Er werd een aanvraag voor een omgevingsvergunning ingediend bij het college van burgemeester en schepenen, die behandeld wordt volgens de vereenvoudigde procedure van het Omgevingsvergunningendecreet.
Projectnummer: | OMV_2021161265 |
Gegevens van de aanvrager: | de heer Pieter De Mulder met als contactadres Bindstraat 12 bus 2 te 2600 Antwerpen |
Ligging van het project: | Ferdinand Coosemansstraat 97 te 2600 Berchem (Antwerpen) |
Kadastrale percelen: | afdeling 21 sectie B nr. 35D44 |
Vergunningsplichten: | Stedenbouwkundige handelingen |
Voorwerp van de aanvraag: | regulariseren van wijzigingen aan een eengezinswoning |
Omschrijving stedenbouwkundige handelingen
Relevante voorgeschiedenis
- 30/07/2021: proces-verbaal met stand van zaken (11002_2021_14477);
- 23/07/2021: bekrachtiging van proces-verbaal 11002_2021_14393_VPV;
- 13/07/2021: proces-verbaal met stakingsbevel (11002_2021_14393_VPV) voor het uitvoeren van werken in strijd met de verleende omgevingsvergunning met referte OMV_2019147660;
- 28/02/2020: voorwaardelijke vergunning (20194090) voor het verbouwen en uitbreiden van een eengezinswoning;
- 19/11/1992: vergunning (961#1174) voor vergroting garagepoort;
- 21/02/1975: vergunning (961#3768) voor gevelveranderingswerk;
- 31/05/1939: vergunning (1275#5383) voor veranderingswerken.
Vergunde toestand
- functie:
- bouwvolume:
- voorgevel:
Huidige toestand
- volume- en inrichtingswijzigingen:
- achtergevel:
- voorgevel:
Gewenste toestand
- functie:
- bouwvolume en inrichting:
- regularisatie van de overige huidige, gewijzigde toestand ten opzichte van de vergunning.
Inhoud van de aanvraag
- voorzien van groendaken op de eerste en tweede verdieping en verkleinen van niet-vergunde dakterrassen;
- wijzigen van de tuinmuur met de rechteraanpaler;
- regulariseren van het plaatsen van zonnepanelen op het hoofddak;
- regulariseren van het wijzigen van kroonlijsthoogtes, voorgevelafwerking, posities van scheidingsmuren, gevelopeningen, interne vrije hoogtes, interne indeling met eventuele constructieve wijzigingen en andere conform de bestaande toestand;
- het niet-uitvoeren van een voorwaardelijk vergunde zonwering tegen de achtergevel.
Voorafgaand aan zijn beslissing neemt het college kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar luidt:
Adviezen
Er werden geen adviezen gevraagd.
Toetsing regelgeving en beleidsrichtlijnen
Plannen van aanleg, ruimtelijke uitvoeringsplannen en verkavelingen
Het eigendom is gelegen binnen de omschrijving van het gewestelijk ruimtelijk uitvoeringsplan GRUP Afbakening grootstedelijk gebied Antwerpen, goedgekeurd op 19 juni 2009.
Het eigendom is gelegen in het gewestplan Antwerpen (Koninklijk Besluit van 3 oktober 1979 en latere wijzigingen). Het eigendom ligt, volgens dit van kracht zijnde gewestplan, in een woongebied in de binnenstad van Antwerpen, dit is het gedeelte van de stad gelegen tussen de Leien en de Kleine Ring.
De woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarische bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving, (Artikel 5 van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en toepassing van de ontwerpgewestplannen en de gewestplannen).
In dit gebied wordt de maximale bouwhoogte afgestemd op de volgende criteria:
- de in de onmiddellijke omgeving aanwezige bouwhoogten;
- de eigen aard van het betrokken gebied;
- de breedte van het voor het gebouw gelegen openbaar domein.
(Gewestelijke ruimtelijke uitvoeringsplannen (GRUP's) kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/grup. Het gewestplan kan u raadplegen via https://omgeving.vlaanderen.be/gewestplan.)
De aanvraag ligt niet in een verkaveling.
De aanvraag is in overeenstemming met de bepalingen van het gewestplan.
Gewestelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Hemelwater: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juli 2013 houdende vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorzieningen en gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater (verder genoemd verordening hemelwater).
(De verordening hemelwater kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Hemelwater)
De verordening hemelwater is niet van toepassing op de aanvraag.
- Toegankelijkheid: het besluit van de Vlaamse regering van 5 juni 2009 tot vaststelling van een gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake toegankelijkheid (verder genoemd verordening toegankelijkheid).
(De verordening toegankelijkheid kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen > Toegankelijkheid publieke gebouwen)
De verordening toegankelijkheid is niet van toepassing op de aanvraag.
Algemene bouwverordeningen
- Voetgangersverkeer: het besluit van de Vlaamse regering van 29 april 1997 houdende de vaststelling van algemene bouwverordeningen inzake wegen voor voetgangersverkeer (verder genoemd verordening voetgangersverkeer), en de omzendbrief RO/98/2 van 23 maart 1998 betreffende de algemene bouwverordening inzake wegen voor voetgangersverkeer.
(De verordening voetgangersverkeer kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > Verordeningen)
De verordening voetgangersverkeer is niet van toepassing op de aanvraag.
Gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen
- Bouwcode: de gemeentelijke stedenbouwkundige verordening (verder genoemd bouwcode), definitief vastgesteld door de gemeenteraad in zitting van 28 april 2014 en goedgekeurd bij besluit van de deputatie van de provincie Antwerpen van 9 oktober 2014.
(De bouwcode kan u raadplegen via www.antwerpen.be, zoek op ‘regelgeving bouwen in Antwerpen’)
De aanvraag is niet in overeenstemming met volgende bepalingen van de bouwcode:
Sectorale regelgeving
- MER-screening: de overheid die beslist over de ontvankelijkheid en volledigheid van de vergunningsaanvraag, beslist of er een project-MER moet worden opgesteld. De betrokken overheid doet dat op het ogenblik van de beslissing over de ontvankelijk- en volledigheid van de vergunningsaanvraag of, bij gebreke daaraan, binnen 90 dagen na de datum van ontvankelijk- en volledigheid.
Rekening houdend met de kenmerken van de aanvraag en zijn omgeving wordt geoordeeld dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
- Watertoets: overeenkomstig artikel 1.3.1.1 van het decreet van 18 juli 2003 betreffende het integraal waterbeleid dient een vergunningsaanvraag onderworpen te worden aan de zogenaamde watertoets.
Het voorliggende project heeft een beperkte oppervlakte en ligt niet in een overstromingsgevoelig gebied, zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt.
- Vlaamse Wooncode: het decreet van 15 juli 1997 houdende de Vlaamse Wooncode.
(De kwaliteitsnormen voor woningen, die in uitvoering van de Vlaamse Wooncode zijn opgemaakt, kan u raadplegen via www.wonenvlaanderen.be, zoek op ‘kwaliteitsbesluit’)
De aanvraag valt onder het toepassingsgebied van de Vlaamse Wooncode.
- Rooilijndecreet: het decreet van 8 mei 2009 houdende vaststelling en realisatie van de rooilijnen
(Het Rooilijndecreet kan u raadplegen via www.ruimtelijkeordening.be, ga naar WETGEVING > OVERIGE REGELGEVING)
Het Rooilijndecreet is niet van toepassing op de aanvraag.
Omgevingstoets
Toetsing van de verenigbaarheid van het aangevraagde met de omgeving en de goede ruimtelijke ordening
Beoordeling afwijkingen van de voorschriften
Bouwcode artikel 10:
De lage tuinmuur van 1,7 meter boven het terrasniveau is noodzakelijk om de strikt minimale daglichttoetreding van de gelijkvloerse slaapkamer en de koer conform artikel 10 en artikel 24 van de bouwcode te bekomen. Indien dit verhoogt wordt conform wat maximaal toegestaan is volgens artikel 19 van de bouwcode, zal de daglichttoetreding van de woning onaanvaardbaar gehinderd worden. Om dit te voorkomen dient de hoogte van de tuinmuren (maximaal 1,7 meter ten opzichte van het terrasniveau) in voorwaarden vastgelegd te worden.
Schaal - ruimtegebruik - bouwdichtheid
De eerste en tweede verdieping werden hoger uitgevoerd waardoor de kroonlijsthoogte van het gebouw verhoogt wordt van 9,50 meter tot 9,70 meter. Dit sluit nog steeds voldoende aan bij de variërende kroonlijsthoogte in de straat.
De luifel achteraan de gelijkvloerse verdieping, welke overloopt tot een dakterras achteraan de eerste verdieping wordt gewijzigd, waarbij de totale opening boven de koer even groot blijft. De nieuwe opening komt dichter bij de ramen en de tuinmuren worden verlaagd, waardoor de daglichttoetreding verbeterd wordt ten opzichte van de laatst vergunde toestand. Gelet op deze specifieke context is dit aanvaardbaar.
De luifel boven het dakterras achteraan de tweede verdieping wordt niet uitgevoerd. Het terras wordt hier opnieuw in diepte en breedte beperkt, zodat de privacy van de aanpalende woningen beschermd wordt. Rondom de dakterrassen wordt een groendak aangelegd. Dit is aanvaardbaar.
Op het dak van het hoofdvolume worden 8 zonnepalen voorzien. Deze blijven voldoende in hoogte beperkt. Rondom de zonnepanelen wordt een groendak aangelegd. Dit wordt gunstig geadviseerd.
Visueel-vormelijke elementen
In de voorgevel wordt de verticale strook tussen de garage en de voordeur gewijzigd van metselwerk naar zelfde aluminium schrijnwerk als de garage en voordeur. Hierdoor verliest de voorgevel het massieve karakter van een baksteenarchitectuur. Dit is niet kenmerkend in het straatbeeld.
Onderaan het gelijkvloers wordt de natuurstenen plint verlaagd van een hoogte van 70 centimeter (aansluitend op de plint van de rechts aanpalende woning) naar een hoogte van circa 15 centimeter. Dit betreft eerder een dorpelhoogte dan een plinthoogte. Dit sluit onvoldoende aan bij de voorgevels in de omgeving die gekenmerkt worden door een volwaardige natuurstenen plint met hoogte van 60 tot 80 centimeter.
Als raamhoogtes van de ramen ter hoogte van de verdiepingen worden beperkt gewijzigd als gevolg van de gewijzigde verdiepingshoogtes. De impact om het gevelbeeld blijft voldoende beperkt. Vanuit stedenbouwkundig oogpunt hiertegen geen bezwaar.
Advies aan het college
Advies over de stedenbouwkundige handelingen
Aan het college wordt voorgesteld om voor de stedenbouwkundige handelingen de omgevingsvergunning te verlenen onder voorwaarden.
Geadviseerde stedenbouwkundige voorwaarden
1. Het wijzigen van het massieve gedeelte in metselwerk tussen de garage en voordeur naar een plaatmateriaal wordt uitgesloten uit de vergunning.
2. Het verkleinen van de natuurstenen plint in de voorgevel wordt uitgesloten uit de vergunning.
3. De tuinmuren mogen niet verder verhoogd worden. Hoogte van de tuinmuren moet beperkt blijven tot maximaal 1,7 meter ten opzichte van het terrasniveau.
4. Het gedeelte van de scheidingsmuren dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
5. Het verharde deel van de koer moet afwateren naar het niet-verharde deel van de koer, conform artikel 39 van de bouwcode.
6. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, het decreet betreffende het integraal handelsvestigingsbeleid, het decreet betreffende het natuurbehoud en het natuurlijk milieu en hun uitvoeringsbesluiten zijn van toepassing.
Conform artikel 15 van het Omgevingsvergunningsdecreet is het college van burgemeester en schepenen voor zijn ambtsgebied in eerste administratieve aanleg bevoegd voor volgende aanvragen van:
Procedurestap | Datum |
Indiening aanvraag | 3 december 2021 |
Volledig en ontvankelijk | 9 februari 2022 |
Start openbaar onderzoek | geen |
Einde openbaar onderzoek | geen |
Gemeenteraad voor wegenwerken | geen |
Uiterste beslissingsdatum | 10 april 2022 |
Verslag GOA | 24 maart 2022 |
naam GOA | Wim Van Roosendael |
De aanpalende eigenaars waarvan de scheidingsmuren met het project zouden worden opgericht, uitgebreid of afgebroken, werden om hun standpunt gevraagd.
Ingediende bezwaarschriften en petitielijsten
Schriftelijke bezwaarschriften | Schriftelijke gebundelde bezwaarschriften | Petitielijsten | Digitale bezwaarschriften |
0 | 0 | 0 | 0 |
Het college sluit zich integraal aan bij het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar en maakt dit tot zijn eigen motivatie.
Het college beslist de aanvraag tot omgevingsvergunning goed te keuren en aan de aanvrager de vergunning af te leveren, die afhankelijk is van de strikte naleving van volgende voorwaarden:
Algemene voorwaarden
de algemene voorwaarden die aan de vergunning zijn gehecht en er integraal deel van uitmaken.
Stedenbouwkundige voorwaarden
1. Het wijzigen van het massieve gedeelte in metselwerk tussen de garage en voordeur naar een plaatmateriaal wordt uitgesloten uit de vergunning.
2. Het verkleinen van de natuurstenen plint in de voorgevel wordt uitgesloten uit de vergunning.
3. De tuinmuren mogen niet verder verhoogd worden. Hoogte van de tuinmuren moet beperkt blijven tot maximaal 1,7 meter ten opzichte van het terrasniveau.
4. Het gedeelte van de scheidingsmuren dat geen opstand heeft van minimaal 0,30 meter ten opzichte van het hoogste aangrenzende dakvlak, te voorzien van een niet-brandbare strook (reactie bij brand van minimum klasse A2FL-s2) van minstens 30 cm breed voorzien tussen het groendak en de scheidingswand.
5. Het verharde deel van de koer moet afwateren naar het niet-verharde deel van de koer, conform artikel 39 van de bouwcode.
6. Na uitvoering van de werken moet voldaan zijn aan de elementaire veiligheids-, gezondheids- en woonkwaliteitsvereisten opgelegd door de Vlaamse Codex Wonen van 2021 en Besluit van de Vlaamse Regering tot uitvoering van de Vlaamse Codex Wonen van 2021.
Het college beslist de plannen waarvan een overzicht als bijlage bij dit besluit is gevoegd, goed te keuren.