Terug
Gepubliceerd op 04/04/2022

2022_CBS_02524 - Omgevingsvergunning - OMV_2021153175. Van de Wervestraat 43-49. District Antwerpen - Goedkeuring

college van burgemeester en schepenen
vr 01/04/2022 - 09:00 Hofstraat/Stadhuis
Goedgekeurd

Samenstelling

Aanwezig

Bart De Wever, burgemeester; Koen Kennis, schepen; Jinnih Beels, schepen; Annick De Ridder, schepen; Nabilla Ait Daoud, schepen; Karim Bachar, schepen; Peter Wouters, schepen; Elisabeth van Doesburg, schepen; Erica Caluwaerts, schepen; Tom Meeuws, schepen; Sven Cauwelier, algemeen directeur

Afwezig

Serge Muyters, korpschef

Secretaris

Sven Cauwelier, algemeen directeur

Voorzitter

Bart De Wever, burgemeester
2022_CBS_02524 - Omgevingsvergunning - OMV_2021153175. Van de Wervestraat 43-49. District Antwerpen - Goedkeuring 2022_CBS_02524 - Omgevingsvergunning - OMV_2021153175. Van de Wervestraat 43-49. District Antwerpen - Goedkeuring

Motivering

Aanleiding en context

Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de gewone procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.

 

Projectnummer:

OMV_2021153175

Gegevens van de aanvrager:

NV Feka met als contactadres Vosstraat 10 te 9170 Sint-Gillis-Waas

Gegevens van de exploitant:

de heer Yves Huts met als contactadres Vosstraat 10 te 9170 Sint-Gillis-Waas

Ligging van het project:

Van de Wervestraat 43-49 te 2060 Antwerpen

Kadastrale percelen:

afdeling 7 sectie G nrs. 1303W5, 1303L3, 1303K3 en 1303W4

waarvan:

 

-          20211020-0014

afdeling 7 sectie G nrs. 1303K3, 1303W4, 1303L3 en 1303W5 (KTN_VDW_M)

Vergunningsplichten:

Stedenbouwkundige handelingen, Exploitatie van ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Voorwerp van de aanvraag:

slopen van 3 meergezinswoningen en 1 eengezinswoning, heropbouw van 7 nieuwe wooneenheden en een gelijkvloerse kantoorruimte met achterliggende tuin en de exploitatie van twee airco's.

 

Omschrijving stedenbouwkundige handelingen

 

Relevante voorgeschiedenis

-          huisnummer 43: 14/04/1978: vergunning (1978979) voor een verbouwing;

-          huisnummer 45: 05/12/2014: vergunning (20142406) voor het verbouwen van een eengezinswoning;

-          huisnummer 47: 20/03/1908: vergunning (1908#354) voor het bouwen van een huis;

-          huisnummer 49: 05/12/1980: vergunning (1980914) voor een verbouwing;

-          11/12/2020: integrale kwaliteitskamer.

Vergunde/vergund geachte toestand

-          functie: 

  • huisnummer 43: meergezinswoning;
  • huisnummer 45: eengezinswoning;
  • huisnummer 47: meergezinswoning;
  • huisnummer 49: meergezinswoning;

-          bouwvolume: 

  • gesloten bebouwing van 3 tot 4 bouwlagen.

Huidige toestand

-          te slopen bebouwing.

Gewenste toestand

-          meergezinsgebouw met een gelijkvloerse kantoorruimte, een ondergrondse garage en 7 wooneenheden:

  • 3 eenslaapkamerappartementen  met een netto vloeroppervlakte van circa 66 m2;
  • 1 tweeslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 82 m2;
  • 2 drieslaapkamerappartementen met een netto vloeroppervlakte van circa 114 m2;
  • 1 vierslaapkamerappartement met een netto vloeroppervlakte van circa 144 m2;

-          bouwvolume: 

  • hoofdbouw van 5 bouwlagen onder plat dak;
  • aanbouw langs rechterperceelsgrens van 3 bouwlagen onder plat dak;
  • platte daken ingericht als dakterras of intensief groendak;
  • binnentuin van circa 120 m2;

-          voorgevelafwerking: 

  • rode baksteen met aluminium schrijnwerk  in lichtgrijze kleur;
  • hekwerk en balustrades in staal met lichtgrijze kleur.

Inhoud van de aanvraag

-          slopen  van bestaande bebouwing;

-          nieuwbouw meergezinswoning;

-          wijzigen scheimuren.

 

Omschrijving ingedeelde inrichtingen of activiteiten

 

Inhoud van de aanvraag

Milieutechnisch omvat de aanvraag de exploitatie van twee koelgroepen van 6 kW elk.

 

Aangevraagde rubriek

Rubriek

Omschrijving

Gevraagd voor

16.3.2.a

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW.

12 kW

 

Argumentatie

Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.

 

Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:

 

Adviezen

 

Externe adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies ontvangen

Advies

AQUAFIN NV

24 december 2021

11 februari 2022

Voorwaardelijk gunstig

Brandweerzone Antwerpen-Zwijndrecht - Hulpverleningszone 1 (Antwerpen)/ Brandweer Zone Antwerpen

24 december 2021

11 februari 2022

Voorwaardelijk gunstig

Fluvius System Operator/ Fluvius

24 december 2021

14 januari 2022

Voorwaardelijk gunstig

Politiezone Antwerpen/ Verkeerspolitie

24 december 2021

3 januari 2022

Geen bezwaar

PROXIMUS/ Proximus

24 december 2021

13 januari 2022

Voorwaardelijk gunstig

Water-link

24 december 2021

Geen advies ontvangen bij opmaak van dit verslag

Geen tijdig advies ontvangen waardoor het geacht wordt gunstig te zijn

 

Interne adviezen

Adviesinstantie

Datum advies gevraagd

Datum advies

Ondernemen en Stadsmarketing/ Business en Innovatie

24 december 2021

11 januari 2022

Ondernemen en Stadsmarketing/ Klantencontacten en Dienstverlening/ Loket Thema Wonen - huisnummering

24 december 2021

30 december 2021

Stadsontwikkeling/ Mobiliteit

24 december 2021

13 januari 2022

 

Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen

 

Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.

 

Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gemeentelijk ruimtelijk uitvoeringsplan RUP 2060, goedgekeurd op 20 december 2012. Volgens dit plan ligt het eigendom in de volgende zone: artikel 1 zone voor wonen - (wo).

 

(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Gemeentelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (RUP's) kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘goedgekeurde BPA’s en RUP’s'.)

 

De aanvraag ligt niet in een verkaveling.

 

De aanvraag wijkt af van de bepalingen van het ruimtelijk uitvoeringsplan op volgende punten:

-          artikel 1 Zone voor wonen - (Wo):

1.2.1 Bouwdiepte: de maximale bouwdiepte is afhankelijk van de perceelsdiepte en wordt vastgelegd op 5 m afstand van de achterste perceelsgrens. Deze 5 m wordt gevrijwaard van constructies en is bestemd als tuinzone. Exit 2 kelder ligt op 1 m van de achterste perceelsgrens.

1.2.5 Grootschalige woonprojecten: Woonprojecten met een gevelbreedte groter dan 18 meter dienen minimaal 2 voordeuren te bevatten, vermeerderd met 1 voordeur per bijkomende 6 meter gevelbreedte. De gevelgeleding moet in harmonie zijn met de omgeving. Bij samenvoeging van percelen zal de schaal van de oorspronkelijke bebouwing (of een daaraan benaderende schaal) tot uiting komen op de manier hoe het gebouw communiceert met de omgeving.

Het pand in voorliggende aanvraag laat zich lezen als 1 breed pand. De pandsgewijze opbouw en dus de schaal van de oorspronkelijke bebouwing is niet meer leesbaar.

 

Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening hemelwater)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de verordening hemelwater op volgend punt:

  • er wordt een buffertank met vertraagde afvoer voorzien in plaats van infiltratie.

 

-          Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening toegankelijkheid)
De aanvraag wijkt af van  de bepalingen van de verordening toegankelijkheid op volgende punten:

  • artikel 22: de deur tussen trap- en fietssas en de garage is te smal. Ook de deuren vanuit dit sas naar de afvalberging zijn slechts 81 cm terwijl de vrije doorgangsbreedte minimaal 90 cm moet zijn.
  • artikel 24: In het trap- en fietssas in de kelder is er geen vrije en vlakke draairuimte voor de deuren naar de garage en het sas. Ook het sas naar de afvalberging is te smal waardoor ook hier geen opstelruimte mogelijk is.  
  • artikel 25: er is onvoldoende zijdelingse opstelruimte aan de krukzijde bij de deur tussen het sas en het trap- en liftsas in de kelder.

 

Algemene bouwverordeningen

-          Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Verordeningen > verordening wegen voor voetgangersverkeer)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
 

Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen

-          Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag wijkt af van de bepalingen van de bouwcode op volgende punten:

  • artikel 12 Levendige plint:

een toegangspoort mag maximaal 3 m breed zijn. De toegangspoort naar de doorgang is 3,80 m breed;

  • artikel 29 Fietsstalplaatsen en fietsparkeerplaatsen:

niet alle fietsen worden voorzien in één gemeenschappelijke fietsenstalling;

  • artikel 30 Autostalplaatsen en autoparkeerplaatsen:

er worden slechts 5 parkeerplaatsen voorzien.

 

Sectorale regelgeving

-          MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.

-          Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.

-          Vlaamse codex Wonen van 2021: Gecodificeerde decreten over het Vlaamse woonbeleid, gecodificeerd op 17 juli 2020.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse codex Wonen van 2021 zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op “besluit Vlaamse codex van 2021”)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse codex Wonen van 2021. 

-          Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/, ga naar Decreten en uitvoeringsbesluiten > Decreet houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.

 

Omgevingstoets

 

Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening

 

Beoordeling afwijkingen van de voorschriften

De bouwdiepte van de aanbouw sluit achteraan rechts aan op de bouwdiepte van het aanpalende pand. Deze achtergevel bevindt zich hierdoor, strijdig met artikel 1.2.1 van het RUP 2060, op slechts circa 2,10 m van de achterste perceelgrens, in plaats van minstens 5 m. Bovendien bevindt zich achter deze bouwdiepte een trap naar de kelder. Dit voorschrift uit het RUP heeft tot doel een minimale open ruimte te voorzien. In voorliggende aanvraag wordt er naast de uitbouw, een mooie ruime binnentuin voorzien van circa 120 m². Het perceel wordt achteraan begrensd door een hoge zijgevel van een geïnventariseerd pand gekend als “Paardenstal en pakhuis van de Katoennatie”. Een buitenruimte geprangd tussen dit hoog achterliggend volume en een achtergevel zou geen enkele verblijfskwaliteit hebben. Omwille van de ambitieuze bovengrondse ontpitting kan een afwijking op dit voorschrift gunstig worden beoordeeld.

 

Strijdig met de bouwcode wordt er naast de poort naar de autolift nog een poort voorzien van 3,80 meter. De bouwcode stelt dat er per 8 meter gevelbreedte een toegangspoort mag voorzien worden van maximaal 3 meter. Conform de bouwcode kunnen deze ook gekoppeld worden tot een poort van maximaal 6 meter. Dit komt neer op een verhouding van 3/8. In deze aanvraag zijn er 2 poorten van respectievelijk 3 meter en 3,8 meter. Op een gevelbreedte van 20,75 meter mag er volgens deze verhouding 7,78 meter poort worden voorzien. De totale poortbreedte van 6,8 meter is bijgevolg aanvaardbaar. Bovendien is de tweede poort een doorgang naar de achterliggende tuin en draagt deze bij aan de levendigheid van de plint, wat in overeenstemming is met de geest van het artikel. Om deze reden kan een afwijking op dit artikel dan ook gunstig beoordeeld worden.

 

Het project betreft de realisatie van een nieuwbouw na de sloop van 4 bestaande panden. 

Het RUP vraagt bij sloop en nieuwbouw de pandsgewijze opbouw opnieuw leesbaar te maken.

De Kwaliteitskamer die in deze om advies werd gevraagd is bezorgd over de verschraling in de straat doordat het pand zich momenteel als 1 breed pand laat lezen, ondanks de verticale geleding. Deze bezorgdheid wordt vanuit stedenbouwkundig oogpunt gedeeld. Een pandsgewijze opbouw in de strikte zin van het woord ontbreekt. 

In het ontwerp zijn echter verschillende aspecten terug te vinden die een uitzonderlijke afwijking zouden kunnen motiveren. De verschillende traveeën kennen subtiele variaties ten opzichte van elkaar waardoor de gevel zich niet als een monolitisch geheel laat lezen. Tegelijk wordt door de materialisering, detaillering en massiviteit verwezen naar de bestaande pakhuizen. De pandsgewijze opbouw die werd opgelegd in het RUP had eveneens tot doel om de woningdensiteit te beperken. Ook hieraan voldoet het project, dat voorziet in een evenwichtige mix aan woningen met ook 3- en 4-slaapkamerappartementen, waarbij het aantal woningen ten opzichte van de vergunde toestand afneemt. De ruime woninggrootte en de verlaagde densiteit zijn daarmee eveneens kritische factoren om een afwijking op het betreffende voorschrift gunstig te adviseren.

Dit project mag geenszins een precedent vormen om in de toekomst het samenvoegen van verschillende panden tot grote woongebouwen gunstig te motiveren.

 

Functionele inpasbaarheid

De aanvraag is in overeenstemming met de geldende bestemmingsvoorschriften.

Het dossier voorziet in de afbraak van een aantal woningen en de realisatie van een nieuwbouw van appartementen met een kantoorruimte op het gelijkvloers.

Dit gemengde project sluit aan bij de functies in de omgeving, waar een verweving van wonen en werken aanwezig is.

De aanvraag past tevens binnen de beleidsvisie van de beleidsnota ruimtelijke economie voor het deelaspect verweving. Vanuit de dienst OS/BI wordt hierom een gunstig advies verleend.

 

Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid

De nieuwbouw telt 5 bouwlagen en sluit aan de rechterzijde aan op de gebouwen van Katoennatie. Het project sluit aan bij de rode baksteenarchitectuur van de grotere natiegebouwen in de wijk, anderzijds wordt de woonfunctie benadrukt door een verspringende kroonlijst en een verticale geleding in de voorgevel. Volle baksteenwanden worden afgewisseld met erkers/wintertuinen die circa 60 cm uit het gevelvlak springen in functie van uitzicht, groen in het straatbeeld en levendigheid. Verschillende toegangen worden geaccentueerd. De achterliggende tuin wordt geconnecteerd met de straat door het open hekwerk.

 

Vanuit stedenbouwkundig oogpunt kan ingestemd worden met het programma zoals voorgesteld. Het verkleinen van het woonprogramma komt de draagkracht van de site ten goede. Het voorgestelde project komt inzake het aantal bouwlagen en dakvorm overeen met de algemene configuratie van de aanwezige bebouwing in de omgeving. 

 

De koppeling van de daktuin aan de bovenliggende woning is een meerwaarde, maar de kwaliteitskamer vroeg om verder onderzoek te doen naar de meest ideale ontsluiting.

De aanvraag komt niet tegemoet aan dit door de welstandscommissie geformuleerde aandachtspunt. Zo werd de toegang tot het dakterras vanuit appartement 401 niet aangepast. Deze verloopt nog steeds via een spiltrap die zich bevindt op de erker in de voorgevel en de rooilijn deels overschrijdt. Dit is niet kenmerkend en kan bijgevolg bezwaarlijk een ideale ontsluiting worden genoemd. Deze trap is hier niet aanvaardbaar. In voorwaarde zal worden opgelegd een steektrap te voorzien aan de achtergevel tegen het muurdeel grenzend aan de berging en traphal.

Mits tegemoet gekomen wordt aan bovenstaande voorwaarde is het project ruimtelijk aanvaardbaar. 

Visueel-vormelijke elementen

De voorgestelde materialisatie in rode baksteen met aluminium buitenschrijnwerk en stalen balustrades in een lichtgrijze kleur is aanvaardbaar gezien de stedelijke context van het gebouw.
Bij de uitwerking van de gevels is voldoende aandacht besteed aan de geveldetaillering en geleding zodat het nieuwe gebouw zich integreert in de bestaande omgeving. Bijgevolg is de geveluitwerking verenigbaar met de goede ruimtelijke ordening. 

Het project werd voorafgaand voorgelegd aan de Welstandscommissie op 5 maart 2021 waar het mits enkele voorwaarden gunstig werd geadviseerd. 

De Kwaliteitskamer apprecieerde de knipoog naar het verleden en de verticale geleding die wordt verkregen door de wintertuinen. Gevraagd werd om de glazen erkers slechts beperkt te laten uitkragen. Aan deze voorwaarde werd niet tegemoet gekomen. Ten opzichte van het aan de kwaliteitskamer getoonde voorstel werden de erkers wel massiever uitgewerkt waardoor zij meer opgaan in de gevel. Deze aanpassing maakt de uitsprong meer aanvaardbaar waardoor het project naar welstand gunstig kan beoordeeld worden. 

 

Hinderaspecten – gezondheid – gebruiksgenot – veiligheid in het algemeen

Het sas voor de afvalberging en het sas voor de lift in de kelder zijn te smal waardoor hier geen draaicirkel mogelijk is.

De deuropeningen tussen lift en parking en tussen lift en afvalberging zijn te smal. Bovendien is er naast de deuren naar de afvalberging onvoldoende plaats aan krukzijde waardoor een rolstoelgebruiker zijn rolstoel hier niet kan opstellen om de deur te openen. 

Op geen van deze punten kan een afwijking worden toegestaan. In voorwaarde wordt opgelegd beide sassen te verbreden tot een breedte van minimaal 150 cm, de deuren te verplaatsen en deze breder uit te voeren in overeenstemming met de verordening.

 

Mobiliteitsimpact (onder andere toetsing parkeerbehoefte)

Het algemene principe is dat een omgevingsvergunningsaanvraag in vele gevallen een parkeerbehoefte genereert. Om te vermijden dat de parkeerbehoefte (geheel of gedeeltelijk) wordt afgewenteld op het openbaar domein, dient het parkeren maximaal op eigen terrein te worden voorzien. Dit is het zogenaamde POET principe (Parkeren Op Eigen Terrein).

 

De parkeer- en stallingsnormen uit de tabel van artikel 30 van de bouwcode, herzien op 1 maart 2018, dienen te worden nageleefd bij nieuwbouw, herbouw, verbouwing, functiewijziging, volume-uitbreiding en wijzigen van het aantal wooneenheden. Wie niet op eigen terrein voorziet in de werkelijke parkeerbehoefte, dient hiervoor een compensatie te betalen.

 

Voorliggende aanvraag genereert een werkelijke parkeerbehoefte van 10 parkeerplaatsen.

 

De parkeerbehoefte wordt bepaald op de nieuwbouw van een meergezinswoning met 7 wooneenheden en kantoor op het gelijkvloers:

-          4 appartementen tussen 60 m² en 90 m² met parkeernorm 1,2 = 4,8

-          3 appartementen > 90 m² met parkeernorm 1,35 = 4,05

-          122 m² kantoren met parkeernorm 1,1/100 m² = 1,3

 

De plannen voorzien in 5 nuttige autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 5.

 

In een aantal gevallen genereert een aanvraag een werkelijke parkeerbehoefte maar kunnen de plaatsen om stedenbouwkundige redenen niet volledig gerealiseerd worden, wat in voorliggend project het geval is. De grootte en/of vorm van het perceel laten het bouwen van het aantal te realiseren plaatsen niet toe.

 

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt 5.

Dit is het verschil tussen het aantal autostal- en/of autoparkeerplaatsen volgens de werkelijke parkeerbehoefte en het aantal te realiseren autostal- en autoparkeerplaatsen.

 

Echter kan de berekende parkeerbehoefte van het nieuwe project worden verminderd met het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein. Dit op voorwaarde dat realisatie niet mogelijk is. 

 

De gebouwen die gesloopt worden zijn 1 eengezinswoning en 3 meergezinswoningen met 3 wooneenheden (in totaal 10 wooneenheden). Bij 1 gebouw is er 1 parkeerplaats aanwezig. De parkeerbehoefte van de laatst vergunde toestand is 9.

 

Het aantal parkeerplaatsen van de laatst vergunde toestand dat reeds afgewenteld werd op het openbaar domein is 9. Bijgevolg kan de parkeerbehoefte van de vergunde toestand in mindering gebracht worden voor 9 parkeerplaatsen.

Het bijgestelde aantal ontbrekende autostal- en autoparkeerplaatsen bedraagt dan 0.

 

Het aantal ontbrekende autostal- en/of autoparkeerplaatsen wordt belast op basis van het belastingreglement op de omgevingsvergunning van 17 december 2019. In deze aanvraag is dit dus niet van toepassing.

 

 

Fietsvoorzieningen

Voor de woningen en kantoren moeten 24 fietsenstallingen voorzien worden:

-          3 appartementen met 1 slaapkamer : 3 x 2 = 6

-          1 appartement met 2 slaapkamers : 1 x 3 = 3

-          2 appartementen met 3 slaapkamers : 2 x 4 = 8

-          1 appartement met 4 slaapkamers : 1 x 5 = 5

-          122 m² kantoor : 122 m² x 1.25/100 m² = 1.5

 

Er wordt een fietsenstalling voor 16 fietsen ingericht op het gelijkvloers in de doorgang.

Een 2de fietsenstalling voor 17 fietsen wordt ingericht in de ondergrondse parking. Deze is bereikbaar via de autolift.

 

Toetsing van aanvaardbaarheid van de ingedeelde inrichtingen of activiteiten op het vlak van hinder en risico's voor de mens en het milieu

 

De ingedeelde inrichtingen of activiteiten zijn louter en alleen in de derde klasse ingedeeld, de exploitatie ervan is dus meldingsplichtig.

 

Er wordt voldaan aan artikel 5.4.3, §3 van het DABM betreffende verbods- en afstandsregels. 

 

De gemelde exploitatie is meldingsplichtig en niet verboden.

 

Advies aan het college

 

Advies over de stedenbouwkundige handelingen

Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.

 

Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. De toegang vanuit appartement 401 naar het dakterras moet, ter vervanging van de spiltrap vooraan, voorzien worden via een steektrap die geplaatst dient te worden tegen de achtergevel tegen het muurdeel grenzend aan de berging en traphal. De spiltrap wordt hierbij uitgesloten van vergunning.

3. Het sas voor de lift in de kelder moet naast de liftkoker verbreed worden tot minimaal 150 cm zodat er conform de verordening toegankelijkheid ook voor de deuren naar de garage en de afvalberging een draaicirkel met diameter 150 cm mogelijk is.

4. De deuropening tussen het sas voor de lift in de kelder en de garage enerzijds en de deuropeningen vanuit dit sas naar de afvalberging anderzijds moeten worden verbreed zodat zij in overeenstemming zijn met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid. 

Deze deuren moeten zo worden gepositioneerd dat er naast de deuren aan krukzijde een vrije en vlakke wand en vloerbreedte is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

5. Het sas voor de afvalberging moet worden verbreed tot 150 cm zodat er in het sas naast de deur een draaicirkel van 150 cm, conform de verordening toegankelijkheid, mogelijk is. De muur tussen dit sas en de afvalberging moet hiervoor 40 cm naar links worden verplaatst en dus ten nadele van de oppervlakte van de afvalberging.

6. De volgende voorwaarden uit het advies van Proximus worden nagekomen:

-          Een finale netwerkanalyse zal gebeuren na ontvangst van het vergunde plan.

-          Uitbreiding van de telecominfrastructuur van Proximus is ten laste van de aanvrager.

-          Van zodra vergund en minimaal 6 maanden voor winddicht dient de aanvrager zijn project kenbaar te maken bij Proximus door het downloadbaar formulier (zie onderstaande URL) ingevuld te versturen naar werf.a2@proximus.com. https://www.proximus.be/dam/jcr:ffc363f8-2d58-4d85-9df7-fbda9694f859/cdn/sites/iportal/documents/pdfs/res/PXM-10916-PACK-Aanvraag-vooraanleg~2019-01-25-15-33-13~cache.pdf

-          De Proximus infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project. De technische documentatie hiervoor wordt ter beschikking gesteld na ontvangst van het vergunde plan.

-          Proximus wenst betrokken te worden bij alle coördinatievergaderingen via werfcoordinatie@proximus.com.

7. De voorwaarden uit het bijgevoegde advies van Fluvius worden nagekomen.

8. De voorwaarden uit het bijgevoegde advies van Aquafin worden nagekomen.

9. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Advies over de ingedeelde inrichtingen of activiteiten

Aan het college wordt voorgesteld om de ingedeelde inrichting of activiteit te akteren.


Geadviseerde rubriek

Rubriek

Omschrijving

Geadviseerd voor

16.3.2.a

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW.

12 kW

 

Juridische grond

Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.

Regelgeving: bevoegdheid

Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:

 

  1. de gemeentelijke projecten;
  2. andere gevallen dan deze waarvoor de Vlaamse regering of de deputatie bevoegd is.

Fasering

Procedurestap

Datum

Indiening aanvraag

25 november 2021

Volledig en ontvankelijk

24 december 2021

Start openbaar onderzoek

3 januari 2022

Einde openbaar onderzoek

1 februari 2022

Gemeenteraad voor wegenwerken

geen

Uiterste beslissingsdatum

8 april 2022

Verslag GOA

22 maart 2022

naam GOA

Katrijn Apostel en Bieke Geypens

 

Onderzoek

De aanvraag werd onderworpen aan 1 openbaar onderzoek.

 

Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten

Startdatum

Einddatum

Schriftelijke bezwaar-schriften

Schriftelijke gebundelde bezwaar-schriften

Petitie-lijsten

Digitale bezwaar-schriften

3 januari 2022

1 februari 2022

0

0

0

0

 

Besluit

Het college van burgemeester en schepenen beslist:

Artikel 1

Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.


Artikel 2

Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:

 

Algemene voorwaarden

de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.

 

Stedenbouwkundige voorwaarden

1. De bijgevoegde brandvoorzorgsmaatregelen zijn op het moment van eerste ingebruikname/exploitatie strikt na te leven.

2. De toegang vanuit appartement 401 naar het dakterras moet, ter vervanging van de spiltrap vooraan, voorzien worden via een steektrap die geplaatst dient te worden  tegen de achtergevel tegen het muurdeel grenzend aan de berging en traphal. De spiltrap wordt hierbij uitgesloten van vergunning.

3. Het sas voor de lift in de kelder moet naast de liftkoker verbreed worden tot minimaal 150 cm zodat er conform de verordening toegankelijkheid ook voor de deuren naar de garage en de afvalberging een draaicirkel met diameter 150 cm mogelijk is.

4. De deuropening tussen het sas voor de lift in de kelder en de garage enerzijds en de deuropeningen vanuit dit sas naar de afvalberging anderzijds moeten worden verbreed zodat zij in overeenstemming zijn met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid. 

Deze deuren moeten zo worden gepositioneerd dat er naast de deuren aan krukzijde een vrije en vlakke wand en vloerbreedte is in overeenstemming met de bepalingen van de verordening toegankelijkheid.

5. Het sas voor de afvalberging moet worden verbreed tot 150 cm zodat er in het sas naast de deur een draaicirkel van 150 cm, conform de verordening toegankelijkheid, mogelijk is. De muur tussen dit sas en de afvalberging moet hiervoor 40 cm naar links worden verplaatst en dus ten nadele van de oppervlakte van de afvalberging.

6. De volgende voorwaarden uit het advies van Proximus worden nagekomen:

-          Een finale netwerkanalyse zal gebeuren na ontvangst van het vergunde plan.

-          Uitbreiding van de telecominfrastructuur van Proximus is ten laste van de aanvrager.

-          Van zodra vergund en minimaal 6 maanden voor winddicht dient de aanvrager zijn project kenbaar te maken bij Proximus door het downloadbaar formulier (zie onderstaande URL) ingevuld te versturen naar werf.a2@proximus.com. https://www.proximus.be/dam/jcr:ffc363f8-2d58-4d85-9df7-fbda9694f859/cdn/sites/iportal/documents/pdfs/res/PXM-10916-PACK-Aanvraag-vooraanleg~2019-01-25-15-33-13~cache.pdf

-          De Proximus infrastructuur dient proactief voorzien te worden in het project. De technische documentatie hiervoor wordt ter beschikking gesteld na ontvangst van het vergunde plan.

-          Proximus wenst betrokken te worden bij alle coördinatievergaderingen via werfcoordinatie@proximus.com.

7. De voorwaarden uit het bijgevoegde advies van Fluvius worden nagekomen.

8. De voorwaarden uit het bijgevoegde advies van Aquafin worden nagekomen.

9. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.

 

Brandweervoorwaarden

de brandweervoorwaarden uit het verslag met kenmerk BW/RVDE/2022/G.02366.A6.0005, die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken. 


Artikel 3

Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.

 

De vergunning omvat thans volgende rubriek:

Rubriek

Omschrijving

Gecoördineerd

16.3.2.a

koelinstallaties, luchtcompressoren, warmtepompen, airconditioninginstallaties, en andere installaties voor het fysisch behandelen van gassen met een geïnstalleerde totale drijfkracht van 5 kW tot en met 200 kW.

12 kW 

 

 

Artikel 4

Het college beslist dat de omgevingsvergunning geldig is voor onbepaalde duur.


Artikel 5

Dit besluit heeft in principe geen financiƫle gevolgen.