muren: Het bezwaar tegen mogelijk schade door de wijzigingen aan de aangebracht door de werken;

Beoordeling: Het bezwaar tegen mogelijke schade aan het aangrenzend eigendom betreft een uitvoeringstechnische aangelegenheid die losstaat van de stedenbouwkundige beoordeling van de aanvraag door de vergunningverlenende overheid. Uiteraard betekent het verkrijgen van een vergunning geen vrijgeleide voor de aanvrager/bouwheer zich te ontzien van burgerrechtelijke afspraken vóór en tijdens de uitvoer der werken. Het bezwaar is ongegrond;

 

  1. Borstwering pergola met planten: Het bezwaar tegen de uitwerking van de pergola met beplanting;

Beoordeling: Overeenkomstig artikel 4.2.22. van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening hebben stedenbouwkundige vergunningen een zakelijk karakter en worden ze  verleend onder voorbehoud van de op het onroerend goed betrokken burgerlijke rechten. De erfscheiding moet gerespecteerd worden. Het al dan niet voorzien van beplanting is ook niet van stedenbouwkundige aard. Het bezwaar is ongegrond.

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij:

 

-          de bespreking van de ingediende bezwaren zoals geformuleerd in het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt deze beoordeling tot zijn eigen standpunt;

-          het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.

 

Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. Na uitvoering van de werken te voldoen aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

2. Het gedeelte van het dak, gelegen naast de scheidingsmuren die geen opstand hebben van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, is te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.

3. De voorzetstructuur aan de voorgevel op de tweede verdieping moet 60 cm afstand respecteren ten opzichte van de linker en de rechter perceelsgrens.

 

Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

Artikel 4

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.